Cen ttieuuKt econaniUchz cAilil Buitentandlch Ov-ztyicM. ïSmtiznicuvdócd 0-\j-zk^Lcht De internationale conjunctuur heeft weer •ens het evenwicht verloren. De koersen dalen. De kooplieden aarzelen en wagen nauwelijks te disponeeren. Een verontruste wereld kijkt naar Amerika, want alarmee- rende berichten uit de V.S. hebben de vrees gewekt, dat men daar aan het begin van een nieuwe, langdurige depressie staat en men is er bijna algemeen van over tuigd, dat Europa in een dergelijke nieuwe crisis zou worden medegesleept. Is deze vrees gerechtvaardigd? Feit is, dat de bedrijvigheid in de laat ste maanden, nl. van Augustus af, in Ame rika is afgenomen wel volgens „The Analist", een toonaangevend economisch blad, met ongeveer 20 De vraag is echter, of men hieruit nu mag concludee- xen, dat wij aan het begin van een nieuwe economische depressie staan. Want ook in de jaren 1933 en 1934 nam de bedrijvig heid in de maanden tusschen Augustus en December aanzienlijk af, om zich daarna echter weer te herstellen. Kan dit ook thans niet het geval zijn? „The Analist" meent van niet en gelooft te mogen schrij ven, dat het thans voor langen tijd weer bergafwaarts zal gaan. Maar nog in Juli 1937 was het blad van een geheel tegen overgestelde meening. Toentertijd of thans moet „The Analist" zich dus vergist hebben. Om nu te beoordeelen, welke meening de juiste is, zou men in het bijzonder moe ten weten, wat de oorzaak van het af nemen der bedrijvigheid is. Maar deze Btaat nog geenszins vast. Integendeel, twee geheel van elkaar verschillende verklarin gen staan hier tegenover elkaar. De eene is de uitlegging van de groote industrie, die den New Deal bestrijdt. De andere is de uitlegging van de aanhangers van Roo- sevelt, die in den New Deal niets dan goeds zien. De industrie beweert, dat aan de huidige misère de politiek van Roosevelt schuldig is. De president zou de loonen verhoogd, de onkosten der industrie verhoogd en door zijn vele ingrijpen de bewegingsvrij heid der ondernemers aan banden hebben gelegd. Dat zou te dragen geweest zijn, zoolang groote staatsopdrachten de in dustrie op gang hielden. Thans echter, nu de staat minder opdrachten geeft, zou de politiek van Roosevelt noodlottig blijken te zijn. De ondernemers zouden hun prij zen tot boven de normale draagkracht van de binnenlandsche markt hebben moeten verhoogen en zouden deze thans niet aan de afnemende vraag kunnen aanpassen. En nog minder zouden de ondernemingen aan nieuwe investeeringen kunnen denken. Dit is, in het kort, het programma van de industrie: „Schaft den New Deal af, opdat de conjunctuur zich kan verbeteren". Deze these wordt door de aanhangers van de New Deal op alle punten bestre den. Zij bestrijden de noodzakelijkheid van de prijs verhoogingen. Zij bestrijden de onmogelijkheid, deze prijzen weer te ver minderen en verwijzen naar de enorme winsten der industrie in het laatste jaar. Met het oog op deze inderdaad zeer hooge winsten wordt van deze zijde natuurlijk ook de onmogelijkheid van nieuwe inves teeringen bestreden. Ja, meer of minder openlijk wordt de afnemende bedrijvig heid in het laatste kwartaal als een bluf, een afpersingsmanoeuvre van de industrie, om tot afschaffing van de sociale wetten en nieuwe ondernemers-voordeelen te ge raken, betiteld. Men wijst op het niet te ontkennen verschil tusschen de huidige consumptie- en de huidige productie-volu men en concludeert daaruit, dat de in dustrie haar productie veel meer dan noodzakelijk is beperkt. Inderdaad heeft b.v. de automobiel-industrie in het derde kwartaal van 1937 nog een record-omzet bereikt. Maar de fabrieken hebben de vraag voor een goed deel uit hun voor raden bevredigd; zij hebben minder wagens vervaardigd dan ,in vorige jaren en ook veel minder grondstoffen ingekocht. Ook de staalindustrie zou haar opdrachten voor een veel te groot deel uit de voorraden dekken. Met andere woorden: beide indus trieën en de public-utility-maatschappijen (particuliere leveranciers van gas, water, electrischen stroom, enz.) als „Dritte im Bunde" zouden de conjuctuur saboteeren om een economische