OPRUIMING KRAKELINGEN. SPONSEN ZEEMEN Drogisterij ,,'t Centrum" Wies Weyts nog veel koopjes in Zomerstoffen en mode artikelen. WIERSEMA Stoomen en Verven. M. een groot genoegen U te kennén verzekeren dat hier aantreft een uitstekend corps amb tenaren, waarrop de gemeente Soest txotsch kan zijn. Dank zij hun toewijding en groote werkkracht worden alle toenemende werk zaamheden vlot en op tijd in deze groeiende gemeente verricht. Zij zien Uw komst met vreugde en spre ken een hartelijk welkom voor U en Uw ge zin uit. Als een bewijs van groei onzer gemeente verte! ik U, dat het aantal inwoners op i Januari j.1 bedroeg 17002, en op 1 Juli j.1. «73 ->o Mijnheer de Burgemeester, Hei is onze oprechte wensch, dat met hulp Uw bestuur zegenrijk zijn mag, en dat U bij Uwen arbeid in het belang van de gemeente Soest en hare burgerij, bevre diging moge vinden. Veroorloof mij thans U te sieren met het teeken van Uwe waardigheid, den ambtsl- ke- n. waarbij ik U verklaar te zijn geïnstal leerd als Voorzitter van onzen Raad. Na deze rede, deed spr. de ambtsketen af en legde deze Burgemeester Visser om de schouders. 1 hans H. H. Raadsleden, zoo vervolgde sur. stel ik U voor Uwen nieuwen Voorzitter, Burgemeester Mr. W. A. J. Visser. Na een voorstellen der raadsleden, nam de Burgemeester plaats in den voorzitters zetel en vroeg of er nog iemand het woord verlangde. De heer Endendijk sprak daarop namens de raad als volgt: Apotheker-assistente Bij het Postkantoor - Soest Drogerijen, Chemicaliën, verpakte Geneesmiddelen enz. j Bprekingeneen waardevol middel zijn om te- Rede van den Heer Endendijk. Mijnheer de Voorzitter, Namens den raad is mij de vereerende taak opgedragen U, namens hen, te feliciteeren met Uw benoeming als Burgemeester onzer ge meente en U en Mevrouw met Uw kind har telijk welkom te heeten onder ons. Ik doe dat gaarne, in de vaste overtuiging, dat de mogelijkheid aanwezig is, dat voor Minister der Kroon, Die deze benoeming met Zijne verantwoordelijkheid heeft kunnne dek. ken. Ik wil hier gaarne de verzekering geven, dat ik er steeds met inzetting van mijn gan sche persoonlijkheid naar zal streven, het al dus in mij gestelde vertrouwen niet te be schamen. Met groote belangstelling, Mijnheer de Lo co-Burgemeester heb ik geluisterd naar de vriendelijke woorden, waarmede gij mij hier als Voorzitter van dezen Raad hebt willen installeeren. Ik heb daarin beluisterd gedach ten die dieper grijpen dan louter, dan alleen formeele woorden van welkom. Ik heb daar in beluisterd een welgemeend aanbod tot loyale samenwerkingi hetwelk gij mij mede namens den Raad deed; ik kan U, ten ant woord de verzekering geven, dat zulks niet aan doovemans ooren is geschied, dat ik er, voor zoover dat van mij afhangt, steeds ern stig naar zal streven, een goede en vriend schappelijke samenwerking en ik denk mij den kring hierbij zeer ruim met ver schillende colleges en personen te handha ven en te bevorderen. Waar ik thans in het algemeen gerech tigd ben om namens de gemeente Soest te spreken, wil ik niet nalaten om U, Mijnheer de Loco-Burgemeester, dank te betuigen voor O '.1 Ij, UtlL V VJVJ L 1 U als Burgemeester maar ook voor Uw ge- «mvangnjken arbeld- welken gy tijdens ge zin, Soest veel zal kunnen geven, wat aan genaam is, ook al zullen zich wel eens moei lijkheden voordoen. Soest-Soestdijk is altijd een plaats geweest overal in het land bekend, inzonderheid den ïaatsten tijd, niet het minst door het feit, dat wij het voorrecht hebben, dat het Prinselijk Paar in onze onmiddellijke omgeving resideert, en bovendien, door de geografische