mm
Ojttfyt (ïandetiAetteéfcintym. met
QuiiicMand.
BinnentaticUch ÖAJ~eA$icPit
RuitentancUcA Ojj-eA^icfit
Opnieuw wordt er thans onderhandeld
tiver de verlenging van onze clearingover-
eenkomst met Duitschland en men mag
weL zeggen, onder eenigszins andere om
standigheden dan tijdens de vorige drie
conferenties. Want staat niet ditmaal de
vraag op den voorgrond, of men de clearing
al dan niet zal handhaven? Zeker, tot een
volledig vrij verkeer zal men in langen
tijd nog niet kunnen terugkeeren en zelfs
het einde der clearing zou nog niet het
einde van alle controle beteekenen. Maar
een groote stap in de goede richting zou
het toch ongetwijfeld zijn.
Zooals men weet is ons land door zijn
oelangen op de grootst mogelijke vrijheid
van handel en verkeer aangewezen. Ten
aanzien van onze handelsbetrekkingen met
Duitschland kan dan ook slechts de vraag,
of onder de huidige omstandigheden de
clearing nog langer noodzakelijk is ter
wille van de veiligheid der betalingen, een
rol spelen.
In 11)33 was deze noodzakelijkheid zeker
aanwezig. Door verschillende omstandig
heden waren er aan onze zijde veel meer
vorderingen dan schulden, zelfs indien
men de z.g. „Stillhalte" en leeningen op
langen termijn buiten beschouwing liet.
Op dat oogenblik moest men wel krachtig
ingrijpen en den uitvoer naar Duitschland
aanzienlijk beperken, vooral van agrarische
producten. En gezegd dient te worden, dat
de clearing haar werk, ondanks vele felle
protesten, goed heeft gedaan. De achter
stand van onbetaalde vorderingen is in
gehaald en reeds eind 1936 kon men tot
verruiming van de contingenten overgaan.
Thans heeft Duitschland meer van ons
te vorderen, dan wij van Duitschland.
Weliswaar is de stand der clearing op het
oogenblik bijna gelijk, maar dit geeft toch
een eenigszins verkeerd beeld. Want wij
voeren nog altijd in hoofdzaak agrarische
artikelen uit, welke contant betaald wor
den, terwijl de Duitschers aan ons in de
eerste plaats goederen leveren, welke met
ruim crediet verkocht plegen te worden.
Op de clearing-rekening worden de be
dragen echter onmiddellijk bij de levering
ingeschreven. Inderdaad heeft Duitschland
op het oogenblik dan ook op Nederland
een vordering, welke ongeveer overeen
moet komen met de waarde der leverin
gen, in twee maanden gedaan (ongeveer
65 millioen).
Nu is het duidelijk, dat indien men de
zekerheid heeft, dat deze toestand zal
blijven voortduren, het absoluut geen zin
meer heeft het clearing-apparaat te hand
haven. Betaling van de door ons geleverde
goederen is in dat geval immers veilig ge
steld. Helaas heeft men echter op econo
misch gebied nooit zekerheid omtrent de
toekomstige ontwikkeling, zoodat inder
daad een bepaalde controle noodig blijft.
Maar deze is ook zonder clearing mogelijk,
te meer wijl wij reeds bepaalde waarbor
gen voor de toekomst hebben. Daar is b.v.
het Duitsche handelscrediet aan Neder
land, dat het onmogelijk maakt, dat de
toestand plotseling verandert. Verder heb
ben de Nederlanders in de vier jaren van
gecontroleerden handel met Duitschland
heel wat geleerd. Men heeft een uitstekend
inzicht in de zaken gekregen en het is wel
uitgesloten, dat wij nog eens voor dezelfde
onaangename verrassingen als in 1933
komen te staan. En ten slotte zal er ook
zonder clearing een zekere controle blijven
bestaan. Want Duitschland zal zeker geen
einde maken aan zijn controle op devie
zen eh den buitenlandschen handel en dit
brengt met zich mede, dat Nederland met
Berlijn overleg zal moeten blijven plegen
over den aard en den omvang der goe
deren, welke de Duitschers in Nederland
koopen. Anders zou immers het gevaar
ontstaan, dat Berlijn door een wat al te
eenzijdige regeling het evenwicht van onze
volkshuishouding verbreekt. De Neder-
landsche en Duitsche commissies, welke
om de drie maanden samenkomen om op
dit gebied regelend op te treden, werken
uitstekend samen en verrichten loffelijk
werk. En het zijn deze commissies, die
met of zonder clearing, hun werk zullen
blijven doen. Dit feit maakt het welhaast
geheel onmogelijk, dat men nog eens voor
onaangename teleurstellingen zal komen
te staan.
