Het mooie werk van Nicolo Garaventa, ©e moeilijke kunst van het theezetten* De ceremoniën in Japan EEN GREEP uit de lijdenshistorie der Romeinsche slaven. Op een oud oorlogsschip krijgt da verwaarloosde jeugd van Genua eeif goede opvoeding. Voor ons, Westerlingen, Is de thee meer dan een genotmiddel geworden, de thee ia een behoefte. Hoevelen drinken 's morgens bij het ontbijt geen thee en in welik gezin wordt 's middags na vier uur geen thee gezet voor degenen, die in huis zyn en om streeks dit uur eenige rust te houden bij een geurend kopje onder gezellige kout? De thee is een opwekkend middel; wan neer men een kopje gedronken heeft voelt men zich weer even prettig en fit, ofschoon de nauwelijks merkbare reactie tengevolge van de thexne niet uitblijft. Maar slechts de athleet merkt dit en slechts hij gebruikt tijdens zyn serieuse training geen of wei nig thée. Voor den Japanner beteekent theedrin ken' nog oneindig veel meer dan voor ons Europeanen, Voor hem is'het theedrinken een cultus, meer nog, een wereldbeschou wing-, hoe ongelooflijk- het ook moge klin ken en waarvoor men reeds het woord' „theeïsme!' heeft uitgevonden „Gha-no-yu" noemt men den cultus van de thee en dit woord houdt alles in: het gebruik, de streng' voorgeschreven ceremonie, de harmonische kleeding en het hoffelijke gesprek. Ja, in den thee cultus openbaart zich feitelijk het karakter der Japanners en die eigenaardig- bestaan, welke de draagsters van deze hoo- ge kunst waren, haar uitbreidde en voort durend verfijnden. De theemeesters, die op deze scholen leeraarden legden zich erop toe, hun geheele leven theefilosofie te. on derwijzen. De eerste les, welke zij-hun leer lingen gaven was, onder alle omstandig heden kalmte en hoffelijkheid te bewaren. Zich opgewonden en ondoordacht gedra gen past niet bij het theeïsme. Ook het ge sprek mag de harmonie van de theezaal nipt verstoren. Snit en kleur der gewaden,' bewegingen en de' wijze van loopen, moe ten harmonieeren niet de kostelijke aroma, welke uit de thee opstijgt! Theeïsme was een kunst en dus moesten de theemeesters. kunstenaars zijn. Zoo is de kunst van het theedrinken ook heden nog in de Japansche familie bewaard gebleven. Wanneer de familieleden" in hun beste kleedij de „theekamer" betreden, dan laten zij de groote en kleine zorgen- van alle dag achter-zich en het gesprek draait dan nog slechts om zaken, welke iedereen .interesseeren, welke men graag hoort en waarover men gaarne-spreekt. Het is onhoffelijk, wanneer mërt tijdèns dé thee iets Zou 'zeggen, wat rrien'rïiet Vët-j wachtte-en wat'wellicht eenige verwarring: bij de toehoorders zou kuiinen stichten. In' de ruimte, waar de thee genoten wordt, is iedereen een hoffelijk theeïst, geheel inge steld op zijn medegasten. En de 'gast, die van den heer des huizes, die na zijn dag taak voor het eten graag nog een kopje thee drinkt. In ons land gebruikt men overal thee met melk en suiker, doch in Oostenrijk bijvoor beeld en ook in andere landen is thee met ruin een geliefde drank, terwijl ook thee met een stukje citroen erin ook voor velen een lekker kopje i 't JapilhSché' thee-uurtje. De karakteris tieke etiquette wordt strikt gehandhaafd* fers, -die in hoog aanzien stonden. Ip de Laatste eeuwen hebben talrijke theesctiplen voor zulk een „plechtigheid", want dat is het toch feitelijk, wordt uitgenoodigd, moet dit zeer bijzonder op prijs weten te stellen. Bij ons doet men de thee in een pot en giet er kokend water op, maar in Japan is het gebruikelijk, dat de gast allereerst de huisvrouw hoffelijk oomplimenteert met de wijze, waarop zij de thee bereidt. Vol gens oud Chineesch gebruik toont zij hem voor het drinken de vier en twintig deelen, waaruit het servies bestaat. Iedere bewe ging, welke zij bij het bereiden der thee maakt, is precies voorgeschreven en heeft een