HOLLAND S STEDENSCHOON
IN PRAAT EN PRENT
Het vluchten van risico's*
"s Hertogen bosch.
Politieke Prenten
Tekst en teekeningen van LEO K. ZELDENRUST
Den Bos, die haer beroemt een
oude Maegd1* te wesen,
-En heel onmisbaar- scheert, en 't
gansche Land dee vreesen,
Die vyer en vlammen spoöch,
wanneer sy vyant sach,
Die uytermaten sterek in haer
beschermingh Iagh,
En daer men strytbaer Volck en
veelsoldaten telde,
Bebolwerckt en bcwalt en trotsigh
op 't rpoeras,
En moedigh oock, omdat die Stadt
drie-seharich was
Den Bosch heeft feest, gevierd. Zooiets
bepaalt zich daarniet sléchts tot het uit
steken van de Nederlandsche driekleur. Een
groot festijn is gevierd.Nooit wellicht is
er meer aanleiding geweest de vreugdevuren
te ontsteken, - dan in den zomer, want niet
minder dan 750 verjaardagen van dezen jubi
laris zijn herdacht. 750 jarën is een leeftijd,
die niet voor dc poes is. En al die jaren
zijn de vroede vaderen van de goéde stad
's-Hertogenbosch op hun „qui vive" geweest;
hebben zij, gelijk ervaren schippers, 't bootje
van het stadsbestuur laten zeilen en lavee-
ren tusschen de klippen van zorgen en cri-
tick. Tot de eer van de huidige bestuurders,
zoowel als vatji .diegenen, die het tijdelijke
met het eeuwige hebben verwisseld, moet
gezegd worden, zij deden zoo goed in hun.
vermogen was. Steeds hielden zij den blik
vooruit gericht op een en hetzelfde doel:
de bevordering van de welvaart van Den
Bosch. Door dit kloeke beleid is de stad
van eenvoudig jachthuis gegroeid tot een dei-
belangrijke hoofdsteden van Nederland. Toch
zou het nooit zoo ver.zijn gekomen, indien
Godevaert de Derde, bijgenaamd „In den
wieg", welke bijnaam Jhij aan het feit te
danken heeft, dat hij -tióg een rose baby was,
toen hij zijn .vader^'na diens dood opvolgde,
niet een zoon had;'gehad, die den grond
slag legde tot de Stichting van Den Bosch.
Of de Hertog plannen had een stad te stich
ten? Wie zal het zeggen. In ieder geval
liet hij een jachthuis bouwen in of nabij een
„seer lustighe- ende plaisanteBósschagfe,,
versiert met. vele solioone( endeTusïtge Böo-
men, in welc-ke Bosschagie' waren veel wilde
di.eren, .als Wolven, Beeren, wilde'Zwijneh,
Harten, Hinden, Vossen, Hasen ende Co-
nijnen, ende oock waren in dit Bosch Re
vieren ende .loopende stroomen, daer was
©ock -een goed; ende bequame Weyde voor
de Dieren, sulex> dat Hertoghe Godevaert
en naer hem Hertoghe Henrick sijne Sone
deze Plaetse seer besint hadden omme de
ven van Gelderland langhen tijdt eyg.e-
"naers geweest zijn, die 't selve nen hare
Vrunden vereert hebben, de welcke 't Dorp
Vucht aen Hertoghe Hendrick van Lo
tharingen verkocht hebben, die op de Or-
thenschen Dijck een Stadt ghebouwt heeft,
„de welcke 's-Hertogenbosch is."
In ieder geval werd in de nabijheid van
een bosch een jachthuis gebouwd. Dit jacïiK
"huis lag vermoedelijk op de plek, waar thans
de Hinthamerstraat loopt enwel tegenover
liet -Groot-Gasthuis. Het duurde niet lang of
enkele 'huisjes werden gebouwd in de om
geving van dit jachthuis;
Langzamerhand ontstond 't gehucht 's-Her
tog ènbosch, dat vrij spoedig een aanzienlijke
bijenmarkt werd. Eén ding was jammer, „een
huisgen ofte Herberghe voor.de Mercklluy-
den" ontbrak. Doch er was een voortvarend
„huysman", die hier raad voor wist en aan
de ,oudè Dyse" omtrent S. Geertruydcbrugge
een herberg bouwde, die in korten tijd
„door de mèniohte van de menschen seer
verrijekt wierdt".