Er moet hier op worden gewezen, dat
verschillende belangrijke Europeesche lan
den, zooals Engeland, Frankrijk en België,
dit clearinglooze controlesysteem reeds
hebben aanvaard en dat men daar in deze
landen tot nog toe uiterst tevreden over
is. Nu schijnen in Nederland de meenin
gen over een eventueel opgeven der
clearing nogal verdeeld te zijn. Onder
zoekt men echter de argumenten, welke de
voorstanders van een behoud van de
clearing aanvoeren, dan komt men tot de
ontdekking, dat deze hoofdzakelijk op
eigenbelang zijn gebaseerd. Van vele ex
porteurs zijn de belangen in zekeren zin
geconsolideerd, door de regeeringscontróle
hebben zij voor hun zaken een goed oc
trooi gekregen en het is begrijpelijk, dat
zij daar ook verder van willen genieten.
Maar een gezonde toestand is dit niet. Er
ontstaat onontkoombaar een verstarring.
Nieuw initiatief wordt de kop ingedrukt.
En dat in een tijd, waarin de economen en
mannen van de practijk om een vrijeren
wereldhandel roepen.
Wij voor ons zouden het dan ook toe
juichen, indien tot een normaler, vrijer
handelsverkeer zou kunnen worden terug
gekeerd en zijn er van overtuigd, dat dit
in het belang van Nederland zal zijn. De
opheffing van de clearing kan daaraan
medewerken, waarbij intusschen de noo-
dige waarborgen niet zullen mogen worden
prijsgegeven. Moge de nieuwe overeen
komst met Duitschland in dezen zin tot
stand komen.
Vereenvoudiging van de Zuivel
industrie.
De wijziging in het stelsel van steun
verlening aan de melkveehouders, is een
onmiskenbaar bewijs dat de nieuwe minis
ter van Economische Zaken streeft naar
vereenvoudiging van de regeeringsbemoei-
ingen met den landbouw. Deze wijziging
houdt in, dat de heffing op boter welke
door den binnenlandschen boterconsument
wordt opgebracht voortaan geheel ten
bate van den boterproducent komt. Bij de
bestaande regeling moest deze daarvan
nog een klein gedeelte afstaan aan de
Crisis Zuivel Centrale, die dit gebruikte
voor dekking van de onkosten van den
met verlies werkenden export. Vroeger
toen de verliezen op den export veel groo-
ter waren, was dit af te dragen percentage
dan ook veel hooger. Thans echter, nu de
export nog slechts een gering verlies op
levert, achtte de Regeeringsaccountants-
dienst het voordeeliger, wegens de groote
administratieve vereenvoudiging die het
geeft, de korting op de uitkeering geheel
te doen vervallen. Een belangrijke inkrim
ping van den Centralen Crisiscontröle-
dienst en van de Nederlandsche Zuivel-
centrale zal hiervan het gevolg kunnen
zijn, zoodat naar verwachting 150 k 200
crisis-ambtenaren ontslageii zullen worden.
Door een speciaal daartoe getroffen rege
ling zullen deze ambtenaren echter bij hun
ontslag een bedrag van 60 van hun jaar
wedde ontvangen.
Het afscheid van Prof. Aalberse.
