TAHITI,
parel der Zuidzee.
H<
asEi
„EILANDEN
ONDER DE WIND"...
„Oepa - oepa - - ter eere
0 EEN PARADIJS
Raiatea, het schoonste eiland
van
den nieuwen gouverneur"
VOOR SCHILDERS 9
van de Stille Zuidzee...
Is de
ke W
zoo v
gea,
onvei
i&kel
fen.
een
beter
makl
U Ta.
in v\.
t oor
de R
dervt
nen
P0St2
koste
BH
J»
ddle
de 1
gen
papi'
ring.
kijkt
Kers
de
te st
worc
dat .J
bedr
boon
sehit
serig
heef:
huis)
dich
ram»
gord
Rng
•P
aich
dere
de t
feest
aaaa
W
bet j
te p
rijkf
giW
mati
licht
MIC
ing€
tJe
veix.
gebi
ren
zoo
aan
ma a
toik
kort
uits'
weli
van
dooi
wor-
KOI
K
ken.
war'
wa':
ten|
ven
eve:
M
gev;
zooc
in h
IZoc
het
de r
Na
tf>ef
v door: RIDUARD
H. MULLER
Front naar Kiew gezondenIk ben er
ook bijzonder trotsch op tot het leger
bataljon te Döberitz-Spandau te behooren
en beschouw dat als een groot voorrecht
want zooals U weet, is daar de Infanterie-
school gevestigd. Mijn commandant zeide
eens tegen mij: „Ons doel is en blyft: Wy
zijn een legerbaltajon, ook onze muziek
moet aan de spits zijnl"
Acht en dertig man van de Kapel vindt
men te Döberitz. Minstens vier jaar leer
tijd moeten vooraf gaan. Velen komen van
conservatoria. lederen dag vinden van 8.15
tot li uur oefeningen plaats en des mid
dags wordt van 2 tot 5 uur geoefend. Na
tuurlijk geschiedt de benoeming der staf
leden eerst na een streng examen. Van de
60 gegadigden worden er gewoonlijk slechts
5 aangenomen.
„Ik kan slechts het beste van het beste
gebruiken!" aldus Kapelmeester Tumforde.
HJJ reikt mjj een brief van den operette-
componist Franz Lehar over: „....Ik heb
Zondag in den Zoo Uw bijzonder goede
militaire muziek beluisterd, waarvoor ik
U mijn complimenten maakl" De kapel
spelde toen voor duizenden bezoekers van
den tuin.
50 Naties50 hymnen.
„En hoe zult U het nu op het Olympisch
dorp stellen?" waag ik te vragen. „Zult U
straks 50 nationale hymnen te dirigeeren
kragen?...." „Ja, dat zal een groot stuk
werk worden", meent mijn gastheer
lachend. „Wy moeten alle nfcinsehapp<»\
met de noodige eer ontvangen. Hierover
kan ik echter nog weinig mededeelen, daar
muziek noch tekst reeds in mijn bezit is.
Tot een vijftig stuks zal het echter wel
loopenl Ik hoop verder ook buitenlandiche
componisten te laten hooren. Zij zullen
zich ongetwijfeld meer op hun gemak ge-
geld. Na zich met Cham-
f-nder: Een inboorlingenhut op Raiatea van binnen. pagne de maag bedorven te
hebben, wilde hij iets an
ders hebben en een slimme
Chinees ried hem aan een
Europeesche bungalow met
veranda's en gegolfd Ijze
ren dak, met bedden en
meubelen, aan te schaffen
dat was hij aan zijn
„stand" verplicht, zei zijn
raadgever. Toen het huis
klaar was, wist Moehaoe
niet, wat hjj ermee begin
nen moest.De bedden
waren hem te zacht en hij
sliep liever op z'n mat,
naast het bed. Overdag was
het hem binnen te warm,
's nachts te koud onder het
golfijzeren dak; weldra
verhuisde hij weer nnBr
zijn leegstaande hut, vlak
naast de bungalow. Maar
die bestemde hij tot logeer
huis en hjj was geweldig
trotsch en tevens blij, wan
neer hij daarin de Euro
peesche gasten, die het ei
land zoo nu en dan bezoch
ten, mocht ontvangen en
gastheer kon spelen.
Rechts: Krachtig streven de
palm boom en ten hemel.
Links: Zeilschepen In den
haven van Papeete.
voelen, wanneer zy „Heimatmusik" hooren.