Hierdoor aangetrokken besloten anderen
ook dergelijke inrichtingen op touw te zet
ten, doch vroegen eerst toestemming aan den
Hertog. De Hertog was' blijkbaar bijzonder
ingenomen met hunne plannen, gaf niet "al
leen toestemming, maar stond tevens toe
enkele boomen om te hakken in het nabij
gelegen bosch, „tot bevorderinghe van hare
tintmeragie", terwijl ,„sij ende hare Erfgena
men de betimmerden plaetsen in eygeudom
soude besitten".
Groot en klein hadden schik in den bloei
van het gehucht, behalve burgers van Heus-
den. Deze sprongen bijna,, uit hun vel van
afgunst en nijd. De oorzaak was, dat zij batig
waren, dat hun stad na verloop van tijd
te niet zou gaan, daar zij alreeds bemerk
ten, dat hun markt doof de vooruitgang van
de Bossche markten in de. verdrukking* kwam.
Dus namen zij het bes'Unt; de huizen van
Den Bosch radicaal te .h'irivineien ende ver
nielen".
Daar de geheele Heusdensche burgerij
hiermede accoord ging, liet men er geen
gras over groeien, trokken naar Den. Bosch,
braken de liuizen af, joegen de bewoners
weg én keerden voldaan huiswaarts.
Dé Bosschenaren lieten zich hierdoor nipt
afschrikken en kwamen langzamerhand weer
terug. Dit hadden de Heusdenarcn niet be
doeld. Opnieuw zongen zij „Dat gaat «aar
den Bosch toe", de daad bij het- .wóórd,,
voegend „ende hebben 't ghetimmeite om-
verre ghesmeten ende totte gront toe af-
gebroocken".
Met die van Gelderland was het jamtner
vinden", al dateert tiïef alles uit de'periode,
dat zij tot stad verheven werd. Een gedeelte
van dit oude vindt men in het Centraal
Noord-Bral)antsch Museum, thans gevestigd
ux een gebouw, dat aanvankelijk een kapel
van de broederschap St. Jacob was, welke
kapel door deze in 1430 gesticht werd, even
als haar daartegenover gestaan hebbend
gasthuis, dat lot herberging van vreemde
pelgrims diende.
In 1584, toen die kapel tot parochiekerk
was verheven, werd het vergroot tot zijn
tegenwqordigen omvang en bleef .dienst doen.
als kerk, eerst ten behoeve der Katholieken,
na de inname van Den Bosch door de
Staatsoliën in 1629 ten behoeve der Hervorm
den, totdat het in 16S9 werd ingericht tot
....paardenstal der Staatsolie ruiterij. Na nog
gebruikt te zijn als tuighuis en kazerne werd
het in 1925 bestemd tot een Centraal Noord-
Brabantsch Museum.
(Wordt vervolgd.)
(Nadruk, ook met bronvermelding, verboden)
Vraagstukken der geldbelegging
door Mr. Dr. F. L. STÉfeNSTRA.
Jacht met hare Honden daer in te hantereft
end© Wiltbraet te vanghèn."
Moeten wij echter Jacob van Oudenhoven,
een 17e eeuwsch schrijver, gelooven, dan
heeft op de plqats waar Den Bosch ligt,
zich nooit een bosch bevonden en bestond de
grond uit: „Weideland, bequamcr om 't vee
te vveyden, als om Boomen te planten, daer
me£r visschen te vangen zijn, als Eeckelen
te rapen". Wel zegt hij, was er niet ver
van daar een bosch, waaraan de stad haar
naam ontleende, gelijk ook de „seer oude
historie, gevocght voor de Chronycke van
S. Truyden", bericht:
„In 't uyterste van Taxandria leydt een
Bossche, dat de Keysers eertijds een Kercke
van Utrecht gegeven hebben, waer de gra-,
genoeg ook niet altijd koek èfl ei.. Op
zekeren dag gin'gen de Gelderlanders de
Bosschenaren met succes te lijf. De Hertog,
die te Brussel zat, votidt dat er iets gedaan
moest worden om de „onderspitdelvcrs" een
weinig te bemoedigen en gaf vergunning
versterkingen om Den Bosch aan te leggen.
