Ofn de economische toekomst
{/oh Vlededand
Binnentondsc-k OveezCcht
Intieme Revue....
Bviienlondstk Ove&ziM
- -
Uit de cijfers, die het Centraal
Bureau voor de Statistiek zoojuist
heeft gepubliceerd blijkt, dat er
in Nederland aan het einde van
de maand Februari 1937 minder
geregistreerde werkloozen waren
dan aan het eind van de desbe
treffende maand in 1936. Waren
er aan het einde van Februari
1936 465.463 werkloozen inge
schreven, eind 1937 bedroeg dit
aantal 439.533. Zooals men ziet,
is de daling niet zoo heel groot,
n.1. 26.689. Maar desondanks moet
zij begroet worden als een symp
toom van algemeene opleving,
zulks te meer, daar ook tegenover
de maand Januari 1937 de werk
loosheid gedaald is en wel in
bijna alle beroepsklassen. Ziet
men af van kleine stijgingen in
het drukkersbedrijf, in de papier
industrie, in den mijnbouw, in de
visscherij en in den handel, dan
beweegt de daling zich over de
geheele lijn. Daar de daling in
de metaalnijverheid hier te lande
niet noemenswaard is, kan er
niet, zooals in vele andere staten,
gesproken worden van een „oor-
logsconjunctuur"? tpn dit is een
verblijdend verschijnsel. Want
slechts een algemeene opleving is
gezond, niet een hoogconjunctuur
In een bepaalde industrie, die
het dient gezegd, zeer wel stimu
lerend op de andere bedrijven
kan werken. Maar vallen de oor
eaken, die tot een groote bedrij
vigheid in een bepaalde industrie
geleid hebben (b.v. legeropdrach-
ten), weg, dan is het met de op
leving snel gedaan.
Men zal opmerken, dat op een
aantal van 465.463 werkloozen 'n
daling van 26.689 niet zoo heel
veel te beteekenen heeft. Dit is
natuurlijk juist en er kan meteen
aan toegevoegd worden, dat er op
een flinke daling van het aantal
werkloozen in ons land weinig
kans bestaat, zoolang er aan den
Internationalen handel nog veel
te veel moeilijkheden in den weg
worden gelegd. Het is hier niet
de plaats om uiteen te zetten,
waarom dit zoo is. Genoeg zei te
zeggen, dat onze regeering zich
daarvan volkomen bewust is en
derhalve tracht, op alle mogelijke
wijzen verbetering in dezen toe
stand te brengen. In dit verband
ls ook het laat initiatief van on
zen minister-president Dr. Colijn
tot afbraak van de handelsbe
lemmeringen van zooveel belang.
Het is waar, dat dit initiatief nog
niet tot concrete resultaten heeft
geleid. Maar de ongeduldigen on
der ons moeten daarbij bedenken,
dat de nieuwe economische orga
nisatie van de wereld, of zelfs
maar van een gedeelte daarvan,
geen werk is van een paar dagen.
Ernstige studies en vele bespre
kingen zijn noodig, alvorens men
de basis voor een dergelijke nieu
we organisatie kan leggen. In
ieder geval is het verheugend, dat
het plan-Colijn in Europa en
speciaal in het democratische
deel van Europa, steeds meer aan
aanhang wint. Zoo hield de heer
Anders Orne, de directeur-gene
raal van de Zweedsche posterijen,
dezer dagen te Stockholm een
rede voor de buitenlandsche pers-
vereeniging, waarin hij een uit
eenzetting gaf over de Conventie
van Oslo en het streven van de
daarbij aangesloten staten om
tot een verbetering van de han
delsbetrekkingen te komen. Na
dat hij had uiteengezet, waarom
de Conventie van 1933 tot eind
1936 feitelijk had gesluimerd, ver
klaarde hij, dat zij thans door
het initiatief van Dr. Colijn is
gewekt en opnieuw tot levende
werkelijkheid is geworden. Verder
verklaarde de heer Orne, dat
Frankrijk, Engeland en de Ver-
eenigde Staten in hun hart niet
ongeneigd waren, zich aan te
sluiten bij de handelspolitieke
entente van Oslo. Wellicht steunt
deze verklaring op mededeeling
van den Zweedschen minister van
buitenlandsche zaken Sandler, die
immers kort geleden een bezoek
aan Londen en Parijs heeft ge
bracht.
