I
OoQ Eg?8[]
r
'A
OVhaa Ov
Spinnen in haar jdoen en laten.
TALRIJKE SOORTEN.
WIMP1E
Een kuntselwerkje voor
regenachtige dagen.
ZIEK ZUSJE.
A
Ik heb zoo'n idee, dat er een koude ril
ling langs jullie rug loopt, wanneer je be
merkt, dat dit artikeltje over spinnen gaat!
Nu ja, niet iedereen is natuurlijk bang voor
spinnen, maar toch geeft een spin altijd een
„griezeligftn" indruk. Maar daar zetten wij
ons nu maar eens over heen, anders is het
ons niet mogelijk de spin eens van naderbij
te bekijken en dat is toch heuscih wel de
moeite waard!
Alvorens iets over spinnen te vertellen,
willen wij bijgaand prentje uitleggen. Al
lereerst zie je op het plaatje het nestje van
een veldspin, uitgehold uit een stuk boom
schors. Het nestje daarnaast is gesloten.
C. toont de gewone veldspin, die wij allen
kennen en D is het vergroote oog van de
spin. E en F zijn vergroote afbeeldingen
van de pooten en de klauwen.
Spinnen, wel'ke soort ook, hebben een
groote kracht, tenminste den geringen om
vang van het dier in aanmerking genomen.
Als een spin zoo groot werd als een mensch
en haar krachten in evenredigheid met den
lichamelijken groei toenamen, dan zou zij
gemakkelijk een normaal huis kunnen op
tillen. Een bewijs hiervan kwam nog niet
lang geleden uit den Londensohen Dieren
tuin, waar twee vogeletende spinnen een
poging tot uitbreken deden en hierin in
derdaad slaagden. De verblijfplaats van
deze spinnen was van boven afgedekt door
een stevigen glazen plaat van ongeveer
twee pond. Met haar tweeën hebben die
spinnen de plaat opgelicht, terwijl zij bo
vendien een zeer twijfelachtig houvast had
den aan de verticale glazen wanden van
haar woning, wat natuurlijk het oplichten
van de glazen plaat des te moeilijker maak
te.
Een normale spin kan een groote brom
vlieg, die drie maal zoo groot is als de spin
Zelf, wegsleepen. Het is eigenlijk nog maar
een peuleschilletje bij wat sommige an
dere spinnen vermogen.
Een groote boschspin kan zelfs torren en
kevers op haar rug nemen en zoo zoekt zij
haar huisje op, waar zij haar buit voor het
middagmaal bereidt!
Natuurlijk hebben, wij allen wel eens een
fpin gezien, die in het water leeft en dat is
in de wandeling geheeten de waterspin.
Deze spin heeft onder de geleerden wel een
andere benaming, maar dat doet hier niet
ter zake. Die waterspinnen hebben dikwijls
de mooiste kleuren. Zij leven het meest in
ondiepe sloten en in slootjes, waar kleine,
dunne vischjes rondzwemmen.
Op een helderen zomermorgen liep ik
eens langs een dijkje, waar langs een sloot
liep. In die sloot zwommen ontelbare kleine,
zwarte vischjes je weet wel, van dat soort,
die de jongens (en soms ook wel de meisjes)
graag trachten te vangen om ze in een gla
zen potje te doen. Welnu, toen ik dan zoo
naar al dat kleine, joelende en door elkaar
zwemmende gedierte keek, zag ik plots een
groote, prachtige waterspin naar den kant
zwemmen en je zult het nauwelijks geloo-
ven, maar die spin had een van die kleine
vischjes op haar rug. De waterspinnen n.L
zijn dol op die kleine vischjes en loeren er
dikwijls een ganschen dag op. Het kleine
vischje, het slachtoffer, spartelde heel erg
tegen, dat. begrijp je, maar er was niets aan
te doen, de visoh moest mee, hoe groot haar
tegenstand ook was. De visch trachtte zich
met haar miniatuurstaartje los te wringen,
maar hoe het diertje ook wrong, de spin
sloot een var haar kleine klauwen zoo vast
om het vischje heen, dat het tweetal al
spoedig dan walkant bereikte. Ziezoo, nu
was het vischje machteloos. Het vischje
scheen uitgeput, want het bood nog weinig
tegenstand. Neen, dat wilde ik toch niet
aanzien, dat die groote, sterke spin haar
suchtoffer nu ging verorberen. Ik nam een
stok, joeg daarmee de groote waterspin in
het water. (Wat kunnen die dieren hard
loopen!) en wierp het vischje, dat nog leef
de, weer in de sloot. En het gelukkige dier
tje zwom warempel weer even vroolijk
tusschen zijn kleine zusjes en broertjes in!
Ja, dat lijkt jullie misschien een fantas
tisch verhaaltje, maar het is waarheid en
ik vertel het jullie om te toonen hoe sterk
een spin kan zijn.