Zoo kreeg dc stad wallen, muren en poor
ten, waar verschillende Brabantsche steden
een steentje toe bijdroegen. Op kosten van
de stad Leuven werd een poort gebouwd
aan de Oostzijde tusschen Markt en Noord
zijde der stad, terwijl Antwerpen de Vrou
wenpoort aan de Westzijde bekostigde. De
Hertog van Brabant schonk stadsrechten en
Den Bosch was stad geworden.
Veel ouds is er fin Den Bosch nog te
Fouten in het beheer van fonds-
sen. Correcties in beleggingen.
Investeefingen met absolute vei
ligheid bestaan er niet. De vér-
deelinê dér risico's. Moeilijke
periode voor den belegger.
Het is opmerkelijk,' hoe telkens wéér blijkt,
dat liet beheer van een fondsenpovtefeuilla
voor zoovee! menschen onoverkomelijke moei
lijkheden biedt. De fouten, die in het beheer
gemaakt worden, zijn legio én kunnen door
ons niet alle opgesomd worden. In -de laat
ste weken zijn wij er .ebhter weder bij be
paald, hoe slecht de beleggers in het alge
meen het, juiste tijdstip kunnen vinden, om
veranderingen in hun effectenbezit aan te
brengen. Dikwijls zit er totaal geen lijn in
de beleggingspoliiiek en handelt men „te hooi
en te gras" zonder een bepaald .doel voor
:oog en te hebben. Er is een E'ngelsch spreek
woord, dat zegt; „whén stocks ahe high,
the public buy, when stocks arelow, they
iet them go." Men moet eens opletten, welk
een practische waarheid er in deze zegs
wijze schuilt. Telkens wanneer een rijzing
op de beurs zich voordoet, ziel" men eerst
de geroutineerde beleggers en de beursspe-
fculanten voorzichtig langs de kantjes weg-
koopen, terwijl Let brecde publiek Jan
Publiek eerst in actie komt, als „de
melk afgeroomd is". Dikwijls komt liet pu
bliek dan ook verkeerd uit en de ont
zetlende ineenstorting van 1929 heeft klaar-
"klaarblijkelijk ve'eu *nog niets geleerd.
Ongeveer dezelfde fout \yordt de laatste
maanden op de obligatiemarkt gemaakt.
Wanneer zijn velen hun Belgische stukken
gaan verkoopen. Toen het eigenlijk al te
laat was en men niet 'méér van zijn bezit
tegen -behoorlijke koersen kon afkomen.. Wy
weten van nabij, dat de laatste paar maan
den zekere kringen ter beurze regelmatig
Belgische waarden liquideerden. Niet, dat
deze -menscheti vooruit met zekerheid be
weerden, dat de devaluatie van den franc
e'een onontkoombaar feit inoest worden ge
noemd, maar zij wogen de risico's serieus
tegen elkaar af. Zij gaven zich er reken
schap van, dat dc verschillende Belgische
waarden op een redelijk koerspeil zich be
wegen (vóór de devaluatie) en g'ezien de
stijgende moeilijkheden in Belgische politieke
kringen meer kans hadden om een zware
daling te ondergaan, dan om een groote-
stijging nog te kunnen meemaken. Een fonds,
clat slechts enkele procenten onder pari no
teert, kan in liet algemeen gesproken in een
bewogen periode niet veel rijzingskanseu
worden toegekend, vooral als het buiten-
landsche obligaties betreft. Toen de poli
tieke moeilijkheden steeds grooter werden,
hakten de hiervoor bedoelde kringen den
knoop door en liquideerden voor een groot
deel hun Belgisch bezit. Op de veel lagere
koersen werd daarna in bescheiden mate te
ruggekocht
Laten wij èens eerlijk zijn: hoeveel beleg
gers óriénteerch zich in den tegenwoordigen
tijd voldoencte op effectengebied? Men zal
dat 'daarvoor dikwijls den tiid ont
breekt, fcöodat 'men deze taak' legt in hart-
den vaft den bankier óf effectenhandélahr.