Zeker is wel, dat Dr. Colijn
voor zijn initiatief een gunstig
tijdstip heeft uitgekozen, want
overal wenscht men het nieuwe
streven thans met kracht voort
te zetten en dit is noodig ook,
want bij een eb van de bewape
ningsconjunctuur zal de werk
loosheid weer snel toenemen en
de kans voor een actie tot ver
betering van den internationalen
handel veel minder gunstig zijn.
Overigens zoekt onze regeering
het niet slechts in het groote,
maar ook in het kleine. Wij be
doelen daarmede, de pogingen,
om verbetering ir den handel
tusschen ons land en bepaalde
staten te brengen. Zoo vertoeft
onze handelsmissie onder kundi
ge leiding van jhr. van Karne-
beek nog steeds m Zuid-Afrika.
Er zijn lieden, die beweren, dat
dergelijke ondernemingen slechts
op touw worden gezet, om de le
den van zoo'n missie een aange
naam reisje te verschaffen. Niets
nu is minder waar. Ook al levert
het werk van dergelijke missies
geen directe concrete resultaten
op, het voordeel, dat wij ons
daarmede verschaften, mag toch
niet onderschat worden. Want
indien het al niet mogelijk is,
onmiddellijk bestellingen in ons
land te doen, de mogelijkheid is
geenszins uitgesloten, dat dit wat
later wel het geval zal zijn. En
de taak van deze missies is dan
ook voor een groot deel gelegen,
in het verschaffen van bekend
heid aan ons land en zijn voort
brengselen. Onbekend, maakt on
bemind en bij den onbeminde
koopt men niet.
Van het werk van de commis
sie-Van Karnebeek mag rneri dan
ook veel goeds verwachten, zooal
niet direct dan toch in de toe
komst. Een A.N.P.-correspondent
berichtte dezer dagen uit Sao
Paulo op welk een uitstekende
wijze de handelsmissie zich van
haar taak kwijt en met welk een
groote tegemoetkomendheid zij
overal in Brazilië wordt ontvan
gen. Door middel van lezingen en
films maakt men de Brazilianen
bekend met de schitterende hoe
danigheden van ons stamboekvee
en vele andere Nederlandsche
producten. Bovendien is het de
commissie gelukt om van Bra
zilië langs den doornigen weg der
handelsaccoorden een regeling te
verkrijgen, die gunstiger is dan
een ander land heeft kunnen be
reiken. Brazilië is nog een betrek
kelijk jong land, met een groote
toekomst. Goede handelsbetrek
kingen met een dergelijk land
zijn van groot voordeel. Daarom
moet het werk van onze handels
betrekkingen met een dergelijk
land zijn van groot voordeel.
Daarom moet het werk van onze
handelsmissie toegejuicht wor
den.
Prof. Vening Meinesz terug in
ons land.
Een dezer dagen keerde de be
kende geleerde, prof. dr. F. A.
Vening Meinesz na een onder
zoekingstocht van verscheidene
maanden, in ons land terug. Zoo
als men weet was Prof. Vening
Meinesz aan boord van Hr. Ms.
„O. 16", die op de terugreis naar
Nederland kort geleden te Lissa
bon was aangekomen, en die ge
durende eenigen tijd als convoy-
schip voor de Nederlandsche
koopvaardijschepen in de Neder
landsche wateren heeft gediend.
Prof. Vening Meinesz vertelde na
zijn terugkeer eenige bijzonder
heden over de reis, over de er
varingen aan boord van de duik
boot en aan wal, over de hooge
eer, welke den commandant der
O. 16 en den professor ten deel
is gevallen in Amerika: President
Roosevelt heeft de beide Neder
landers ontvangen. Prof. Vening
Meinesz was uiterst tevreden over
de resultaten, welke hij in ver
band met ziin. &t.uclia heeft met
gen bereiken, en bracht hulde
aan onze marine, die in het be
lang van het wetenschappelijk
onderzoek en tevens voor 't vlag
vertoon van Nederland in andere
landen, zulk mooi en dankbaar
werk heeft verricht.
