hieuw o$favsie$ ioi behaud
van den vted&l
UUwxeulcwvcUdt Ovevzicht
WdUotn.... Schaownoak!
Biui&rtahdscU Oi/evziM
Indien een zoo pacifistische na
tie als Engeland zich gedwongen
ziet, in het loopende financieele
jaar viermaal meer geld voor mi
litaire doeleinden uit te geven
dan in het jaar 1913-1914, kan
men daaruit slechts de conclusie
trekken, dat de strijd tegen het
militairisme voorloopig verloren
ls. Aan de consequenties, welke
uit dit weinig verheffende feit
voortvloeien, zal men zich niet
kunnen onttrekken; Nederland
svenmin als Engeland. Ook wij
sullen onze bewapening moeten
opvoeren, zij het tegen wil en
flank. Maar anderzijds mag men
den moed niet verliezen, dat er
nog eens een andere dan de zoo
gevaarlijke gewapende vrede tot
stand komt en moet elke factor,
die den vrede kan dienen, onze
volle belangstelling blijven be
houden. Nu is het dikwijls lang
niet gemakkelijk om vast te stel
len, welke factoren den vrede wèl
sn welke den vrede niet dienen.
Wellicht herinnert men zich nog
het groote internationale vredes
congres, dat verleden jaar op het
Initiatief van den 'bekenden pa
cifist "lord Cecil te Brussel bijeen
kwam. Bij die gelegenheid heb
ben wij er op gewezen, hoe wei
nig eigenlijk van dergelijke con
gressen te verwachten valt. „Het
geheel heeft iets weg van een
bijeenkomst van antilopen, die er
tegen protesteeren, door de pan
ters verscheurd te worden" schre
ven wij. En de feiten hebben ons
In het gelijk gesteld: ondanks
hun protest worden de antilopen
nog steeds door de panters be
dreigd.
Nu is er dezer dagen te Berlijn
een ander congres bijeengeko
men. Wij meenen het internatio
nale congres van oud-strijders,
dat tenslotte geleid heeft tot de
instelling van een „Permanente
Internationale Commissie van
Frontsoldaten". Deze commissie
heeft tot taak „de moreele krach
ten van de oud-strijders ir> dienst
van de zaak van den vrede te
stellen."
Mag men nu verwachten, dat
het werk van deze commissie
meer vrucht zal dragen dan dat
van lord Cecil en zijn medestrij
ders?
Het goede voornemen, in dienst
van den vrede te werken, ls zoo
wel voor oud-strijders als voor
ledér ander, afhankelijk van twee
voorwaarden. Eerstens moeten er
werkelijk factoren aanwezig zijn,
die den vrede bedreigen. Twee-
flens moet de mogelijkheid be
staan, deze factoren tegen te
werken. Den vrede kan men
tlechts daar dienen, waar hij te
genstanders heelt, en slechts dan,
wanneer men in staat is, deze
tegenstanders te bestrijden. Dit
valt niet te ontkennen. Ook be
sturen van organisaties van oud
strijders kunnen de natuurwet
ten niet veranderen.
Zijn er landen, waarin zekere
machten niet den vrede, maar
den oorlog willen?
Hitier, die de oud-strijders
heeft toegesproken, antwoordt:
„Waar oud-strijders regeeren, is
dat uitgesloten. Die wenschen den
vrede." Hoe de Duitsche rijks
kanselier tot deze these komt, is
intusschen niet gemakkelijk te
begrijpen. In zijn boek „Mein
Kampf" en in vele redevoeringen
die hij voor 1933 gehouden heeft,
eischte hij den oorlog tegen
Frankrijk. Men verontschuldigt
hem thans met de verklaring, dat
hij toen nog geen verantwoorde
lijk staatsman was.-Natuurlijk is
dat juist, maar frontsoldaat was
hij!
Waar zijn nu factoren aanwe
zig, die den vrede bedreigen? Wil
len de Fransche of Engelsche an
ciens combattants beweren, dat
hun regeering of aanzienlijke
deelen van hun volk oorlogs
zuchtig zijn? klaarblijkelijk ont
breekt bij hen de eerste voor
waarde tot het verrichten van
diensten voor den vrede zij mis
sen namelijk tegenstanders. In
dien er ergens waarlijk een mili
taire geest heerscht, dan hoog
stens in Italië, Duitschland, Rus
land en Japan dus voor een
deel in landen, waar oudstrijders
zelfs regeeren. Daar echter de
„moreele krachten" ten gunste
van den vrede door een ieder
slechts in het eigen land ont
plooid kunnen worden, is de Per
manente Internationale Commis
sie van Frontsoldaten reeds van
tevoren tot onvruchtbaarheid ge
doemd.