In de Tweede Kamer vond Dinsdag het
afscheid plaats van prof. Aalberse als voor
zitter. Er bestond voor deze zitting begrij
pelijkerwijs een buitengewone belangstel
ling. De regeering was voltallig aanwezig
en ook het publiek gaf in grooten getale
van zijn belangstelling voor deze bijzon
dere gebeurtenis blijk. In een indrukwek
kende rede nam prof. Aalberse afscheid
van de volksvertegenwoordiging, die hij
gedurende zooveel jaren heeft geleid en
van allen met wie hij in dien tijd heeft
samengewerkt. De rede van den voorzitter
werd beantwoord door den heer Duymaer
van Twist als oudste Kamerlid en vervol
gens namens de regeering door minister
Colijn, die den scheidenden voorzitter hulde
bracht voor de wijze, waarop hij steeds
voor een goede samenwerking tusschen re
geering en parlement had weten te zorgen.
Melkcontröle in Zuid-Holland en
Utrecht.
Nu de landbouwbelangen toch eenmaal
zoo'n groote plaats in ons overzicht heb
ben ingenomen, willen wij hier niet on
vermeld laten het besluit van den Bond
van Kaasproducenten tot oprichting van
een algemeenen gezondheidsdienst voor
vee- en melkcontröle voor de provincies
Zuid-Holland en Utrecht. Deze dienst zal
als een van haar voornaamste punten tot
taak hebben de bestrijding van de tuber
culose. Er zal een controledienst worden
ingevoerd, die eens in de drie weken mon
sters van de melk zal nemen. Hierdoor zal
men niet alleen een overzicht krijgen over
den veestapel, doch tevens de kwaliteit
van de melk kunnen opvoeren, hetgeen
Commentaar overbodigHet in den
laatsten tijd veel besproken oude huis
op de Oude Schans te Amsterdam, dat
door de vereeniging „Hendrick de Key-
zer" is aangekocht, draagt thans als
opschrift: „Dit huis is door de Amster-
damsche jeugd vernield. De Amster-
damsche jeugd gaat dit weer herstellen"
zoowel voor producent als consument van
het grootste belang is.
Verruiming van de kalvertoewijzing.
De drie centrale landbouw-organisatiès
en de Aigemeene Nederlandsche Zuivel-
bond hebben een rapport uitgebracht,
waarin ter wille van de instandhouding
van de vleeschvoorziening verruiming van
de kal vertoe wij zing voor 1938 met 10 pro
cent wordt aanbevolen. Inkrimping van
den veestapel door vermindering van het
aantal melkkoeien wordt door de genoem
de organisaties ongewenscht geacht. An
derzijds echter zou algeheele opheffing
van de teeltregeling onvermijdelijk tot een
even ongewenschte uitbreiding van den
melkveestapel leiden. De aanbevolen ver
ruiming van 10 procent zou slechts een
'rêWWÊ ©BöC
t50
Minister Steenberghe bracht een bezoek aan Staphorst ter bezichtiging der
ontginning en het in aanleg zijnde Staphorster bosch.
voorloopige maatregel moeten zijn, want
het nog steeds heerschende mond- en
klauwzeer maakt het onwaarschijnlijk, dat
men met 10 ook op den duur zal kun
nen volstaan. Bovengenoemd advies heeft
minister Steenberghe, zij het met eenige
beperking, vrijwel overgenomen. Slechts
werd de aanbevolen 10 procent terugge
bracht tot ruim 7, zoodat er in 1938 25.000
stuks kalveren meer zullen worden toege
wezen. Ook ten opzichte van de zuivel-
positie acht de minister een dergelijke ver
ruiming, waarvan toeneming van het aan
tal melkkoeien het gevolg zal zijn, ver
antwoord. Een grooter percentage zou
evenwel volgens het oordeel van den
minister de zuivelpositie weer in gevaar
brengen. De mogelijkheid van verdere ver
ruiming der teeltregeling in 1939 is echter
geenszins uitgesloten, doch daaromtrent
zal eerst een beslissing genomen kunnen
worden, als wij weer een jaar verder zijn.
Thans is daartoe de economische toestand
nog te onzeker en te veel aan veranderin
gen onderhevig.
Het pokkengevaar in Nederland.