Huldeblijk aan L. Smit's en Co.'s
Sleepdienst.
In de afgeloopen week werd
aan L. Smit's en Co.'s Interna
tionalen Sleepdienst een hooge
onderscheiding verleend: de gou
den De Ruyter-medaille, welke
slechts eenmaal in de vijf jaren
wordt verleend, is door Vice-Ad
miraal Quant aan de directie van
bovengenoemden dienst uitge
reikt. Na een hartelijke toespraak
van den vice-admiraal, waarin hij
den nadruk legde op de vaak zoo
moeilijke taak van een sleep
dienst, en waarin hij tevens het
beleid en den moed van de vele
leden van het personeel huldig
de, overhandigde hij de hooge
onderscheiding aan dhr. Murk
Leis die hierna dankzeide, mede
.namens wal-, technisch en adml-
iasgsfi
De laatste hand aan het Feyenoordstadion, dat Zaterdag j.1. in
gebruik werd genomen.
nistratie-personeelvan den sleep
dienst. De Phohi heeft van het
gesprokene 'n opname gemaakt,
welke later is uitgezonden, zoo
dat ook de sleepbooten, welke in
andere landen verblijf houden,
de plechtigheid hebben kunnen
hooren.
Het nieuwe stadion te Rotterdam
Het nieuwe stadion, verrezen
op opdracht van de N.V. Stadion
Feijenoord, aan de zuidgrens van
Rotterdam, is geopend, en dat is
een feit van groote beteekenis
voor Rotterdam. Immers, het
nieuwe stadion, waar interland
voetbalwedstrijden kunnen wor
den gehouden, is een groote aan
winst, niet alleen op sportgebied,
maar ook om economische rede
nen. Want, duizenden menschen
komen naar de voetbalwedstrij
den kijken, en na afloop betee-
kent dit duizenden bezoekers van
restaurants, café's, duizenden
trampassagiers, om van de hotel
gasten nog niet eens te spreken.
Een nieuw aantrekkingspunt van
„Herlevend Rotterdam!"
De internationale
suikerconferentie.
Zooals men weet zal er te Lon
den op den vijfden April een in
ternationale suikerconferentie
worden geopend, en op deze be
sprekingen zal ook ons land ver
tegenwoordigd zijn. De Neder
landsche delegatie is als volgt sa
mengesteld: Dr. H. Colijn, min.-
president, leider der delegatie;
minister Deckers, prof. van Gel
deren, en ir. Louwes, terwijl bo
vendien nog eenige deskundigen
op het technische gebied dezer
conferentie, alsmede een secre
taris de reis zullen medemaken.
Hopelijk zal deze conferentie
mooie resultaten mogen boeken.
Economische betrekkingen
Turkije-Nederland.
Holland is nog steeds bezig,
naar alle kanten overeenkomsten
te sluiten, terrein te verkennen
en besprekingen te voeren op het
gebied der economie. Behalve de
conferentie der Oslo-staten, de
handelsmissie naar Zuid-Afrika
(welke intusschen mooie resulta
ten heeft bereikt), de suikercon
ferentie te Londen, en nog ande
de besprekingen, is er in de af
geloopen week een handelsver
drag tusschen Turkije en Neder
land onderteekend. Reeds waren
twee verdragen gesloten, een
clearing-overeenkomst en een fi-
nancieele overeenkomst, waarbij
was bepaald, dat Nederland tot
een bedrag van 35 millioen gul
den zal mogen deelnemen aan
aanleg van havens, oprichting-
van industrieën en dergelijke. Het
thans geteekende verdrag is als
het ware een aanvulling van de
beide vorige; de Turksche minis
ter van economische zaken heeft
in een toespraak de handelsdele
gaties ontvangen.
Bezoek der Koningin aan
kinderziekenhuis.
H.M. de Koningin heeft dezer
dagen een bezoek gebracht aan
het Juliana-kinderziekenhuis te
's Gravenhagede Landsvrouwe
sprak persoonlijk tot elk kind, en
reikte geschenken rond. De kin
deren juichten H.M. hartelijk toe.
