Reizen in Pyramiden-land. Toen de doodstraf werd afgeschaft 75 JAAR ZONDER GUILLOTINE. ■Bil iHni Monumenten van een volk w*0m '-^M| Ook een „herdenkingsdag! Egypte is een toeristenland bij uitstek De pyramiden van Egypte, welke reeds veertig eeuwen tellen, zullen ongetwijfeld nog wel vierduizend jaar bestaan, en zelfs weinig veranderd (behalve dat het zand der woestijn steeds hooger tegen hen op stijgt) voor een nieuwe wereld verschijnen. Wat ook de oorspronkelijke bedoeling van deze reuze gevaarten geweest is, zeker is het, dat zij als Koninklijke grafsteden van de Pharaös kunnen worden beschouwd, hoewel de gezamenlijke pyramiden van Dragschar tot Saccarah en Memphis op een kleine oppervlakte bij elkaar staan en ner gens anders gevonden worden; terwijl de koningsgraven in de andere gedeelten van Egypte in de rotsgebergten zijn uitgehold. De 49 pyramiden welke wij kennen en ge woonlijk in vijf groepen worden verdeeld, zijn tamelijk aan elkaar gelijk en verschil len alleen maar in omvang en hoogte. Op een langwerpig grondvlak verheft zich een spits toeloopende steenmassa, waarvan de vier zijden naar de windstreken zijn ge keerd. De beroemdste van de vijf groepen is die van Dichischeh, niet ver van Memp his. Deze groep bevat de pyramiden van Cheops en Chephren. In deze pyramiden "bevinden zich vertikale, horizontale en dia gonale gangen, waarvan sommige nauw en andere ruim en gewelfd zijn. Deze gangen Een aanhanger van Mohammed verricht zijn gebed voor een Sphïnx. leiden naar kamers, gewelven, bronnen, grafholen met sarcophagen en allerlei va zen. De ingangen tot de binnenste openin gen en galerijen zijn van buiten zorgvuldig verborgen, zoodat deze eerst gezocht en met groote inspanning opengebroken moes ten worden. De toegangen tot de grafste den bij Thebe waren steeds zorgvuldig ge sloten. Westelijk van den Nijl, in de vlakte, welke door het Arabische gebergte wordt begrensd, ligt de Nekropolis (de stad der dooden) van Thebe. Langs den voet van het gebergte vindt -men t&llooze grafspe lonken, versierd m,et hiëroglyphen, beeld houw en schilderwerk, wat getuigt van de Egyptische kunst en nijverheid. Deze gra- ven zijn van de aanzienlijken en rijken; in de vlakte vindt men de graven van de meer gewone menschen. De merkwaardigste ge- denkteekens leverden de graven der ko ningen in het dal Biban-el-Moluk, welke 1700 jaar vóór Christus door de Egyptena- ren werden aangelegd. Deze gedenkteekens zijn door de Perzen onder Cambyses ver woest. Alle galërijen, gangen en kamers leidden in den regel naar de hoofdzaal, waarin in het midden de granieten of ba- zaltsteenen sarcophaag stond. Hier lag de koninklijke mummie als een pop in fijne stof gewonden; het gelaat en de handen met goud overtrokken in een twee, soms drievoudige doodkist, met- schilderwerk versierd. Alle muren der zaal, benevens de zoldering bevatten gekleurd beeldhouw werk, hiëroglyphische opschriften, da na men der koningen, een tafereel van de be grafenisplechtigheden, van het bezoek der Ziel bij de voorname godheden, en de in leiding van de ziel in de Amenti, een soort hel of onderwereld bij de Egyptenaren. fers niet voo-r oogen heeft. Dan pas begint het tot U door te dringen, welk een prestatie de bouw beteekende in een tijd, toen in Europa nog barbaar- sche toestanden heerschten en toen den Egyptenaren slechts primitieve technische hulpmid delen ten dienste stonden. Zelfs het behulp van de mo derne techniek zou het niet ge makkelijk zijn, dergelijke ko lossale bouwwerken uit te voe ren en zeker zou dat met enorme kosten gepaard gaan. De grootste dier gevaarten is de pyramide van Cheops, aldus genoemd naar haar vermoede- lijken bouwer. De pyramide