Het feit, dat in ons land geen vaccinatie-
dwang meer bestaat, heeft ertoe geleid,
dat er op het oogenblik meer dan twee
millioen ongevaccineerde kinderen in ons
land zijn. De jonggeborenen die hier jaar
lijks bijkomen, worden natuurlijk ook niet
allen ingeënt, zoodat er steeds een groot
contingent van onze bevolking vatbaar
voor pokken blijft. Indien het althans
voortgaat, zooals het thans is. Hierin ver
andering te brengen is het doel van een
landelijke actie, welke in een persconfe
rentie door den directeur van den Amster-
damschen Geneeskundigen Dienst, den
heer L. Heyermans, werd aangekondigd.
Doel is, de bevolking te wijzen op de
wënschelijkheid, kinderen in den leeftijd
van drie maanden tot twee jaar vrijwillig
te laten inenten. Op dezen leeftijd is het
gevaar van encephalitis door inenting
uiterst gering, vooral wanneer ieder geval
afzonderlijk door den huisarts wordt be
oordeeld. Het bezwaar van massa-vacci
natie met het daaraan verbonden nadeel
van minder zorgvuldige beoordeeling van
elk geval op zichzelf, komt op deze wijze
te vervallen. De regeering steunt deze ac
tie door ook voor ouders, die hun kinderen
„particulier" laten vaccineeren, de pokstol
gratis ter beschikking te stellen.
i het Circusgebouw te Scheveningen werd de kunst-skibaan officieel geopend. Wethouder Prof. Ir. C. L. v. d. Bilt
opende het ski-paleis met een rede. In dezelfde loae links: de Zwitsersche aezant Z.Exc. Arthur de Pury.
„Pauze" in Brussel.
Nadat men het tenslotte over den tekst
van de nota toch nog eens geworden is, is
er te Brussel een zekere pauze ingetreden.
Intusschen wordt echter de wedloop om
de zetels in de bemiddelingscommissie
voortgezet. Zooals bekend moest eigenlijk
reeds bij het verzenden van de nota aan
Japan vaststaan, welke mogendheden in
deze commissie zitting zouden hebben en
een tijdlang had het er ook den schijn van,
dat men op dit punt tot overeenstemming
was gekomen. Maar daarna begonnen de
meeningsverschillen: Italië wilde in ieder
geval een zetel hebben, hoewel andere
mogendheden dit onmogelijk achtten, wijl
Rome zoo juist het anti-kominternpact, dat
in zekeren zin toch ook tegen China is ge
richt, heeft onderteekend. Bovendien
meenden ook Frankrijk en Rusland niet
van een zetel te kunnen afzien. Vermoe
delijk zal men nu bij het oorspronkelijke
besluit blijven, dat Italië noch Frankrijk
in de bemiddelingscommissie zullen zetelen.
Overigens is er ook niet zoo'n enorme
haast bij de benoeming van de sub-com
missie, want Tokio zwijgt nog steeds.
Sjanghai gevallen.
Nu is dit zwijgen van de Japanners wei
verklaarbaar. Op het oogenblik, dat zij
werkelijk tot onderhandelen zullen over
gaan, willen zij op zoo groot mogelijke
militaire successen kunnen wijzen en een
zoo sterk mogelijke positie innemen. Tokio
concentreert op het oogenblik dan ook alle
aandacht op den strijd in China. Steeds
nieuwe Japansche troepen en oorlogsmate
riaal worden naar het Hemelsche Rijk ge
zonden en succes is daarbij niet uitge
bleven: in het begin van deze week is
Sjanghai, de belangrijkste handelsstad van
China, welke eenige maanden lang zoo
dapper door de Chineezen is verdedigd,
gevallen. De Chineezen hebben nu vijf
mijlen naar het westen nieuwe linies be
trokken en worden daar door twee Japan
sche legers bestookt. Hoewel de val
van Sjanghai voor Nanking een groot ver
lies moet worden gedacht, alleen reeds
wegens de buitengewone economische be-
teekenis van de stad, meenen deskun
digen, dat de val van de stad China's kracht
nog geenszins gebroken heeft. In ieder ge
val wijst alles er op, dat Nanking van plan
is, den oorlog voor onbepaalden tijd voort
te zetten. Anderzijds mag men zich even
wel over eventueele kansen op succes van
China geen illusies maken. Japan, dat aan
het front bij Sjanghai o.a. 200 oorlogsvlieg-
tuigen en 300 tanks gebruikte, bezit een
overweldigende meerderheid aan oorlogs
materiaal en dat is van veel meer belang
dan het verschil in troepenmacht.
