Zijn wij veilig op
een Zeekasteel
Het schoone Rhodos.
De organisatie van den
V eiligheidsdienst
3» -
HERHAALDELIJK lezen wtf den
laatsten tyd van verschillende
aanvaringen en «cheepsrampen.
Daardoor zal men zich wel eens
afvragen: „Zijn wij veilig op een
zeekasteel?"
Deze vraag kan in volle over
tuiging met de tegenwoordige techniek toe-
s'"::" iv. end worden beantwoord. Want als
r n de verschillende rampen optelt, dan
U'.l aantal bij de duizenden schepen, die
i C n vaart zijn, zoo gering, dat het geen
..m mag hebben.
ie of vier eeuwen geleden droegen zij,
i et leven van een zeeman verkozen
v.n een betrekking aan den wal zelf de
3 voor hun leven. Ging het goed, dan
het in orde.... ging het slecht
dan '.anvaardden zij het met dezelf-
futalis'ische kalmte. Dat was een zaak
r ied' r op zichzelfI De oude schepen,
van den wind afhankelijk waren, wer-
door dezen zelfden wind dikwijls
den bodem van de zee gejaagd, of, als
schipbreukelingen geluk hadden, knap-
de masten af en werden de zeilen ver
aard, zoodat het schip hulpeloos rond-
??f, beroofd van ztfn voortstuwende
*cnt, doch met de mogelijkheid dat een
orbij varend schip redding zou kunnen
oiengen.
Toen de groote zeekasteelen, de stoom-
sc' pen echter ten tooneele verschenen, be-
Behalve de reddingsmiddelen krijgt ieder
schip het zoogenaamde „Plimsol-merk" op
zij! Dat is een ronde ring met een hori
zontale lijn er door, die op den buitenkant
van het schip wordt geschilderd en die
aanduidt, tot hoever het schip in het
water mag liggen, als het geladen is
met het grootste gewicht aan goe
deren, dat het kan vervoeren zonder de
wetten der veiligheid met voeten te treden.
Als het schip zwaarder geladen is, zoodat
dus het merk onder water verdwijnt, mag
het schip volgens de wetten der zee niet
uitvaren, want dan loopt het gevaar bij
storm te zinken.
Behalve de gewone reddingsmiddelen,
die gebruikt worden in tijd van uiterste
nood, als het schip dreigt te vergaan, heeft
men ook nog een radio-installatie (S.O.S.-
sein), vuurpijlen, onderwatersignaal, toe
stellen tot het afschieten van lijnen, zooge
naamde „reddingsbroeken", enz.
De bekendste reddingsmiddelen zijn de
reddingsgordels, de reddingsbooten en de
reddingsboeien.
De reddingsboei heeft al heel veel men
schenlevens gered. Velen van onze lezers
zullen de ronde, witte ringen wel vaak
gezien hebben. Ze zijn ongeveer twee voet
in doorsnee, komen veel voor bij haven
hoofden, pieren, tegen strandhuisjes, op
plezierjachten, ponten enz. Ze zijn gemaakt
van kurk, die men in den vorm van een
De Zweedsche stoomboot „Elma", welke
Doek), plotseling op de Theems kapseisde
het leven.
na gelost te zijn (Surrey Commercial
Zestig man redden zich met moeite
1 Juli 1933).
gonnen de reeders in te zien, dat wilden
zij het bedrijf tot grooten bloei brengen,
zij in de eerste plaats voor de veiligheid
van de passagiers hadden te zorgen.
Hieraan werd dan ook zeer bijzondere
aandacht besteed door bet meevoeren van
uitstekende reddingsbooten en reddings
gordels. Dat zij goed hadden gezien bewees
de steeds grooter wordende aantallen pas
sagiers. Zoo ontstond er tusschen de ver
schillende maatschappijen een ware con
currentiestrijd, waarbij een wedloop plaats
vond om het beste comfort en de grootste
veiligheid.
Maar er waren ook schepen, die uitslui
tend als vrachtschip waren ingericht en
hier liet de veiligheid voor de bemanning
dikwijls veel te wenschen over. Doch toen
het te erg werd bemoeiden zich enkele
vooraanstaande personen hiermede en er
werd een regeling voorgesteld, waarbij
ieder schip verplicht was, maatregelen te
nemen voor het geval er een of ander on
geval plaats vond.