crisis voor te spie gelen, welke in werkelijkheid niet bestaat. Ook de scherpe daling der koersen aan de beurzen zou aan de baisse-manoeuvres van een machtige financieele groep moeten worden toegeschreven een groep, die inderdaad over milliarden dollars beschikt en daardoor iedere hausse aan de beurzen zou hebben kunnen verhinderen. Derge lijke geruchten deden reeds maanden ge leden in Europa de ronde. Wanneer deze meening juist zou zijn, ware er inderdaad slechts een rustig af wachten toe noodig, om de huidige crisis te overwinnen, ja, dit zou zelfs het eenige geschikte middel zijn. Want op den duur zou de staking der industrieelen moeten doodloopen. Wanneer de conjunctuur in de kern inderdaad goed is en goed blijft, land op een peil te brengen, dat met den algemeenen dreigenden toestand en de huidige gespannen verhoudingen eenigs- zins in overeenstemming is, beginnen merkbaar te worden. Zooals te verwachten was, zullen er in verband met de leger- uitbreiding en de aanzienlijke verhooging van het j aarlij ksche contingent dienst plichtigen nieuwe garnizoensplaatsen moe ten komen. Als eerste plaats waar weer garnizoen zal worden gelegerd, is de hoofd stad aangewezen, die het 2de regiment luchtdoelartillerie gehuisvest krijgt. Ge heel zonder garnizoen was Amsterdam wel is waar niet, doch thans zal het een zoo belangrijk legeronderdeel huisvesten, dat het weer met recht den naam van garni zoensstad verdient. Tevens zal de hoofd stad van het land hierdoor op de doel matigste wijze beschermd kunnen worden tegen eventueele aanvallen vanuit de lucht, waaraan op het oogenblik nog alles ont breekt. Ook Grave wordt weer tot garni zoensplaats verheven en maakt thans in allerijl een groot perceel heide gereed voor Voor de Blijde Gebeurt in verband met de op rhoco-lade oc Zoodra de kleintjes gaan kruipen zijn overalls onmis baar en worden b.v. van ge kleurd of met motiefjes be drukt katoenen flanel ge- gemaakt. Dit materiaal heeft het voordeel, dat het warm kleed en goed waschbaar is. haar heeft men Koninklijk Huis jakt. zouden de fabrieken tenslo ten gaan produceeren en O; oogenblik zelfs hun voorrad ten gaan aanvullen. Het is, daarop moet gev/ezen worden, Van zoo verren afstand onmogelijk, zich voor een van beide opvattingen uit te spreken. Maar een ding staat vast: dat het volkomen verkeerd is, de huidige situatie met die van het catastrophale jaar 1929 te vergelijken. Toen was de conjunctuur reeds maandenlang aan het wankelen, voordat het tot een ineenstorting aan de beurzen kwam. Ditmaal vielen de koersen echter in een goede conjunctuur en zoo sterk was deze conjunctuur, dat nog maan den na de zwarte dagen der beurs de fabrieken op volle capaciteit werkten. En zoo zijn er nog veel meer verschillen aan te wijzen, o.a. dat de investeerings-reserve der industrie, in tegenstelling met toenter tijd, thans nog geheel intact is. Bovendien is op het oogenblik crediet gemakkelijk en goedkoop te krijgen en Roosevelt zou dan ook, gezien het ongeschokte staatscrediet, op elk gewenscht oogenblik opnieuw met groote staaatsopdrachten kunnen ingrijpen. Al te pessimistische voorspellingen zijn dus zeker niet gerechtvaardigd. En wat nu de gevolgen van de Ameri- kaansche crisis voor Europa betreft, in ons werelddeel werkt nog op vele gebieden een stimulans, die in 1929 ontbrak. Wij denken daarbij b.v. aan de Engelsche her bewapening, die nog geruimen tijd als im puls dienst zal kunnen doen. Of dit vol doende zal zijn om de uit Amerika komen de tegenslagen te kunnen compenseeren, is natuurlijk nog een open vraag. In ieder geval kan men op het oogen blik zeggen, dat in de eerste plaats on danks alle pessimistische berichten, nog geenszins vaststaat, hoe de toestand zich ii Amerika verder zal ontwikkeien; en dat in de tweede plaats nog minder vast staat, of en in welke richting het z.g. con- junctuur-relais tusschen Europa en Ame rika zal functioneeren. garneering van bedrukt zijden of fluvzoo zullen er nog biezen, die in ronde vorm geknipt v aan hel bovp«-«tiiV- De leerlingenschaal in de Kamer. In de Tweede Kamer werd de behande ling