Tenslotte komt het hierop neer
dat de oud-strijders in democra
tische landen, in het bijzonder
gedurende iedere crisis, met een
beroep op den vredeswil van hun
kameraden in de dictatoriale sta
ten hun regeeringen zullen trach
ten af te houden, van iedere
maatregel, die door den tegen
stander ten rechte of ten on
rechte als 'n onvriendelijke daad
zou kunnen worden beschouwd,
ook al zou deze daad, gezien de
omstandigheden, nog zoo noodig
zijn. De kameraden van daar
ginds echter zouden nimmer in
staat zijn, iets dergelijks te on
dernemen. Als goede volgelingen
willen en moeten zij den leider,
die hun vertrouwen heeft, vol
gen.
Wij gelooven dan ook niet, dat
de nieuwe internationale com
missie van frontsoldaten, niet
toevallig te Berlijn ten doop ge
houden en niet toevallig onmid
dellijk door Rome tot. een bezoek
uitgenoodigd, veel voor den vrede
zal kunnen presteeren.
Het Paleis Soestdflk wordt Ingericht. la verband hiermede
heerscht er groote bedrijvigheid om en nabjj het paleis. Het per
soneel van H.M, de Koningin is beilg met de verhuizing,
Hoog water alom in het land.
Schier alle rivieren in ons land
zijn tot een hoog waterpeil ge
wassen, en 't aantal overstroom
de polders, wegen en landerijen
is legio. In de afgeloopen week
heeft men dan ook veel last on
dervonden van het' hooge water,
want ettelijke pont- en veerdien
sten moesten worden stopgezet,
en vele boerderijen, soms vaak
zelfs heele dorpen, werden vol
komen geisoleerd, zoodat het ver
keer slechts onderhouden kon
worden per roeiboot. De Beersche
overlaat is begonnen té werken,
zoodat een gedeelte van hetBra-
bantsche land onder water stond,
en in vele plaatsen, zooals Arn
hem, Nijmegen en Zutfen, ston
den de kaden aan de rivieren
blank. Op het oogenblik dat dit
overzicht wordt geschreven zijn
er nog geen berichten gepubli
ceerd omtrent een val van het
water, doch toch schijnt het
hoogtepunt reeds voorbij te zijn,
zoodat het water hopelijk snel
wederom op normaal peil zal ko
men. Het water heeft dit jaar zoo
hoog gestaan, als in jaren het
geval niet is geweest, en de Beer
sche Overlaat werkte ditmaal
voor het eerst sinds zeven jaar.
Over het algemeen schijnt de
schade echter niet belangrijk te
zijn, hoewel op sommige plaat
sen, waar het water, na den vo-
rigen hoogen waterstand, weer
gevallen is, een ware plaag op
treedt, en wel in den vorm van
emelten. Deze onaangename,
vraatzuchtige larven richten veel
schade aan in gras- en koren
land, daar zij de malsche wortels
aanvreten. Gansche stukken land
zijn belegerd door de larven, en
hier en daar zijn er plekken gras
land en dergelijke volkomen ver
nield, doordat de wortels door de
dieren zijn aangetast.
Nieuws omtrent de K.L.M.
Dat onze K.L.M.-dienst, zoowel
als -piloten er mogen zijn, is in
de afgeloopen week wederom eens
bewezen. Het K.L.M.toestel „Edel
valk", dat eenige dagen met twee
dagen vertraging te Medan arri
veerde, had op de Indlëroute met
zwaar noodweer te kampen, waar
door deze achterstand veroor
zaakt werd. Vooral tusschen Ro
me en Calcutta heeft het ver
scheidene malen zwaar gestormd
en zelfs gesneeuwd, en bij Cal
cutta vroor het op een hoogte
van 3500 meter zoo hard, dat de
bloemen op de ruiten kwamen!
Gezagvoerder Sillevis heeft het
toestel echter veilig door den
storm weten te loodsen, en ten
slotte landde het vliegtuig met
den naar verhouding geringen
achterstand van bijna twee da
gen veilig op het vliegveld van
Medan.
Te Parijs is tusschen de ver
tegenwoordigers van de K.L.M. en
de Fransche luchtvaartmaat
schappij Air France een overeen
komst gesloten over een nieuwe
luchtlijn der K.N.I.L.M. Batavia-
Saigun. De opening van deze
nieuwe lijn, welke een schakel
vormt in de verbinding Neder-
landsch-IndiëChina, kan dus
binnenkort worden tegemoet ge
zien.
