De Onthullings-plechtigheid.
Een onvergetelijk moment.
De Koningin onthult het gedenkteeken.
GRIJZE REGENWOLKEN,
GESTADIGE REGEN...
was het eerste, hetgeen ontwakend Soest
aanschouwde op den lang verbeidde Woens
dagmorgen. In aller hart was vrees voor de
zoo zorgvuldig voorbereidde plechtigheid. Zou.
den verschillende programmapunten vervallen
moeten door het neerstroomende hemelwater?
Niettemin kwamen de vlaggen naar binten.
Wij hadden cr meer verwacht, doch waar
schijnlijk zal de regen ook hieraan wel voor
een groot deel schuld hebben. En niet alleen
vlaggen, maat ook menschen kwamen naar
buiten. Reeds te kwart over zeven zetten
de eerste, echte Oranjeklanten zich met re
genjas en parapluie neer achter de touwen,
om toch maar een best plaatsje te veroveren.
Na negen uur echter begon eerst recht
DE DRUKTE LANGS DEN HOOFDWEG.
Verecnigingen met vaandels en vlaggen^
lange rijen schoolkinderen met hun geleiders,
groepjes menschen, wielrijders, autobussen
alles trok in de richting van de Torenstraat.
En de regen viel maar neer. Doch niets
was in staat Soest te weerhouden om de
plechtigheid, ter nagedachtenis van H.M. de
Koningin Moeder bij te wonen in deze som
bere herfstsfeer. Zoo verzamelden zich' op
de plaats van samenkomst duizenden belang,
stellenden. Ondanks deze gróote menigte ont.
stond nergens gedrang of opstopping. De
politie, in samenwerking met Rijks, en mili
tair politie, komt een extra woord van hulde
toe voor de keurige regeling en deugdelijke
touwafzettingen. Vriendelijk werd een ieder
zijn plaats gewezen, zoodat geen ontevreden
heid uitbrak.
Te half elf waren, op de uitdrukkelijke
wensch van het comité, allen aanwezig. Ter
linkerzijde van het plantsoen was een balda
kijn gebouwd voor H.M. de Koningin. Op
het schuin toeloopende dak was een vergulde
ki'oon aangebracht. In het paviljoentje, dat
met tapijten belegd was, wachtte de zetel
van H.M. de Koningin alsmede enkele stoe
len voo*" Haar gevolg. Aan den voorkant van
het paviljoen was een schuin afloopende brug
gebouwd, welke midden op het gazon uit
kwam, speciaal vervaardigd voor het moment
waarop H.M. zich naar het monument zou
begeven.
Aan weerszijden van dit baldakijn waren
•zitplaatsen voor verschillende autoriteiten en
genoodigden.
Direct naast het pad, loopend dwars voor
het monument langs van Stationsweg naar
Torenstraat, was de pershoek.
Aan de overzijde was de ruimte naast dit
pad"'(op de Torenstraat) ingenomen door de
fctafmuziek van het 5e Reg. Infanterie uit
Amersfoort, daarnaast waren de 1200 school
kinderen uit Soest en Soesterberg opgesteld.
In den tuin van de Oudekerk waren de
plaatsen voor andere genoodigden, zooals
gemcente.ambtenaren, familie der autoriteiten
en comitéleden, onderwijzend personeel voor
fcooverre dit niet met de kinderen vooraan
stond, en anderen.
Het verdere weggedeelte was geheel open
voor het overig publiek. En niet alleen op
den weg, maar ook in tuinen, voor ramen,
ja zelfs op daken stonden te tallooze toe
schouwers. Onder de
AUTORITEITEN
merkten wij op: Jhr. P. P. de Beaufort, oud-
Burgemeester van Soest, thans Burgemeester
van Driebergen.Rijsenburg; res. Luitenant
Gen. M. Raaymakers, inspecteur van de Mi
litaire Luchtvaart, met zijn adjudant; Kol. der
Generale Staf P. W. Best, Commandant der
Luchtvaariafd. met zijn adjudant; Overste K.
E. Oudendijk, directeur van het Luchtvaart
bedrijf; dc gepensioneerde Generaal H. G.
Winkelman, hoofd Luchtbeschermingsdienst;
Jhr. Mr. Th. M. van Asch van Wijck, grif
fier der Staten van Utrecht; enkele leden
■van Gedeputeerde Staten van Utrecht met
hunne dames; Mr. H. Th. 's Jacob, oud-
Commissaris der Koningin in de Provincie
Utrecht; Ko'onel A. A. van Nijnakker, comm.
der '8ste Infanterie.brigade; Kolonel G. Door
man, Gamizoenscomm. te A'foort; Mr. D.
