HOLL AND S STEDENSCHOON
Het probleem der Dispariteiten
IN PRAAT EN PRENT
's Hertogenbosch.
Voor Huis en Hof
Tekst ea teekeoinges van LEO K. ZELDENRUST
'k En weet niet hoe in ons soo
sterke liefd' kan woonen
Tot ons geboorteplaets en soo haer
ijver toonen,
En kracht in onze ziel, dat haer
geheugerJs
Schier nimmer uyt ons liet noch ons
gedachten is.
Het is niet aangenaam, over tedere stad
He loftrompet te moeten steken. Met vreug-
He grijp ik derhalve de gelegehcid aan,
Hen doopceel van de stad, die ik thans be
handel, op wat minder vriendelijke toon te
kunnen lichten.
Tot mijne verontschuldiging zij toegevoegd.
Hat dit eigenijk niet m ij n schuld is, want
jwat ik U van plan ben te gaan vertelled,
As letterlijk, of laten wij zeggen vrij letterlijk,
Bait een boek overgeschreven van iemand,
fidie het „kon weten", doch nu reeds lang
ler ziele is. Die iemand was de heer S.
Hanewinkel, die ons over de Bosschenaren
het volgende vertelt:
.Omstreeks 1800 werden er weinig dronk
aards gevonden. Alleen op Zon- en feest-
Hagen haalden zij hunne schade in. Dat kwam
ivoornanielijkk, doordat zij zulke dagen niets
te doen hadden; men wist van geen be
hoorlijke en aangename onschuldige ontspan
ning l! Derhalve schoot er niets anders over,
öan zich na het aanhooren der mis in kroe
gen en herbergen te begeven en daar onder
teen glas bier en jenever den kostelijken tijd
te vermoorden.
Leerzame gesprekken kende men niet; voor
het lezen van een nuttig boek was menj
Sliet berekend, vooral zoo er bij gedacht moet
ttvorden. Zoo men al iets las, dan was heti
iTijl Uilenspiegel, Valentijn en Oursson, do
<Vier Heemskinderen' Doctor Faustus, de De
structie van Jeruzalem, Jan Mandevijl, de
Troost 'der Zielen in het Vagevuur en der
gelijke geschriften, welke men echter heilig
jeloofde.
Gelukkig gaf Hanewinkel aan, wat men
)eter kon lezen en koos daartoe „De Ge-
jjelligen", .waaruit ik een gedicht overneem:
Beteugel Uw* genegenhedenl
En ken Uzelvenl Houd da maat!
Volg Uw natuur, gebruik Uw reden,
Zoo blijft gij lang gezond in staat.
Sedert den tijd, dat Hanewinkel de Bos
schenaren den mantel uitveegde (pl.m. 1800)
zijn er alweer heel wat jaren verloopen,
waarin de betrokken Brabanders allicht veel
van hunne kwade eigenschappen verloren
hebben, zoodat zij thans meer overeen ko
men met de overige bewoners van de Meijerij
van Den Bosch, waarvan gezegd wordt:
„Een volck, stellende hare teeringhe naar
hare neeringe. Men weet daer van geen.
Bancquerotten, men kent daer geen Banc-
querottiers. Haer ordinare lijftocht is seer
sober. Gebraden knollen zijn hare delicates
sen. Des Somers gaen sij veel blootvoets ende
des winters gaen sij op zijn Boheems gbei-
schoeyt met holle- ofte boute Blocken. Sij
sijn seer wereksaem ende doorgaens stereke
ghesonde ende welvarende luyden, ende ko
men tot eenen seer hooghen ouderdom.'
Behalve het vele interessante, dat het mu
seum herbergt, biedt de stad zelve menig
belangwekkend oud hoekje. Een groot aantal
van die hoekjes vindt men langs de Dieze,
die de geheele binnenstad doorsnijdt.
Aan het graven van deze stads-dieze hiel
pen de inwoners van alle dorpen uit den
omtrek op hun beurt mede:
„Eerst groeven de dorpen Cromvoirt ende
Orten, des anderen daeghs Gestel, ende soo
voorts alle de Dorpen, van de Meyerije^
elck sterek 50 k 60 mannen, ende groeven
voorts naer 't Convent van Haseldonck."
Een van de schilderachtigste plekjes langs
de Dieze vindt men bij de Zusters van
Orthen Poort.
