In het laad van den Duce. HOLLAND S STEDENSCHOON IN PRAAT EN PRENT Geld laten rollen. Oud-Haarlem. /CU, 'KXC/r* (C7T) I-A Jie\/n. "^{rrrrlrm Korte JiQ<tijnestee<, IV, „Wat dat ik ben, hoe 'k stae in Huysen, Kof en Muren, Kan yders ooge sien, maer in mijn Wieg en Luren, Hoe dat ick eerst begon, wat dat ick ben geweest Haarlem. Welk rechtgeaard minnaar van oud steden schoon voelt zich niet aangetrokken door deze stad vol der schoonste voorbeelden van «rat onze voorvaderen presteerden op het gebied van kerk- en huizenbouw. Haarlem, de stad van de schitterende St. Bavokerk. Haarlem, de stad, die wijd en zijd be roemd is door haar Bagijnhofjes en die het was door haar mooie oude stadspoorten, waarvan alleen de Amsterdamsche Poort be waard is gebleven. De stad, waar Laurens Jansz. Coster de boekdrukkunst uitvond. Haarlemach, wat zal ik U ver moeien, door al de heerlijkheden op te som men, die deze stad hebben gemaakt tot den „primus interpares" der Hollandsche steden. Liever wil ik U door enkele schetsen laten zien wat al belangwekkends en schoons het bergt, zoodat ge, wanneer ge eenmaal naar Holland komt, niet zult nalaten deze parel In het snoer der Noord.Hollandsche steden to bezoeken, niet alleen ten pleziere der Haarlemmers, die er financieel natuurlijk wel bij zullen 'varen, doch voornamelijk tot uw eigen vermaak, want zij behoort tot de mooisten, die er zijn, hoewel het karakte ristieke der oud.Hollandsche steden grooten- deels verloren ging door moderniseering en dempen der grachten. Haarlem bezit nog tal van echte oude plekjes. Zulke plekjes vinden we onder andere bij de Gedempte Oude Gracht, waar het Groot-, Klein- en Nieuw-Heiligland toe te rekenen zijn. Wel is waar is in den loop der tijden ook hier veel veranderd, doch menig inte- Hollandschen Graaf Dirk II verbrand of ver woest is geworden. Spoedig ontwikkelde Haarlem zich van een dorp tot een stad, die bloeide door laken weverijen en bierbrouwerijen. De ergste tijden voor deze hoofdstad van Kennemerland was het beleg der Spanjaar den van 15721573, dat eindigde met de inneming der stad. Drie jaar later echter werd zij door den Prins herwonnen, waardoor de welvaart weer keerde. Het Edict van Nantes bracht een stroom van vreemdelingen, met als gevolg nieuwe takken van nijverheid: linnen, damast, kant en zijde. In de 18e eeuw ging de voorspoed ver loren, doch na de Belgische omwenteling van 1830 herleefde de stad en werd wederom de bloeiende stad van Noord-Holland. Het meest grandiose monument dezer stad is de oude St. Bavo, welks toren U hierbij vindt afgebeeld, uitstekend boven de daken van de Korte Bagijnensteeg, en waarvan ik in aansluiting op mijn vorig artikel nog wat meer wil vertellen. Grijze tempel, trotsch van tinnen, Die tot eerbied plegtig wekt, Die van buiten als van binnen Oog en geest ten hemel trekt. Kostbaar pronkstuk. Blijf in wezen, Wat verander' of verdwijn, Tempel, God ter eer gerezen, Waar de menschen menschen zijn. Tollens. Dit Gotisch bouwwerk, waarvan de stich tingsdatum onbekend is, verrees op de plaats waar in het begin der 13e eeuw een paro chiekerk gestaan had, die eveneens aan St. Bavo gewijd was. Deze parochiekerk bestond al omstreeks 1150. Toen de stad groeide werd de kerk tenslotte te klein voor het groot aantal paro chianen, met het gevolg, dat besloten werd haar te vergrooten of te verbouwen. De ver. of herbouwing duurder meer dan een eeuw, waaruit de tegenwoordige St. Bavo zij er thans nog op staat De toren was in 1520 voltooid en werd geheel met lood bekleed. Het kruis, dat haar bekroont, weegt niet minder dan 800 Nederlandsche ponden en werd vervaardigd door Jacob Symensz. vaD Edam, die de prijs bepaalde van slechts 2 pond zilver en 6 schellingen. De toren bevat een schitterend klokke- spel, dat in de jaren 1661—1662 door Frans Hemory voor stadsrekening vervaardigd is. In deze kerk ligt begraven de beroemde Laurens Jansz. Coster, de uitvinder der boek drukkunst in het jaar 1440. Naast hem ligt Schrevelins, wiens graf schrift ik hier laat volgen; Van kindsbeen "i heb ik' wapenen gevoert Als slegt soldaet in 't eerst, maar