J. A. Baron van Harrixma thoe Slooten, Bur
gemees: er van 's Graveland; de gewezen hof
dames vn H.M. Koningin Moeder, Jkvr. C.
Baronesse van Tuyl van Serooskerken en
Jkvr. van de Poll; den gewezen kamerheer
en den gewezen hofmaarschalk van H.M. de
Koningin Moeder, Jhr. C. A. de Pesters en
Baron Turk erna van Burmania Rengers; Jhr.
P J. II. Roëll, Geneesheer.Dir. van het Sa
na 'orittm Zonnegloren; Jhr. Mr. G. C. J-
van Reenen, Burgemeester van Baarn; ver
se! i'.lrn le le:lcn der Gemeenteraad van Soest
met hunne dames; de leden van het Uitvoe
rend Comité cn eere.comité met hunne dan
mes; Ic'en van het bestuur der Chr. Oivinje-
vereen van het bestuur Soest-Zuid en Soest
Vooruit, eveneens met hunne dames.
Ver'er hadden hier plaats genomen leden
van de Kerkvoogdij en kerkeraadsleden der
Ned. Ilorv. Kerk, predikanten cn R.K. gees
telijken van anderre plaatselijke Kerken, de
besturen van diverse Onderwijzersvereen., ver
schillende leden van het voormalig personeel
van Paleis Soestdijk en anderen.
Op den Stationsweg hadden zich vele plaat
selijke vcreenigingen opgesteld, welke wij
straks noemen zullen.
Precies te elf uur, toen juist de regen
geheel opgehouden was cn dc lucht cr iets
minder zwaar uitzag, ging de blijde mare
langs de rijen, dat de Koninklijke Stoet
DE AANKOMST DER KONINGIN
werd door de menschenmenigte met gejuich
begroet. Gezien de ernstige gebeurtenis bleef
het bij een kalm huldebetoon. Plechtig zette
de stafmuziek het Wilhelmus in, dat door
allen werd meegezongen.
Nadat H.M. uitgestapt was bood Mej. T.
H. Deketh Haar een fraai bouquet lila orchL
deeën aan.
De Burgemeester, gekleed in ambtsgewaad,
ontving Hare Majesteit en geleidde Haar naar
de gereedstaande zetel. Hierop volgde de
voorstelling van het Gemeentebestuur door
den Burgemeester.
Thans wendden aller oogen zich naar de
Koningin, die alsnog het gejuich ter Harer
eere vriendelijk in ontvangst nam.
H.M. was gekleed in een donkerpaars toi
let met bijbehoorende fluweelen hoed, een
korte bruine bontmantel.
Haar Gevolg werd gevormd door S. Sixma
en op welke,zijde, steeds granzenct, !n diepe'
volle, tijne kleuren weerkaatst het terug.
Zoo ergens in den lande, dan zeker wel
in deze gemeente heeft groote droefheid en
diepe verslagenheid geheerscht bij het heen
gaan van onze Koningin Moeder. Wie kent
hier niet die nobele, edele figuur, die vrien
delijke Vrouwe, die eenvoudig met een harer
hofdames in een open victoria langzaam langs
de schoonste dreven van Soest reed, belang
stellend opnemend den groei en den blpei
van Soest, maar vooral genietend van bet
nog behouden oude; weilanden, met droome-
;rige koeien, met los daarop als 't ware
neergeworpen schaapskooien, meest in den
achternamiddag, wanneer de helle kleuren van
den dag vervagen in de stemmige kleuren
van den avondglans, wanneer het landschap,
nog natrillend van het warm beleefde, verzon
ken raakt in het onbestemd droomerige van
den stillen zomeravond.
Welke arme hier kende niet de gave van
Haar milde hand!
Hoeve]en van onze ingezetenen, die in kom
mer en bedruktheid zaten, werden niet door
Haar milde hand van zorg bevrijd. Elk jaar
met Kersmis werd namens Haar aan een zes
tig- k zeventig-tal gezinnen in deze gemeente
een Kerstgave bezorgd in den vorm van
warme onderkleeding dan wel warme dekking,
II.M. de Koningin na: de onthulling*
Baron van Heemstra, Secr. van H.M. de Ko
ningin; Hare Adjudant Van Holten tot Echten,
Freule van Tets, hofdame, en Lawick van
Pabst, ordonnans. j
DE SCHOOLKINDEREN ZINGEN.
