Ja... dan hebben we een bontmantel uitgespaard Raadgevingen voor den winter Heel wat maatregelen zijn er te nemen n 1 HSIIf Het gaat er om, schade door de vorst veroorzaakt, te voorkomen ,JX"' RNHHHHL Nieuwe resultaten van luchtonderzoek K M- Over het algemeen onderschat men den winter. Zoowel ten goede als ten kwade. Zeker, het is waar, dat de winter een van de gezellig ste jaargetijden is wat het huise lijk leven betreft, maar aan den anderen kant mag men niet ver geten, dat hij ook vele gevaren met zich meebrengt. Over deze ge varen willen we niet spreken, ook niet van bevroren neuzen, door het Ijs gezakte kinderen enz. Maar dat zijn niet alleen de gevaren van den winter. Reeds het groote tem peratuursverschil kan in huis en hof veel onheil en daardoor schade aanrichten, die men met allerlei voorzorgen kan voorkomen. Daar om willen wij hier niet alleen de gevaren van den winter noemen, maar ook bespreken, hoe men deze tegen kan gaan. mer van den dichtstbywonenden loodgieter opgeschreven, zoodat je dadelijk een vak man bij de hand hebt? Heb je verboden, om, als het raam open staat, de radiatoren af te draaien. En heb je gezegd, dat de dakramen aldoor gesloten moeten blijven, zoodat het niet kan insneeuwen of inrege nen? Weet je zeker, dat het dak heel is, zoodat lekkages uitgesloten zijn? En heb je order gegeven, dat bij sneeuw en ij zei dadelijk asch en zout op de stoep wordt gestrooid?" Ik heb al die vragen achter elkaar op haar afgevuurd, en werkelijk, mijn anders zoo slagvaardige wederhelft, die niet gauw te overbluffen is, staat nu met haar mond vol tanden. „Ten derde", ga ik verder, „wat de kin deren betreft, heb je hun op het hart ge drukt, dat zij nooit nooit op het ijs gaan, als het niet goedgekeurd is? Heb je, zoo- Eenige dagen geleden kwam mijn vrouw mijn studeerkamer binnen en zei: „Het be gint al flink koud te worden vind je niet, man?" „Ja", zei ik en vermoedde reeds wat er volgen zou. ,We moeten wat tegen den winter doen", ging zij verder. „Ja", zei ik met eenlettergrepige ant woorden. „Ik heb de naaister voor morgen besteld, zij moet allerlei warme kleeren maken, zoodat wij tegen de kou kunnen en geen longontsteking of griep krijgen." „Tja", breng ik in het midden, ,je hebt een nieuwen daagschen mantel noodig en overschoenen, twee hoedjes en drie paar handschoenen en een bontmantel inplaats van de vos, die al leelijk kaal begint te worden. Ik hoorde van de week tenminste, hoe je met de naaister besprak, op welke manier je mij dit alles onder het oog moest brengen." ,Maar....", ik verhef mijn stem op een echt mannelijke manier, „....heb je er wel aan gedacht, dat behalve de winter- kleeren er nog allerlei voorbereidingen te treffen zijn voor het koude jaargetijde, dingen, die zeker zoo belangrijk zijn, om dat hiervan de gezondheid van het geheele gezin afhangt en waardoor wij tevens be hoed zullen worden voor allerlei schade, die de winter kan veroorzaken?" „Ja, zeker", meent mijn vrouw. Doch ïan haar gezicht kon ik duidelijk zien, dat tij er geen idee van had, waar ik heen wilde. Onverstoord ging ik verder: „In de eerste plaats de kelder. Heb je bij voorbeeld al gecontroleerd, of de kelder ramen en -deuren goed sluiten en de rui ten heel zijn? Als dit niet het geval is, heb je dan maatregelen getroffen, dat ze in orde gemaakt worden, zoodat de kelder goed afgesloten kan worden? Heb je er jezelf al van overtuigd, dat de voorraad, de aardappelen en vruchten, de inmaak conserven, het vleesch en de worst 4 evenals en nu spreek ik speciaal voor mijzelf de wijn vorstvrij en droog be waard wordt? Dat alles dadelijk met stroo, turfmolm, met zakken of couranten afge dekt kan worden. Leggen de aardappelen goed beschut? En de groene en roode kool, liggen die in kisten, die op een paar bri ketten staan? Heb je je al voorgenomen iedere week de voorraad na te zien, zoo dat er niets kan bederven?" Mijn vrouw