Er kwamen dus een aantal bepalingen
tot stand, die internationaal overgenomen
werden, zoodat tegenwoordig geen enkel
schip meer de haven mag verlaten, voor
dat er een inspectie heeft plaats gehad, of
het schip wel voldoet aan alle eischen, die
door de veiligheid kan worden geetekL
wiel geperst heeft en daarna met sterk, ge-
geteerd zeil heeft overtrokken, dat dan
meestal nog geverfd wordt. Aan de boei
heeft men slingers van touw gemaakt, die
het mogelijk maken de boei te grijpen. Ligt
men in het water, dan leunt men op de eene
zijde van de boei, die dan omslaat en over
het hoofd van den drenkeling komt te lig
gen. Deze steekt er zijn armen doorheen
en vindt zoo steun.
Ook de reddingsbooten hebben reeds
heel wat menschenlevens gered. Elk schip,
dat tegenwoordig uitvaart is ruim voorzien
van reddingsbooten. Deze vormen 'n hoofd
stuk uit de zeewetten, waaraan streng de
hand wordt gehouden. Er moeten zooveel
reddingsbooten zijn, dat in tijd van nood
ieder die aan boord is er een plaatsje in
kan vinden, zonder dat de booten overbe
last worden en toch in de diepte verdwij
nen. De meeste reddingsbooten worden met
de hand geroeid, daarom noemen de zee-
wetten een massa dingen op, die steeds in
iedere reddingsboot te vinden moeten zijn,
B.v. tien tot zestien roeispanen, een kom
pas, een kaart, een hoosvat ,een lantaarn,
een drijfanker met oliezak en, wat mis
schien wel het voornaamste is, voor ieder
die een plaats in de reddingboot krijgt, an
derhalf pond hard brood en een flesch wa
ter. In tijd van nood kan men voor niets
zorgen, want meestal loopen de menschen
zenuwachtig door elkander, daarom moet
dit alles steeds in orde zijn.
Gedurende elke reis wordt er minstens
een keer schipbreuk-oefening gehouden.
Onverwachts terwijl het schip rustig
vaart, wordt de stoomfluit van het schip
gehoord: het is niet de gewone, lange fluit
toon, maar een reeks van korte, vinnige
en dan weer langgerekte tonen.
Iedere zeeman kent dit sein: het alarm
signaal! Zoodra de bemanning dit hoort,
rennen allen, behalve degenen, die juist
onder die omstandigheden op hun post
moeten blijven, naar het sloependek, na
haastig hun reddingsgordel te hebben aan
getrokken. Het sloependek is het boven
ste dek. Hier wórdt voor iedere redding
boot een bevelhebber aangewezen. Deze
krijgt de lijst van namen van de passa
giers en bè'manning, die in zijn boot moe
ten plaats nemen. Zijn alle menschen op
hun plaatsen in de daarvoor bestemde boo
ten, dan worden de touwen, waaraan deze
hangen, van de boot uitgevierd en de boot
zakt tot op de wateroppervlakte. Dan wor
den de touwen losgesneden, ieder roeier
heeft een roeispaan in de hand om te voor
komen, dat de roeiboot tegen den romp
van het schip aanbotst en men tracht zoo
gauw mogelijk een eindweegs van het
groote schip af te komen, want ook door
de zuiging, die er van het groote schip ont
staat, zou de boot eveneens onder water
getrokken kunnen worden.
Het meegenomen drijfanker met oliezak
doet goede diensten. Eigenlijk is dit een
soort van valscherm, zooals men in vlieg
machines gebruikt. Óp de plaats waar in
de lucht een man aan het valscherm hangt,
zit bij het drijfanker een lang touw, onge
veer veertig voet. Dat touw zit aan de
boot vast. De oliezak laat langzaam de olie
uitvloeien^ooals men weet vloeit olie, als
het op walpr komt, uit over een groot op
pervlak en, breekt zoo de kracht van de
golven. Op deze manier zijn de golven
eenigszins ?bedaard, voordat deze de boot
bereiken! a
De nieuvfre luchtschepen, die steeds veili
ger worden en meer passagiers kunnen
vervoeren, zullen nu een groote concur
rent voor de scheepvaart worden, doch
Boven:
Op het motorschip „P.C. Hooft", dat ge
meerd lag aan de Sumatrakade te Amster
dam, brak een geweldige brand uit
Het eerst werd het vuur gezien op het
sloepdek, waarna het zich spoedig aan de
andere dekken mededeelde en kort daarna
stond ook het middendek in lichte laaie.