„De Susteren van Orthen vergaderinge
heeft in den Jare 1427 tot Orten sijnen
aanvangh ghenoomen, ende zijn daer teen
deel susteren bij malkanderen verzamelt in
een gehucht ofte straet genaemt de Heylighe
Drievuldicheyt. Van daer sijn se vertrokken
naer Hinthen ende hebben daer een Con
vent met een Capelle gebouwt in den Jare
deze voorwaarden rangschikte hy ook hét
wegwerken der dispariteit tusschen Franschen
franc en Amerikaanschen dollar. Volgens hem
noteert op de buitenlandsche wisselmarkt de
dollar te laag, tegenover de valuta's der goud
landen en wanneer zonder nadere regeling
de gouden standaard weder internationaal in
eere zou worden gesteld, dan voorziet Cham-
berlain in de toekomst door de bestaande
dispariteit nieuwe moeilijkheden. Ook een op
merking als deze, inh et Engelsch Lager
huis gemaakt door den conservatieven
afgevaardigden Samuel, dat het unfair zou zijn
van Engeland te stabiliseeren, zoolang de
goudlanden nog geen gelegenheid hadden ge
kregen om hun valuta's bij die der overige
landen aan te sluiten, wekt gedachten in een
bepaalde richting. N.l. in de richting van
„gleichschaltung" der valuta's, d. i. in de
richting van het wegwerken der dispariteiten
tusschen goud- en andere muntstelsels.
Aan den anderen kant heeft men in de
afgeloopen weken kunnen constateeren, dat
zoowel Engeland als Amerika aan Frankrijk
steun hebben verleend in zijn poging om den
franc op de onveranderde goudwaarde te
handhaven. Hieruit zou men kunnen opma
ken, dat de landen met gedeprecieerde valu
ta's slechts zeer ongaarne zouden zien, dat
de goudlanden den gouden standaard vaar
wel zouden zeggen. Deze opvatting ligt ook
in den lijn der logica. Immers, zoodra da
Fransche franc zou deprecieeren, zouden di
verse voordeelen voor Engeland b.v. weg
vallen. Thans profiteert Engeland nog van
het voordeel een er gedaalde valuta voor
zijn export. Wérd de wisselkoers van den
Franschen franc beduidend lager, dan viel
dit voordeel weg en had Engeland rekening
te houden met een verscherpte Fransche con
currentie
Reeds de bovenstaande opmerkingen zijn
voldoende om te illustreeren, dat we met
„gleichschaltung" der valuta's een probleem
aanroeren, dat van verschillende kanten be
naderd kan worden. Reeds aanstonds moeten
wij beginnen met op te merken, dat de toe
komst zich nog in te veel nevelen hult om
reeds in dit stadium te kunnen opmaken,
hoe de oplossing van dit vraagstuk zal zijn.
Wel is het ons mogelijk in deze op. enkele
waardevolle factoren te wijzen.
vVerschillende vragen
doen zich echter voor, als we denken aan
de mogelijkheid van „gleichschaltung" der
goudvaluta's. In de eerste plaats zien wij de
ijzeren noodzakelijkheid van een dergelijke
vrijwillige operatie niet in. De dispariteiten
tusschen de valuta's kunnen immers op ver
schillende wijzen weggewerkt worden. In de
eerste plaats denken wij aan een verhooging
van den wisselkoers van pond, dollar e.d.
Zouden Engeland en Amerika niet op een
hoogere goud basis dan thans hun valuta's
noteeren, kunnen stabiliseeren? Er zou dan
niets aan de goudvaluta's behoeven veranderd
te worden. We moeten echter erkennen, dat
toepassing van dit systeem niet erg waar
schijnlijk lijkt, omdat allerlei binnenlandsche
en internationale problemen zich dan weer
zouden voordoen. Voorts zouden de goudvalu
ta's kunnen deprecieeren, gelijk b.v. Cail
laux zich zulks dacht. Zijn hieraan echter
planten, dat vele boeken h-t niet ecm be
schrijven, li.uai... iedei ivet ivch wel kout.
Toch mislukt het stekken bij velen nog
wel eens, omdat er niet altijd gedacht wordt,
wat er eigenlijk precies moet gebeuren.
Het stekken is het vormen van een nieuwe
plant uit een gedeelte stengel en blad. Er
zijn planten (denk aan de bladbegonia's) die
op de bladeren nieuwe planten vormen, maar
de meest' planten doen dit op een sten
geldeel.
Een stek is een stukje stengel met één
of meer bladeren. Het behoeft niet altijd een
kop van een plant te zijn of de kop uit
een zijscheut. Het kan gewoon een stuk
stengel met één of meer knoppen zijn. De ver
damping gaat gewoon dcor. De stek raakt
dus voortdurend water kwijt en wortels om
dit weer aan te vullen, heeft ze nog niet.