diepen zin. Voordat de huisvrouw voor den theeketel, welke op een van een hekje voorziene verhooging staat, neerknielt, buigt zij diep. In de juiste volgorde verricht zij nu de noodige handelingen. Zij giet het koude water in den kookpot, neemt dan den theezak in de hand en schenkt tenslotte m strenge volgorde de gasten in. Dit alles ver- eischt een zeer groote vaardigheid, want het is land niet gemakkelijk, de zak net zoo lang in het koude en warme water te doopen, dat "de drank smakelijk en aroma tisch wordt. Maar de Japansche meisjes studeeren lang en ijverig deze vóórname kunst van hun land en al zijn de meisjes nog zoo sportief en modern aangelegd zullen zij niet verzuimen v.Cha-na-yu", den cultus van de thee te leeren. Zooals reeds gezegd is dit geheel anders dan in ons land, waar men eenvoudig wa ter in den pot doet, waarin reeds thee is gedaan, af waarin men thee in een soort' thee-ei of 'een zakje laat hangen, tot de vloeistof de juiste sterkte heeft gekregen. Zelden zal men twee gezinnen aantreffen, waar de thee hetzelfde smaakt. Sommigen houden ervan, thee te drinken, welke heel slap is en dan zonder melk met of zonder suiker en ook niet heet. anderen weer preferee- ren heete, sterke thee met veel suiker en wei nig melk en in ieder huisgezin heeft men zoo zijn aparte behoeften' wat het theezetten be treft. En overal smaakt de thee anders, hetgeen natuurlijk ook ligt aan de soort, welke men ge bruikt. In Japan zal de thee- nimmer te heet of te koud zijn, maar altijd klaar voor het directe gebruik. Bij ons echter hindert het te warm zijn vaak niet; we wachten dan wel even of blazen De theeplant. er in en vroeger was het in sommige gezin nen zelfs de gewoonte, de thee uit te gieten op het schoteltje en aldus slurpte men ze naar binnen. Alleen als de thee bij ons koud is, hooren we gemopper Verkoop volgens bepaalde prijzen. beid hunner wereldbeschouwing, welke zij, precies zooals de kunst van het theedrinken van de Chineezen :l\ebben overgenomen. Thee als medicijn. Voor de eerste keer werd thee slechts als medicijn gebruikt, men kookte -uit de groene bladeren een dikke txrij en behan delde daarmede verschillende ziekten. Maar reeds in de achtste eeuw begon men den heerlijken geur der fijne smaak te waar- deeren, en toen werd het geneesmiddel in China tot drank verheven. Al heel gauw vormde zich om de kunstvol bereide thee een soort poëzie. Een poëzie, welke zich vooral openbaarde in de gebruiken van het theedrinken, welke in vaste regels werden vastgelegd. Vooral in de huizen van voor aanstaande persoonlijkheden was het thee drinken een zeer geliefde bezigheid, welke tenslotte aan de strenge etiquette der Chi- neezen werd onderworpen. Het moet ongeveer in de vijftiende eeuw geweest ziia, dat de kunst van het thee drinken werd overgebracht naar het land Var> de rij zendt: zon, waar zij tot een soort philo^öfie, 'ja bijna to-t een religie werd verheven. In het dagelij ksche leven en in de omgangstaal treffen we de theephilo- sofie steeds weer aan. Wanneer de Japan sche. taal spreekt van een „mensch zonder thee in zich", dan slaat dat op iemand, die geen begeestering ergens voor kan hebben en die geen persoonlijkheid is. Iemand, die „teveel thee in- zich heeft" is daarentegen zeer temperamentvol en bezit levensmoed. Japansche theemeesters. Alle volken van Oud-Griekenland hebben hun slaven gehad; de Thessaliërs hadden hun Penesten; de bewoners van Creta hun Claroten; de inwoners van Argos hun worstelaars; die van Sycion hun Coryne- phoren en de Laeedemoniëre hun Iloten; enz. Deze ongelukkigen maakten vroeger afzonderlijke volksstammen uit, maar had dén in den oorlog den nederlaag geleden én waren overgegeven aan de willekeur van den overwinnaar. Te Rome waren slaven van verschillen de naties, van wie de mees te krijgsgevangenen waren gemaakt