Met een ontelbaar aantal slangen werd aan
het blusschingswerk deelgenomen.
De „P.C. Hooft" is in 1926 te St. Nazaire
gebouwd en zou op 23 November 1934 weer
uaar Java vertrekken.
Links:
Een indrukwekkende opname van twee
brandende schoeners in de haven van Cheï-
sea-Bridge (Ver. Staten). Het vuur, dat
door de ontploffing van een olietank ont
stond, verwoestte beide schepen totaal. (23
Februari 1935).
voor de veiligheid hoeft men geen ande
ren weg te kiezen, want de-organisatie van
den veiligheidsdienst zoowel als het daar
voor benoodigde materiaal is tegenwoordig
zeer goed in orde.
Dichters van velerlei herkomst hebben,
in den loop der eeuwen de schoonheid van
Rhodos bezongen, en talrijk zijn de bijna
men als Rozeneiland, Gemalin van de
Zon, de Toovenares, het Eiland der Ge
lukzaligheid, welke dit wonderlijke over
gangsgebied tusschen Oost en West op
deze wijze verwierf.
Reeds de grootste dichter der Oudheid
Homerus verhaalt, hoe het Rozen-
eiland, tezamen met zijn oorspronkelijke
bewoners, een priesterstam, uit de zee was
voortgekomen, en hoe Rhodos sindsdien
achtereenvolgens door Egyptenaren, Phoe-
niciërs en Grieken gekoloniseerd was, en
verfraaid.
De prachtig gelegen hoofdstad, aan de
Noordkust, eveneens Rhodos genaamd,
kwam al spoedig tot grooten bloei en zij
was, omstreeks het jaar 400 v. Chr. als cen
trum van kunsten en wetenschappen een
ernstige rivale van Athene.
De Kolossus van Rhodos, het meer dan
30 M. hooge beeld aan den ingang der ha
ven, werd vermaard, als een der zeven we
reldwonderen der Oudheid. In het jaar 168
voor onze jaartelling moesten de Grieken
hun schoone wingewest aan de Romeinen
afstaan. Ook deze heerschers hebben veel
er toe bijgedragen, het Rozeneiland naar
den hun eigen trant te verfraaien.
Na den val van het West-Romeinsche
Rijk komt Rhodos aan Byzantium, vervol
gens onder Venetiaansche protectoraat, tot
dat de Genueezen, omstreeks het midden
De Britsche vrachtboot „City of Victoria", welke uit Port Alberni (Br. Columbia) is
vertrokken, kapseisde op 500 mijl van Ka ap Flattery. Het schip maakte 20 graden
slagzij. (23 Aug. 1933).
RHODOS. Ingang van den haven.
der 13e eeuw, bezit nemen van het eiland,
dat niet lang daarna de zetel wordt van de
Orde der Hospitaalbroeders van St. Jan.
Door deze strijdbare monniken later be
kend onder de namen van Johanniter-
Orde of Ridders van Rhodos verkreeg
het eiland opnieuw groote vermaardheid.
In de hoofdstad zelve zijn betrekkelijk
weinig resten uit Griekschen en Romein-
schen tijd bewaard gebleven, deze bevin
den zich voornamelijk te Calitea en in het
Zuidelijker gelegen Lyndos. In de stad
Rhodos herinnert vooral de „Ommuurde
Stad" met haar vele kerken, haar voorma
lige overheidsgebouwen en haar, thans tot
Oudheidkundig Museum ingericht St. Jans
Hospitaal, aan den glorietijd der Johanni-
ters.
Vanuit de stad Rhodos kan men vele
fraaie tochten langs de kust en in het schil
derachtige berglandschap ondernemen, en
dat is een der vele, groote attracties van
het Rozeneiland, dat met al zijn heterogene
elementen een zoo schoone schakel vormt,
tusschen Europa en den Oriënt.