van Cheops steekt intusschen slechts acht meter uit boven de naburige Chefrenpyramide. De pyramide van Cheops, het stellig door alle toeristen met behulp der in landers beklauterde bouwwerk, is een ge- denkteeken uit den oudsten tijd van het Egyptische rijk. Niet minder dan honderd duizend mensohen moeten twintig jaar lang aan den opbouw hebben gearbeid. De pyra mide van Cheops is 147 M. h-oog, de zijden van het vierkante grondvlak zijn 232 meter lang, zoodat het een oppervlakte beslaat van 53.824 vierkante meter. Om deze op pervlakte te bewandelen zouden wij onge veer een kwartier noodig hebben. De Pyramide is op getrokken van blokken kalksteen. De inhoud bedraagt ongeveer 2.537.000 kubieke meter, net gewicht 6.329.700.000 kilogram ofwel 6 329.700 ton. Van dergelijke ge tallen kan men zich moeilijk een goede voor stelling maken, maar de beteekenis er van" dringt beter tot ons door, als wij bijvoor-' beeld nagaan, dat, in dien de geheele steen massa, waaruit de py ramide is opgebouwd, moest worden vervoerd met spoorwagens van vijftien ton draagver mogen elk, voorhet transport van deze steenmassa niet minder -ciafi 421.960 wagons noodig zouden zijn. In dien elke wagen negen meter lang was, dan zou de geheele goederen trein een lengte bezit ten van 3.798 K.M., even lang als de afstand Cairo-Londen in rech te lijn gemeten. Wanneer de locomo tief van dezen trein het Londensch station bin nenrolde, dan zou de laatste wagon zich nog op het station te Cairo bevinden Indien al het steenmateriaal van de py ramide werd gebruikt als straatplaveisel, ter dikte van 4 cM., dan zouden we er een oppervlakte van 65.925.000 vierkante me ter, of ongeveer 68 vierkante kilometer mee kunnen bedekken. Zoo zou bijna het geheele wegennet van Neder-Oostenrijk met pyramidensteen kunnen worden be dekt. Ook zou men met het door afbraak ver kregen materiaal een muur kunnen bouwen ter dikte "van 50 c.M., en een hoogte van 3 Meter,, ter lengte van 2.637 kilometer. Zoo zouden wij door kunnen gaan met onze vergelijkingen, maar wij geleoven, dat de lezer thans wel een voorstelling kan maken van den ontzagwekkenden om vang, welke één pramide bezit. Laten wij slechts nog even vermelden, dat er in de Pyramide .van Cheops plaats is voor bij na.... acht millioen menschen. De vrees, dat de Pyramide zal worden gestolen ten behoeve van de een of an dere Europeesche of Amerikaansche verza meling, behoeft de Egyptische regeering geen zorgen te barenhet zou een lang niet gemakkelijk werkje zijn om haar weg te slee pen'. Laten wij aannemen, dat elk op aarde levend menschelijk wezen, man, vrouw of kind, naar de prymide ging om er een stuk weg te nemen; het bevolkings cijfer bedraagt ongeveer 1715 millioen menschen een aardig getal, en toch zou elk mensch een brok van 37 K.G. moeten weghalen om de pyramide met den grond gelijk te maken! Op die manier zou ieder mensch een pressepapier van belang heb ben als herinnering aan zijn Egyptische reis! De ingang van de pyramide van Cheops. vóór het beroemde Suez-kanaal er was stoven er reeds treinen door de Nijl-Delta. Dit was zelfs een der routes van Europa naar den Oost. Men spoorde dan door Egypte en ging dan bij Suez weer op de boot. Zij moét dan wel verbaasd geweest zijn, deze onbereisde dame, toen zij de keurige locomotieven van de Egyptische Staats spoorwegen zag, en de comfortabele rij tuigen, waarin een employé met een vee- ren stofborstel rondloopt om den strijd aan te binden met het woestijnzand. Verbaasd moet zij gestaan hebben bij den wonder lijken restauratiewagen, waar men in sei zoentij d kaviaar serveert en beslist niets kan meer indruk maken dan kaviaar te nuttigen bij een zoo schitterend