Naast de Duitsche klassieke muziek wil ik
een speciaal Wagnerprogram geven. Mo
menteel studeer ik Beethovens „Eroica" in
en dan de A-dur en de Zevende Sympho-
nie. Het is mijn streven, de strykmuziek
niet bij de blaasinstrumenten te kort te
doen. Met beiden dien ik op de hoogte te
zyn".
Beethoven streed voor zijn „As".
En nu hoorde ik uit den mond van myn
gastheer feiten, die my beschaamden, daar
ik van hun bestaan tot dan toe niets af
wist. Hoe Republikein Beethoven in 1804
zyn „Eroica" tot heldenvereering van Na
poleon voltooide, toen deze nog consul was,
hoe zy te Weenen slechts matigen bijval
vond, hoe zyn „As" vele, al te critische
ooren stoorde, hoe dezen hiervoor in de
plaats de „G." wilden hooren. Parys ver
oorloofde zich zelf de vryheid het manu
script op eigen houtje te veranderen en
haalde door deze wyziging den toorn van
den meester op den hals. „Neen, deze „mu
zikale styfkop", zooals men hem in Frank-
ryk noemde, bleef by „As". Hy immers
wist toch het best, wat hy met zyn muziek
wilde uitdrukken. In het eerste deel van
zyn „Eroica" schildert de componist ons 'n
beeld van den slag, in het tweede gedeel
te, oorlogsgeweld en in het laatste de doo-
denklacht. En zoo bleef in de partituur de
„As" een hinderpaal voor velen
Toen ik den musicus bij het afscheid de
hand drukte, stond het bij my vasl: Ik
moet zoo spoedig mogelijk de „Eroica" vafl
Beethoven onder Tumforde's leiding hoo
ren! Ik wil niet wachten, tot de vijftig na
tionale hymnen achter den rug zijn".
De Gezelschaps-eilanden kunnen in
twee groepen gesplitst worden:
Tahiti en Moorea, twee zuster-
eilanden en voorts de „eilanden on
der den wind", of juister: onder den wind
van Tahiti.
Dat is een zeemansuitdrukking en betee-
kent zooveel als „in de richting van den
meest voorkomenden wind"! in dit geval is
dat de Noord-Westelijk-gerichte wind, want
de hoofdwind daar is de Zuid-Oost-pas-
saat. Als dié waait, hetgeen op 300 dagen
van het jaar het geval is, kan men van Ta
hiti uit, met den wind in de rug, naar deze
eilandengroep zeilen. Déarom hoeten deze
eilanden, de „eilanden onder den wind"....
Wekelijksche „dienst" Tahiti
Raiatea.
komen zy aan1 Kransen van bloemen
en bladeren dragen zy alle in het haar;
ze zyn gekleed in hun oude feestdrachten
van bontbeschilderd boomschors en hout
vezels. De daarby behoorende „orkesten"
brengen ze meestal ook zelf mee
Mannen en vrouwen dansen in groepen
van 10 tot 50 dansers of danseressen, meest
al gescheiden naar de seksen, soms ook te
zamen. De dans van de mannen is wild en
vechtlustig.De vrouwen dansen rusti
ger en harmonieuser en hun bewegin
gen zyn vryer. Als het feest voorbij is, als
de Oepa-oepa" weer tot het verleden be
hooren, worden zy in het geheim tóch be
oefend om bJJ een volgend feest weer op te
duiken....!
De dans der
Polynesiërs.
lederen Maandagmiddag vaart van Pa
peete uit, de haven van Tahiti, een zeil-
fichoener met motor naar Raiatea, het
hoofdeiland van de onder-den-wind-groep.
Het schip is het eigendom van het Chinee
sche handelshuis Kong-Ah en het bedrijf
-wordt door de koloniale Fransche regee-
:ring gesteund, daar men tevens de post en
'passagiers meeneemt. Het schip heeft en
kele kleine hutten, maar niemand, uitge
zonderd misschien 'n enkele zeeeieke Chi
nees, zal het in het hoofd halen zich in deze
(muffe cellen te laten opsluiten; iedereen,
Iblank of bruin, installeert zich op het dek
zoo goed als hy maar kan, met kussens en
dekens, bananen, cocosnoten en meloenen.