O, er zijn een massa voorbeelden van de
kracht van spinnen, maar natuurlijk kun
nen wij die nu niet allemaal gaan opnoe
men. Alleen wil ik je nog wat vertellen
over de spin als weervoorspelster.
Als het weer minder goed wordt, wanneer
wij regen, wind of onweer krijgen, dan
maken de spinnen de draden, waaraan het
geheele web hangt, buitengewoon kort. Zijn
deze einddraden bijzonder lang, dan kan
men er zeker van zijn, dat het geruimen
tijd mooi weer blijft.
Zoo kan men uit de lengte van die dra
den vooraf weten, of het weer mooi of lee-
lijk zal worden. In regenachtig weer zijn de
spinnen heel lui; ziet men ze in een regen
bui druk bezig, dan kan men op mooi weer
rekenen! Let maar eens op, of hun voor
spelling bewaarheid wordt!
den bemerkt, dat de zieke apen de hulp
inriepen van de oude apen. Die wijzere le
den van de familie hebben hun blijkbaar
den raad gegeven om temblekanbladeren
te eten, want de zieke apen gingen die zoe
ken en aan hen. die er te ziek voor waren
om zelf te zoeken, werden zij gebracht.
De temblekanplant is een tegengif voor
strychine. Een zonderling, ja bijna fantas
tisch verhaaltje nietwaar, en toch is het
geen verzinsel.
Zoo zouden wij zelfs nog meer voorbeel
den kunnen aanhalen, o.a. ook van muizen,
een gedierte dat al' bijzonder slim is en
vooral geholpen wordt door den bij zonde
ren fijnen neus, die deze diertjes hebben,
maar al die voorbeelden kunnen wij hier
niet gaan aanhalen en dan.... je zoudt
me misscMen toèh niet eens gelooven!
DE KLOKKENMAKER.
Wimpie ging na het eten dadelijk zijn ge
reedschap opzoeken en haalde eerst heel
het uurwerk, dat hij van vader had gekre
gen „voor studie" (het was een oude wek
ker) uit elkaar. Fred, Wim's buurvriend,
zou hem behulpzaam zijn. Die wist, verze
kerde hij, hoe hij een uurwerk moest
KNOOPEN WERPEN.
Dit is een heel leuk spelletje, dat je zelf
kunt maken, als je maar stevig karton hebt.
Dit karton moet een meter lang en 80 cen
timeter breed zijn. Door grove lijnen wordt
het nu in vierkante hokjes ingedeeld en
de hokjes worden genummerd met groote,
duidelijke cijfers. Je speelt met platte knoo-
pen. Ieder mag vijf keer werpen. De schijf
wordt op den grond gelegd en wanneer je
allen op een afstand van drie meter hebt
plaats genomen werp je om beurten de vijf
knoopen en probeert ze op de hoogste cij
fers te plaatsen.
Wordt een knooop door een latere worp
naar een ander veld geschoven, dan telt al
leen de laatste verplaatsing, ook al is dit
hooger of lager. Als de 'vijf worpen gedaan
zijn, worden.de punten opgeteld en de vol
gende begint.
Wie de meeste punten heeft verzameld,
is winnaar van het spel!
schoonmaken, want schoongemaakt diende
het wel te worden. De kleine binnendeel-
tjes waren geheel vastgeroest aan den bui
tenrand, die het uurwerk van achteren be
dekte. Fred zou alle onderdeeltjes, wanneer
Wim die teniminste er uit kon krijgen, in de
petroleum leggen en als de roest er wat af
geweekt was, weer uit de olie halen en met
schuurpapier afschuren.
Dat was een geweldig werk, want die
De taal der dieren.
Dat ook de dieren een soort van taal
moeten hebben, blijkt wel uit het feit, dat
zij elkaar hun gedachten en bedoelingen
heel duidelijk weten te maken.
Wij willen hiervan een tweetal spreken
de voorbeelden geven, die jullie misschien
uit eigen ervaring met andere kunt aan
vullen.
Een houtkoopman was met zijn hond op
reis. Het was een fox-terrier. De koopman
nam zijn intrek in een volkslogement.
Terwijl hij er er uit ging om zaken te doen,
liet hij zijn hond zoolang in het logement.
Maar de logementhouder 'had ook een
hond, die grooter was dan de fox-terrier.
De groote hond was echter niet al te zeer
ingenomen met den. vreemden logé, hij
vocht met hem en takelde hem leelijk toe.
Toen de houtkoopman terugkeerde, was
zijn kleine foxje nergens te vinden.
Den volgenden dag kwam de ongeluk
kige f oxterreir uit hetkolenhok te
voorschijn, waar hij zich had verstopt om
te voorkomen, dat hij nog meer zou wor
den gebeten door den grooten hond en
meteen om een beetje te bekomen van de
schrik.