Buitengewoon mooi en gevoelig klonk het
zingen der kinderen over het Kerkplein. Be
geleid door de Stafmuziek zongen zij het oude
O Heer, die daer Uw tent spreydt" uit Va-
lerius Gedenckklanck. Onder voortreffelijke
leiding van dirigent Van der Glas klonk de
zang zuiver en stemmig. H.M. luisterde vol
belangstelling naar dit lied.
BURGEMEESTER DEKETH SPREEKT
DE GEDACHTENISREDE UIT.
De Burgemeester sprak als volgt:
Majesteit. j
Het zij mij veroorloofd vóór de onthulling
van het monument, dat de burgerij vani
Soest met haar kenmerkende eenvoud heeft
opgericht en dat is gewijd aan Haar, die
een Koninklijk voorbeeld van toewijding,
trouw en liefde is geweest, die nimmer heeft
opgehouden, ons wèl te doen, en ten zegen
van een ieder te zijn, een enkel woord ter
herdenking te mogen spreken.
De tegenwoordigheid van Uwe Majesteit
geeft een bijzonder licht aan de plechtigheid,
welke gewijd is aan de nagedachtenis van
Haar, wier hart, naar de woorden van Uwe
Majesteit in de tot het Nederlandsche Volk
gerichte dank-radio-toespraak, ons allen heeft
omvat, die zich wist in te denken in de noo-
den van geheel het Volk, die steeds alles heeft;
gedaan, wat in Haar vermogen lag, om deze
nooden te verzachten. j
De sonore klanken van de doodsklokken,,
welke het Nederlandsche Volk kond hebben
gedaan van den diepen rouw, waarin dat
Volk werd gedompeld, zijn reeds lang weg
gestorven, maar diep, diep in ons aller ziel
blijft de groote ontroering van het heengaan
van die geliefde Vorstin. Innerlijk, diep in
ons, blijft de gedachte aan Haar, wier leven
was een dienen, een dienen van Volk en
Vaderland, een dienen, voortgesproten uit en
bestraald door die innerlijke groote, warme
liefde voor dat Volk en dat Vaderland.
Uw Volk is Mijn Volkl Heel Haar leven
heeft Zij de waarachtigheid van deze woorden
in Hare daden belichaamd uit werkelijken
innerlijken aandrang. Ligt in die ééne Naam,
waarmede ten slotte Haar Volk Haar in
groote dankbaarheid en steeds in diepen eer
bied heeft genoemd, de naam „Koningin
Moeder" niet besloten de groote, de diepe
vereering van gansch Haar VolkMoeder
van onze geëerbiedigde en beminde Koningin,
Grootmoeder van onze geliefde Prinses; en
bij dit al Moeder óók van Haar Volk. Dienen
uit innerlijken drang, en uit zielebewogenheid
door de aanraking van de hand des Almach-
tigen, die het gebod gaf: „Heb Uw naasten
lief". Zij had Haar Volk lief. Zij gaf veel,
zeer veeluit overmaat van eigen licht!
Licht, stralend, bezielend, geput steeds uit
de Eeuwige, onuitputtelijke Bron van Liefde.
Liefde voor Haar Gezin, liefde voor Haar
Volk, liefde voor Haar Vaderland; liefde,
steeds liefde straalde uit de overmaat van
eigen Jicht in dat groote, trouwe, Vorste
lijke Hart, van Haar komst hier te lande tot
Haar verscheiden toe. j
Van alle zijden en door verschillende peT-
sonen, is dat wondervolle, rijke leven belicht.
Dit ieven is dan ook als een fijn geslepen
diamant. Welk licht men daarop laat vallen.
Opname Foto-Voskuyl
benevens levensmiddelen.
De Koninklijke Naai- en Breischool
aan verschillende meisjes gelegenheid zich te
bekwamen in naaldkunstwerk.
Het is met groote dankbaarheid in het
hart,: dat hier gewag gemaakt mag worden
dat door bestiering van Uwe Majesteit met
deze liefdesarbeid mag en kan worden voort
gegaan. I
En wie, die ter kerke ging in het gebouw,
dat hier naast ons oprijst, heeft niet de
vriendelijke gestalte van onze Koningin Moe
der zien plaats nemen in da voor Haar en
Hare Verwanten bestemde bank, aandachtig
en devoot luisterend naar Gods Woord, waar
uit Zij putte voor Haar arbeid hier op aarde.