Na thee gebruikt te hebben, ver
liet de Koningin het gebouw, toe
gejuicht door een groote menigte
die buiten de hekken had post
gevat.
ItaliëZuid Slavië.
Zoo is in den afgeloopen week
het verdrag tusschen Italië en
Zuid-Slavië dan tot stand geko
men. De reis van minister Ciano
is dus niet tevergeefsch geweest.
In den loop der jaren zijn tus
schen meerdere landen reeds
verscheidene dergelijke vriend
schapsverdragen gesloten. Tel
kens luidden zij dan, even als
thans een „nieuw tijdperk" in.
En de goede bedoelingen van
zulke verdragen kan men ook
niet anders dan waardeeren,
maar na al die „nieuwe tijdper
ken" is de toestand in Europa er
nog steeds niets beter op gewor
den. Op het oogenblik bijvoor
beeld, is de verhouding Italië
Engeland, niettegenstaande de
verdragen van vriendschap toch
wel min of meer gespannen. Nu
is het mogelijk, dat het nieuwe
verdrag werkelijk de verhouding
ItaliëZuid-Slavië ten goede zal
komen.
Zooals men weet, deden en doen
zich in het gebied op de Itali-
aansch-Zuid-Slavische grens dik
wijls moeilijkheden voor. De taal
strijd vooral is daar niet vreemd
aan. Italië heeft nu toegestaan,
dat er in de Servisch-Kroatisch-
Sloveensche taal onderwijs mag
worden gegeven, terwijl ook het
houden van godsdienstoefenin
gen in die taal niet langer ver
boden zal zijn.
Wat het economisch gedeelte
betreft, zal het handelsverkeer
van Italië met Zuid-Slavië op on
geveer dezelfde wijze plaats heb
ben als dat van Italië met Hon
garije en Oostenrijk.
Natuurlijk stelt Zuid-Slavië
daar ook wel het een en ander
tegenover, maar als men clen in
houd van het verdrag leest, krijgt
men toch den indruk, dat Italië
hier de gever is en Zuid-Slavië'
de ontvanger. Daar dit echter
niet strookt met de politiek, wel
ke Italië tot nog toe steeds ge-
Door den Minister van Waterstaat, Mr. J. A. de Wilde, werd te
Bellen een nieuw rioleering-zuiveringssysteem officieel
in gebruik gesteld.
Een Rotterdamsche familie heeft aan een
verhuizer een kist toevertrouwd met brie
ven, kwitanties en paperassen, welke door
dezen zouden worden vernietigd. In tegen
stelling echter, heeft de verhuizer de do
cumenten (waaronder van intiemen aard)
weggeworpen op den rijksweg Rotterdam-
Delft....
Zoo in letterlijken zin dan
Gaat je naam nu over straat,
Zoo word je vertrapt, bekliederd
In den modder onzer Staat
Zoo wordt je intieme leven,
Jaren zuinig opgespaard,
Voor millioenen medemenschen
Op den Rijksweguitgekaartl
Liefdesbrieven en kwitanties,
(Die tenminste zijn betaald!)
Zijn daar als een zoete regen
Op de aarde neergedaald.
Huiselijke moeilijkheden,
Welstand, zorg en tegenspoed..,.
Woeien ons in bonte massa
Langs den straatweg tegemoet....
Dat is wat voor onze Ko-tjes,
Bij hun wekelijksche krans,
Voor de Bet-jes, Mie-tjes, Pietjes,
Wélk een luister en een glans!
Want natuurlijk heeft zoo'n Ko-tj«,
Dat van lasterpraatjes lééft,
Wel een kennis of een nichtje,
Die zoo'n briefgelézen heeftS
En, wanneer dat niét mocht wezen
Nou, dan geeft dat óók al niet,
Want dan weten ze het toch wel,
Alsexpert op dat gebiedJ
Is dat eventjes een bof je
Voor kleinzielig Nederland?
Zoo een kijkje om het hoekje
Van de nette middenstand?
Is dat eventjes een pretje
Voor het roddelend publiek,
Zoo'n intieme étalage,
Vol van zoete romantiek....?