nader- hant geloert Op eer en vroomigheid, waardoor ik ben verheven En d' overste geweest in 't beste van mijn leven, Tot vijftig jaren toe, doch wierd ik groo- ter man 'Als Collonel ge eert, maar stierf t' Os- tende dan. '(Wordt vervolgd.) (Nadruk verboden.) Het conflict tusschen Italië en Abessynië, dat in de brandende internationale belangstel ling staat, heeft de aandacht gevestigd op het land van den Duce en de vraag doen stellen, op welke wijze een eventueele koloni ale oorlog door Mussolini bekostigd zou kun nen worden. Want het is duidelijk, dat een strijd in Afrika groote sommen gelds zou kosten en Italië heeft niet de reputatie fi nancieel goed 'gesitueerd te zijn. Wanneer men kennis neemt van de verhoudingen in dit land, dan blijkt reeds spoedig, dat de crisis en de maatregelen, die de Regeering ter verzachting van de werkloosheid nam, de positie van Italië op de wereldmarkt ver zwakt heeft. Een surplus aan financieele bronnen bezit Italië dan ook niet, waarom een conflict met de wapenen over koloniale kwesties een hachelijke onderneming moet worden genoemd, wanneer men een en ander bekijkt uit financieel oogpunt. De situatie van Italië is financieel vrij zwak, hetgeen blijkt uit den wisselkoers der Lire. De goudpariteit van deze munt is na de stabilisatie in 1927... f0.13093. De Lire doet momenteel op de wisselmarkt echter slechts fo.1215, zoodat tegenover de goud pariteit een aanzienlijke depreciatie is inge treden. Dat Italië geen maatregelen neemt om zijn valuta op de goudbasis te handhaven, is er reeds aanstonds het bewijs van, dat dit land niet meer tot 't z.g. „goudblok" gerekend mag worden. Van gouduitvoer ter nivellee ring der wisselkoersverschillen is reeds eeni- gen tijd geen sprake meer, terwijl de Italiaan- sche Regeering, gelijk wij straks nog zul len zien, diverse maatregelen heeft getroffen, die de monetaire situatie een uiterst kunst matig karakter hebben gegeven. Ook is men in Italië niet overgegaan tot disconto-ver hoogingen, dat, naar wij weten, het klassiek verdedigingsmiddel voor een valuta is. Wij moeten toegeven, dat zulks vermoedelijk de Lire ook niet veel geholpen zou hebben, want, wanneer het wantrouwen in een be paalde valuta algemeen is geworden, dan hel pen disconto-verhoogingen niet meer. Het weerstandsvermogen op monetair gebied was de laatste maanden in Italië aanzienlijk ver minderd. Als men nagaat, dat per 1 Jan. 1934 de goudvoorraad nog 7.091 millioen Lt. was, terwijl deze per uit. 1934 tot beneden de 5000 millioen Lt. was gedaald, dan kan men de monetaire verzwakking onmiddellijk vaststellen. Daarbij komt, dat de biljetten- circulatie; onder invloed van de verbetering in de binnenlandsche conjunctuur, in het af- geloopen jaar met ongeveer 400 millioen Lt. is toegenomen. Onder invloed van een en ander was de wettelijke minimumdekkings- grens aan Ij&jg&da van 1934 ongeveer be- rekt, Wanneer wij echter het bierboven medegedeel- de inzake deviezen-politiek en stopzetting vu{ den goudexport in het oog houden, is het onmiddellijk duidelijk, dat op deze wijze van een handhaving der goudbasis feitelijk geen sprake is. Als een land den gouden stan daard handhaaft, wil dat zeggen, dat, als de wisselkoers daarvoor aanleiding geeft, door de circulatiebank goud voor uitvoer beschik, baar wordt gesteld. Het spreekt vanzelf, dat dit stadium reeds lang in Italië bereikt zotl zijn, als we letten op de depreciatie van de Lire op de wisselmarkt. Ook de scherp® deviezen-contróle is een factor, die niet past in de handhaving van den gouden standaard* Italië volgt in deze dus Duitschland na, dat door -een netwerk van allerlei deviezen-maat» regelen en invoercontróle de Rijksmark op den ouden koers poogt te handhaven. Overigens dienen wij ook te wijzen op j de binnenlandsche situatie* die, naar onze begrippen, het een en andet te wenschen overlaat. Dezer dagen is de cir culatiebank overgegaan tot verlaging van he( disconto van 4 op 3I/2 pCt. In normale om standigheden zou dit wijzen op een gezonde ontwikkeling in het binnenland. In Italië ii dit 'echter niet het geval. In de eerste plaats