panorama als het voorbijglijdende Egypte-land. Ver stomd is zij dan, als de gele-trein autobus sen, welke nu ieder dorpje verbinding met de wereld geven, voorbijgaan. Er is zelfs geen plaats genoeg in deze bussen om alle menschen te bergen, die er gebruik van willen maken. Men staat er op de tree- en door het schokken van den wagen Cijfers om van te duizelen. Ongetwijfeld heeft eenieder, die Egypte heeft bereisd, vol verbazing en bewonde ring opgezien naar de drie pyramides van Gizeh, waarvan de indruk ook door hun grootte, overweldigend en imposant is. Dat heeft men ook in den ouden tijd gemeend, toen de pyramiden tot de destijds bekende zeven wereldwonderen werden gerekend. Al telt onze moderne tijd andere technische wonderen, tóch zal men moeten toegeven, dat die reusachtige bouwwerken ook thans nog eerbied en bewondering afdwingen. Men is evenwel niet in staat zich een zuiver beeld te vormen van de werkelijke grootte, zoolang men de desbetreffende cij- Ervaringen van een toerist. „Alexandrië is een deel van Port-Saïd, niet"?, vroeg mij eens een bezoekster van Egypte, en was nog verwonderd te hooren, dat de twee groote handelssteden kilome ters van elkaar verwijderd lagen. Want de zeereisbeslaat ongeveer een dag en een nacht, terwijl 't met den trein een kwes tie van enkele uren is. „Maar zijn er dan treinen in Egypte?" was haar tweede vraag. Zij was blijkbaar een weinigje on ontwikkeld voor een dame, want de Egyp tische spoorwegen waren reeds gemaakt ten tijde van Ismaël Pasha, den kleinzoon van den grooten Mohammed Ali. Zelfs waaien galibeahs (mutsen) langs de kleu rige wanden af en komen in de kanalen 'terecht. In de steden zijn trams, en als de onderzoekende dame wil weten of een al leen-reizende Europeesche lady erin kan gaan, kunnen we haar gerust stellen. Zy zal er hoffelijkheid en goedheid ervaren, ze kan naar verkiezing in den Harem-wa gen gaan bij de zwart-gesluierde Egypti sche schoonen, die allen lachen en fijn rui ken, of als ze haar Westersche onafhan kelijkheid wil bewaren, neemt ze het open gedeelte der tram. Als dit bezet is, zal er zonder twijfel een gefezde effendi (Turk- sch vooraanstaand persoon) haar een zit plaats offreeren. Zelf de meest onontwikkelde van West- Europa zal toch wel eens van de schitte rende Hotels in Egypte gehoord hebben, zooals Shepheard's, het romantisch gelegen Mena-huis, dat bijna in den schaduw der pyramiden staat, het Heliopolis Palace- hotel, en het vroolijk verblijfoord te Ale xandrië, het St. Stephanus Casino, welks vensters uitzicht hebben op kabbelend wa ter, als op magische kelders van een ge dicht. En zoo zijn er meer, tot matige hotels toe, waar de eenvoudige toerist verblijven kan, terwijl hij zijn rekening met een wer kelijk klein aantal decoratieve Eng. Pon den betaalt, terwijl er bovendien nog de kop van een fellah (Eng. boer) gratis op prijkt. Het is dikwijls moeilijk te beslissen, welk zijn geliefd hotel is. De een houdt van roo- de, donk er-lila of theerozen, maar allen hebben we onze geliefkoosde kleur, zoo ook geef ik de voorkeur aan t Luxor Ho tel, waar bloembedden langs den Nijl bloei en, en de vensters open gaan op een waaierigen palmentuin. „Zijn er winkels?" „Zijn de bedienden er goed?" „Hoe staat het er met de wasscherijen?", zijn alle vragen, welke men ieder en dag kan hoo- ren. Maar de nieuwsgierige dame weet wellicht niet, dat er groote winkels met ruiten zijn, zoowel in Cairo als in Alexan drië, vol met wassen modepoppen, bekleed met costumes naar de laatste Parijsche mode. Er zijn parfum-winkels en heerlijke lunchrooms, waar men in de achtertuinen de heerlijkste cake kan genieten, welke maar denkbaar is. En wat betreft de