Troost U, gij, die gedupeerd werd,
Ging uw naam ook over straat...,
G'loof me, dat.... zonder brieven,
Met zoo velen.... toch wel
volgd heeft, rijst de vraag: Tot
welken prijs voor de Zuid-Sla
vische landen is dit verdrag tot
stand gekomen? Het antwoord
hierop zal wel niet al te lang op
zich laten wachten.
De Pauselijke encycliek.
De Pauselijke encycliek heeft
heel wat onrust in het Derde
Rijk teweeg gebracht. Maar nu de
Heilige Vader zich met den toe
stand van de Kerk in Duitsch-
land bemoeid heeft, durven ook
de bisschoppen zich beter te ver
weren. Met klem kwamen zij op
voor het behoud der Katholieke
jeugdvereenigingen en spoorden
de ouders aan, ditzelfde te doen.
Met het
controle-plan in Spanje,
waarover het grootste gedeelte
der buitenlandsche pers in het
begin zoo enthousiast was, vlot
het niet zoo erg hard. Geen won
der ook, een grondige controle is
maar niet zoo één twee, drie ge
organiseerd. Volgens de laatste
berichten, zal deze nu 29 Maart
definitief in werking treden. Of
zou er weer uitstel komen?
Wat de
terugroeping der vrijwilligers
uit Spanje betreft, ook hierover
is men het nog lang niet eens
en het is wel zeer de vraag, of
men in dit opzicht wel ooit tot
overeenstemming zal geraken. We
hebben er al eens meer op ge
wezen, dat het heel gemakkelijk
is voor een land, om te zeggen,
alle vrijwilligers moeten zich uit
den strijd terug trekken. Maal
ais deze dit nu weigeren? Wie
moet dan ingrijpen? Maar zoover
is het nog lang niet, aangezien
Italië, zij het dan nog niet offi
cieel, verklaard heeft, dat het
niet bereid is, zijn vrijwilligers
terug te roepen. In de bespre
kingen, welke de
Fransehe minister Delbos
met de ambassadeurs van Enge
land en Duitschland gehouden
heeft, was deze niet zeer te spre
ken over de houding van Italië.
Dit land toch was het, dat de
terugroeping der vrijwilligers
voorstelde, en nu men pogingen
doet, om dit voorstel werkelijk
heid te maken, trekt Italië zich
terug. Duitschland daarentegen
kreeg een pluimpje. Na den 20-
sten Februari heeft 't geen vrij
willigers meer naar het land van
den burgeroorlog laten gaan. In
Italië spreekt men alle beschul
digingen, dat dit land voortgaat
vrijwilligers naar het Iberisch
Schiereiland te zenden, tegen.
Behalve de politieke gebeurte
nissen, waren er verleden week
ook vele ongelukken in het bui
tenland, welke onze aandacht
kwamen vragen
Engeland's
oudste vliegstei?
de hertogin van Bradford werd
vermist. Men vermoed, dat zij in
zee is omgekomen.
Bovendien had in Frankrijk 'n
ernstigen vliegramp plaats. Het
betrof hier een
Engelsche machine,
de „Capricomus" welke haar eer
ste reis maakte. Zij was op *«eg
van Southampton naar Atexan-
drië en had zes passagigfs e.an
boord, waarvan er vijf zijn om
gekomen.
Ook in Amerika speelde zich 'jx
ontzettende luchtramp af. Daar
is een passagiersvliegtuig te plet
ter gevallen, waarbij alle dertien
inzittenden om het leven zijn ge
komen.
Ook een Duitsch vliegtuig is
verongelukt. Hierbij werden vier
menschen zwaar gewond, terwijl
een persoon gedood werd.
In Polen is de
Zigeunerkoning overleden.
Dit tengevolge van de verwon
dingen, opgeloopen bij een fa
milietwist! Niettegenstaande dit
gewelddadig einde, heeft de be
grafenisplechtigheid op indruk*
wekkende wijze plaats gehad.
Nu is het de vraag echter: Wie
zal opvolgen? Hierover is men 't
lang niet eens. Zoo ziet men, dat
ook het kleine wereldje der zi
geuners zijn moeilijkheden en
problemen heeft.