Onverflauwd bleef steeds Hare belangstel-
niet slechts oppervlakkig is voorbijgegleden,
voelde diep in zich die onzegbare band van
ons Volk met Oranje. Niemand, niemand kan
dien band verbreken! Wat er ook gebeure
ons Volk is één met OranjeUet gesloten
hart van den Nederlander was opengebarsten,
de diepgevoelde smart, besloten in dat hart,
moest naar buiten, moest zich uiten en had
zich geujt in dien stillen groet aan de baar.
Heei Nederland weende bij die baar, en
voelde mede de groote, diepe smart van
•het Kind en het Kleinkind van die Hooge
Edele Moeder en Grootmoeder, die is heen
gegaan. De smart van Oranje is ónze smart;
de blijdschap van Oranje is ónze blijdschap,
en dit hebben we den laatsten tijd mogen
beleven.
Majesteit! Het leven van de Koningin Moe
der is een zegenrijk leven geweest voor het
Nederlandsche Volk in het algemeen, doch
ook in het bijzonder voor onze gemeentenaren,
voor wie zij een onvergetelijke Bescherm
vrouwe is geweest. Onvergankelijk blijft de
herinnering aan dit Leven bij ons voortbe
staan niet alleen in de gedachte. Want
wanneer straks door de hand van Uwe
Majesteit, de gordijnen, welke thans nog de
beeltenis van Haar, wier heengaan voor ons
een groote droefenis blijft, zullen zijn weg
getrokken, en wij Haar beeltenis vóór ons
zullen zien, dan zal dat zien zeer zeker ons
hart met diepen weemoed vervullen, doch
revens zal het ons sterken in ons diepe be
sef, dat Zij ons is geweestHet vootbeeld
van groote Trouw., Liefde en Toewijding....
aan Volk en Vaderland tot 'in den dood,
en- dat wij dat Voorbeeld hebben te volgen.
En daarom is het mij eene behoefte Uwe
Majesteit de verzekering te gev!en van onze
trouw, ónze liefde en ónze - .toewijding aan
Haar, Haar Huis en ons Volk.
Menschelijke woorden zijn onvolkomen
klanken van wat diep in den mensch de
ziel beroert. Ook deze hier gesoroken woor
den. Woorden van liefde tot de overleden
Vorstin, misschien reeds eerder gesproken
ik weet 't niet maar mij dunkt toch altijd
weer nieuw, omdat ze weer 'uit een andere
br.on Wellen. Menschelijke woorden! Doch
luisterend naar de S.tem van Hem, uit Wien,
door Wien en tot- Wien alle dingen zijn, die
onze geliefde Koningin Moeder heeft opge
roepen, omdat Haar taak hier op aarde was
vervuld, kunnen wij slechts stamelen;
Heer, Uw wiJ geschiede, niet de onze.
Wij denken slechts uit menschelijke overwe
gingen, Gij denkt in Goddelijken rade.
Onmiddellijk hierop speelde de Stafmuziek
„Wilt heden nu treden".
DE VOORZITTER VAN HET
COMITé SPREEKT.
Notaris A. O. Dammers trad vervolgens
naar voren en sprak aldus:
Majesteit.
Dat Uwe Majesteit aan dit plechtige oogen-
blik de hooge wijding van hare tegenwoor
digheid heeft willen verleencn, vervult ons
Comité met groote dankbaarheid.
Het was voorzeker een gelukkige gedachte
van onzen gemeente-secretaris, den Heer Ba-
tenburg, om te trachten in deze gemeente
H.M. begeeft zich' naar het monument.
Opname Foto-Voskuyl
Iing in alles wat de gemeente Soest 'betrof^
Zij deelde steeds in al het wel en wee van
Soest. Wie onzer gedenkt niet met innige
dankbaarheid aan de groote belangstelling
door de Koningin Moeder betoond, toen Soest
eenige jaren geleden feest vierde, omdat reeds
900 jaren geleden van deze gemeente in een
schriftuur gewag gemaakt werd en Soest der
halve toen reeds bestond. Met Hare Hooge
tegenwoordigheid toch vereerde Zij de naar
aanleiding der herdenking van det heugelijke
feit in de kerk gehouden plechtigheid.