van de begrooting van Onderwijs voortgezet. Thans was het hoofdzakelijk de leerlingenschaal, die de gemoederen bezig hield. Veel verandering zal hierin, gezien den moeilijken financieelen toe stand en de verhoogde defensie-uitgaven, wel niet zijn te brengen, doch een moge lijkheid om althans in de ongunstigste ge vallen eenige verbetering te brengen, werd geopend door den heer Oud, die pleitte voor aanstelling van kweekelingen met acte in de meest overladen klassen zeker geen Ideale oplossing, maar, zooals hij zeide: beter iets dan niets. De begroo ting van het Zuiderzeefonds werd aange nomen, zoodat de regeering deze werken op de wijze, zooals zij zich dit voorstelde, zal kunnen voortzetten. Twee jubilarissen. Twee jubilarissen telde de afgeloopen week. Onze grootste concert- en oratorium- zanger Louis van Tulder werd gehuldigd in verband met zijn 25-jarig zangersjubi leum. Van regeeringswege werden zijn verdiensten erkend door zijn bevordering tot officier in de Orde van Oranje-Nassau. De andere jubilaris was de in heel ons land bekende en geliefde acteur-schrijver schilder Louis Saalborn, die zijn dertig jarig tooneeljubileum herdacht. Meevallers bij de Rijksmiddelen. Een verblijdend bericht bereikte ons over den toestand van 's rijks financiën. De middelen brachten over November ruim 8 miJLlioen meer op dan in de over eenkomstige maand van het vorige jaar en over de eerste 11 maanden van het jaar bijna 62 millioen meer dan in hetzelfde tijdvak van 1936 en Dovendien ruim 56% millioen meer dan de raming. Resultaten die welkom zijn in dezen tijd van groote uitgaven. Nieuw clearingverdrag met Duitschland. De onderhandelingen, die in de eerste helft van December tusschen de Neder- landsche en de Duitsche regeering werden gevoerd, zijn tenslotte toch nog tot een goed einde gebracht Een nieuw clearing- verdrag, dat tot einde 1938 van kracht zal zijn, kwam tot stand. Het verdrag is in hoofdzaak gelijk aan het vorige. De voor naamste verandering is nog, dat het per centage aan Duitschland toegekende vrije deviezen is verhoogd tot 10. Mr. Vissering overleden. Rest ons nog te vermelden het overlijden van mr. G. Vissering, wiens groote v<£- diensten voor ons land als directeur van de Nederiandsche Bank in de jaren 1912- 1931, dus in den oorlogstijd en de moei lijke jaren daarna, in dankbare herinne ring mogen blijven. Tot de belangrijkste besluiten onder zijn bewind behoort onge twijfeld de terugkeer tot den gouden stan daard, waartoe ons land in samenwerking met Engeland, Australië en Nieuw-Zee- land in 1925 overging. Afscheid van de schaakkampioenen. Met een klinkenden feestmaaltijd in het Carltonhotel te Amsterdam werd de wed strijd om het wereldkampioenschap scha ken, die de geheele schaakwereld in en buiten ons land eenige maanden lang in spanning heeft gehouden, op waardige wijze besloten. Beide grootmeesters, zoowel de nieuwe kampioen als de verliezer, wer den nogmaals op uitbundige wijze gehul digd en zoo behoort deze belangrijke ge beurtenis op het gebied van de mooiste aller geestelijke sporten weer tot het ver leden. Voor den nieuwen kampioen liggen reeds zware tweekampen in een nabij ver schiet, terwijl onze verslagen landgenoot, aan de Eransche Riviera alle schaakzorgen en beslommeringen in enkele weken van ongestoorde rust en ontspanning gaat ver geten. Het Amsterdamsche Raadhuis. Schreven wij in den aanvang van dit overzicht, dat de vreugdevolle verwach ting in ons land in deze weken groeiende is en dat de spanning allerwegen toeneemt, één groep is er onder onze landgenoo- ten, die om geheel andere redenen reeds dezer dagen in de grootste spanning ver keert, namelijk de architecten, die hebben deelgenomen aan de prijsvraag voor den bouw van het nieuwe Amsterdamsche raadhuis. Zooals men weet, waren er op deze prijsvraag ruim 200 antwoorden in gekomen en thans is een viertal hiervan uitverkoren om hun ingeleverde plan nader uit te werken. Voor bekroning kwam geen der ingezonden ontwerpen in aanmerking, zoodat later opnieuw een keuze zal moeten worden gedaan uit de nader uitgewerkte plannen van het gekozen