ligging, met een natuurschoon, zooals weinig andere gemeenten zouden kunnen aanwijzen, j Soest heeft zijn stuifzand en polderland, Zijn heide en weiden, zijn heuvelen en dalen, en nier te vergeten zijn prachtige Eng, een schoonheid, die bij kennisneming daarvan in details door U zeker zal worden gewaardeerd. U zult hier vinden een sympathieke bevol- king, die in het algemeen aanhankelijk en Waardeerend is jegonc ovorkoUio,. U zult U omringd zien door een corps ambtenaren, dat bij waardeering voor zijn werk, en onder goede leiding, voor U zal blijken te zijn voor het overgroote deel, te behooren tot de eerste krachten. U zult hier vinden een raad Ja! Mijnheer de Voorzitter, wat zal ik daar ran zeggen Hij heeft een naam in het land, en zeker ook U bekend, waarop hij niet trotsch kan Eijn doordat hij meermalen door den evenaar slaat, en allerlei kenmerken vertoont, dat er aan zijn opvoeding als zoodanig zeer veel heeft ontbroken met het gevolg, dat hij zich soms gedraagt als een moeilijk kind. Een zielkundige verklaring daarvan zou wel ie geven zijn, maar is hier niet op haar plaats. Evenwel, één factor is aanwezig, die toch «vel goede hope geeft voor de toekomst n.1. lat de raad zelve niet bevredigd is met dien toestand zoodat bij elke groep was te con- stateeren een uitzien, een verlangen naar ie mand, die hen met vaste hand zou leiden, en met een blijkbare voldoening werd ken nis genomen van Uwe benoeming, omdat men meende gegronde hope te hebben, dat U die eave niet ontbreekt. Ik kan U de verzekering geven, en stel er prijs op dit in het openbaar uit te spreken, dat het is van recenten datum, dat het ernstig voornemen aanwezig is, om bij alle verschil van inzicht en richting, onder Uwe leiding de gemeentebelangen te dienen, in de vaste ver wachting, dat door U met strenge handhaving van gezag, juist de vrijheid zal worden ge diend. Van harte hopen wij, dat het U gegeven zal zijn, dat de toepassing van Uw paeda- gogische talenten het resultaat voor Soest zal hebben, dat beleid en beheer in overeenstem- lemming zullen zijn met het vele mooie en ^aede onzer gemeente, en U de voldoening •uit mogen smaken, en met Uw gezin daarin genieten, dat het U gelukken mag, onder Gods onmisbaren zegen de gemeente Soest geestelijk en stoffelijk tot een hoogere ont wikkeling te brengen. Rede van den Burgemeester. De Burgemeester nam hierna zelf het woord kn richtte - zich daarbij tot de Wethouders, den Raad en de burgerij met de navolgénde weorden: 1 Mijne Heeren Leden van den Raad, Bij de aanvaarding van het ambt van Bur gemeester Uwer gemeente past het mij aller eerst uiting te geven aan de groote dankbaar heid, waarmede ik wegens mijne benoeming tot Burgemeester van Soest vervuld ben. Het zij mij dan ook vergund vanaf deze plaats mijn zeer eerbiedigen dank te betuigen *an H.M. de Koningin, waar het Hare Ma jesteit behaagd heeft mij als zoodanig te be noemen, terwijl ik het tevens op prijs stel |oijn eerbiedigen dank te uiten Jegens den de vacature in het belang van Soest hebt verricht. Terstond bij onze eerste kennisma king reeds heb ik ervaren, hoezeer de ver schillende problemen en vraagstukken van on ze gemeente Uw belangstelling hadden, hoe gaarne gij Uw werkkracht aan deze belan gen gaaft. Plotseling waart gij tot deze zwa re taak geroepen. Gij hebt die met eere vol bracht. Ik wil mij in dit verband gaarne aanslui ten bij hetgeen door U is gesproken over de droeve omstandigheden, waaronder gij die taak moest opnemen, omstandigheden in zoo schrille tegenstelling tot de luisterrijke momen- ten, toen door Soest beleefd en ik wil vanaf deze plaats nog dank brengen aan mijn over leden ambts-voórganger voor het goede, door hem tijdens zijn leven in het belang van zijn gemeente verricht. 