Een tentdak beschut hem tegen den erg-
eten regen. Als alles geladen is, de ossen
en kalveren, de kippen en varkens, kis
ten en vaten het levende goed op dak
en het levenlooze in het rui, als vyf mi
nuten na het laatste trompetsignaal en
twee uur na het vastgestelde vertreksuur
op het laatste nippertje nog enkele
schreeuwerige, dikke Maorivrouwen met
kinderen en cocosnoten zijn ondergebracht,
wordt het anker gelicht, de motor op gang
gebracht en giydt het overvolle vaartuig,
dat er eerder als een houten locomotief
dan als een zeilschip uitziet, stil uit de
sonmge lagune! Daarbuiten, in volle zee.,
[worden de zeilen ontplooid en de motor af
gezet. Weldra schommelt het schip dan op
bet gelijkmatige rythme der golven voort.
Een kwartier later knorren de varkens
niet meer en liggen ze angstig tegen el
kaar.... Na 18 tot 24 uur, al naar gelang
Wind en golven tegen- of meewerken,
werpt men voor Raiatea, het Heilige Ei
land, het anker uit
De parel van „onder den wind".
Oetoeroa heeft de kleine haven van het
'hoofdplaatsje. Het bestaat uit de bunga
lows van een resident en een dokter, een
post en een bioscoop en voorts uit houten
barakken van de Chineesche handelaars en
handwerkers. De hutten der inboorlingen
zijn meer langs het strand gelegen of langs
de rand van de cocos-bosschen. Een gezel
lige Italiaan heeft hier een bescheiden
hotelletje geopend, waar de enkele blan
ken bijeen plegen te komen en de nieuw
ste d.w.z. twee maanden oude cou
ranten lezen.
Eens, d.w.z. voordat de Europeanen
kwamen, was Raiatea een Heilig Eiland!
Hier werden de priesters van de Sekte der
Polynesiërs opgeleid en hier kwamen de
Koningen van Tahiti vandaan. Nu zyn de
oude heiligdommen vervallen en staat er
een vrij groote Missiekerk. Hier en daar
kan men de oude heidensche offerplaatsen
nog zien, plaatsen, waar men den afgoden
menschoffers bracht, meestal uitgehouwen
in het koraalgesteente. Raiatea is zoo schit
terend gelegen en heeft zulke uitent-be
koorlijke plekjes, dat twee of drie schil-
ders hier voorgoed hun tenten opgeslagen
hebben. De inboorlingen zijn nog zui
verder van ras, dan dit van Tahiti.
Het verloren paradijs gevonden.
Van Raiatea vaart men met een kotter
in ongeveer 8 uur naar het dichtstbijzijnde
Bora-Bora, dat door menige wereldreizi
ger beschouwd wordt als het schoonste
Zuidzee-eiland. De massieve, met donkere
wouden bedekte basaltbergen zyn van ver
re reeds zichtbaar. Zy stijgen als een
Graalsburcht uit de blauwe golven van den
Oceaan, terwyl de branding rondom het
koraalrif onophoudelyk schuimt en fyne
sluiers van waterdroppels vormt. Dit
eiland is werkelijk een verloren paradys..
Lachend is het palmenwoud, dat het strand
omzoomt, lachend en onbezorgd zyn de
bruine bewoners ervan.... het laatste pa
radijsvolk op aarde, dat geen geld noodig
heeft, om volmaakt gelukkig te zyn en te
leven.... dat in zee visschen vangt en
in de wouden de broodvruchten plukt....
Het weinige, dat zy thans noodig heb
ben, sedert men hen met de Europeesche
cultuur in aanraking heeft gebracht, kry-
gen ze op crediet bij de Chineesche kooplie
den, die zy daarvoor hun cocosoogst en hun
vanille brengen. De grond is eigendom der
inboorlingen. Er staan byna uitsluitend
cocospalmen op en verder hetgeen de in
boorlingen voor hundagelijksche, beschei
den behoeften noodig hebben: bananen,
sinaasappels en broodboomen. Sommigen
hebben vanille aangeplant en zyn daardoor
voor hun doen ryk geworden; vooral en
kele jaren geleden, toen de vanille nog
zéér hoog geprijsd stond.