bij de verschillende volkeren, die door de repu bliek beurtelings werden aangevallen. De oorlog was evenwel niet de eenige oor zaak 'van de slavernij; de overloopérs, verraders en weerspannigen wérden vol gens dé wet ook wel met de slavernij gestraft. De voór- "naamste bepalingen dér Ro meinsche Wétgevihg aangaan de de slavên 'luidden als volgt: „Een slaaf is' geen per soon,'maar 'een zaakdEeh slaafkan 'geen bezitting heb ben; daar- hij Zelfhet eigen dom van éen ander is. Een slaaf kam geen aanspraak ma ken op burgerlijke rechtem, Zijn getuigenis- wordt in rech ten niet aanvaard; hij kan niemand in rechten betrek ken. Een slaaf kan geen uiter-» sten wil maken;- zijn meester is..zijn wettige, erfgenaam; zijn meester erft in zijn plaats, wanneer hij in eenig testament wordt bedacht. De eigendom van een. slaaf kan verdeeld worden. Een slaaf kan geen beleediging .wordep aangedaan; zijn meester heeft het recht zich in zijn plaats als den beledigde te be schouwen". ;j I t i Te Rome beoefenden de slaven bijna alle takken,..van nijverheid; zij waren genees kundigen, bouwmeesters, toonkunstenaars, notarissen of dreven handel voor rekening van hun meestens. Bijna allen, die kantoren of winkels hielden, waren slaven of vrij gemaakte slaven. Ontstond er twist over den verkoop, dan werden de meesters aan geklaagd, hoewel de overeenkomst met de bedienden was gesloten. De slaven der rij ke burgers werkten in de huizen van hun meester; de voortbrengselen van hun arbeid weiden tenNvoordeele van den meester ver kocht. - Soms was het aantal slaven zoo groot, dat er „nomenclatores", naamnoe- mers, werden benoemd, wier bezigheid be stond in het opschrijven en onbhouden van de nanïen der slaven. Atheneus noemt en kele personen, die 20.000 en meer slaven bezaten. Plinius verhaalt, dat Claudius Isi- dores bij testament verklaarde, dat hij, na veel in de burgeroorlogen verloren te heb ben .slechts 4116 slaven, 3600 paar ossen, 250.000 stules klein vee en 600 milLioen sas-, terciën naliet. De sLaaf, van wien men zich wilde ontdoen, werd ter markt gebracht; men stelde hem zonder kleeren ten toon in een soort kist, opdat de kooper alle li chaamsdeélen goed kon onderzoeken. De bouwmeesters bevolen, dat, wanneer men een slaaf ter markt bracht, men hem een bord om den hals zou hangen, waarop zijn goede hoedanigheden en zijn gebreken wa- ren te lezen. De vreemde slaven, die men nog niet genoeg kende, werden aan handen den en voeten gebonden en met een soort muts op het hoofd, pileus genaamd, tentoon gesteld. De prijzen deur slaven waren vast gesteld volgens een tarief; een geneeskun dige werd betaald met zestig gouden stui vers; een notaris met vijftig; enz. Er waren 'verschillende soorten van slaven, zooals .landslaven, huisslaven en stedelijke slaven. ;De landslaven werden naar een of andere door de republiek veroverde landstreek ge- De eigenlijke leeraren der kunst van het theedrinken waren in Japan de theemees- De Garaventijnen zijn de voor de groot ste havenstad aan de Middellandsche Zee, voor Genua, een begrip. Oorspronkelijk was daarvoor geen enkele grond aanwezig, want de jongens, die heden de mooie uni form der Garaventijnen dragen, vormden allesbehalve de beste elementen der Ita- liaansahe jeugd. De meesten hunner waren reeds voor den Na buitengewone moeilijkheden te heb ben overwonnen, kreeg hij de beschik»! king over een oud oorlogsschip en aan boord hiervan ontstond een opvoed ingsin- riohting, zooals men in de wereld geen tweede zal aantreffen en welke trots haar bestemming niet het karakter van een op voedingsgesticht draagt, Wanneer de be zoekers het schip betreden, valt de eerste jeugdrechter verschenen voor diefstal, roo- verijen en andere kleine en groote misda den, welke zij hadden begaan. Degene, die zelf nog niet met de wet in conflict zijn gekomen, stammen