is inmiddels in een zoutpi laar veranderd. „Ten tweede", ik voel me als een rechter van instructie, „ten tweede", herhaal ik, „zijn alle zichtbare waterleidingen behoor lijk ingepakt, zoodat ze niet kunnen be vriezen? Heb je order gegeven, dat al de deuren steeds dicht blijven? Dat in de badkamer, W.C. en keuken, als het vriest, de leidingen afgesloten moeten worden en dat, als er dan toch nog een leiding be- n'est, er maar niet eenvoudig met warm wordt geknoeid en aan de leidingen Heb je het telefoonnum- als verleden jaar, de lange ladder naar den vijver laten brengen, zoodat, als er eens iemand door het ijs zakt, er direct reddingsmateriaal bij de hand is? Heb je de bengels ingepompt, dat zij op straat geen glijbaantjes mogen maken, zoodat zij niet de oorzaak zijn van verkeersongeval- len en dat zij niet urenlang met natte voe ten blijven rondloopen?" „En dan ten vierde", ik ben goed op dreef! „de tuin. Zijn alle boomen en struiken goed verzorgd, zoodat zij, als de grond bevroren is, geen gebrek lijden. Zijn de beschadigingen aan de stammen met kalk en carbolineum bestreken, zoodat zij beschut zijn tegen vorst en ongedierte? Zijn de kleinere struiken en de vrucht- boomen doelmatig ingepakt? Zul jij of doet de tuinman van hiernaast het voor je regelmatig de berichten van De Bilt in de courant en door de radio nagaan, zoodat wij de planten bij zeer strengen vorst op de een of andere wijze met kunst matige nevel of vuurpotten kunnen be schermen. Is er al iets tegen het onge dierte gedaan?" „Zoo, en nu ten vyfde ten slotte nog een paar kleinigheden." „Je moet de schoorsteen en laten vegen, want een vuile schoorsteen trekt niet en kan een schoorsteenbrandje veroorzaken gewetensvraag wel het vuur na aan de schenen, „dan zal ik eens zien, of er hier of daar nog iets te bezuinigen valt. Als wij allemaal gezond blijven en er van de provisie niets bederft, dan geloof ik, dat wij in een paar jaar een bontjas hebben I uitgespaard. Want schade door den winter veroorzaakt is een kostbare geschiedenis..." al naar hun optreden, het klimaat van een streek te bepalen. In Midden Europa, in Duitschland bijvoorbeeld, heerscht een uit gesproken gemengd klimaat en daar krijgt men afwisselend polaire, oceanische, conti nentale en tropische lucht. De luchtsoorten behouden hun karakter slechts korten tijd, meestal slechts een paar dagen; dan ver anderen zij en worden in geneeskundig opzicht onverschillig, d.w.z. zij verliezen V' hun oorspronkelijke belangrijke werk zaamheid. In cirkel: In huizen waar centrale verwarming is moeten alle radiatoren en lei dingen goed nagezien worden. En wat ik verder nog wilde zeggen „Nu zeg, man, zou je mij ook niet eens aan het woord laten komen? Ik geef toe, dat het allemaal belangrijke dingen zijn en ik beloof je, alles op te schrijven en punt voor punt af te werken. Als het mij echter gelukt, daardoor allerlei narigheid te voorkomenhoe staat het dan met mijn bontjas?" „Ja", antwoord ik, zij legt my bij deze BIJ DE ILLUSTRATIES: Links boven: Bij strenge vorst is het noodzakelijk de verschillende leidingen, nadat de hoofd kraan is dichtgedraaid, te laten leegloopen. Rechts boven: Ook de porceleinen boercnkachels moeten schoon gemaakt worden, anders branden zij niet goecL Daaronder: Het afdekken van kelderramen en -roos ters is noodzakelijk om het bevriezen van den wintervoorraad te voorkomen. Links: Ook de brandkranen op de verschillende hoeken der straten moeten steeds onder controle blijven, zoodat men bij brandge vaar onmiddellijk over bluschwater kan beschikken. Daarboven: Het dichten van de aan- en afvoerbuizen van den stoom is noodzakelijk, omdat er anders te veel warmte verloren gaat en door lekkages groote schade kan ontstaan. De meteorologen, die ook op geneeskun dig gebied onderzoekingen doen, weten nog niet waarom de zuivere Poollucht phvsisch en psychisch zoo'n goeden invloed op het welbehagen