"Jj^enadeAitiq, TlaAifA-BeAlijti
BuitentcuidleA ÖJU4A$icJht
Binn-micirtcUch C
De Fransche ambassadeur in Berlijn, die
Hitler's oor en vertrouwen heeft, heeft kort
geleden in zijn Nieuwjaarstoespraak vier
grondwaarheden naar voren gebracht
1. De bewapeningswedstrijd moet op den
duur tot de ruïne van allen voeren;
2. het heil kan slechts van een herstel van
den internationalen handel komen en
niet van de inrichting van economische
ridderburchten;
S. een nieuwe oorlog zou de vernietiging
van de Europeesche beschaving betee-
kenen;
4. zoowel overwinnaars als overwonnenen
zouden als beklagenswaardige slacht
offers uit den oorlog komen*
ïntusschen hebben deze leidende gedach
ten door de uitlatingen van den Japanschen
minister van binnenlandsche zaken over
den strijd van zijn land tegen de „blanke
onderdrukkers" hun volle beteekenis ge
kregen. Inderdaad is het duidelijk, dat een
door een nieuwe twist verscheurd Europa
in den loop van deze eeuw onvermijdelijk
door het gele gevaar zou worden bedreigd.
Dit schijnt men ook in Berlijn steeds dui
delijker te gaan inzien. Men vergelijkt daar
onwillekeurig den Japanschen veldtocht
en zijn objecten met de conflictstoffen, die
Duitschland tot nog toe een militairen strijd
met andere Europeesche mogendheden
waard achtte. Het rijk van de rijzende zon
staat op het punt, gebieden zoo groot als
Duitschland en Frankrijk samen te ver
overen. Wat een belachelijk klein object
ware daartegenover b.v. Sudeten-Duitsch-
land I
Het is begrijpelijk, dat de Quai d'Orsay
tracht deze inzichten tot een politieke actie
e gebruiken. Minister Delbos schijnt van
4jn rondreis de overtuiging mede naar huis
,t: hebben gebracht, dat zijn land een einde
moet maken aan de tot dusverre aan den
dag gelegde passiviteit, wanneer het niet
geheel op den achtergrond wil geraken.
Derhalve kan men er wei op rekenen, dat
Parijs binnenkort stappen tot directe onder
handelingen met den oostelijken buurman
zal ondernemen.
Het korte onderhoud tusschen Delbos en
Von Neurath op het Schlesischen Bahnhof,
alsmede het bezoek van den blinden oud
strijder Scapini en den vroegeren minister
president Flandin aan Berlijn, hebben den
bodem daartoe voorbereid. Evenzoo hebben
de onderhandelingen tusschen den Fran-
schen perschef Comert en zijn Duitschen
collega Dr. Dietrich en het kort daarop
volgende sympathieke artikel over Delbos
in den „Völkischen Beobacher" ertoe bij
gedragen een gunstige atmosfeer te schep
pen. Het merkwaardige is immers, dat er
tusschen Berlijn en Parijs geen onmiddel
lijke conflictstoffen meer liggen. De tegen
stellingen beperken zich uitsluitend tot het
Franco-Russische pact, het koloniale pro
bleem en de invloedssferen in Midden- en
Oost-Europa.
Wat nu Rusland betreft: het is niet
waarschijnlijk, dat Parijs van zijn verdrag
met Moskou spoedig afstand zal willen
doen. Niet, wijl het zoo sterk overtuigd is
van de groote militaire waarde van deze
overeenkomst, maar omdat het vreest, dat
Prins Bernhard uit het ziekenhuis
ontslagen.
Wat, toen wij ons vorig overzicht schre
ven, nog slechts bij geruchte werd aange
kondigd, is inmiddels geschied: Z.K.H. Prins
Bernhard is genezen uit het Burgerzieken
huis te Amsterdam, waar hij na het auto
ongeval hem op 29 November overkomen,
ruim vijf weken werd verpleegd, ontslagen
en naar Soestdijk teruggekeerd. De jongste
foto's van den Prins, wandelende met zijn
broeder Prins Aschwin in de omgeving van
het paleis, laten wel zien, dat Z.K.H. de
gevolgen van het ongeluk goed te boven is
gekomen. Zoo behoort deze episode in het
leven van het Jonge Paar, die ons geheele
volk verschelden weken tn zorg en onge
rustheid heeft gehouden, gelukkig weer
tnt het verleden.