1/C Wij Zo, \v amup g.j, wrgnc houders en Secretaris, mij tegemoet getreden zijt van den aanvang van onze kennismaking af, heb ik zeer gewaardeerd. Zij stemt mij tevens hoopvol ten opzichte van onze toe komstige samenwerking. Uw voorlichting kan ik bij het vervullen van mijn plicht niet ont beren. Als. mijn medewerkers in 't dagelijksch bestuur zult gij mij tot grooten steun kunnen zijn; ik meen te hebben mogen constateeren, dat gij mij dien steun niet zult onthouden. Hiervoor mijn dank. Mijnheer de Secretaris, Als stille, maar zeer belangrijke raadgever kunt gij voor mij in mijn werk een persoon lijkheid van onschatbare waarde zijn, met Uw kennis van plaatselijke toestanden en omstan digheden kunt gij mij groote diensten be wijzen. Ik hoop en vertrouw Mijne Heeren Wethouders en Secretaris, dat de vriendschap pelijke band, welke in de gemeente, waar ik vandaan kom, Burgemeester, Wethouders en Secretaris hecht bond, spoedig ook hier ge legd zal zijn ook tusschen ons het bindend element zal vormen bij onze gemeenschappe lijke bemoeiingen in het belang van onze gemeente. Ook U, Mijne Heeren Leden van den Raad, treed ik, met de beste voornemens bezield, tegemoet. Het staat nu eenmaal zoo, dat het publieke welzijn ten nauwste verbonden, als ware saamgeweven is met een goede ver houding tusschen U en inij. De verscheidenheid van 's Raads samen stelling behoeft naar mijn opvatting aan een wezenlijke eenheid absoluut niet in den weg te staan. De genuanceerde eenheid van de bloemengaarde strekke ons ten voorbeeld. Al wil ik mij zelf niet met den hovenier verge lijken, toch hoop ik, dat gij in mij iemand zult willen zien, die door weg te nemen dat, wat in de onderlinge verhoudingen storend of stootend zou werken, tot plicht heeft naar synthese te streven, in kalme bedding te leiden verschillende inzichten, onderscheideal opvattingen. Uw gevoel voor harmonie zal ik daarbij moeilijk kunnen missen. Immers eener- zijds ben ik zelf een zwak en feilbaar mensch anderzijds is de vorm, waarin gij Uwe ge dachten giet, van groote beteekenis. Goede vormen sieren elke vroedschap, zij vergemak kelijken een zich naderen van elkanders in zichten, zij zijn een niet te onderschatten fac tor ten göede bij het dienen van het algemeen belang. Bij alle verschil van inzicht toch zijn wij één in, zijn wij gebonden door den eed, welken wij hebben gezworen, de belofte, welke wij hebben afgelegd, dat wij de be langen van onze gemeente Soest met al onze vermogens zullen voorstaan en bevorderen. Ik vertrouw, dat gebonden, gedreven door een esprit de corps wij het houden van dit ons gegeven woord steeds aan elkander zullen vergemakkelijken. Mijn kamer zal voor de Raadsleden steeds open staan. Naast correcte ambtelijke ver houdingen toch kunnen vriendschappelijke bt- zamen het publiek belang te behartigen, Dat medewerking en voorlichting door mij 6teeds hoog gewaardeerd worden, wil ik hier ook gaarne tot uitdrukking brengen tegen over alle ambtenaren, burgerlijke op poliüo- neele, beambten en werklieden in dienst der gemeente, van hoog tot laag. Ik doe hierbij op hen allen een beroep in dezen zin. Ik moge mij er echter van ontslagen achten zulks voor eiken tak van dienst afzonderlijk in den breede te gaan betoogen. Met den één zal Ik wat meer, met den ander wat minder In aanraking komen. Moge dit steeds een aan genaam contact zijn, waardoor wij ons weer gesterkt voelen tot