uit familie's uit het donkere Genua, waar ze volkomen werden verwaarloosd en op de straat hun eerste levensjaren sleten. Een zeldzaam mensch, dien velen een zonderLing noemen, trok zich vijftig jaar ge leden het lot van deze verwaarloosde jeugd aan. Hij heette Nicolo Garaventa en was professor in de wiskunde aan het Konink lijk Gymnasium Andra Dorio. Voor hem was de paedagogiek niet een beroep, maar een roeping. Zijn hart behoorde de jeugd en niet slechts aan de gelukkigen, die op de banken der beste school van Genua za ten, maar nog meer aan hen, die zich im mer in de zonlooze, warme en kwalijk rie kende steegen veroordeeld tot een leven zonder hoop van het havenkwartier op hielden. De roeren-de ontmoeting met den zoon "van een toenmaals beruchter bandiet was voor Nicolo Garaventa aanleiding, de Nave Senola Redenzione G aravan ta op te rich ten. Deze schrandere en ruimhartige pae- dagoog wist, dat in de jeugd van de groote havenstad, onuitwischbaar van generatie op generatie, de liefde en de zucht naar de zee, van het matrozenleven, leefde. Hij wist, dat de vervulling van dit verlangen een wending ben goede zo«u zijn, welke het kwaad zou uitroeien. zonden om daar het land te bebouwen. Dikwijls behoorden zij tot den grond, welke zy bebouwden of tot het erf, waarbij zij woonden; zij werden kolonisten genoemd. Een omdenaandsch gewelf, waar het Mekt schaars binnendrong, diende hun tot wo ning; hun voedsel bestond voornamelijk uit graan, zout en groenten. De slaaf mocht zich niet zelf een vrouw kiezen; deze werd hem toegewezen door zijn meester; ook had hij geen recht op zijn kinderen, daar zij eveneens het eigendom van zijn moester waren. Het lot der huisslaven was nog be klagenswaardiger, dan dat der kolonisten. De huisslaven waren overgeleverd aan de willekeur van hun meesters, die hen dik wijls zonder reden tot bloedens toe mishan delden en hen meermalen van honger lie ten omkomen. bük op een eeneptaat, waarop de namen der Garaventijnen staan, dia aiïs helden voor het vaderland zijn gestorven. Hooga officieren en bekwame ingenieurs der ma rine ontdekt men ouder deze namen; ook zü behoorden tot de duizenden, die in de laatste vijftig jaren bun opvoeding volgens het systeem van Garaventa kregen. Maar niet slechts de dooden, ook de le venden getuigen ven het mooie wenk. Het khnlkt ongelooflijk, maar het is toch wer kelijkheid, dot de Garaventijnen, die uit de slechtste milieu's van Genua stammen, als het ware zonder uitzondering de beste manschappen van de Dtaliaansche oorlogs- en handelsmarine worden. Van een terugkeer in het oude leven is gpen enkel geval bekend. Ontroerends" blieven van oversten, van scheepskapi tein*. enz, verhalen van dankbaarheid en successen in het leven. De zoon zet het wer.4 v Het wenk van Nicolo Ga..: h ttxKrf door gjjn zoon voort^er mandaat van het schip, dat mea>ui i vu eenzaam gedeelte van de haven van ri* ligt en van hieruit tochten ou i Zooals vroeger zijn vader leeft hij i jaren onder de jongens. De Garaventijnen worden op hun zeven ds of achtste jaar uit de donkere wijk in van Genua gehaald en blijven tot hun zes tiende jaar op het schip. Dan staat voor hen de zeemanseairière open! De oorlogs- en handelsmarine van Italië neemt bij voor keur de Garaventijnen op, die immers van jongs af ««O de beste zeemansopleidiag hebben genoten. Voor Mussolini is dit edele werk natuur lijk niet onbekend gebleven en de Duce heeft er dan ook zeer groote waardeering voor, terwijl hij groote belangstelling heeft voor da wijze, waarop de jongens worden opgeleid. Onlangs ontving hij den commandant van het schip en beloofde, hem nog een oor logsschip voor dezen mooien arbeid be schikbaar te ."iöLleu. De Garanentijnen hebben op hun oorlogsschip een eigen muziekkorps.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1935 | | pagina 4