in geval van een opzegging van het pact,
de beide antagonisten (Hitier en Stahn)
elkaar wel eens zouden kunnen vinden,
óndanks alles, is in Rusland in den
laatsten tijd een groeiend nationalisme
en zelfs een anti-semitisme (onder de vele
ter dood veroordeelden bevindt zich een
groot percentage Joden) merkbaar, zoo
dat de tegenstellingen tusschen Moskou en
het Derde Rijk op den duur misschien zou
den kunnen verdwijnen en in Parijs is men
nog geenszins vergeten, dat men nog niet
zoo heel lang geleden in rijksweerkringen
openlijk over Rusland als een mogelijken
bondgenoot sprak. Derhalve heeft het pact
met Moskou voor de Quai d'Orsay in hoofd
zaak nog slechts ten doel, een eventueel
verbond tusschen Rusland en Duitschland
te verhinderen.
Het koloniale vraagstuk is voor Frank
rijk een probleem van ondergeschikte be
teekenis. Men kent de anecdote van den
Engelschen staatsman, die zich door een
Fransch diplomaat een klein grensgeschil
in den Oriënt liet verklaren. Drie uren
lang liet de Brit zich nauwkeurig uiteen
zetten, waarom het rechtvaardig en billijk
zou zijn, dat Engeland de desbetreffende
landstrook aan Frankrijk zou afstaan.
Daarna stond hij op en zei: „Helaas on
mogelijk! Evengoed zou ik U een stuk van
de Londensche city kunnen geven!"
Dat is niet de houding van Frankrijk. De
Franschman heeft niet de zin van den
Engelschman voor het empire en het zou
hem practisch niet hinderen, een deel van
zijn mandaatsgebieden aan Duitschland te
moeten afstaan. Voor hem is het enkel en
alleen een kwestie van principes. Zijn
scherp verstand verbiedt het hem, het Kijk
in een of ander opzicht te versterken, al
vorens het zijn oprechten wil tot den vrede
door daden bewezen heeft. Zoodra dit
echter het geval is, zou Parijs wel de laat
ste plaats zijn, waar men zich tegen een
verstandige oplossing van het koloniale
probleem zou verzetten.
Blijft de strijd om den invloed in Mid
den- en Oost-Europa? Hier schijnt de Quai
d'Orsay zich steeds meer de these van den
bekenden Franschen journalist Wladimir
d'Ormesson eigen te maken. Deze these
komt hierop neer, dat Frankrijk er niet aan
mag denken, een hegemonie in Midden- en
Oost-Europa te vestigen. Het moet Duitsch
land evengoed als ieder ander land het
recht inruimen, zich vrij te ontplooien en
zijn poitieken, cultureelen en economischen
invloed in de bedoelae landen met alle
Kracht te ontwikkelen. Het is zeker, dat
een vrij spel der krachten en een eerlijke
concurrentie niemand tot schade zou kun
nen strekken. Wat Frankrijk echter ver
afschuwt en verhinderen wil is enkel en
alleen, dat Duitschland naar militaire mid
delen grijpt, om zijn doel te bei-eiken.
Op grond van dit alles kan men de
onderhandelingen tusschen Parijs en Ber
lijn met eenig optimisme tegemoet zien.
Laat ons hopen, dat men goede resultaten
bereikt, want in ieder gevai zou de toe
nadering tusschen beide buurlanden een
veel betere garantie voor den vrede zijn
dan alle spillen en driehoeken tezamen
genomen.
Voorbereidingen voor de blüde
gebeurtenis.
En thans concentreert zich dan ook
onze geheele belangstelling op de Kroon
prinses, voor wie de zware en toch
zoo blijde dag, dat jong leven In het
Oranjehuis zijn intrede zai doen, nader en
nader komt. De voorbereidingen daartoe
zijn allerwegen, zoowel in als buiten het
Paleis, aan den gang. Aan de Kraam-
afdeeüng van het Haagsche Diaconessen-
huis Bronovo viel de onderscheiding ten
deel, dat twee van haar zusters, de kraam
verpleegsters Trijntje Boonstra en Romkje
Vermeer, werden aangewezen, om Prinses
Juhana bij de blijde gebeurtenis bij te
staan. Deze benoeming zal de zustërs-dia-
conessen, die zich bij hun drukke bezig
heden zooveel moeite hebben gegeven, om
een sierlijk geschenk voor het verwachte
vorstenkind te vervaardigen, een fraaU
rieten wieg, die Woensdag op het Paleis
te Soestdijk werd afgeleverd, ongetwijfeld
veel voldoening hebben geschonken.