en de arbeidsvreugde uitoe fent, terwijl omgekeerd de zwoele lucht in de Tropen zoo verslappend werkt. Dit is niet te verklaren met de verschillende temperatuurs- en vochtigheidstoestanden. Maar hierop is de samenstelling van de lucht van invloed. De zeelucht bevat bijv. meer jodium en chloor, ook broom, de tro pische en continentale lucht meer radium- emanaties, een edelgas van de familie uraan-radium, en organische bestanddee- len. De meteoroloog spreekt hier van zwe vende deeltjes. Ook de lucht. In Midden Europa „betrekt" men de lucht uit alle vier de windrichtingen, en de wetenschap spreekt van vier „hoofd luchtsoorten", de polaire, oceanische, tro pische en continentale, die in hun eigen schappen zeer van elkaar afwijken. Terwijl de polaire lucht koud en droog is, zeer weinig zwevende deeltjes bevat, en daar door het zicht daar zeer goed is, is de lucht uit tropische en subtropische streken warm, vochtig, en sterk verontreinigd. De zelfde tegenstelling hebben de oceanische en de continentale lucht. Zooals Prof. Linke uit Frankfort op de laatste vergadering van de International Society of Medical Hydrology te Frankfort a/d Main aan toonde, is het doelmatig gebleken, nog vier „tusschenluchtsoorten" aan te nemen, die de eigenschappen der omringende „hoofd luchtsoorten" in zich vereenigen. En met behulp van deze weertypes is het mogeliik. Zwevende deeltjes verslechten het zicht Voor de geneeskunde is juist de samen stelling van de lucht van groot belang, daar v/ij dagelijks toch 10 m3 lucht door onze longen laten gaan! De lucht is namelijk niet alleen een mengsel van zuurstof en stikstof, maar er bevinden zich, hoewel in zeer kleine hoe veelheden, alle stoffen in die er in de na tuur zijn en die men vroeger voor onbe langrijk voor het menschelijk lichaam be schouwde. Zooals Prof. Linke aantoonde, hebben de geringe wisselingen van het zuurstof- en koolzuurgehalte, zooals men ze in bewoon de en ongeluchte kamers vindt, slechts een geringe beteekenis voor het leven der men- schen. Daarentegen zouden andere bestand- deelen van de lucht, zooals jodium, chloor, broom en zekere nitraten een sterken in vloed op het lichaam uitoefenen. Door sa menwerking van hygienici en meteorolo gen is het nu gelukt, de kleine zwevende deeltjes, die in massa's de lucht veront reinigen en dan het zicht op aarde ver slechten. nader te onderzoeken. Deze deel tjes bestaan eerstens uit ultramicroscopi- sche vaste kernen, waarvan er in een ku bieke centimeter lucht verscheidene hon derdduizenden voor kunnen komen. Wanneer wordt de blauwe hemel witachtig? Deze atmosferische kern bestaat uit 20 tot 100 millioen samengepakte moleculen; daarin en daarom kunnen zich zoo'n massa waterdampmoleculen bevinden, dat de grootte van de kern zich met toenemende relatieve vochtigheid tot op het 10 en zelfs 100 voudige van ziin oorspronkelijke grootte veranderen kan. Dat is het duidelijkst te bemerken aan de doorzichtigheid van de lucht. Zoolang deze deeltjes nog niet groo- ter dan de moleculen zijn, blijft de lucht helder en doorzichtig, en de hemel heeft een zuivere blauwe kleur Zoo gauw ech ter de deeltjes door het onnemen van wa terstof opzwellen wordt de hemel lichter. Daarbij hebben de deeltjes van stof en rook geen invloed, want zij zouden, daar zij betrekkelijk groot zijn, uit de lucht vallen. De meteoroloog spreekt hier van suspensies. Een suspensie ontstaat, wan neer zeer fijn verdeelde, onoplosbare stof fen in een vloeibaar medium worden opge nomen. De valsnelheid is zoo gering, dat zij gezien kan worden als de deeltjes val len. Hun doorsnede bedraagt een duizend ste tot een honderdduizendste millimeter. Voor den gezonden mensch is echter een overmaat van atmosferische deeltjes even ongunstig als een meer dan normale zui verheid van de lucht ki j.WO' M grijp*- Jb z< jT

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1938 | | pagina 4