Mannen onder de
aarde
Zoo wordt de
ZWARTE DIAMANT
gewonnen.
m.
6e arbeid in de kolenmijnen.
Helden en slachtoffers van het
mijnwerkersgilde.
DE .ploegen, zullen weldra gaan. aflos
sen. Op de straten van heit mijn
werkersstadje wordt het levendig:
lange rijen aflossers "begeven zich
naar het gebouw De straat is opeens druk
bevolkt. Het zijn zwijgzame, ietwat gebo
gen gestalten krachtig gespierd, doch ge
bogen door de zware vrachten, de zware
houweel en en het loopen door lage mijnr-
gangen
Hier en daar neeimt er een nog gauw af
scheid van zijn vrouw. Want afscheid ne
men doen zij steeds goed: het kan immers
de laatste keer zijn, dat hij omlaag gaat!
In de machine zaal zit de machinist, die
de liftkooien bedient. Hij lijkt wel een be
zweerderzijn vuisten regeeren de hefiboo-
men, bedienen de 3000-ipaards-liftmachine,
zijn oogen zijn strak gericht op de diiepten-
wijzer: een model van de liften, zooals zij
in werkelijkheid ook stijgen en dalen. Hij
bedient thans de eerste, derde en vijfde
schacht. Zes-en-negentig stoere arbeiders
zijn stpierkracht moest winnen, toen de
mijn. paarden, die het zonlicht nooit meer
terugzien, de gevulde wagens versleepten
van de plaats, waar de kolen uitgehakt wa
ren, naar de laadplaats bij de schacht!
Thans heersöht de machine! Electnisch ge
dreven Schr&n-machine's (een soort ijze
ren tanden stoker, die bliksemsnel op en
neer gaat en met die scherpe ijzeren punt
de kool afbrokkelt) ondermijnt de kolenr
lagen en doet heele wanden omlaagstorbea.
Werktuigen, door geperste lucht gedreven,
vreten, dtoor de hand van den mijnwerker
gedreven, vraatzuchtig in de zwarte dia-
menten!
Twee ton kolen kan zoo'n mijnwerker in
zijn mijngang winnen, ter-wjjl voor den oor
log één ton nog een majctmumprestatie
was!
De mijnwenkers werken in de mijnen van
af den dag dat zij de school verlaten tot in
de jaren, waarop hun ouderdom ben „moe"
maakt!
Het bedrijf.
Wanneer eenmaal door middel van proef
boringen of op andere wijze is vastgestelxi,
waar een mijn zal worden ontgonnen, wor
den allereerst twee schachten gemaakt om
de menschen tot de verborgenheden van de
aarde toegang te verschaffen. De schach
ten van de Nedenlandssche saaatsm-ijnen zijn
allemaal door middel van de zoogenaamde
Jbevriezingsmethode" gedolven. Was een-
maai de vaste steenrots bereikt, dan werd.
op de gewone wijze verder gewerkt! De
schachten zijn alle voorzien van een in
stallatie, waarin kooien (liften) worden
op- en neerbewogen door middel van door
electriciteit gedreven ophaalmachine's; deze
kooien zijn ingericht zoowel voor het ver
voer van kolen in mijnwagens als voor het
vervoer van personen. Tevens bevinden
zich in die schachten de hoofdleidingen,
waardoor de ondergrondsohe werken van
samengeperste lucht, electriciteit en tele
foonverbinding worden voorzien, terwijl
tevens de buizen waardoor het overtollige
mijn water naar de oppervlakte wordt ge
pompt, door deze schachten loopen. In een
afzonderlijke afdeeling van iedere schacht
bevinden ziidh bovendien nog ijzeren lad
ders, onderbroken door talrijke rustvLoe-
zendt hij met iedere hefboombeweging om
laag! Zoo verwerkt hij er 2000. Met een
snelheid van 18 Meter per seconde suizen
zij omlaag! De machinist heeft hen in de
macht! Mannen, die vrouwen en kinderen
te verzorgen hebben, „kompels", die binnen
korteren of langeren tijd een eigen huis
houden zullen stichten, studenten, die hier
de praktijk van den mijnbouw leeren, in
genieurs, die controledienst hebben!
Duizenden mijnwerkers werken er over
dag, ontnemen de aardkorst de glimmen
de steenkool! Zwaar is hun beroep, doch
wie eenmaal mijnwerker is, blijft zijn hand
werk tro v! De schacht laat niemand meer
los! Er zijn heele geslachten van mijnwer
kers, die gevolgd kunnen worden tot
eeuwen geleden! Is de vader mijnwerker,
dan wordt de zoon het ook, de kleinzoon
ook en de achterkleinzoon eveneens! De
kompels zijn trotsoh daarop! Zij zijn aan
hun schacht evenzeer gehecht als de boer
aan zijn akkers! Groot en sterk is de liefde
tot het werk bij die mannen van het
houweel!