Het jubileum van de Nederiandsche
Heidemaatschappij*
De jubilaresse van de afgelOopen week
was de Nederiandsche Heidemaatschappij,
die op 5 Januari met een feestvergadering
te Arnhem haar vijftigjarig bestaan her
dacht. Deze maatschappij, die in 1888 werd
gesticht m een tijd, toen het er voor den
boerenstand alles behalve florissant uit
zag, stelde zich ten doel, de uitgestrekte
„woeste gronden", die ons land nog pijk
was, te ontginnen en zoodanig te bewer
ken, dat nieuwe gezinnen er een bestaan
op zouden kunnen vinden. Hoeveel de jubi-
leerende maatschappij in de vijftig jaar
van haar bestaan in dit opzicht ten bate
van geheel ons volk heeft tot stand ge
bracht, hoeveel dorre gebieden in vrucht
bare landstreken werden herschapen, hoe
de onoordeelkundige Peeivervening werd
omgezet in een weloverlegd, deskundig
ontginnen, hoe de vischstand werd bevor
derd en de forellen- en zalmkweekerij een
naam ver buiten onze grenzen verwierf
dat alles is niet in een paar woorden op te
sommen. Duizenden hectaren werden ont
gonnen en herschapen in cultuurland,
waarvan onze snel groeiende bevolking
kon leven. Het is vooral het schoone doel
van binnenlandsche kolonisatie, dat de
Nederiandsche Heidemaatschappij in deze
vijftig jaar met zulke prachtige resultaten
heeft gediend binnenandsche kolonisa
tie, waarbij de grenzen van het rijk onge
wijzigd blijven en toch geheel door eigen
wilskracht en volharding nieuw land wordt
gewonnen, zonder dat iemands rechten
worden aangetast.
Vcrvalschersbende ontmaskerd.
De poütie, meer in het bijzonder de
Nederiandsche centrale inzake falsificaties,
kon deze week in samenwerking met de
Italiaansche politie de hand leggen op een
groot aantal leden van een wijdvertakte
bende van vervalschers, die er haar werk
van maakte, vervalschte dividendbewijzen
van de N.V. Philips te Eindhoven en van
de Suezkanal Maatschappij in omloop te
brengen, terwijl bovendien ook valsche
dollarbiljetten werden aangemaakt. De
productie van een en ander vond vermoe
delijk in Amerika plaats, terwijl de ver
spreiding van de valsche dividendbewijzen
en dollarbiljetten van de „centrale" te
Genua geschiedde. Bij het onderzoek in
deze zaak, dat zooveel succes heeft opge
leverd, heeft zich in het bijzonder de
inspecteur van de Nederiandsche centrale
inzake falsificaties, de heer J. W. Kallen-
born, onderscheiden, die in samenwerking
met den inspecteur van politie W. Dijs,
den Nederlandschen vice-consul te Genua
en dank zij de uitstekende hulp van den
rhet der Italiaansche recherche, het genoe
gen mocht smaken, deze flesschentrek-
kersbende veilig achter slot en grendel te
kunnen brengen. Het spreekt wel vanzelf,
dat het onderzoek in een zoo wijdvertakte
zwendelzaak als deze met de gedane arre
staties nog met is afgeloopen. Het wordt
zoowel in Amerika als Europa voortgezet,
zoodat de vijftien thans ingeslotenen mis
schien wel spoedig meer gezelschap zullen
krijgen.
Opening van de Eindhovensche
sterrenwacht.
Eindhoven werd op den laatsten dag der
week een belangrijke wetenschappelijke in
stelling rijker; althans vond dien dag de
officieele opening van het bewuste instituut
plaats: van de nieuwe sterrenwacht, het
vorstelijk geschenk van dr. A. F. Philips
aan de afdeeling Eindhoven en .Omstreken
van de Nederiandsche -Vereeniging voor
Weer- en Sterrenkunde, die in Januari
1935 werd opgericht. De openingsplechtig
heid van het opvallende, 20 meter hooge
gebouw, dat met alleen voor de gemeente
Eindhoven, doch voor ons geheele land
een belangrijke aanwinst mag heeten, werd
verricht door den minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, dr. Slote-
maker de Bruine, die de wetenschappelijke
waarde van het nieuwe observatorium uit
eenzette, er tevens aan herinnerend, dat
dit geheele werk, met name de geweldige
telescoop, die 650 maal vergroot, een pro
duct is van de Nederiandsche industrie.
Het observatorium, dat uitgerust is met de
nieuwste technische vindingen, zal in de
eerste plaats gebruikt worden voor het uit
werken van nieuwe waarnemingsmethoden.