Russisch protest te Rome.
De aansluiting van Italië bij het anti-
kominternverdrag heeft nog een eigen
aardig gevolg gehad: Moskou heeft te Rome
laten verklaren, dat het de toetreding van
Italië tot dit verdrag beschouwt als een
inbreuk op de Russisch-Italiaansche over
eenkomst van 1933 en als een onvriende
lijke daad. Veel zal men zich in Rome van
dit protest wel niet aantrekken, maar de
Russische nota werpt toch weer eens een
scherp licht op het feit, hoe snel goede be
trekkingen in de laatste jaren in het tegen
deel kunnen omslaan. Italië was een staat,
die tot de eersten heeft behoord om diplo
matieke betrekkingen met Sovjet-Rusland
aan te knoopen en die o.a. ook Litwinoff
binnen de muren van Rome heeft ontvan
gen. En nog geen vier jaren geleden sloten
de beide staten een vriendschaps- en non-
agressieverdrag. Lang heeft de „vriend
schap" niet geduurd. In Spanje zijn de
beide landen op elkaar gebotst en thans
staan zij lijnrecht tegenover elkaar.
Overigens heeft Moskou bij voorbaat
ook reeds stappen te Warschau onder
nomen. Men vreest in Rusland kennelijk,
dat ook Polen zich wel eens bij het anti-
kominternverdrag zou willen aansluiten.
Intusschen schijnt men de Russen te War
schau te hebben gerust gesteld. Polen bindt
zich niet gaarne te vast aan een zijde en
houdt maar het liefst vast aan zijn oude
beproefde politiek van evenwicht.
Spaak ploetert verder.
Op het oogenblik, dat dit overzicht ge
schreven wordt, ploetert Spaak nog steeds
verder om een Belgisch kabinet te vormen
en dat terwijl reeds eenige dagen geleden
een officieuze lijst van leden van de
nieuwe regeering van hand tot hand ging.
Op het laatste moment echter zijn er bij de
liberalen en conservatieve katholieken nog
weer nieuwe bezwaren gerezen en het ziet
er dan ook naar uit, dat minister Spaak,
die weliswaar verklaarde, „dat er nog niets
kapot was", niet zal slagen. Op den dag,
dat dit overzicht verschijnt, zal men ove
rigens wel weten, hoe het daarmede staat.
Ramsay Macdonald overleden.
James Ramsay Macdonald, stichter van
de parlementaire arbeiderspartij, minister
president van hét eerste en tweede Britsche
Labourministerie en ex-premier van de
eerste nationale regeering, is op 71-jangen
leeftijd overleden. Macdonald behoort tot
de Engelschen, die na lang gedwaald te
hebben, tenslotte uit hun eigen fouten leer
den en op de dwalingen huns weegs terug
keerden. Ongetwijfeld was Macdonald een
van de mannen, die er verantwoordelijk
voor zijn, dat Engeland in een tijd, dat
zulks hoog noodig was, niet de rol heeft
kunnen spelen, welke het spelen moest,
waardoor het land veel aan prestige ver
loor. Anderzijds moet worden erkend, dat
toen de idealist Macdonald bemerkte, dat
de wereld voor zijn idealisme nog niet rijp
zetten. Dit heeft hem de vriendschap van de
Dit heeft hem de vriendschap van de
Labourpartij, zijn eigen schepping, gekost
en des te meer moet men het in hem eeren,
dat hij zelfs niet aarzelde dit offer te bren
gen. De tijd, die nadien kwam, heeft Mac
donald werkelijk in het gelijk gesteld, zelfs
de eenzijdigste pacifisten moeten dit toe
geven. Wellicht ook, dat deze wetenschap
den overledene in de laatste jaren van zijn
leven tot troost heeft gestrekt.