Het spreekt daarom vanzelf, dat een stek
niet moet staan in volle zon. Een bescha-
Indien gij lang gezond wilt leven,
Vlied gramschap, droefheid, zorg en nijd,
Want die zijn drift niet wil weerstreven,
Leeft stervende en sterft voor zijn tijd.
Verzaad U noit in middag-spijzen!
Uw avondmaal zij haast gedaan I
Dat is de les der Wereldwijzen, -
Natuur eischt weinig tot bestaan.:
Drink noit, verhit, te koele drankenI
Verwarm U, koud, noit boven maat.
De onmatigheid maakt vele kranken,
Te veel verandering is kwaad.
Beweeg U veel, maar spaar Uw krachten,
Slaap nimmer langer daq 't behoort.
De hevigheid krenkt alle machten;
Te lange rust brengt ziekte voort.
1435 ter eere van St. Andries ende A'gneta
Ghewijt. Dese susteren van Orten gheneer-
den haer sterek met de Draperije ende hiel
den binnen haer Convent wei 700 Ghetouwen
gaende, tot groot nadeel van des stads Nee-
ringhe ende wierde haer daerom het Dra-
penieren van den Magistraet verboden ende
zijn daer over ghemiscontenteert, sijnse van
Hinthem naer Vucht vertrocken ende in den
jare 1473 met de woon binnen de stadt
ghekomen ende hebben haer Convent in de
Hintemer straet."
Laten wij hier enkele oogenblikken in deze
overblijfselen van dit oude convent toeven,
om daarna de tocht door de stad voort te
zetten.
(Slot volgt.)
door Mr. Dr. F. L. STEENSTRA, .jj
Wat men met „gleichschaltung'
der valuta's bedoelt. Stemmen,
die voor een dergelijke actie
pleiten. Het opbouwend element
hierin voor den wereldhandel.
Voor het binnenland (3 het ge,.
wone devaluatie.
Mu het vraagstuk der stabilisatie de laatste
(Baanden weder in het centrum der belang
stelling is gekomen, is men er vanzelf toe
gekomen om zich af te vragen, hoe een der
gelijke internationale valuta-stabilisatie zich in
de toekomst zal ontwikkelen. Eenerzijds heeft
men uitlatingen als van Chamberlain, den En-
gelschen minister van Financiën, die meerma
len de opmerking heeft gemaakt, dat stabilisa
tie niet mogelijk is, zoolang de voorwaarden,
noodig voor een regelmatig functioneerenden
gouden standaard niet zijn vervuld. Onder
Caillaux.
de financieele specialist in Frankrijk, oud
minister van Financiën in het kabinet-Bouis-
son, heeft enkele maanden geleden, toen hij
nog niet met de regeeringsverantwoordelijk-
heid bekleed was, zich uitgelaten over de
„gleichschaltung" der valuta's. De kern van
zijn betoog was als volgt: „Men zal zich
enkele opofferingen moeten getroosten om de
munt aan tö passen aan die van andere
"groote landen. Ik denk daarbij aan een ac-
Coord, dat op, zekeren dag tot stand moet
komen, omdat het een noodzakelijke voor
waarde is voor hefTierstel van den internati
onalen handel. Deze daad is echter een ope
ratie van groote alure en heeft niets gemeen
met het lapmiddel, dat de devaluïsten in
onze dagen aanprediken". In deze woorden
komt tot uitdrukking de wensch van Cail
laux om door middel van een internationaal
accoord den Franschen franc in goudwaarde
bij het Engelsch pond en den dollar aan te
passsen. Nadrukkelijk maakt Caillaux echter
onderscheid tusschen zoodanige verlaging van
de goudwaarde en een „alledaagsche" deva
luatie, zooals b.v. van den Belgischen franc
of het Tsjechisch pond. Laatstgenoemde vindt
hij minderwaardig en verwerpelijk, omdat de
Belgische devaluatie tot stand is gekomen om
binnenlandsche problemen tot 'n oplossing te
brengen. Zij was dus egoïstisch en. vergrootte
de monetaire chaos. Neen, Caillaux zoekt
het „hoogerop". Als de Fransche franc deva
lueerde, dan zou het alleen mogen zijn, om
den wereldhandel te stimuleeren. Niet een
enghartig Fransch belang, maar een wereld
belang zou de Fransche Regeering moeten
drijven om de goudwaarde lager te stellen.