Julius Barmat gestorven.
Een bewoner van ons land, aan wien wij
niet dan met zeer gemengde gevoelens
kunnen terugdenken, de befaamde bankier
en financier Julius Barmat, is onder zeer
tragische omstandigheden hij was op
weg om voor de Belgische justitie reke
ning en verantwoording af te leggen van
zijn jongste financieele manipulaties en
deswege door onze justitie uitgeleverd
te Brussel overleden. Een fantastische
figuur, die in korten tijd de meest ver
scheiden ondernemingen uit den grond
wist te stampen en tot fabelachtigen bloei
te brengen, is in Julius Barmat heenge
gaan. Het Nederiandsche staatsburger
schap heeft hij, ondanks verscheidene
daartoe gedane pogingen, nooit kunnen
De loslippige Japansche minister.
De verklaring van den Japanschen minis
ter van buitenlandsche zaken, admiraal
Soeëtssoegoe, „dat het juk van de blanken
over het gele ras moet verdwijnen", heeft
in de wereld zooveel stof doen opwaaien,
dat de woordvoerder van het Japansche
ministerie van buitenlandsche zaken het
noodig heeft gevonden, de woorden van
Soeëtssoegoe te „verduidelijken" De tekst
zou geenszins bedoelen, een houding of
politiek te verkondigen, welke gericht is
op het verdrijven der blanken uit het
Verre Oosten, doch slechts aandringen op
de noodzakelijkheid, de overheersching van
het blanke over het gekleurde ras te wijzi
gen. Overigens zou Japan al dikwijls den
wensch hebben geuit, dat het de rechten
van derden wil eerbiedigen.
Vliegtuigen en tanks als reclame
objecten voor een warenhuis
te Tokio.
Alvorens nader op deze „verduidelijking"
in te gaan, is het wellicht goed nog eens
op het volgende te wijzen: Soeëtssoegoe
heeft verder verklaard, dat hetgeen tot nog
toe geschiedde slechts een voorspel zou zijn,
wijl „een te snel doorgevoerde bevrijding
(van het gele ras n.i.) een wereldoorlog
tengevolge zou hebben". Dus voorzichtigjes
aan. Maar vooral geen illusies. „Zeggen
wij, dat ondanks alle voorzichtigheid, die
wij aan den dag leggen het resultaat toch
een wereldoorlog zal zijn, dan wil, het
noodlot dit. Beslissend echter is, dat wij
onze zending vervullen, zonder ons te laten
afschrikken door motieven van den twee
den rang". Men ziet dus, het juk der blan
ken, dat gebroken moet worden, drukt niet
op dat bestanddeel van het gele ras, dat
wij Japanners noemen. Wie de geheele
wereld tot den oorlog kan uitdagen en
dezen bovendien nog ais een hindernis van
den tweeden rang qualificeert, kan moei
lijk van zich beweren, onder druk van een
juk te staan. Anderen zijn het dus, die van
het juk bevrijd moeten worden. En weer
eens wordt de veroveringsoorlog gerecht
vaardigd door de beroemde broederschap
van het bloed of den stam of de huidkleur.
Mag men hopen, dat de wereld met het
oog op deze vruchten eindelijk eens gaat
begrijpen, hoezeer zij tot nar werd ge
maakt, toen men den boom van het natio
naliteitenprincipe in haar plantte
Wat nu Japan en Soeëtssoegoe betreft,
kan men niet aan den indruk ontkomen, dat
er misschien toch wel ietwat minder kanni-
baalsch met een zoo „tweede rangs aange
legenheid" als een wereldoorlog zou wor
den gedreigd, indien men deze werkelijk te
vreezen had. Men kan niet ontkennen, dat
het „juk der blanken", waaraan Japan
reeds leger en vloot te danken heeft, het
land ook aan een moderne bestudeering
van de techniek van den bluf hield. En
meent men met zijn bluf wat al te ver ge
gaan te zijn, welnu, dan laat men een
andere instantie een „verduidelijking"
geven.
Roemenië's nieuwe koers.
Vijftien jaren lang verkondigde men in
Rome: „Het fascisme is -geen exportartikel".
Dat ls voorbij. Thans preekt men „De fas
cistische revolutie wordt internationaal".