viertal. De namen der vier uitverkorenen zullen, dezer dagen bekend gemaakt worden. Men kan zich dus indenken in welk een spanning de ruim 200 architecten die hebben deelge nomen, dezer dagen verkeeren. Zullen zij tot de uitverkoren vier behooren? De viering van den nieuwen nationalen feestdag. Ai ligt het St. Nicolaasfeest reeds weer ver achter ons, het Nederiandsche hart blijft „vol verwachting" kloppen. De aan staande bkjde gebeurtems in het jonge Oranjegezin gaat meer en meer de ge dachten in beslag nemen en nu de regee ring reeds met maatregelen en bepalingen betreffende de viering van de op handen zijnde gebeurtenis voor den dag is ge komen, neemt de spanning eerst recht toe en begint de feeststemming er al wat in te komen. Zee- en landmacht zullen met vlaggewapper en kanongebulder het Vor stenkind in de wereld verwelkomen, waar bij nog steeds volgens oude traditie een prinsje het dubbele eerbetoon geniet, ook al heeft de geschiedenis reeds voldoende geleerd en met de nu bijna veertigjarige regeeringsperiode van ons tegenwoordige staatshoofd opnieuw bewezen, dat een land onder het bewind van een vrouw in geen enkel opzicht te kort behoeft te komen. Dat ook in de overzeesche gewesten de heuglijke gebeurtenis met niet minder spanning dan in het moederland wordt verbeid, blijkt wel uit de berichten over het organiseeren van feestelijkheden daar te lande en de maatregelen van overheids wege om den dag na de geboorte ook daar tot een nationalen feestdag te maken. Nieuwe garnizoensplaatsen in ons land. De eerste uitvloeiselen van het Besluit onzer regeering om de weermacht van ons De incidenten op de Jangtse. Duidelijk is in de afgeloopen week wel gebleken, dat het leedwezen van de Ja panners over de incidenten op de Jangtse (het tot zinken brengen van de Ameri- kaansche kanonneerboot „Panay" en de beschieting van eenige Engelsche schepen) oprecht gemeend is. De verantwoordelijke admiraal is uit China naar Japan terug geroepen, Japansche matrozen zullen eer moeten bewijzen aan de gedoode buiten landers, verontschuldigingen worden ge maakt en schadevergoeding zal worden betaald. Daaruit blijkt, dat Japan geen moeilijkheden met de Westelijke mogend heden wenscht en dat is ook begrijpelijk. Het in China, ondanks alle overwinning, zoowel militair als politiek nog sterk ge bonden Japan kan er zeker geen belang bij hebben, tezelfdertijd Amerika en En geland tegen zich in het harnas te jagen. De berekening der Japanners, dat ook dit maal weer, evenals m 1932, de Angelsak sische neven werkeloos, hoewel ook tan denknersend, bij den aanval op China zou den toezien, is tot nog toe juist gebleken. En in dezen toestand zaJ Japan door pro vocatie zeker geen verandering willen brengen. Daarom doet men ook zijn uiterste best, de incidenten te regelen. En men kan er wel van op aan, dat de Japansche front officieren de strenge aanwijzing hebben gekregen, zich in de toekomst voor het aanstichten van dergelijke incidenten te hoeden incidenten, die het dubbele na deel hebben, de woede van het buiten land bijzonder sterk op te wekken en anderzijds bijzonder weinig op te leveren. Tenslotte worden er in alle stilte heel wat hoogere Amerikaansche waarden tot zinken gebracht dan slechts een kleine kanon neerboot en niet slechts tot zinken ge bracht, maar zelfs veroverd. Het enkele feit, dat Sjanghai thans in de macht van de Japanners en niet meer van de Chinee- zen is, beteekent voor Amerika en Enge land een veel grooter verlies dan honder den in den grond geboorde kanonneer- booten, en desondanks is de verovering van Sjanghai glad van stapel geloopen. En bij eiken kilometer Japanschen opmarsch vermeerdert zich de buit en zoolang dit het geval blijft, kan men er verzekerd van zijn, dat Japan geen conflicten met de overige mogendheden zal zoeken. Delbos' zending te Praag. Delbos heeft nu ook het laatste deel van zijn groote rondreis, n.1. het bezoek aan Praag, achter den rug. In de Tsjechische hoofdstad heeft hij talrijke besprekingen gevoerd met den president der republiek, den minister-president en den minister van buitenlandsche