den arbeid, waartoe wij In onze diverse functies geroepen zijn. Ook de pers wil ik gaarne in dit beroep betrekken. Moge zij zich haar gewichtige taak van voorlichting steeds bewust zijn en moge zij aldus haar belangrijken steen bijdra gen tot het schragen van ons gemeenschaps gebouw. Een uitgebreid programma van mijn be leid kan ik U uiteraard nog niet voorleggen. Gij zult dat, Mijne Heeren, trouwens ook niet van mij verwachten. De vraagstukken in de gemeente Soest zijn mij daarvoor nog te zeer onbekend. Bovendien zijn de tijden nog immer zeer donker en is, als ik goed ben ingelicht, de crisis nog niet uit Soest geweken, omstandigheden, welke dat beleid natuurlijk mede sterk beïnvloeden zullen. De staat der financiën stelt nog steeds hooge eischen aan het gemeentebeleid. Zoo ergens, dan is be zonnenheid op dit gebied een eerste voor een gemeente van een constellatie als Soest, waarde. Moet aan de eene zijde voor een geremd financieel beheer van vitaal be lang geacht wodren, anderzijds zullen de moeilijke omstandigheden, die ook hier wel in verschillende gezinnen zullen heerschen, voorzieningen vergen, welke uiteraard met fi- nantieele offers gepaard gaan. Naast een stre ven om de gemeente als plaats van vestiging voor meer kapitaalkrachtigen zoo aantrekke lijk mogelijk te maken, zal ook hier de aan dacht steeds gericht moeten blijven op het betrachten van sociale rechtvaardigheid, om aldus een der allerbelangrijkste zedelijke grondslagen van het overheidsgezag nader te bevestigen. Immers dienen van het algemeen belang omvat tevens schragen van het gezag. Zon der gezag geen oi'de en zonder orde geen gezag. Ik zal hier vanmiddag niet nader op ingaan, ik kan U alleen verklaren, dat de gezagskwestie mij na aan het hart ligt. Moge er ook hier tijdens mijn ambtsperiode steeds gevonden worden het gewenschte evenwicht tusschen gezag" en vrijheid, moge men steeds bedenken, dat vrijheid een kostelijk goed is, dat ons niet in den schoot geworpen wordt, maar dat wij ons Waardig moeten maken, waarvoor wij dagelijksch moeten strijden, zoo als een bekend Duitsch dichter het zegt: .Mlir ftpr, rorrlioil- I,„li. .„„1 J._ r i. der tagüch sie eiobern musz Mogen wij steeds elkander vinden Mijne Heeren, bij het volbrengen van onzen plicht, een eersten eisch voor eiken .staatsburger. Een weg, waarop wij ons voorgegaan we ten door Haar, Die Neerlands Kroon draagt bij de Gratie Gods, onze geëerbiedigde Ko ningin. Pogen mijn plicht te vervullen tegenover het Vaderland is Mij in donkere tijden meer dan ooit een voorrecht en bron van blijd schap, waar ik Mij gedragen weet door Uwe trouw en medeleven'' zoo klonk het Ko ninklijk Woord op 9 September 1933 bij de huldebetooging in het stadion te Amsterdam, zoo klinkt het ook heden ten dage nog tot ons na. c. Zij dat Koninklijk voorbeeld van plichts betrachting ons bij voortduring een richt snoer, zij dat beroep op ons aller trouv nooit te vergeefs gedaan. Laten wij als nuchtere Nederlanders eer lijk en trouw, vastberaden en beleidvol vol brengen den plicht, waartoe wij ons van Godswege in Staat en Maatschappij geroe pen weten, ieder op de plaats, waar hij ge steld is. Dit geldt voor het groote nationale verband, dit geldt ook voor ons gemeen telijk en individueel. Daarbij geniet de Soes- ter bevolking het groote voorrecht, van zeer nabij getuige te mogen zijn van het jonge geluk, dat zoo heerlijk opbloeit in ons al oud Oranjehuis. Dit bijzondere voorrecht kan door ons nimmer genoeg gewaardeerd wor den. Laat het eenerzijds ons nooit doen ver geten, ons steeds inscherpen de verplichtin