Natuurlijk beroept zich dit nieuwe evan
gelie ook op de gebeurtenissen in Roemenië
en zulks niet geheel zonder reden. Met de
democratie in Roemenië was het al lang
niets meer gedaan en hoewel de regeerang
Goga nog nret geheel gelijk te stellen m
met een dictatoriaal regime, beteekem z«j
toch zeer zeker sen stap verder in deze
richting. Op een punt komt dit wei zeer
duidelijk tot uiting: vast staat, dat de Joden
recht en brood zullen verliezen en daaraan
zullen ook de protesten, die Londen en
Parijs in Boekarest hebben laten hooren,
nauwelijks iets kunnen veranderen. Zeker,
men vindt het in democratisch Europa e».
Amerika betreurenswaardig, dat weer eeni
anderhalf miJlioen menschen op uiterst
onrechtvaardige wijze behandeld zullen
worden. Maar, zoo redeneert men, dat is
nu eenmaal zoo, daaraan is toch niets te
veranderen. En derhalve zwijgt men ver
der, beangst „hoogere interessen" te
schaden". Deze „hoogere interessen" zijn
dan in de buitenlandsche politiek gelegen.
Boekarest heeft reeds het voornemen t?
kennen gegeven, het Italiaansche imperium
te erkennen, tot groote vreugde natuurlijk
van Rome, dat nu vol lof voor den Roe
meenschen vriend is. In Engeland en
Frankrijk vreest men nu, dat Boekarest
geheel de zijde van Italië en Duitschland
zal kiezen. Toch is deze vrees niet gegrond
Waarschijnlijker is, dat Roemenië het voor
beeld van Zuid-Slaviè en andere kleine
mogendheden zal volgen en trachten mei
alle groote mogendheden goede vrienden
te blijven. Dat ook dit ïntusschen een ver
dere verzwakking der Kleine Entente be-
teekent, is niet te betwijfelen.
De conferentie te Boedapest.
De nieuwe vriendschappelijke houding
van Rome tegenover Boekarest wordt ook
in Boedapest ongaarne gezien. Er was een
tijd, waarin Rome aan Hongarije koeien
met gouden hoorns beloofde. Boedapest wi)
revisie van de vredesverdragen en deze
richt zich met in de laatste plaats tegen
Roemenië. Dat het in dit streven thans de
steun van Italië zal moeten ontberen, staat
wel vast. Dit is een van de redenen, dat de
conferentie van de drie onderteekenaars
van de z.g. protocollen van Rome, die dit-
keer te Boedapest gehouden wordt (Wee-
nen bedankte voor de eer gastheer te zijn)
waarschijnlijk een weirug aangenaam ver
loop zal hebben. Want ook m andere
opzichten zijn Oostenrijk eq Hongarije in
den laatsten tijd al zeer weinig te spreken
over de italiaansche houding. De handels
betrekkingen tusschen de drie onderteeke
naars der protocollen worden ai slechter
en slechter, wijl Italië zijn nieuwe vrien
den, Zuid-Slavië en Roemenië, economisch
gaat bevoordeelen. Daardoor dringt Rome,
waarschijnlijk met opzet, Oostenrijk en
Hongarije steeds meer m de richting van
Duitschland, iets wat men in het bijzonder
in Weenen als gevaarlijk voor de onafhan
kelijkheid van het land beschouwt. Gayada.
de Italiaansche journalist, heeft dezer
dagen tot groote schrik van Weenen open
lijk verklaard, dat de Duitsche belangen in
het Donaubekken moeten worden erkend.
Onder deze omstandigheden is er van de
conferentie weinig goeds te verwachten en
kenmerkend voor de ontevredenheid van
Weenen is wel, dat de Oosten rij Ksche re
geering heeft goedgekeurd, dat er op den
dag, waarop de oonfercitie wordt geopend,
u» de hoofdstad een groote vergadering zal
worden gehouden voor de werkelijke on
afhankelijkheid van Oostenrijk
Terug naar het parlementaire stelsel.
Een verblijdend verschijnsel op den Bal
kan is, dat koning Bons van Boelgarije be
sloten heeft weer tot het parlementaire
stelsel, ddt Sofia onder den druk van be
paalde omstandigheden in 1934 verlat
moest, terug te keeren.
Natuurlijk heeft ieder land het recht, z
bestuur zoo in te richten als het zelf go
dunkt, maar desondanks zal niemand
ons kwalijk nemen, dat wij ons Juist
dezen tijd over een terugkeer naar
democratie verheugen.
Z.K.H. Prins Bernhard maakte in Zijn nieuwen Engelschen auto een toer in
de omgeving van het Paleis Soestdijk. - De Prins met chauffeur in den wagen.
Prinses Frederike Louise van Brunswijk bij haar aankomst te Athene,
waar zij met kroonprins Paul van Griekenland
in het huwelijk trad.