De heer Plesman en jhr. Rens-
dorp, die te New York zijn aan
gekomen teneinde besprekingen
te voeren omtrent een nieuwe K.
L.M.lijn Batavia-Maniila op de
Philippijnen, -verleenden aan de
vertegenwoordigers der United
Press te New York een interview,
waarin zij verklaarden, dat de
K.L.M. zich krachtig zal verzet
ten tegen een voorgesteld Britsch
-Amerikaansch „monopolie" voor
den trans-atlantischen lucht-
dienst. Deze landen beramen na
melijk, Ierland te reserveeren
voor hun landingen, doch zij ver
liezen uit het oog, dat er spoedig
andere landen zullen zijn, o.a.
Nederland, die vliegtuigen heb
ben, met zulk een groote vlieg-
radius, dat zij in staat zijn Ier
land als landingsplaats uit te
schakelen.
In de Hertenkamp in de gemeen
te Bergen wordt een ooievaars
nest gebouwd. Het optrekken van
de takkenbossen voor het nest.
De aller „schoonste" levenstijd,
Waarmee je ega je verblijdt.
Op zeek'ren ochtend aan 't ontbijt,
Wanneer ze plots onvoorbereid
Zoo hardop in d'r eentje zeit:
Ziezoo, het is weer schoonmaaktijdl
Dié is thans aangebroken
Je gangen staan weer boordevol,
Je kamers zijn weer leeg en hol,
't Karpet ligt aan een langen rol
(Waarover ik in donker tól!)
De heeleboel is stapeldol,
En haal het vast niet in je bol
Te praten overkoken!
Je vrouw heeft toch geen tijd ervoor.
Ze jaagt onafgebroken door,
Ze heeft voor niets meer oog of oor.
Ze ruikt naar boenwas #n naar gloor.
Ze taalt niet naar het gascomfoor,
Ze drilt, als een sergeant-majoor
Een ieder, die haar nadert
Je schrijfbureau staat in de hal
Je boeken liggen óveral
De stofzuiger, die zoemt je mal.
Je spuwt je nijd uit en je gal
Je noemt je huis een paardenstal
En in het uiterste geval
Verdwijn je, en.vergadert"!
De meubels geuren van de was.
En in de serre ligt een plas.
En daarin drijft je nieuwste das
Tezamen met je actetasch,
En 't winkelhaakje in je jas
Ontdek je na drie dagen pas,
Althans, dat is te hópen
Totdat op zeek'ren dag, zoowaar,
Je van kantoor komt, en.\.. ziedaar:
Het is gedaan weer voor een Jaar,
De schoonmaak is eindelijkklaarI
En nog wat suffig en wat gaar
Be-glimlach je ereis elkaar,
Het is weer afgeloopen!
toonen. Een der dieren is dan
ook door het Leidsche Museum
aangekocht; het skelet zal voor
het publiek vorden tentoonge
steld.
Het Prinselijk paar op Mittersill.
Het Prinselijk Paar bevindt
zich nog op het Kasteel Mittersill
waar Prinses Juliana en Prins
Bernhard nog /olop kunnen ge
nieten van het mooie winterweer
en de sport, en niet te vergeten
van de vele mdere geneuchten,
welke Mittersill biedt. Prins Asch
win, de broer van Prins Bern
hard, is thans ook 'in het kasteel
aangekomen, en tezamen worden
vele tochten ondernomen. Ook
aan het Salzburger Fest, dat de
zer dagen te Mittersill werd ge
houden, hebben de Vorstelijke
gasten deel genomen, en zij heb
ben zich niet onttrokken aan de
traditie, dat dit feest moet wor
den gevierd in de „Dirndl"dracht
en de grijs-groene jachtcostuunis
die indertijd door Keizer Franz
Josef op zijn buitengoed te Ischl
tot hofdracht werden verheven.
Congres der SJD.A.P.
De S.D.A.P. heeft Zondag haar
jaarlijksch congres gehouden, 't
Belangrijkste hier genomen be
sluit is wel het prijsgeven van
het principe der nationale ont
wapening. Ook de S.D.A.P. erkent
thans de noodzaak van een na
tionale weermacht. De partij is
van meening, dat, indien de de
mocratische landen bedreigd
worden, ook Nederland zich niet
afzijdig mag houden.
Ontploffingsramp in België.
