Van handgranaten tot afweerkanonnen Dc infanterie ruikt anders dan de artillerie, tenminste voor de legerhonden Het probleem van afweer voor de pantserwagens VLIEGTUIGREPARATIE TUSSCHEN HEMEL EN AARDE. EUROPA WAPENT ZICH Minister-president Baldwin uitte in een politieke vergadering de volgende woorden: „Een land, dat niet bij machte ig, de noo- dige voorzorgsmaatregelen voor zijn ver dediging te nemen, zal nooit macht in deze* wereld hebben, noch moreel, noch mate rieel!" Deze woorden van den Brltschen minister president zijn ten deele zeer zeker Juist: ten deeie, zij hebben gelding voor het oogenbllk. Maar ook Baldwin kan niet in de toekomst kijken en dus mogen wij blijven hopen, dat er eens een tijd komt, waarin het verstand de heb zucht heeft overwonnen, m.a.w. dat men niet Zoo geldt hetzelfde voor de afweer door middel van tanks wat een herdershond doet bij de kudde, aan het begin, in het midden en aan het eind der kudde steeds de veiligheid verzekeren, dat moet de tank doen bij de troepen. Wij willen nu iets zeggen over de plaats van den hond in het leger. Waartoe echter vraagt men zich onwillekeurig af, gebruikt het leger tegenwoordig nog honden als middel om berichten over te brengen? Is dat in een tijd van telefoon en radio dan niet overbodig? De hond is ook thans nog voor het leger een gewichtig en mis schien het meest geliefde middel voor het overbrengen van berichten. Want al de tech nische middelen tezamen werken alleen on der normale omstandigheden; de radio kan gestoord worden door verschillende oorza ken, telefoonleidingen kunnen stukgescho ten worden, lichtseinen zijn bij nevel bijna meer de noodige voorzorgsmaatregelen voor zijn verdediging behoeft te .nemen. Het is de plicht van alle menschen, de ontwikkeling in deze banen te leiden. Helaas moet men echter vaststellen, dat velen, al te velen dezen plicht nog niet begrepen heb ben. En inderdaad is de toestand op het oogen- blik zoo, dat men ieder oogenblik klaar moet staan om zijn rechtmatig verworven bezit, ook. 'ndien dit niet impliceert, dat anderen hierdoor ;e kort gedaan worden, te verdedigen tegen de krachten, die zich ..dynamische" noemen waarbij dynamisch dan een ander woord voor' oorlogszuchtig is. Noodgedwongen moet dus ook het meest vre delievende land er een leger en eventueel eéh vloot op na houden. En de omvang daarvaü wordt bepaald door zijn sterksten belager. Daar uit volgt, dat alles wat op militair terrein ge-, beurt, niet bepaald wordt door de goeden, maai door de boozen van wil. Een weinig verheffen de toestand, inderdaad. Om zijn land tegen aanvallen te kunnen ver dedigen, moet men met de wapens kunnen om gaan. Een lang niet gemakkelijke taak, nu deze wapens zoo langzamerhand ingewikkelde ma chines zijn geworden. Maar daarvoor heeft m^il den algemeenen dienstplicht. Behalve de gewone krijgsdienst, het lee- ren gehoorzamen, marchéëfèn, hét hahtÈ&A ren en uit elkaar haléh van een gé#Sfer, het leeren schieten, hééft de soldaat tégen-' Voordig nog vele antfêre dingen te leéren. ■Noemen wij slechts enk'éle voorbeeldent luchtafweer, gasaanvallen, het leeren om gaan met tanks en hét afweergeschut zoo- ,wel voor vliegmachines, oorlogsbodems als voor de gepantserde wagens, afweer voor tanks! Wat klinkt dit eenvoudig en toch, hoeveie problemen heeft men met dit eene .woor-d aangeroerd! Toen in de tweede helft van den wereld oorlog plotseling de langzaam, maar gesta dig, zich overal overheen werkende tanks verschenen, die op rupsbanden liepen, zelfs door water en vuur gingen, moest men zich behelpen met de eenige wapenen, die men had; dit waren handgranaten, machinege weervuur op de kijkgaten gericht, licht veldgeschut, terwijl iets laten geweren van .zwaarder .kaliber en cfok zwaardere machi negeweren de eerste afweerwapenen waren. Worden deze door bekwame soldaten .ge hanteerd, dan is het mogelijk een tankover val af te slaan. Tengevolge van de vrijwel geheele mo toriseering van het geschut werd de vraag aaar afweerwapenen van de vijandelijke gepantserde strijdkrachten spoedig zeer dringend en zoo ziet men overal, dat de Verschillende legers zich snel bewegelijke, gepantserde kanonnen en machinegeweer wagens aanschaffen om den gepantserden aanval af te slaan. Vanzelfsprekend gaat het daarom wapenen te construeeren, die in staat zijn, de gebruikelijke pantsers van allerlei soort strijdwagens te doorboren, dus zoowel voor de snelle gepantserde voertuigen die door cavallerie in de meeste landen worden gebruikt als voor de tanks van zwaar geschut voorzien. Het ligt echter voor de hand, dat slechts het „juiste schot" ondersteund door een zeer nauwkeurig werkend optisch instru- der infanterie door en naast elkaar gaan en de wegen, die de honden hebben af te leggen, zich vaak kruisen, heeft men de honden der ar tillerie aan een andere lucht gewend dan die der infanterie. Iedere hond blijft nu bij zijn eigen geur. Voor een hond ruikt dus inder daad de cavallerie an ders dan de infanterie. De meest gewensch- te eigenschappen van een .legerhond zijn wel, dat hij zich niet te veel aan één van de soldaten hecht, doch zich ook weer niet door een ieder laat lok ken. Hij moet tegen scherpe geuren kun nen. Hij moet een galoppeerenden gang hebben, maar geen draver zijn, niet te kort behaard; hij moet bestand zijn tegen aller lei weersgesteldheid en ook door prikkel draadversperringen kunnen kruipen zon der zich te verwonden. Hij moet zooveel mogelijk de kleur van het landschap heb ben. Het beste eigent zich de herdershond voor dit werk, hoewel hij een draver is. Als een hond anderhalf jaar oud is, be gint de opleiding. De leeftijdsgrens voor het leger is meestal zeven jaar, dus tame lijk laag, zelfs voor een hond. En daarna? De legerhond heeft het daarna goed. Ze krijgen genadebrood zonder andere dien sten te behoeven te verrichten. Maar over het algemeen eten de dieren dit genade brood niet lang, want de soldaten, die zich aan de dieren hebben gewend, krijgen, als zij het aanvragen, meestal toestemming den hond mee naar huis te nemen, waar de dieren het dan nog jaren lang goed kun nen hebben. 'ment zijn werk kan doen tegen deze snel •'bëwegefï&e wSgens. Dientengevolge heeft men afweergeschut gemaakt én machinegeweïéh vaii liber, die de pantserplatën met grootë" kracht stukschieten. Een verdere stap voor uit is het, deze afweerwapenen over alle legerafdeelingen te distrubueeren, die in 'n eventueelen oorlog tegenover pantserwa gens kunnen komen te staan. Zoo zien w|j dat infanterie, cavallerie, artillerie, maar ook de pantserkolonnen zelf in stijgende mate met pantserafweerwapenen worden uitgerust. Door de erkenning van deze vorderingen zijn alle moderne legers begonnen hün weer wapenen te motoriseeren, waarbij ver schillende wegen zijn ingeslagen, naast afweergeschut en zware machinegeweren, die door gepantserde rupswielentanks trokken worden, vindt men afweergeschut op gemotoriseerde gepantserde onderstellen, vast gemonteerd. Hand in hand met de technische vol maaktheid der afweerwapenen gaat het streven door een bijzonder goed berichten - systeem om ieder oogenblik in staat te zjjn op de door vijandelijke tanks bedreigde plaatsen zoo spoedig mogelijk met het af weergeschut te verschijnen. De draadlooze telegrafie is hiervoor wel het aangewezen hulpmiddel en de moderne legers schijnen op dit gebied reeds een hooge graad van ontwikkeling te hebben bereikt. Ook de vliegers moeten het