In Caillaux's gedachfengang redeneert men als
volgt. De goudlanden hebben zich in de
laatste jaren genoodzaakt gezien om tenge
volge van de depreciatie van verschillende
valuta's afweermaatregelen te nemen, b.v.
tariefverhoudingen en contigenteeringen. Dit
beschermingsstelsel maakt het den goudlanden
mogelijk om hun bedrijfsleven in stand te
houden tegenover de dreigende invasie van
goedkoope buitenlandsche goederen. Welnu,
aldus redeneert Caillaux en met hem vele
anderen, hoe zullen de landen ooit van de
beschermende maatregelen kunnen afzien, zoo
lang de buitenlandsche goederen door de
goedkoope valuta een berdeiging blijven vor
men voor het nationale leven? Dit zou wel
kunnen, als de dipariteit tusschen de valu
ta's opgeheven werd. Dan verviel het valuta
voordeel voor den' een en kwam men op ge
zonde basis te staan. Ten bate van het al
gemeen belang zou Frankrijk b.v. bij een
internationaal accoord zich bereid kunnen ver
klaren om zijn valuta aan te passen bij En
geland en Amerika, teneinde een verlaging
van zijn tariefmuren en een vermindering
der contigenteeringsmaatregelen te kunnen
toepassen. En natuurlijk zou ook de Fransche
staat dit vrijwillig accoord inzake de valuta
kunnen gebruiken om zekere problemen, die
Frankrijk hardnekkig bedreigen, een heel eind
op te lossen. B.v, de zware staatsschuld.
Ook Nederland staat niet buiten deze kwes
tie. Wie herinnert zich niet de uitlating, van
Minister Oud in de Kamer, waarin de mo
gelijkheid werd eikend, dat orw land, tegen
het einde van 't aanpassingsproces, alj sluit
stuk daarvan, een zekere muntcorrcctie zou
moeten toepassen? Nimmer is deze gevaar
lijke mededeeling herroepen en er moet daar
om voor de toekomst rekening mede worden
gehouden.
^><Wn/,, itroat.
ook geen groote bezwaren verbonden? Hoe
zou Engeland b.v. reageeren op een zwaar
dere concurrentie van de Fransche industrie?
De noodzakelijkheid van het nemen van ver
der strekkende beschermende maatregelen zou
zich vermoedelijk in Engeland alsdan voor
doen en de wereld was per saldo nog niet
uit den vicieuzen cirkel. Ten slotte zou een
derde oplossing voor de dispariteiten der va
luta's gevonden kunnen worden en deze lijkt
ons de meest gezonde. Wij bedoelen de aan
passing. Eenerzijds zou het mogelijk zijn,,
dat het binnenlandsche prijsniveau in landen,
als Amerika en Engeland zoodanig zou stij
gen, dat aan de concurrentie door de lage
valuta een einde kwam. De exportprijzen,
waarvoor Engeland en Amerika hun pro
ducten aan het buitenland zouden aanbieden,
zouden in dat geval in overeenstemming zijn
met 't duurder geworden binnenlandsch prijs
niveau. Anderzijds zouden de goudlanden -
en Nederland door het hun binnenlandsch
prijsniveau bij het lagere niveau der wereld
markt kunnen aanpassen. Hun kostenpeil zou
zoo ver moeten dalen (door aanpassing), dat
het mogelijk werd om de scherpe buiten
landsche concurrentie te trotseeren. Ook op
deze wijze zou een evenwicht tusschen de
landen geleidelijk kunnen groeien.
Dat een „gleichschaltung" der valuta's daar
om volgens het procédé van Caillaux zou
moeten plaats vinden, staat voor ons nog
niet vast. Gelijk wij hierboven aantoonden
zijn er ook andere meer natuurlijke
middelen aanwezig, die tot hetzelfde doel
zouden leiden. 1
Trouwens de heer Caillaux maakt een he
melsbreed verschil tusschen zijn procédé en
een ordinaire devaluatie. Maar o.i- blijft een
en ander voor de slachtoffers in het binnen
land precies hetzelfde. Of een goudontwaar
ding nu plaats vindt in overleg met andere
regeeringen, of dat ter oplossing van be
paalde binnenlandsche problemen een land
tot eenzijdige devaluatie besluit, zoo blijft de
uitwerking op de verschillende lagen van het
volk toch gelijk! Of de import ten onzent
tengevolge van een internationaal valuta-ac-
coord duurder wordt of dat de Nederlandsche
Regeering op een kwaden dag tot het be
sluit kwam den gulden te devalueeren, de
uitwerking voor ons volk zou precies gelijk
zijn: diverse producten zouden duurder wor
den!