gen der bescheidenheid, maar laat het an derzijds steeds verdiepen en, zoo mogelijk, doen groeien onze Oranjetrouw. En laten wij bij en boven dit alles, voor dit alles, steeds dankbaar zijn tegenover Hem, uit Wien en door Wien en tot Wien alle dingen zijn. Laten wij bij voortduring Hem, van Wie het Volk zijn sterkte heeft, bidden ons een Steun en Staf" te zijn op ons dikwerf zoo moeilijk levenspad. Laten wij tegen dien achtergrond onzen dank, onzen plicht, onze trouw ziende steeds indachtig blijven, steeds voor oog en houden de versregels van een onzer groote nationale dichters, daarin als het ware samen bunde lend dat, wat aan ons volksleven koers «jn kracht en waarde geeft: .,Met hart en mond, met pen en rechter hand „Voor God, Oranje en 't Vaderland", In oma Soesterb.straat 9a - Tal. 2408 Damas en Heeren kleermakerij De enthousiaste ontvangst in Soest had spr. echter zeer getroffen. Spr. hoopte, dat de Raad en de bevolking den nieuwen Burge meester in alles tegemoet zou treden en be sloot met den wensch dat, met God's besten Zegen, het Mr. Visser gegeven zou zijn tot heil van de gemeente Soest te arbeiden. De Burgemeester dankt De Burgemeester dankte Wethouder Wolt huis voor de vriendelijke woorden. Spr. ver zekerde hierbij Avereest nimmer te zullen ver geten en verzocht den Wethouder de beste; wenschen aan Avereest over te brengen. De vergadering werd hierna gesloten, 's Middags werd het festijn voortgezet met een bloemenhulde en receptie. Bloemenhulde. Om half 4 waren duizenden menschen voor het Gemeentehuis samengestroomd om getuige te zijn van een kleurrijk schouwspel. Nadat het Gemeente-bestuur en- de Bur gemeester met familie per auto waren ge arriveerd en op het bordes hadden plaats genomen, kwam de Harmonie aangemarekeerd zij stelde zich voor het Gemeentehuis op om voor de muzikale opluistering zorg te dra gen. De stoet werd geopend door een versierde auto en diverse versierde fietsen, waarna de Vrijwillige Brandweer volgde met een groot aantal leden in uniform. Vier van de brand weermannen torstten een geweldig bloem- stuk; voorstellende een groote brandweerhelm op een kussen, waarin eenige honderden bloemen waren verwerkt. Met een toepas selijke toespraak werd dit fraaie stuk door den Voorzitter dr. De Vos aangeboden. Hierna volgde de Vrijwillige Brandweer uit Soesterberg een deputatie van Soest Vooruit, van de B.V.L., van de Soester Turnclub, van «Se Oranje Garde allen met bloemen. Een aardig schouwspel was het, toen als slotgroep een aantal kleuters één voor een een bouquetje. op het bordes neerlegden. Deze bloemenhulde werd ook zeer door Burgemeester" op prijs gesteld. *^t^en"olgenT^mg dë Burgemeester weer naar om U 'dank' te brengen voor al het goede, U vriendelijke en hartelijke, dat mijn gezin vandaag te beurt is gevallen. Men heeft mij wel eens verweten, dat ik teveel praat. Als dit zoo is, dan kan ik U ver zekeren, dat ik nu echter geen woorden kan vinden om dezen dank te vertolken. Slechts één woord heb ik hiervoor: overstelpend* Overstelpend was de hartelijke ontvangst^ overstelpend het enthousiasme der burgerij. Ik heb' vanmiddag reeds gezegd, dat ik Uw vriendelijkheid als een vertrouwens-cre- diet zal beschouwen, ook echter als een op dracht van de mij opgelegde plichten n.1. de belangen te behartigen van alle bevolkings groepen. Zeer ben ik getroffen, dat bij al dil huldebetoon, alle bevolkingsgroepen deelge nomen hebben. Hieraan ligt een eenheid ten grondslag, een eenheid, die niet geforcccerd is, maar uit de harten der inwoners voort kwam, omdat zij mij willen helpen, Soest de