wijzen wij op de situatie der staatsfinanciën* Het begrootingstekort voor 193536 be draagt op papier niet minder dan Lt. 1.7 ^milliard en men kan verwachten, dat het reëel tekort nog veel meer zal bedragen* Daarbij komt, dat de binnenlandsche prijzen in Italië de laatste maanden belangrijk hoo- ger zijn geworden, waardoor uiteraard het ex portvermogen van de industrie niet verbeterd is. De binnenlandsche bedrijvigheid is ge stimuleerd door de regeeringsopdrachten op militair gebied. Italië is de laatste jaren in den bewapeningsstrijd tusschen de landen niet achtergebleven en herhaaldelijk heeft men Mussolini hooren spreken van de militaire krachten, die hem in den tijd van oorlog ten dienste staan. De voorbereidingen, die reeds eenigen tijd getroffen worden, in het geval, dat er met Abbessynië een conflict met de wapens zal volgen, hebben uiteraard ook groote uitgaven voor den Staat met zich medegebracht. Wij zullen dan ook niet ver bezijden de waarheid zijn, als we de recente disconto-verlaging zien als een mid del om de kapitaalsmarkt te beïnvloeden. Er zullen ter overbrugging van de tekorten, ver schillende staatsleeningen gelanceerd moeten worden en het is van belang, dat zulks tegen zoo laag mogelijke rente kan plaats vinden. In Maart j.1. is reeds een kleine lee ning aan de markt gebracht, rentende 4l/<jj pCt., tegen een koers van 98 pC. De op brengst daarvan moest dienen „tot ontlas ting van de onder bescherming van den staat Monetaire moeilijkheden veroorzaken regeerings- staande ondernemingen". Fabrieken voor oor logstuig b.v. Dezer dagen kwam uit Rome het bericht, dat de Schatkist binnenkort emissies van schatkistbons zal beginnen te lanceeren, waarbij men zal gaan tot een maximumbedrag van Lt. 1 milliard. Mocht het eenmaal komen tot een oor log met Abessynië, dan zal dit een ruïneering; van de staatsfinanciën beteekenen. Een ko loniale oorlog voeren is uiterst kostbaar, om< dat men met de transporten rekening moet houden. Mussolini zal zich vermoedelijk nog wel eens bedenken, alvorens hij het inder daad tot gewapend geweld zal laten komen, In sommige beurskringen is men echter pessi» mistisch inzake den vredeswil van Italië ge stemd en vreest men. ziende de grootscheep* sche troepentransporten, h:nn n f eni aren tijd een oorlog met Abessyn.fe De Amsterdamsche beur?- Heelt gelukkigj slechts beperkte belangen bij Italiaansche obli gaties. De voornaamste keningen te Am sterdam genoteerd zijn: 3Dg pCt. Italië '62/81, die in Nov. 1934 nog 86 pCt. noteerden eni thans 61 pCt.; 6I/0 pCt. .Milaan in dollars* koers in Nov. 1934 51 pCt., livns 41 pCt. In deze koersen is derhalve ieels de ver slechtering in de positie van Italë min of meer verdisconteerd. Overigens komt het oni voor, dat liquidatie van Italiaansche obliga ties zelfs op de gedeprecieerde köe:se.i aan beveling verdient, aangezien de ontwikkeling in Italië ook veel te wenschen overlaat. In- plaats van een solide deflatie-politiek te voe ren en de goudwaarde der Lire te handhaven, financiert men er maar een beetje op los, hetgeen ten slotte tot onaangename gebeurte nissen zal aanleiding geven. (Nadruk verboden.) maatregelen. Deviezenbureau is opgericht. Scherpe cohtröle van deviezenvooraden. Groote budget-tekor ten tengevolge van de enorme regeeringsuitgaven. Italiaansche obligaties van debieus karakter. Toen de verhoudingen geen verbetering wil den ondergaan, waren de Italiaansche mone taire autoriteiten wel gedwongen, om- maat regelen te nemen, ter bescherming van den wisselkoers. Het normaal handhaven van den gouden standaard was immers onmogelijk ge worden. Men kon nu twee wegen gaan: een nieuwe devaluatie toepassen, of een stelsel van deviezen- en invoercontrlóe in 't leven roepen. Gezien het feit, dat Italië reeds een maal de ellende van een inflatie heeft door gemaakt en men huiverig was zich opnieuw in een dergelijk avontuur te storten, werd besloten tot een deviezen-controle die later werd uitgebreid tot een scherpe invoercontróle. Er werd een deviezenbureau opgericht, dat verschillende voorschriften uit vaardigde ter bescherming van de Lire. Het touri.