Is men daatmeè tévreden?. Da heer Rau-
wénhoff heeft het vorig jaar iri het tijd
schrift Ec. St. Ber. den vinger op. een won-
3epiek geïég'd,' toert hij opmerkte: „De mees
te bankiers, ook indien zij eenmartal èèa be
paald a'dv'ies tot' aankoop hóbb'ert gegéV'ert,
of indien zij van het vermogen van hun
cliënt op de hoogte zijn, stellen zich niet tot
taak huticliënten hun meening te zeggen
•óver dó, 'w;enscheHjkheid van een bepaalden
verkoop." Hoe gaat het dikwijls? De gelden
voor belegging beschikbaar worden, zoo se
cuur mogelijk, in een of ander fonds on
dergebracht en verder wordt er niet veel
naar omgekeken. Hoeveel bankiers waarschu
wen hun cliëntèle voor a.s. verliezen, of
voor risico's, die niet langer gedragen moe
ten worden? Meestal laat 'men de zaak maar
loopen en inplaats van zekere fondsen, die
onvoldoende mérites voor de toekomst heb
ben, tijdig" op te ruinen, stapelen de verliezen
zich gaandeweg op.
Behalve dat sommige beleggers niet tijdig
genoeg
mutaties aanbrengen
in de samenstelling van hun effectenbezit,
zijn er ook personen, die zulks ontijdig doen.
Ook dit is ons in vorige weken opnieuw
duidelijk geworden. Toen de gulden het
voorwerp was van een internationale
baisse-operatie, zag men eenerzijds de obli
gatiemarkt dalen en anderzijds de aandeelen-
markt stijgen. In een bewogen markt waren
klaarblijkelijk sommige beleggers bezig een
correctie in de samenstelling vati hun ver-,
mogen te brengen. Om welke reden zij
zulks bewerkstelligden j Dat kaa voor ver
schillend antwoord vatbaar zijn. Er zijn men
schen geweest, die last kregen van angst;
zij vreesden plotseling iets' ernstigs met hun
guldenwaarden te moeten ondervinden en
daarom werd hun devies: „sa-uve qui peut".
Obligaties, die altijd prima watert geweest,
werden zoo snel mogelijk opgeruimd en daar
voor in de plaats stelde meni aahdeeien of
andere zakelijke belegging. Men vroeg zich
niet af, of de mutaties nu wel verantwoord
waren, neen, men was bezeten door een
idéé fixe: hoe vlucht ik voor het devaluatie-
spook
Anderen daarentegen hielden hun zinnen
bij elkaar, maar stelden zich, tiu de gulden
aangevallen werd, toch voor de vraag, of
de samenstelling van hun bezit zoo gunstig
mogelijk kon worden genoemd. Met ontdekte
dan b.v. dat men altoos, teveel „in éép.
mandje" had gelegd, dat men b.v, vrijwel
uitsluitend belangen had bij guldenwaarden.
De risico-verdeeling, aldus redeneerden deze
menschen, eischte een verdeeling en in ver
band daarmede, haastten zij zich hun fouten
te herstellen. De omstandigheden waren echter
ongunstig en het gevolg was dan ook, dat
men tegen eenerzijds verlieslatende koersen
sommige effecten moest opruimen; om an
derzijds daartegenover gemonteerde waarden
op te nemen. Er is. een spreekwoord, dat
zegt: „beidt uw tijd" en de omstandig
heden kunnen- we! eens 'zoo ongunstig zijn,
•dat de tijd niet rijp kan worden g.-aoht voor
het aanbrengen van correcties.
Nu leide men hieruit niet af, dat wij een
verstarde beleggingspoliiiek voorslaan, die wei
methodistisch is, maar welke geen rekening
houdt met de telkens wisselende aspecten
in dit „tranendal". Eén van onze bezwaren
tegen de „fixed trust" is o.a. dat een. der
gelijke. instelling totaal onvoldoende zich in-
stelt op het steeds wisselend'leven. De be-
leggingspolitiek moet geen „dood ding" zijn!
Eén belegging, die vandaag first class mag
heetcn, kan best over twee jaar van een
twijfelachtig karakter geworden zijn. Velerlei
oorzaken kunnen genoemd worden: onguu-
siigen gang van zaken door ondoelmatig be
heer bij een maatschappij; tegenslag door
regeeringsmaatregèlen, zooals in den tcgen-
woordigen tijd telkens voorkomt; valuta.-ver
liezen en zooveel dingen meer. Ook drei
gende gevaren kunnen de oorzaak zijn van
een teruggang in de soliditeit van een stuk.