zaken. In de eerste plaats heeft Delbos daarbij natuurlijk de regeering te Praag ingelicht over de be sprekingen te Londen en daarbij zal hij zeer openhartig te werk zijn gegaan, want Parijs heeft voor het zoo bevriende Tsjecho-Slowakije geen geheimen. In de tweede plaats is het Sudeten-Duitsche vraagstuk, dat de betrekkingen tusschen Berlijn en Praag zoo vertroebelt, bespro ken. Opmerkelijk daarbij is, dat Delbos ook een onderhoud heeft gehad met twee vertegenwoordigers van de Sudeten- Duitsche partij van Henlein. Daaruit mag men concludeeren, dat Parijs en Praag op recht wenschen, dit probleem uit de wereld te helpen. Er bestaat geen twijfel aan, dat de Duitsche klachten over den toestand, waarin de Sudeten-Duitsche minderheid in Tsjecho-Slowakije verkeert, ten deele gerechtvaardigd zijn. Te Praag weet men dat zeer wei en is men ook zeker bereid het zijne tot een verbetering bij te dragen. Maar het zijn dikwijls de lagere Tsjechische ambtenaren, die niet voldoen de rekening met de wenschen der hoogste instanties houden. Desondanks blijft een oplossing mogelijk en men kan er ver zekerd van zijn, dat Praag in den komen den tijd alles in het werk zal stellen om deze ook te vinden. Ook zal men trachten andere geschilpunten met Duitscluand uit den weg te ruimen. Zoo heeft Berlijn meer dan eens bezwaar gemaakt tegen de Duit sche emigrantenpers in Tsjecho-Slowakije, wat nu reeds heeft geleid tot het verbod van het blad van Strasser en de sluiting van een anti-Duitsch georiënteerd corres pondentiebureau te Praag. Anderzijds zal Duitschland natuurlijk moeten ophouden, uitgewezen Sudeten-Duitschers zooals Jung, Krebs en Viererbl van Duitschland uit in de officieele organen tegen Tsjecho- Slowakije te laten ageeren. Het probleem is zooals men ziet veel zijdig, maar in ieder geval heeft Delbos getracht de internationale spanningen te verminderen en het is een verheugend feit, dat ook het orgaan van het Duitsche ministerie van buitenlandsche zaken daar voor waardeerende woorden weet te vin den. Tenslotte heeft Delbos te Praag nog economische onderhandelingen gevoerd, met het resultaat, dat het oude leed van de voor Tsjecho-Slowakije passieve han delsbalans zal worden gelenigd. Krachtige houding van Tsjiang Kai-sjek. Bewonderenswaardig blijft de houding der Chineezen. Hoewel nu ook de hoofd stad Nanking gevallen is, denkt men aan geen opgeven van den strijd. Tsjiang Kai- sjek verklaarde nog dezer dagen te Han- kau in een radio-toespraak tot het Chi- neesche volk: „Onverschillig hoe de tegen woordige toestand moge veranderen, wij moeten ons niet overgeven, maar voor waarts marcheeren". Tsjiang Kai-sek er van overtuigd, dat capituleeren een rampspoed zou beteekenen. De Chineesche maarschalk ziet in, dat er geen lang durige tegenstand kan worden geboden in de groote steden, maar wei in de dorpen van geheel China en in de krachtige vast beradenheid des volks. Tsjiang Kai-sjek wil dus in een guerilla-oorlog Japans mili taire kracht uitputten. En zeker is wel, dat de Chineezen op deze wijze aan de Japan ners nog heel wat moeilijkheden zouden kunnen berokkenen. Verdere pogingen tot toenadering. Zooals bekend heeft de geste van Von Neurath, die Delbos op zijn reis naar War schau te Berlijn op het station begroette, overal een aangenamen indruk gemaakt. Maar ook overigens vlot het in den laat- sten tijd tusschen Duitschers en Franschen wat beter. Zoo heeft nu de oud-minister president van Frankrijk Flandin weer be sprekingen gehad met de Duitsche staats lieden. Officieel waren deze besprekingen weliswaar niet, maar het is toch van be lang, dat de staatslieden der verschillende landen elkaar en hun inzichten beter Jee- ren kennen. Opmerkelijk zijn tenslotte ook nog de pogingen van Berlijn en Parijs om aan den persoorlog tusschen de beide landen een eerlijker karakter te geven. De Fransche perschef van de Quai d'Orsay Comert ziet op het oogenblik met zijn Duitsch collega de verschillende mogelijkheden daartoe onder oogen. Ook dit is een verblijdend symptoom.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1937 | | pagina 12