Onze Konigin-Moeder was een onvergete
lijke ware beschermvrouwe voor deze ge
meente. j
Ik las ergens deze woorden: „Op elke
doodenbaar ligt de wondervolle sleutel tot het
levensmysterie". De wondervolle sleutel tot
het levensmysterie .van onze overleden Ko
ningin Moeder lag op en bij Haar baar. De
liefde van gansch een Volk straalde naar
de Doode, omdat de Doode Haar groote
warme liefde had doen stralen naar dat Volk.
Duizenden, tienduizenden trokken langs de
baar, weenend, het hoofd ootmoedig buigend,
met de hand weemoedig groetend, een stil
bloemenoffer brengend, diep geroerd, de door
tranen omfloerste oogen liefdevol gericht op
de baar, jong en oud, rijk en arm. Welk
een liefde van het Volkl Maar welk een
liefde bezat Zij dan niet. En ómdkt Zjj dat
Volk liefhad met geheel Haar hart, had dat
Volk Héar lief met geheel Zijn hart, en....
weende. De wonderolie sleutel. De sleutel
der liefde.
Groote, diepe ontroering, was in het hart
van ieder Nederlander. En wie die dagen
de aebeurtenissen heeft mede beleefd, cn
te komen tot 3e oprichting van een een
voudig gedenkteeken, gewijd aan de nage
dachtenis van H.M. de Koningin-Moeder.
Een eenvoudig gedenkteeken.
Eenvoudig niet alleen, omdat de tijdsom
standigheden niet gedoogen iets grootsch te
stichten, maar ook omdat dit H-M. de Ko
ningin-Moeder het meest welgevallig zou zijn
geweest.
In deze Gemeente, gelegen in de onmid
dellijke nabijheid van Paleis Soestdijk, waar
H.M. de Koningin-Moeder zoo vele jaren
des zomers korter of langer tijd vertoefde,
behoort Soest toch zeker naast de Residentie
tot de plaatsen, waar de herinnering aan
Haar nog zoo levendig is en waar een dus.
danig monument mocht verrijzen.
Geen wonder dan ook, dat het denkbeeld
overal warme belangstelling ondervond.
Een Comité, samengesteld uit bestuursleden
van diverse vereenigingen hier en in Soester
berg, dat zou trachten het denkbeeld ten
uitvoer te brengen, was dan ook spoedig
bijeen.
Onverwijld heeft het Comité, bijgestaan door
véle damps en heeren, een aanvang gemaakt
met zijn werkzaamheden en al spoedig waren
de gelden bijeen, om tot de oprichting van
een eenvoudig gedenkteeken te kunnen over
gaan.
Nadat het Comité de gedachte aan een prijs
vraag moest laten varen, heeft hèt Comité
de opdracht verstrekt aan den Heer van
Beers, architect te Huis ter Heide, die door
bemiddeling van Prof- Huib Luns in verbin
ding is gekomen met den beeldhouwer, den
Heer Etienne.
Het _door deze vervaardigde beeldhouw
werk' geeft zoo'n treffende gelijkenis met tie|
beeld van H.M. de Koningin-Moeder, dat
het Comité moest zeggen:
Dat is de Koningin-Moeder, zoo hebbed
wij Haar zoo menigmaal door onze Gemeentel
zien rijden, zoo kennen wij Haar, zoo leeft
Zij in onze herinnering voor ons voort.
Een woord van dank voor hetgeen dia
Heeren voor de oprichting van het gedenk^
teeken hebben gedaan, is hier dan ook wei opl
zijn plaats.
Over de plaats, waar het gedenkteeken
moest verrijzen, heeft nimmer eonig verschil
van meenig bestaan.
Hier in het midden der Gemeente, tegen*
over de Kerk, waar H.M. de Koningin-Mo©*
der geregeld de godsdienstoefeningen placht
bij «te wonen als Zij op Soestdijk vertoefde^
hier was de eenige en aangewezen plaats,
de plek, die er zich zoo bij uitstek toe leendej
Aan de goede zorgen van de Gemeente
danken wij het, dat het monument thans
staat in een plantsoen, ontworpen door den
Heer Kraaijenbrmk, in een omgeving, zooi
geheel met het gedenkteeken in overeen
stemming.
En wanneer dan straks, in het daarvoor
geschikte jaargetijde het monument steeds van
groen en bloemen is voorzien, zal, bij het
zien van de beeltenis van H.M. de Koningin*
Moeder menige gedachte levendig worden ea
menige herinnering rijzen aan de Edele Landsi
vrouwe, die op zoo uitnemende wijze do
harten van het Nederlandsche Volk in het
algemeen en die van de Soester bevolking in
het bijzonder heeft weten te winnen.