Een overeenkomst tusschen de verschillen
de landen om de pariteiten tusschen de valu
ta's te regelen, zou overigens groot gevaar
loopen, uiteimate kunstmatig te zijn. Een
vraag slechts: op welke basis zou de franc
en de gulden opnieuw gestabiliseerd moeten
worden? Wie kan op een bepaald oogenblik
zonder meer bepalen, welk niveau voor deze
valuta's het meest geëigend is? Het na
tuurlijk proefproces zou bij een dergelijke
willekeurige handeling geheel ontbreken. Een
goede werking van den gouden standaard was
dan zeker héelemaal niet gewaarborgd. 1
(Nadruk verboden.)
STEKKEN VAN KAMERPLANTEN.
Een gewone b .vheiu voor velen is het
stekken. Het ÏS zoo gewoon en door zoo
velen wordt het toegepast bii zoo velerlei
duwd plaatsje is er veel beter voor. Dus een
raam niet op de zon of anders in een hoekje
van een lichte kamer. Hoe vochtiger de lucht
is, hoe beter. Kamerlucht is meest veel te
droog. Daarom is besprenkelen of besproeien
met water zoo goed. En nog beter is het
als wij over een stek een omgekeerd stutó
glas kunnen plaatsen, dan is de lucht onder
het glas spoedig met waterdamp verzadigd
en de stek verliest dan geen water meer. Dit
kan heel best in een flinke groote bloempot.
Een aantal stekken er in en dan ztfrgen,
dat de aarde een dM. beneden den rand
blijft. Op de pot komt dan een stuk glas. Het
gaat schitterend. In een kistje gaat het even
zoo. De tuinman of bloemist doet het toch
immers ook Hij legt over zijn stekken heen
een stuk glas of soms een groote ruit ofwel
hij zet er een heele kas om heen, want Iet
er maar eens op, hoe mild vochtig het in
een kas kan zijn.
Er zijn stekken, die wel van een beetje
warmte houden. Daarom lukt het stekken
in den winter dan ook vaak heel slecht.
Maar waar de stekken wel van houden, dat is
van frissche lucht, van zuurstof. En daarom
plaatsen we de stek in de pot dan ook liefst
aan den buitenwand, dus zoo dicht moge
lijk bij den poreuzen steenen wand. Daar
wortelei ze het best. Daarom nooit stekken
in een geschilderde bloempot. Dit gaat niet
zoo gemakkelijk, want dat laat geen lucht
door.
Als wij een glazen plaat of een stuk glas
over de stek hebben staan, is. het toch goed
zoo eiken dag het glas aan de binnenzijde
wat af te drogen, want er condenseert nog
al wat water tegen en dit water drupt van
het glas af en valt dan op de stek. Dit geeft
vaak aanleiding tot rotten.
.Waarin zullen we nu stekken Er zijn
er, die het doen in gewone grond, weer ande
ren geven de voorkeur aan voedzame grond.
Er zijn er ook die het doen in zand, ter
wijl er ook zijn, die de stekken eerst laten
wortelen in een flcschje water. In zuiver zand
stek het goed. Daarin heeft een stek het
minst last van rot. Voedzame aarde is geens
zins noodig, wel losse aarde, want vocht
en lucht beide moeten in voldoende voorraad
aanwezig kunnen zijn.
Ook in het fleschje gaat het wel, als
we maar zoo gauw er wortels aankomen,
de stek overbrengen in aarde-
Stekken met groote bladeren verdampen
te veel. Daarom is het goed bij grootbla-
dige planetn een gedeelte van het blad weg
te snijden. Het ondergedeelte van de stek
wortelt het best aan, als wij ze schuin af
snijden net onder een knop; ook gaat het
bij veel soorten goed, als wij ze losscheuren
van de oude stengel met een klein hieltje
er aan van de oude stengel. Stekken, die on
der een knop nog een groot stuk stengel
bezitten, beginnen daar vaak te rotten-
Het is goed als men gaat stekken, dat
men deze vroegtijdig snijdt, zoodat ze al
eenigszins verwelkt zijn, als men ze gaat
zetten, dan slaan ze spoediger aan. Het is
noodig de stek goed in den grond vast te
zetten door gieten of drukken» Daarom moe
ten we dan ook de bladeren, die onder
den grond zouden komen, er af halen, dan
komt de grond beter in aanraking met de
stengel en dit bevordert het aanwonelen.