plaats te geven in de rij der gemeenschap, die haar toekomt. Van dit vertrouwens-credit hoop ik steeds meer gebruik te mogen maken. Steeds zal ik meer crediet vragen. Immers de plicht, die H.M. de Koningin mij op de schouders heelt gelegd, moet steunen op het vertrouwen dei bevolking. Op dat vertrouwen, doe ik een beroep. Ik zal er geen misbruik van maken. Mocht ik dit wel doen, dan zullen er organen te vinden zijn, die mij dat duidelijk aan hel verstand zullen brengen. Dan zal ik mij terug trekken. Inwoners sterk mij in den taak, die mij is opgelegd, dan zullen wij Soest vooruit bren gen. Stel mij daarin niet teleur. Leve Soest! Een daverend gejuich was het antwoord van de duizenden toehoorders, een gejuich, dat aanzwol tot een ovatie. Spontaan klonk het daarna ,,Leve onze Burgemeester''. De Harmonie bracht hierna een concert ten gehoore, dat zeer vele belangstelling mochl trekken. Na afloop ging de menigte uiteen, maar tot Iaat in den nacht klonk vooral in het centrum der gemeente de feestvreugde nog na. Dezen dag van den 3den Augustus in 1937, zal Soest nog lang blijven heugen, als een dag van glorie en hopelijk als een dag, dia een keerpunt in de Soester Historie zal be« teekenen. De Soestenaren zijn gewend de kat uit den boom te kijken. Dinsdag hebben zij zich ech ter spontaan toevertrouwd aan een Burge meester, die verklaard heeft hun vertrouwen niet beschaamd te maken, een Burgemeester^ die de verzekering heeft gegeven, dat hij met alle krachten die in hem zijn, de Gemeente belangen, ons aller belangen, zal dienen en stuwen. Alvorens de vergadering te sluiten vroeg de Burgemeester of nog iemand het woord verlangde, waarna de loco-burgemeester van Avereest, wethouder Wolthuis, het woord kreeg. Spr. memoreerde het afscheid, eenige dagen geleden in Avereest van Mr. Visser genomen. Een afscheid, dat Avereest zeer zwaar viel, daar de Burgemeester met de gèheele gemeente had medegeleefd- de Raadszaal om te recipieeren. Deze receptie werd 2eer en zeer druk be zocht en het trof ons, dat naast de autori teiten en notabelen ook vele particulieren, jong en oud, rijk en arm, daar hun opwachting kwamen maken. Het trof ons ook hoe onze nieuwe Burgervader (dit woord in den meest, gunstigen zin opgevat) met hartelijke en spon tane jovialiteit met de bezoekers kennis maak ten. Zeer lang duurde het voor dat aan de menschen-stroom een einde kwam. Deze re ceptie demonstreerde tevens hoe klein ons raadhuis en de raadszaal zijn. Het défilé cn concert. Om 8 uur 's avonds vertoonde de om geving van het Gemeentehuis hetzelfde beeld als 's morgens en *s middags: een duizen- koppige menigte, in bedwang gehouden door Rijksveldwachters, politie en touw-afzettingen, een spontaan gejuich toen de Burgemeester arriveerde, blijde gezichten en fanfai"e-muziek. Het was half 9 ongeveer, toen, voorafge gaan door 2 herauten te paard en de lustig blazende Harmonie, een lange fleurige stoet het Gemeentehuis naderde. Achtereenvolgens defileerden de navolgende vereenigingen: De Kon. Bond van Oud On- deroff., De Soester Turnclub, De Chr. Gymn. Vereen. ,Fraternitas'*, de gymn. vereen. A. D.O., de R.K- gymn. vereen. „Crescendo'5, de Chr. Geref. Meisjesver. ,,W-E.Z-'' de Mond- accordeonver. .Bravo'', De Jonge Zangers, de R.Kj. Zangver. ,Soli Deo Gloria'' van Soesterberg, de Oranje Garde, de Chr. Oran- jevereën, de Vrijwillige Brandweer uit Soest en Soesterberg, de Jonge Wacht, de K.J.M. Soest en Soestdijk, de K. J. V/Soest, de Soestertergsche Harmonie, die een bloemstuk aanbood en gewijde muziek ten gehoore bracht de mannenzangver. ,,Apollo'', de