Wanneer b.v.-Italië een oorlog in Abessinië
zou beginnen, ware bij voorbaat op de vin
gers uit te tellen, dat zulks een duur expe
riment zou worden, dat de Italiaansclie Schat
kist niet zou kunnen dragen. Het ligt voor
de hand, dat Italiaansche beleggingen, wel ka
toch al niet van den eersten rang zijn, iet
soliditeit door het feit van den kolonialea
krijg zouden dalen'. Wanneer, wij noemen
een ander voorbeeld, de oppositie in Neder
land tegen de dèflatié-maatregelen van da
Regeering zoodanige vormen zou aannemen,
dat een mislukking 'van de aanpassingsperi-
ode 'als waarschijnlijk zou moeten worden
geacht en b.v. een regeering met minder
conservatieve fi'naticieele begripjlëri liet roe4
in handen zou k tijgert, dan bë Sta at' de moge
lijkheid, dat èen én anderaanleiding zóu
moéten geven tot het aanbrengen van cor
recties in het bézit van ovcrheidsobligaties.
Onze conclusie is deze, dat men steed«
paraat moet zijn in zijn beleggingspoliiiek^
zonder te vervallen in overijlde daden.
Ten deele kan men zekere gevaren onder*
vangen, door .zijn portefuille te grondvesten
op het beginsel der
Rlsico-verdeeling.
Wanneer men een breede verdeeting van hel
effectenbezit handhaaft, geografisch en ba*
drijfs-economisch, dan voorkomt men de mo
gelijkheid,- dat 1.1 e t. het geheele vermogen
of althans een aanzienlijk deel bij 'n verlies
post ten gronde gaat. Wordt men betrokken
bij de ineenstorting van een maatschappij ©t
eenvaluta, dan blijft de -teleurstelling tot
een matig bedrag beperkt.
Nu denke men niet, dat dit systeem in
de practijk steeds, onmiddellijk succes afweépt
Verschillende - beleggers- zijn zelfs wper'. vaü
den ,weg der. risico-verdeeling teruggekomen
omdatde laatste jaren telkens weer dingen
inde wereld gebeurden, waarbij zij doo<J
hun breed verdeelde effectenportefeuUle be
trokken waren. Sommigen hebben b.vj al
hun buitenlandse!»e papieren na den ponde»-
valc opgeruimd of later en hun investeeringöat
tot het, guldengebi'ed beperkt. Tot du6verm
zijn deze men?ehen daar ongetwijfeld ge
lukkig mede geweest. Zy\ hebben geen-ver
lies ondervonden, van de daling van ver
schillende buitenlandsche val-ta's en zage<
de nominale en reëele waarden hunner obli
gaties gelukkig niet ver uiteenloopen. Wij
willen in verband hiermede opmerken, dat
een dergelijke beleggingspolitiek ongetwijfeld
te begrijpen is. Er is wat voor te zeggen,,
dat men in dezen bewogen tijd zijn geld
liefst zoo dicht mogelijk bij huis houdt,
vooral nu het buitenland herhaaldelijk heeFl
getoond zich aan de belangen van de credi
teuren weinig gelegen te laten liggen.
Dat kleine beleggers zich uitsluitend be
perken tot Nederlandsche waarden achten w^
zeer juist. Maar dat de grootere portefeuil
les op deze beperkte basis opgebouwd Wor
den, kan o.i. niet door den beugel. Al lijkt
het soms, dat men beter doet om zich te
bepalen tot niets anders als Nederlandsche
beleggingspapieren, desniettemin 'is het onizé
stellige overtuiging,, dat op deh duur zulk
een politiek zich zou wreken. Ook dit zóu
immers zijn het „leggen van alle eieren
in één mandje" en ook in onzen tijd is
dit principieel te veroordeclen.
Overigens blijft het in deze storm-periodo
voor den belegger uiterst moeilijk alle klip
pen te omzeilen. Fouten zulfen er altijd ge
maakt worden, men Ican er echter ook
voorkomen 1
(Nadruk verboden.)'
De Oorlogsgod Mars: „Als jullie daar
niet gauw ophoudt met dat oorlogsgekrijsclv
kom ik re'f nr>- h"n ,''-n(Daily Express.)