be dienden, ze zijn er goed, zoowel het hotel personeel als de huisknechten, voor hun taak berekend en helder.. Hun witte gali beahs zijn immer zonder vlekken, hun tar- planken, en klemt zich aan 't vehikel vast, boosh (soort fez) staat koddig schuin, hun pantoffels statig gekruld bij de teenen. Het is echter waar, dat zy elkaar nooit af vallen, en mocht er door een toeval eens een onvoldoende kracht in uw huis ko men, dan zal zijn maat tot het bitter einde zijn fouten verdedigen en goedpraten met de woorden „hy is een goeie vent, van mijn dorp afkomstig". Iedere dame, die Egypte bezocht heeft, is vol anecdotes over de wasscherjj. Over Abdou, den waschbaas, die uw beste japon, van waschechte zijde, zal stelen, om haar denzelfden dag terug te brengen, hoog op geheven op een kleerenhanger, zoodat de vouwen niet kreuken zullen. Als ge iemand zijt, die de dubbeltjes zelfs op uw vacantie weegt, vraag dan den hotelbe diende iemand op te snorren, „die de wasch doet", en den volgenden dag staat er iemand in den gang kant en klaar met zijn mand van palmblaren. Hij wil al uw ja ponnen en een dozijn overhemden van uw echtgenoot wasschen voor een gulden t dozyn en als men lang praat voor nog minder, 't Kan dan wel voorkomen, dat hij uw pyama's voor avondjaponnetjes aanziet, en dan 's avonds op een kleeren- hanger thuis brengtmaar dat maakt niets uit. Dit zijn wel kleinigheden maar je moet ze maar weten. Juist kleinigheden zyn 't merkwaardigst. Ik voor mij vind het interessantste voorwerp uit het groote Mu seum te Caïro, dien hondenhalsband, dien ouden band met den naam van den hond erin. Ik zou er een lief ding voor over hebben, hoe die hond eruit heeft gezien, en wien hy behoorde. Deze uitverkoren halsband is van roodachtig gekleurd leer gemaakt. Nu we 't toch over halsbanden hebben, schiet mij te binnen, dat ik eens een bandje moest koopen voor een pas- gekregen schoothond, terwijl ik groote haast had voor 't diner. „Ik ga 't even halen op den hoek bjj dien man, die leer verkoopt" zei ik en was meteen verdwe nen. „Hoe veel", zei ik, in een taal, welke ik hoopte dat op Arabisch zou lijken, „voor dezen kleinen halsband, en voor dien riem"? „Vijf piasters elk", zei de vent „Goed", en ik dook in mijn zak. „Maar, u kunt ze samen voor 9 krijgen", zei de leerhandelaar, die een dergelijke manier van zaken doen niet gewoon was, want handelen moet zoo iemand, al maakt hij z*n koopjes den verkeerden kant uit Ik betaalde de 9 piasters en holde weg, terwijl de onsterfelijke gewoonte van „„sjacheren" in het onsterfelijke Oosten hopeloos rond mij sprankelde. H. P, B. Het is dezer dagen 75 jaar geleden, dat de doodstraf hier- te landey.verd afgeschaft. Sedert Mei 1870 heeft in Nederland dan ook geen terechtstelling meer plaats ge vonden. Voor velen, zoowel voor- en te genstanders van afschaffing der doodstraf is den 20sten Mei een dag ter overden king. Of wij echter sedert de afschaffing van het doodvonnis er beter op zijn ge worden, is een vraag, welke wij aan het oordeel der lezers zullen overlaten. Toch tcan men zeggen, dat, al moge de strafmaat zijn verzacht en verminderd, het aantal misdaden in den loop dier 75 jaren toch geenszins is verminderd, ja eerder is dit aantal toegenomen. Bij de herdenking van dit „jubileum" willen wij het een en ander schrijven over de doodstraf in Nederland in den loop der eeuwen. In het oudere recht was 't in den regel niet bij de wet bepaald, hoe de dood straf moest worden voltrokken; dit werd dan aan de beoordeeling van den rechter overgelaten. De meest gebruikelijke wijze waren in de Middeleeuwen onthoofding (met het zwaard), ophangen en radbraken. De onthoofding met het zwaard droeg een