Mag ik mij thans veroorlooven tot UwO
Majesteit het verzoek te richten tot de ont
hulling van het monument te willen overgaan?
Nadat de voorzitter zijn rede had beëin
digd stond H.M. de Koningin op en beant
woordde dien met een korte toespraak.
H.M. DE KONINGIN SPREEKT.
Mijnheer de Voorzitter van het Comité:
„Het is Mij een bijzondere voldoening, dat
het Mij mogelijk was, heden hier aanwezig
te zijn en gevolg te kunnen geven aan nw
verzoek, het monument ter nagedachtenis
van Mijne geliefde Moeder opgericht per
soonlijk te onthullen, temeer daar dit de liefde,
de trouw en de toewijding vertolkt van da
bevolking van geheel Soest.
,Het waren hechte en zeer bijzondere ban
den, die deze gemeente aan Haar verbonden.
Groot was Hare belangstelling en groot wa»
Hare liefde voor de bevolking. Hare daden
hebben dit menigmaal bewezen. De gevoel
volle woorden, welke u, mijnheer de burge
meester, en u, mijnheer de voorzitter van het
comité, aan Haar hebben gewijd, hebben Mij
diep getroffen. Waar dit gedenkteeken voor
Mij het symbool is van de liefde, welke het
gemeentebestuur en de ingezetenen van Soest
Mijne Moeder toedroegen, daar ga Ik thans
gaarne over tot de onthulling van het door
u opgericht monument".
Onder ademlooze aandacht gaf H.M. hier
na door het bewegen van een bel het sein tot
DE ONTHULLING
van het gedenkteeken. De dames Deketh en
Dammers schoven langzaam het rood-wit-
blauwe dundoek hetwelk relief en inscriptie
dekte, terzijde. Tegen het dieproode steen
waarvan de zuil opgetrokken is, zag men nu
de beeltenis van H.M. Koningin Emma, uit
gevoerd in azchtcreme Fransche kalksteen-
Treffend is de gelijkenis. De heer H. J.
Etienne, leeraar aan de Technische Hooge-
school te Delft, leverde hiermede een koste
lijk stuk werk.
Tijdens de onthulling speelde langzaam en
plechtig de Stafmuziek het Waldeck Pyr-
montlied.
DE KONINGIN BEZIET
HET MONUMENT.
H.M. begaf zich hierop, begeleid door deö
Burgemeester, naar het gedenkteeken. Hef
Gemeentebestuur en Haar Gevolg traden
achter Haar. H.M, trad tot vlak voor bet
monument, bezichtigde geroerd en beeltenis
Harer Moeder en legde dan persoonlijk een
fraaie bouquet fresia's neer aan den voet
van het monument.
Terugtredend tot op eenigen afstand nam
de Koningin het geheel belangstellend la
oogenschouw, waarbij overduidelijk bleek, hoe
zeer het monument H.M. beviel.
Nadat de Koningin weer in het paviljoen
had plaatsgenomen, had de
OVERDRACHT VAN HET MONUMENT
AAN HET GEMEENTEBESTUUR
plaats. Notaris Dammers sprak het volgendot
Mijnheer de Burgemeester.
Nu H.M. de Koningin on de hooge eer
heeft aangedaan het monument ter nagedach
tenis van H.M. de Koningin-Moeder te ont
hullen, zou ik gevoegelijk namens het Comité
het gedenkteeken aan de Gemeente Soest
kunnen overdragen.
Ik wil dat echter niet doen, alvorens in
herinnering te hebben gebracht de grootu
medewerking, die wij van U, het Collego
van B. en W. en den Raad in deze hebben\
ondervonden.
Reeds van den aanvang is ons gebleken,
hoe sympathiek Gij tegenover het denkbeeld
tot oprichting van een monument ter na
gedachtenis van H.M. de Koningin-Moeder
stond en wij hebben ondervonden, hoe alia
moeilijkheden m den kortst mogelijken tijd
werden opgelost.
Het Comité zegt U daarvoor vair dcz«
plaats hartelijk dank.
Het Comité zegt voorts dank san allen,
die in welken vorm aan de totstandkoming
van het monument hebben mede gewerkt.
Het Comité weet, dat die medewerking
met groote liefde heeft plaats gehad en ia
er dan ook zeer erkentelijk voor-
Tenslotte een woord van dank aan allen,
die hoe- en op welke wijze dan ook hun
m.ade\verkin<i hebben verleend en hebben hu*