In een Belgisch legerkamp
heeft een verschrikkelijke ont
ploffing plaats gehad. Deze ramp
die in de buurt van Antwerpen
gebeurde, eischte zeven dooden,
terwijl meerdere onder-officieren
zwaar gewond werden. Verschil
lende landen betuigden hun deel
neming en een ieder sprak over
deze tragische gebeurtenis. En
het ls ook in-droevig, want hoe
veel families worden nu niet in
rouw gedompeld. Maar dan zien
we naar Spanje en we moeten er
kennen, dat we ons haast niet
meer realiseeren, dat daar da
gelijks vele en vele slachtoffers
vallen. Aan de berichten: zoo en
zooveel dooden zijn we gewend
geraakt. En nu heeft men uitge
rekend, wanneer in het gunstig
ste geval een einde aan
den burgeroorlog
kan komen. Dat is, wanneer er
geen vrijwilligers meer mogen
worden toegelaten en ook geen
oorlogsmateriaal wordt aange
voerd. Natuurlijk is de oorlog dan
niet direct ten einde, maar op
den duur zal men dan toch moe
ten ophouden „uit gebrek aan
menschen en krijgsmateriaal".
M.a.w. er zal nog heel wat ellen
de en leed in de Spaansche lan
den geleden moeten worden, voor
de rust er weer gekeerd is.
Nu de meeste landen er in toe
gestemd hebben, maatregelen te
nemen, dat geen vrijwilligers
meer uit of door hun landen naar
Spanje vertrekken, achtte Frank
rijk den tijd gekomen, 'n stapje
verder te gaan,
In de Kamer verklaarde Del-
bos n.1., dat hij den Franschen
vertegenwoordiger te Londen op
dracht had gegeven, de niet-in-
mengingscommissie te verzoeken
de
Vrijwilligers terug te roepen.
Frankrijk wil hiertoe natuur
lijk zijn medewerking verleenen,
op voorwaarde, dat ook de an
dere landen dit doen. Gesteld
dat dit zoo is, dan heeft men een
plan in theorie, maar hoe moef
het in de practijk en hoe wil men
hierop controle uitoefenen?
Verder, zei Delbos, dat alleen
Spanje over zijn lot moet beslis
sen. En, vanzelfsprekend, zijn de
andere landen het daarmee eens.
Tsjecbo-Slowakije
kan nu ook bogen op een „Ka
mer-vechtpartij". Dit is de ^erste
in al den tijd dat het Tsjeclio-
Slowaaksche parlement bestaat,
't Is anders een rare gewoonte
om, zoodra een ander het niet
met je eens is, er maar op los te
gaan slaan.
In Abessyniê
zijn na verschillende arrestaties
de gemoederen weer zoodat tot
rust gekomen. In een rapport
aan den Duce heeft Graziani den
dood van Ras Desta bevestigd, hij
voegde er aan toe, dat de onder
werping van het land thans vol
tooid is.
In België
schijnt men den smaak van het
schreeuwen tegen ministers te
pakken te hebben. Terwijl minis
ter van Zeeland een rede voor de
leden van de Kamer van Koop
handel te Gent zou houden, werd
er geroepen „eruit, aftreden" en
dergelijke dingen meer. De po
litie moest eraan te pas komen,
waarna de vergadering door kon
gaan.
Potvisschen aangespeeld.
De Itallaansche dirigent Arturo Toscanlnl is in Den Haag aangekomen. Toscanlnl en z\jn
vrouw verlaten het hotel -Vieux Doelen''» waar zji hun Intrek hebben, genopign.
Men ls bezig de „Petrakls Nomlkos te herstellen, Nu de ver
nielde deelen zijn verwijderd kan men paa duidelijk zien hoe groot
de kracht yaa da ontploffing, ia geweest»
Enkele dagen geleden spoelden
er op een zandplaat In de Wes-
terschelde 2 eigenaardige reuzen
dieren aan, namelijk twee groote
potvisschen. Deze dieren, welke
de reuzen onder de walvischach-
tlgen worden genoemd, zijn in
deze streken betrekkelijk zeld
zaam. In vroeger eeuwen gebeur
de het vry vaak, dat dergelijke
dieren aanspoelden op onze kust,
doch sinds het jaar 1781 was het
niet meer voorgekomen, dat men
een potvisch vond. Des te inte
ressanter is het thans, nu er
twee volkomen gave en onbe
schaafde exemplaren zijn aange
spoeld, die uitstekend voor
doeleinden geschikt zijn, daar zij