-tenverkeer b.v. werd aan zware banden gelegd: ie. ieder reiziger, Italiaan of buiten lander, die het land verlaat, kan een bedrag van maximum 2000 Lire in Italiaansch bank papier medenemen, op voorwaarde, dat de coupures niet grooler zijn dan 100 Lire; 2e. zilveren munten mogen niet uit Italië medegenomen worden, wanneer ze grooter zijn dan 50 Lire. In de tweede helft van Mei j.1. werden nog scherpere maatregelen genomen. Er werd een ministerieel decreet ge publiceerd, waarin bepaald werd, dat alle buitenlandsche deviezen en waardepapieren, in bezit van Italiaansche onderdanen, bij de Bank van Italië in depót moesten worden gegeven. Ook de waardepapieren, die in het buitenland waren ondergebracht, moesten op gevraagd en bij de autoriteiten ingeleverd worden. Uit een en ander blijkt, dat de situatie wat betreft de deviezen-portefeuille van de Italiaansche circulatiebank betreft, critiek is en weinig weerstandsvermogen bezit. De Italiaansche handelsbasis vertoont in toenmende mate een passief saldo. In 1934 bedroeg de waarde van den import naar Italië Lt. 7.664.74 mill., uitvoer van Italië f5.231.51 mill., zoodat het importsaldo be droeg Lt. 2.433.23 mill., tegenover in 1933 Lt. 1441.24 millioen. Om de ontwikkeling in ongunstige richting te stuiten, heeft de Itali aansche Regeering in het begin van 1935 besloten tot een aanzienlijke beperking van den invoer over te gaan. De restrictie van den import heeft sedert dien niet minder dan 65 tot 90 pCt. voor diverse producten be dragen. Ook de betalingsbalans heeft den ongunstigen invloed van de crisis ondergaan. In dit verband wijzen wij op het toeristen verkeer, dat de laatste jaren niet onbelangrijk is afgenomen. Nu heeft dezer dagen de minister van Financiën opgemerkt, dat Italië vastbesloten is om den gouden standaard te handhaven. Eigenlijk moest de straatdeur hoognoodig geschilderd, want de boel ziet er armoedig uit en het hout verrot. Maar, al is 't geld er wel voor, men wil in dezen zorgelijken tijd zuinig wezen. En laat 't achterwege. We hebben eigenlijk een nieuw costuum brood.noodig. En 't zou er weliswaar ,,af kunnen". Maar in dezen zorgelijken tijd enz, enzdus laten we aanschaffing achter wege. Het is schoonmaaktijd. Er komt zooveel aan het licht dat allernoodigst herstel ver- eischt- We zouden 't ook wel kunnen maar in dezen zorgelijken tijd... enz. enz.1 Dat is geen wijs sparen, dat is brood aan den evenmensch ontnemen. Sparen met wijs beleid is goed. We moe ten dan oppassen, dat door waardevermin dering van 't buitenlandsch geld onze spaar duitjes niet zóó maar foetsie gaan. Sparen is nuttig. Maar als 't er even af kan moe ten we het geld laten rollen, moeten we ieder voor ons voor werkverschaffing en werk. verruiming zorgen. We leven niet voor ons zelf, ook voor anderen. Beter dan aalmoezen geven is te zorgen dat anderen werk hebben. Laten we, zooveel als het in ons vermogen is, al is het nog zoo'n klein deel, daar voor zorgen. J Tekst en teekeningen van LEO K. ZELDENRUST rc:sant geveltje van weleer herinnert in deze straatjes aan de dagen van vroeger, toen de stad bestond uit gebouwen, zooals de mees ten graag zien, echter niet zouden wenschen. Het ontstaan van Haarlem dateert van zeer oude tijden. De oudste historische vermel ding der stad komt voor in een blaffert of Kjst der kerkgoederen van Utrecht uit om streeks 866. Bij verschillende historieschrijvers vinden wij Haarlem in de 10de eeuw vermeld en als j zeker opgegeven, dat het in 974 door de West-Friezen tijdens hunne opstand tegen den ontstond. De toren werd van bout opgetrokken, doch toen men haar voltooid had, werd zij aanstonds weer afgebroken. Dit geschiedde niet uit een oogpunt van werkverschaffing, doch men vond, dat zij niet evenredig was aan de grootte van het gebouw. Vervangen door een van hardsteen bleek ook deze niet aan de verwachtingen te be antwoorden en brak men deze «veneens met bekwamen spoed af in het jaar 1515. Nu probeerde men het nog eens met een houten, die zoozeer in den smaak .viel, dat

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1935 | | pagina 2