Zij hebben het beter, de kompels van
thans, dan hun vaders en grootvaders! De
reusachtige mierenhoop wordt inwendig
helder verlicht daglicht is het haast
door sterke electrische lampen. Verdwe
nen zijn haast de tijden, waarin de mijn
werker de kool met louter aanwending van
Kompels bij het uitreiken van de lampen.
ren, om het personeel in Staat te stellen,
bij onverhoopte, langdurige defecten aan da
ophaalmachine's de mijn. te kunnen ver
laten of daarin -voor het doen van herstel
lingen of het verrichten van onderhouds
werken af te dalen. Is men door de schacht
op een der verdiepingen aangekomen, dan
bevindt men zich in een groote, hooge
ruimte, waar de volle mijnwagens aanko
men, om naar de oppervlakte te worden
vervoerd en waar de ledige weer naar de
boven worden aangevoerd, om van daar
uit naar de uiterste hoeken van het veld te
worden teruggebracht en beladen weer
naar hun uitgangspunt terug te keerent
Hier bevindt zich ook een klein telefoon
kantoor om het drukke vervoer van kolen
en voor den afbouw daarvan benoodiigde
materialen te kunnen regelen! De voor het
vervoer van kolen en materiaal benoodigde
treinen worden over groote afstanden met
zoo groot mogelijke snelheid door locomo
tieven, gedreven door samengeperste lucht,
vervoerd; remises voor deze luchtlooomo*
tieven, waar de vulling wordt vernieuwd
en kleine reparaties gedaan worden, rijn
in de nabijheid aanwezig! Ook bevinden zich
hier een of meer magazijnen voor ontplof
bare stoffen; een hulpmiddel, noodig bij het
drijven van gangen, in het gesteente of bet
losmaken van de kool. De paarden en pon-
nies, die in minder drukke verkeerswegen
nog wel gebruikt -worden om kortere trei
nen met mijnwagens te trekken, vinden in
de onmÊddelijke nabijheid van de schacht
een ruime, gerisefie&ijlk ingerichte stalling,
waar het hun aan niets, behalve aan zon
en daglicht ontbreek*.
Al deze ruimten rijn heider dectriseh
verlicht en van gefestonneerde wanden
voorzien. Wanneer wij thans nog de hier
aanwezige pompenkaimer vermelden, waar
in de electrische pompen zich bevinden,
wier taak het is, de mijn van het overtollige
water te ontlasten, kunnen wij verder van
de beschrijving dar laadplaatsen en ver
trekken afzien.
De bezoeker, die zich nu verder van «te
schacht af begeeft, moet zorgen, dat hy een
mijnlamp bij zich heeft, daar hij al spoe
dig in het diepe duister der mijngangen
komt. Maar het ontbreken, van. iedere licht
bron is niet de eenige verandering van om
geving, die men opmerkt! De betonnen be
kleeding der wanden is al heel spoedig op
gehouden en heeft plaats gemaakt voor een
ondersteuning door middel van oude spoor-
wegrails, die daartoe tot een
soort kozijnen zijn samenge
voegd en waarachter kleine
rondhouten zijn aangebracht,
teneinde steenen, die neiging
mochten toonen, in de gang te
vallen, tegen te houden. Komt
men verder in deze onder-
grondsche verkeerswegen, dan
wordt hun beteekenis en der
halve de tijd, gedurende wel
ken zij bestemd zijn in stand
te blijven, steeds geringer.
Een gevolg hiervan is, dat met
minder waardevol en minder
sterk materiaal tot instand
houding kan worden volstaan;
hier wordt dan ook op de
meeste plaatsen uitsluitend
rondhout ter ondersteuning
gebezigd, dat indien noodig
vooraf tegen al te snelle
verwering door vocht, is ge-
creotoseerd.
Een enkele maal slechts
komt het voor, dat de rots
wand zoo hecht en sterk is,
dat geen stutten noodig zijn
en de gang dus zonder meer
in de steen is uitgehouwen.
Helaas zijn de plaatsen in de
mijn, waar de gewone onder
steuning door ijzer of hout
tengevolge van den grooten
druk van het gebergte of de
broosheid van het gesteente
geen voldoende waarborgen
voor de veiligheid geeft,
veel talrijker, dan die, waar
heelemaal geen stutten noodig zijn. Door
zulke slechte plaatsen wordt gewoonlijk
een geheel gesloten tunnel, bestaande uit
trapezium-vorimiige betonblokken, gelegd. In
cd deze gangen vindt men, behalve een of
twee stellen rails, en de afvoergoten op
den wanden en zoldering een
aantal meer of minder zware buizen opge-
De heele kolenlaag zakt door deze bewer
king eenige centimeters en valt daaribij irftj
elkaar, zoodat zij met weinig moeite in d#
schudgoten geschept kan worden.