hunne er toe bijdragen deze afweer nog grooter en doeltreffender te maken. Bijzondere eischen stelt het probleem als het er om gaat marcheerende troepen tegen de tankovervallen te behoeden. Want een door pantserwagens overvallen troepen af- deeling moet met de zwaarste verliezen rekening houden, als ze niet over voldoen de afweergeschut beschikt. BIJ DE ILLUSTRATIES: Hierboven: Het nieuwste wapen tegen de pantserwa gens is het pantserafweerkanon, een geschut met klein kaliber voor directe schoten, welk wapen op wielen met rubberbanden rust. Van links boven naar rechts beneden: De tanks met hun rupsbanden gaan steeds recht op hun doel af. De militaire honden worden in kennis ioed verzorgd en met veel geduld afgericht De afdeeling zware artillerie op het oefenveld. De pantserwagens, wiens ontwikkeling sinds den oorlog nieuwe wapenen noodig gemaakt heeft. Links beneden: Oefeningen met pantserwagens. of in het geheel niet te zien. Als alle appa raten en machines falen, dan is de mensch op zichzelf aangewezen. Als bij de berich tendienst niets meer te gebruiken is, dan heeft men nog altijd den hond. En dat is het, wat boven de liefde van den mensch tot het dier juist de legerhond in de troep zoo gewaardeerd maakt. In vele landen hébben verschillende Infanterie- en artillerie-regimenten een aantal van déze honden. Iedere hond loopt tusschen twee soldaten in. En wat doen dedieren? Hun voornaamste taak is het overbren gen van bericlitèn, die zij in een kokertje aan den halsband dragen. Moet een hond nu van een afdeeling uit een bericht naar een andere afdeèling overbrengen, dan hebben zij een kunstmatig spoor te volgen. Daarvoor wordt een zekere reukstof bruikt, die men op den bodem druppelt. Op deze manier is het mogelijk een spoor van vijf kilórnèter leftgte te maken, waar- langs de hondKëen*en weer gaat. l tiÉwtiwittefRjrc Daar nu de posten van de artillerie en die uit het toestel en constateerde tot zijn schrik, dat een gedeelte van het landings gestel had losgelaten van den romp van de machine. Een landing in dezen toestand was onmogelijk. Het apparaat zou onge twijfeld vernield zijn geworden, waarbij het hoogstwaarschijnlijk in brand zou zijn gevlogen. De vlieger, die vulpen noch potlood by zich had, was evenwel zoo vindingrijk van een der vrouwelijke passagiers een lippen stift te leenen. Hiermee krabbelde hij op een vel papier enkele woorden. Hij ver zocht vanaf het vliegveld een andere ma chine te doen opstijgen, die hem een sterk touw kon brengen en het papier, waarop hij zijn verzoek had neergeschreven, wierp hij omlaag. Weldra stegen twee vliegtuigen van het veld op en trachtten de machine, welke in nood verkeerde, een touw toe te wer pen. Doch alle pogingen mislukten. Tenslot te kon de piloot van het gehavende toestel de vlucht ook niet eindeloos voortzetten; de brandstof raakte op en men móest on der alle omstandigheden trachten te lan den. Toen bood een 22-jarige jongeman, die tot de passagiers behoorde, van beroep een bakkersknecht, zich aan, om te trachten het landingsgestel te repareeren. Hij boog zich zoo ver mogelijk over den rand van het vliegtuig, werd door medepassagiers aan de voeten vastgehouden en zweefde alzoo letterlijk tusschen hemel en aarde. In dezen benarden toestand gelukte het nem het landingsgestel zoo te bevestigen dat de landing geen gevaar zou kunnen op leveren. En inderdaad kon de piloot de machine een kwartier later „op den grond zetten". De vele honderden menschen, die het adembenemend waagstuk van den jonge man vanaf den grond hadden gadegeslagen, bereidden den bakkersknecht een enthou- nrAiranflcfr r-,rC fTAt «liAflypIr])

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1937 | | pagina 4