Moehaoe, myn bruine gastheer, was
vanille-planter en had vroeger véél ver
diend. Maar hy wist niet, wat hy moest be
ginnen met dat verdiende
Dansen is voor de
Polynesiërs een le
vensbehoefte het is een
soort uitlaatklep voor hun
levenskracht, een onbedwingbare wyze
van uitdrukken van hun onverwoest
bare levensblijheid, Bovendien ver
tegenwoordigt de dans hun primitieve
cultuur. Daar de meesten van deze dan
sen zich niet aanpassen by ónze opvattin
gen omtrent dans en moraal, is het niet te
verwonderen, dat de koloniale regeering
een verbod uitvaardigde voor bepaalde
dansen. Maar zooals het in dergeiyke ge
vallen veelal toegaat men wierp het
kind tegelyk met het badwater weg
door het dansen eenvoudig geheel en al te
verbieden en de onschuldigste dansen over
een kam te scheren met die, welke een
sterk-sensueelen inslag bezaten. In Tahiti
en op de andere eilanden van Fransch-
Oceanië zyn deze „Oepa-oepa", zooals de
dansen door de inboorlingen genoemd wor
den, als massa-dansen het heele jaar ver
boden en wordt er slechts by enkele fees-
teiyke of plechtige gelegenheden een tjjde-
lyke opheffing van het dansverbod afge
kondigd.
By deze feesten mag het volk zich dan
weer eens in den dans uitleven. Dan laait
de vlam van dit stervend ras nog eens hef
tig op en breekt door het dunne vernis
heen, dat de civilisatie in een eeuw tyds
over de oude zeden heeft gestreken. Dan
ziet men weer enkele dagen achtereen het
wére volk, zooals het vroeger geweest
moest zyn en innerlyk nog stééds is! Dan
lijkt het, alsof het eiland een opstanding
ondergaat, de oude volksziel weer een
oogenblik tot zichzeld komtHonderd
jaren verbod en dreigementen hebben
deze oude dansen niet kunnen doen verge
ten! Gelukkig moeten we zeggen
want de „Oepa-oepa" behooren tot de en
kele oorspronkelijke scheppingen en le
vensuitingen, die de Polynesiërs uit den
tijd van vóór de civilisatie nog hebben
overgehouden!
Tahiti danst thans.Er is een nieuwe
gouverneur benoemd en de inboorlingen
zullen meewerken by de feestelijkheden!
De reden voor dR feest boezemt hun wei
nig belangstelling in, maar dat zij bij deze
gelegenheid mogen dansen, interesseert
hen hevig! Van de naburige eilanden, uit
alle dorpen, «troomen de beste dansers en
danseressen naar Papeete, de kleine hoofd
stad van Tahiti! Men kan dit stille, slape
rige stadje nauwelijks herkennen.... Met
zeilbooten. ,te voet en in tjokvolle auto's
Hierboven: Jonge
Tahitianen dansen
„Oepa-oepa".
Een kleine bewo
ner der Zuidzee -
ellanden In de
kano
Een gesprek met
Obermusikmeister
Tumforde
Toen onlangs het openingsfeest plaats
vond van het Olympische Dorp, Eet Dr.
von Blomberg, Ryksminister van Oorlog,
den dirigent der weermachtskapel by zich
roepen, reikte hem de hand en zeide: „U
heeft in het komend jaar een groote taak
te vervullen, daar U de geheele Duitsche
weermacht te vertegenwoordigen heeft. U
heeft natuurlijk goede musici in Uw
kapel?" „Tot Uw dienst, Herr General-
oberst", was 't antwoord van den dirigent,
„Nu, ik wensh U van harte succes in het
Olympisch jaar!'
Inderdaad rust op de schouders dezer
menschen een «liet gemakkelijke taak, hun
land, het gastland, te vertegenwoordigen
by zoovele nationaliteiten.
Tumforde vertelt.
En nu zit „Obermusikmeister" Tumforde
in zijn gezellig huis te Charlottenburg.
„Dat ik me met de opdracht mijn land te
vertegenwoordigen op de u. Olympische
Spelen zeer verheugd heb, mag Ik U ge
rust zeggen. Ik ben gevleid met de benoe
ming tot dirigent van de kapel van het
lympiache Dorp. Meer oog verheug ik
0 op deze benoeming dan in 1916, toen
Professor Onawet, de legermuxiekinspec-
teur, mij aanstelde tot dirigent over het
groote, 100 men sterke gyaaphonie- en re
clame-orkest voor Duitschland te Kiew. Ja,
toen werd ik regelrecht van het Westelijk