Is de kool, die zich terzijde van de schud»
goot bevindt, weggevoerd, dan wordt de
goot verlegd en komt nu op de plaats te
liggen, waar zoo juist de kool is weggehakt,
waardoor die goot weer ten opzichte van de
nog onberoerde kool op de juiste plaats is
gekomen! De plaats, waar de goot gelegen
'heeft, wordt nu met steenen, die tevoren
nog door middel van de goot zijn aange
voerd, zoo goed mogelijk aangevuld. De
druk der deklagen zorgt er verder wel voor,
dat deze steenen zich verder weer tot een
compacte massa aaneensluiten. De werk
zaamheden ondergronds zijn zoo geregeld,
dat deze drie bewerkingen, het winnen van
de kool, het verleggen van de goot en het
aanvullen van de vrijgekomen ruimte met
steenen, door drie ploegen, die ieder 8 uur
werken, binnen 24 uur worden verricht.
Om het mogelijk te maken, dat de mijn
overal van ruim voldoende versche lucht
is voorzien, die niet alleen den arbeiders
het verblyf onder den grond mogelijk
maakt, maar ook dient om hier en daar
zich ontwikkelende mijngassen te verdun
nen en af te voeren, zijn alle gangen en
verdiepingen zóó aangelegd, dat de lucht,
die door schacht I binnenstroomt, door alla
met elkander in verbinding staande plaat
sen van de geheele mijn moet stroomen,
om. weer door schacht II de mijn te verla
ten. Om deze voortdurende circulatie te
bewerken, zijn bij schacht II van iedere
mijn zeer krachtige, door electromotoren
aangedreven ventilatoren geplaatst, die
aanhoudend lucht uit de mijn wegzuigen,
welke lucht automatisch tengevolge van
den luchtdruk, die op de aarde heerscht,
door schacht I weer met versche buiten
lucht wordt aangevuld.
Op plaatsen onder den grond, die nog
geen doorloopende verbinding met dit net
van luchtwegen hebben, wordt versche
lucht aangevoerd van uit de gangen waar
die wèl aanwezig is, door middel van ruime
luchtkokers, waarin de versche lucht door
ventilatoren in beweging wordt gehouden!
Boven den grond
Tal van machinegebouwen en hallef
waar bijproducten gewonnen worden, be
boeren nog tot de mijn. En om niet te
vergeten het particuliere, uitstekend-
georganiseerde brandweerkorps en de hulp-
brigaden, die over motorbrandspuiten be
schikken en van alles zijn voorzien, wat
hun taak verlichten kan
De arbeiders werken met ontbloot boven
lijf, zoo warm is het in de mijngangen....
Links; Mot steeaibamers en pneumatische
boorhamers wordt de muur „bewerkt".
Rechts boven: De laadplaats bij de kool-
transportschacht. Een kolentreln in de
Hieronder: Electrische tremtjesvervoeren
de losgehakte kolen naar de transport
schacht.
hangen, die dienen voor toevoer van sa
mengeperste lucht of kabels voor toevoer
wan electrische energie.
Na, al naar de gesteldheid van de mijn,
of de verdieping, waarop men ridh bevindt,
een korteren of langeren weg te hebben
afgelegd, riet men plotseling op verschei
dene punten ijzeren goten uitsteken, waar
uit steenkolen in een daaronder opgestei-
den mijowagen glijden. Hier rijn de punten,
waar de kool gewonnen wordt!
De houwers en hun helpers rijn hier be
zig volgens een van te voren vastgesteld
plan de kool los te hakken! Is deze zeer
hard, dan is het dikwijls noodig, daarin
eerst met pneumatisch gedreven boorha
mers diepe gaten te drijven, deze met
springstof te vullen en door
ontsteking daarvan de kool tot
loshakken geschikt te maken.
Achter de mijnwerkers be
vindt zich de goot, die op rol
len steunt, welke weer op
ijzeren ramen heen en weer
loopen. Het geheel wordt door
motoren, door lucht of electri
citeit gedreven, in een voort
durend schuddende beweging
gehouden, zoodat de arbeiders
de kool slechts achter zich in
de goot behoeven te werpen;
de goot zorgt dan zelf voor
transport naar de mijnwagens.
De kolenlagen liggen meest
al niet vlak, maar onder een
meer of minder groote hel
ling, die afvoer van de kool
gemakkelijk maakt en ook
goed te pas kamt om de stee
nen, die weer moeten dienen
om de plaats van de wegge
voerde kolen in te nemen, aan
te voeren. Om de kool los te
krijgen, wordt vooral op de
staatsmijn Wilhelmina steeds
meer gebruik gemaakt van
zoogenaamde ondersnijmachi-
no's. Dit zijn van electromoto
ren gedreven machine1», die
zich zelf ónder langs het front
van de kool voortbewegen en
tegelijkertijd door middel van
zagen of stangen een dun
laagje van circa 15 eJX. dikte
wegsnijden, steeds over
lengte van ckm tJ> VL 1
Frischgewasschen naar huis.. Vanavond
vrij! Dus.lachende gezichten!