Jonge Boeren Bond, de R.K. Middenstandsver., de R.K. Werkliedenver., de Ned- Bouvak-arbei- ders Bond, de Chr. Besturenbond, de Har monie ,,St. Joseph'' te Soesterberg, de R.K. Werkliedenver. te Soesterb., de vd*tbalvereen. ,,E.S.V.A.C.'', de Jonge Werkman te Soest dijk, Soesterbergsch Gemengd Koor en de Soester Vrijw. Reddingsbrigade. Dankwoord van den Burgemeester. Toen deze stoet voorbij was, gïng de Bur gemeester naar het Rosarium, waar intusschen de Harmonie en de vereenigingen aanwezig waren. Btrrgsmeester Visser bracht staande in de muziektent een dankwoord aan de burgerij, hetgeen door luidsprekers verder gebracht werd. Dit dankwoord was ongeveer als volgt: Inwoners van Soest. Het is de laatste maal, dat ik hier vandaag soreek en die ceieeenheid wil ik a»nü-jiu3QiiIJJllia ."dksiciders 1£. ontdoen. „Hoe groote? geest, des te groóter beest", zegt de volksmond. Gelukkig lang niet altija terecht. Maar het is een feit, dat genieën vaak geesv telijke afwijkingen betoonen naast hun schit tering in bepaalde kwaliteiten. In krankzin nigengestichten huizen soms kunstenaars, die tot grootsche scheppingen in staat blijken zijn. De wereldgeschiedenis wijst het, doch he^ laas ól te vaak pas achteraf, onweersprekelijk uit, dat volkeren soms beheerscht zijn door, bekwame tyrannen, die behalve een groot fcestuurstalent ook vreeselijke sadistische nei gingen bezaten. Wanneer een staatsbestel! zoodanig is geformeerd, dat de geheele macht in de handen van één persoon kan worden neergelegd of samengetrokken dan zal het gemakkelijk kunnen gebeuren, dat een volkj wordt overgeleverd aan de willekeur van een, krankzinnige, die een genie is in één bepaald opzicht. Trouwens, is het waarlijk geniale niet mede een vorm van geesteskrankheid? Is het geniale niet de koorts van den geest? De Russische zenuwarts dr. Myrion Ger- manov, heeft aan den Parijschen correspon dent van het bekende Ilongaarsche blad „Uj Nemzedck" eenN belangrijk onderhoud toege staan over de jongste gebeurtenissen in sov jet-Rusland. Dr. Myrion Germanov, die eerst na de laat ste processen tegen de Russische generaals uit sovjet-Rusland naar het buitenland is ver trokken, heeft zich thans te Parijs gevestigd, waar hij bezig is met een boek te schrijven over zenuwziekten, welke met historische ge beurtenissen in verband staan. Volgens zijn verklaringen moeten heel wat gewichtige fei ten uit de geschiedenis uit pathologisch, of zelfs psychiatrisch oogpunt beschouwd wor den. Dit onderzoek leidt meermalen tot interes sante resultaten. Vóór den oorlog werd de aai dacht vooral gewijl aan generaals, waar-" bij dan bleek, dat zeer velen „oogenblikken van waanzin" hadden. Dr. Germany heeft zich bezig gschouden met het bostudeereiï van dictators, vooral van Stalin. Stalin zoo vertelde hij heeft altijd mijn bijzondere aandacht gehad. Reeds in zijn familie vond ik tyrannieke neiging en geestesziekte. Wat zijn persoon zelf betreft, moet ik con stateeren, dat Hij onder andere kwalen lijden de is aan krankzinnigheid. Zijn vervolgings waanzin wordt steeds erger, en wij weten nu reeds absoluut zeker, dat hij binnen enkele jaren in een instituut zal moeten wordeif op* gesloten. De doodvonnissen van den Ïaatsten tijd zijn ook aan dezen vervolgingswaanzin te wijten, en ik kan voorspellen, dat weldra nog meer slachtoffers zullen volgen. Ongelukkig intusschen en deze opmer king is nu weer van ons het volk, daf zich een staatsbestel heeft laten opdringen dat geen mogelijkheid biedt om zich van kranig i R

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1937 | | pagina 6