Tot groote verbazing van den logement
houder kwam de foxhond een week later
terug met een anderen hond, die nog groo
ter was dan fox' vijand. Samen vielen zij
op den grooten hond van den hotelier aan
en die kwam er meer dood dan levend van
af! Later kwam het uit, dat de fox-terrier
uren ver had geloopen om een hond te
vinden, die grooter en sterker was dan
foxje's tegenstander. En.... als cr geen
hondentaal bestond, hoe zou die fox dien
grooten hond kunnen beduid hebben, dat
hij mee moest om hem te helpen tegen den
hond van den logementhouder?
En een apentaal moet er ook wel zijn,
want op Java gebeurde eens het volgende
voorval op een koffieplantage.
Apen deden veel schade aan de koffie-
boomen. Daarom liet de eigenaar hier en
daar eten neerleggen met vergif er in. De
apen, die niets kwaads vermoedden, aten
er lekker van, maar hoewel de bedienden
apen vonden, die ziek waren, konden zij
toch niet bemerken, dat er één aap was
gestorven. En toch was er een doodelijk
vergif gebruikt, het zoogenaamde strychine.
.Toen hebben de bedienden door bespie-
FIGUURTJES LEGGEN.
Aan den linkerkant van bijgaande plaat
zijn allerhande vormpjes afgebeeld. Met
deze vormpjes kun je ook allerhande aar
dige figuren samenstellen, zooals je kunt
zien op de rechter helft van het prentje.
Het is dus een
soort legspel,
wat je zelf kunt
f abriceeren en
je kunt dit spel
dan natuurlijk
zoo uitgebreid
mogelijk maken,
wat het grap
pigst is.
De onderdeel-,
tjes aan den lin
kerkant begin je
eerst na te tee
kenen op juiste
grootte of eens
zoo groot al naar
verkiezing. Je
kiunt, als je niet
bijzonder han
dig bent, een
doorzichtig vloei
tje nemen of een
velletje perka-
ment, daar trek
je al de deeltjes
op over.
Je behoeft het
er maar gewoon
op te leggen en
met inkt of pot
lood na te trek
ken. Dan heb je
een patroontje. 1
Nu moet je nog
een dikker stuk
papier nemen,
bijvoorbeeld dun
karton van staal
kaarten of iets
in dien trant, en
als het kan wit.
Het patroontje
wordt er op ge
legd en met een
naald of speld
prik je langs do
lijnen van het
patroontje de
omtrekken van
de figuren links
in het karton.
Daarna begin
je de prikjes nog wat op te halen met pot
lood of inkt en geef je ze een kleurtje. Je
kunt bijvoorbeeld deze combinatie nemen:
geel, rood en groen met oranje. Dat geeft
een aardig kleurenspel.
Als je er mee klaar bent, knip je ze uit,
kleur ze aan den onderkant en doe je ze
in een doosje, dat al die aardige dingen
kleine radertjes zalen reuze vast aan de
bijna onzichtbare spijkertjes.
Eindelijk was dan tooh alles uit elkaar en
de jongens'besloten alle onderdeelen mins
tens een heelen nacht in de petroleum te
laten staan.
„Hè", dacht Flip, de kleine hond, „wat is
die baas vanavond toch vervelend. Ik ga
maar eens naar Freddie", doch die Was ook
al even verdiept in de klokkenfabricage,
zoodat hij tenslotte maar een lekker dutje
ging doen.
De eenige moeilijkheid dreigde nu nog te
worden het in elkaar zetten van het uur
werk, want Wim wist niet precies meer,
hoe de wekker in elkaar zat en hoe hij alles
uit elkaar gepeuterd had. Maar dat bracht
later geen moeilijkheden mee, want den
volgenden morgen, toen de jongens naar
school waren, ruimde moeder de heele roes
tige rommel, die nog steeds in de olie te
„weeken" stond, op en des avonds waren de
jongens tevergeefs aan het zoeken naar het
wekkertje.
Kleine zusje ligt stil en zoet voor het raaip,
Zacht ruischt door de boomen de wind.
De vogeltjes fluiten en het vroolijk gezang;
Begroet haar zoo blij: „Zeg, waar bleef je
zoo lang?
Ben je nu weer beter lief kind?"
Vandaag voor het eerst mocht zij eventjes
op,
't Is buiten zoo zoel en zoo zacht.
Poes ligt op haar schoot en spint zacht voor
zich uit
't Is lente, 't is lente, één kleurenpracht!
Stil sluit Zus haar oogen en dommelt nu in
Poes kijkt naar het vrouwtje en ziet:
Z'is ingeslapen, wel, slaap dan maar zacht
Poes spint, gluurt naar de zon en
geniet!
niet wegraken, anders heb je alle moeite
voor niets gedaan. Dan is dus het spel klaar
en kun je volgens de voorbeeldjes aan den
rechterkant verschillende figuurtjes leggen.
Natuurlijk kim je zelf nog andere uitden
ken en is het pleizier, dat je er van beleeft
des te grooter! Nu maar aan den gang er-
knoei niet te veel met de kleurtjes!
Hk