niet-onteerend karakter. De misdaden, wel ke werden gestraft met galg en rad waren van zoo'n ernstigen aard, dat een man van eer deze niet kon plegen. Indien een hoog geplaatst persoon met den dood moest worden gestraft, dan werd hij niet opge hangen of onthoofd. De edellieden werden wel eens in alle stilte onthoofd, de poorters in het openbaar. De vreemdelingen werden op andere wijze gestraft. Ook het ophan gen was zeer algemeen verspreid. In den tegel was dit de straf op diefstal, een de lict, dat al van ouds als een verachtelijk misdrijf werd beschouwd. Het ophangen geschiedde oorspronkelijk aan een blad- loozen boom, later kwam hiervoor een galg in de plaats, welke aan den openbaren weg werd geplaatst. Vrouwen werden slechts bij uitzondering opgehangen; alleen in Friesland werden ook de vrouwen op gehangen. Het radbraken was de zwaar ste vorm van doodstraf en alleen, ernstige vergrijpen, zooals moord, moordbrand en vergiftiging werden hierimee gestraft. In enkele streken was in de Middel eeuwen het levend begraven in zwang. De straf van levend te worden begraven werd in het bijzonder aan vrouwen opgelegd. In de 16e eeuw werden hier te lande vrouwen, die zich schuldig hadden gemaakt aan ket terij, verbrand, maar levend begraven als zij haar misdaad bekenden. Verdrinken was de straf voor tempelroof, kinderroof, sodomie en toovenarij. In Nederland was het verdrinken in het bijzonder gesteld als straf op kindermoord. Het verdrinken bestond in het versmoren in een ton met water op het schavot, soms werd de ver oordeelde ook wel in een zak genaaid en te water geworpen. Het zieden kwam eerst later in gebruik en was de straf op munt- misdrijven en valsoh- heid in geschrifte; de straf werd in 1589 bij plakkaat afge schaft. Het steenigen was in de Middel eeuwen niet onbe kend, doch werd slechts uiterst zelden toegepast. De land- hoogverraders wer den, nadat de veroor deelde ter dood was gebracht, gevieren deeld. Tijdens de Re publiek waren hier als doodstraf in zwang: onthoofden door middel van het zwaard, hangen, ver branden, radbraken en verdrinken. Een typisch gebruik in de middeleeuwen was de doodstraf bij lo ting. Dit gebruik be stond hierin, dat men na een terdoodver- oordeeling van ver schillende personen niet aan allen het vonnis voltrok, doch slechts aan één of en kelen, die door het lot daarvoor werden aangewezen. Dit gebruik is ook tijdens den 80-jari- gen oorlog nog eeni- ge malen toegepast. Eén dezer gevallen had plaats tijdens de belegering van Den Bosch door Prins Maurits in 1603. Tij dens een gevecht bij deze stad namen de troepen van Maurits eenigen honderden Spaanse he soldaten gevangen. Men was dn die dagen in het Staatssche leger hef tig verontwaardigd over een onmensche- lijke daad der Span jaarden. Deze had den n.1. vóór Osten- de een vaartuig veroverd, waarin zich ver schillende gewonde en zieke soldaten bevonden, afkomstig uit het regiment van Graaf Ernst van Nassau. Deze mannen werden door de Spanjaarden zonder pardon opgehangen. Maurits gaf nu bevel, dat van de gevangen genomen Span jaarden er na loting 12 zouden worden op gehangen; de terechtsteling werd op 12 En dit is de modernste doodstraf-methode in Amerika: de gas kamer. Boven: interieur; onder: exterieur. September van 1603 aan hen voltrokken. Een hunner zag zich echter nog op het laatste oogenblik in vrijheid gesteld, daar een meisje uit de toeschouwers werd ge troffen door zijn jeugd en aanbood hem te huwen. Van toen af dateerde ook het ge bruik, dat een ter dood-er oordeelde in vrij heid kon worden gesteld, indien een vrouw aanbood hem te huwen. H. P. B.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1935 | | pagina 6