5
ïlwuuu^t C^ump£ningAiuiediUi^ teA, ^ee
S
fëuiïwlcuuUcA üv~eA%idht
Een «lnnelooze onderneming
Het nieuwe Italiaansche vlootbouw-
programma is wel met bijsonder veel op
hef aangekondigd. Misschien was dit voor
de inheems che volksziel noodig. In het
buitenland daarentegen zijn de ministeries,
die spoedig een contra-programma zullen
moeten overleggen, door deze schreeuwen
de aankondiging slechts geholpen. Het
grootste deel van de propaganda voor den
tegenzet is reeds gemaakt.
Het Italiaansche programma voor 1938
beperkt zich hoofdzakelijk tot den bouw
van 2 slagschepen van 35.000 ton elk, de
„Roma" en de „Impero". Beide schepen
moeten in 1941 gereed zijn. Afgezien van
deze beide groote schepen houdt het pro
gramma niets bijzonders in. Het bestaat
slechts nog uit 12 „esploratori" torpedo
jagers van ongeveer 2000 ton en
een ongenoemd aantal duikbooten, waar
schijnlijk 20. Maar niet de duikbooten en
niet de „esploratori" brengen de openbare
meening in opwinding, doch de beide slag
schepen.
Dat is ook in meer dan een opzicht ge
rechtvaardigd.
In de eerste plaats geeft Italië met dezen
jjouw de leer van de kleine scheepstypen,
waarop men zich zoo lang en zoo luid be
roemde, prijs. Het was in Italië gedurende
vele jaren de gewoonte met slagschepen
den draak te steken. Daartegenover werd
als het allermodernste (de baanbrekende
moderniteit behoort tot de levensbehoeften
van een dictatuur) de doctrine van de
talrijke eenheden van kleiner type gesteld.
En inderdaad was en is de gemiddelde
tonnenmaat van de Italiaansche oorlogs
schepen dan ook veel kleiner dan bij de
Engelsehe en Fransche vloot. Het nieuwe
bouwprogramma zal daar echter verande
ring in brengen. De baanbrekende nieuwe
theorie is dus verdwenen en van de „ge
niale nieuwe uitvinding" keert Italië dus
terug tot het goede oude recept, waarover
men vroeger slechts grapjes maakte. Deze
wending is daarom reeds interessant, wijl
ze weer eens aantoont, hoe sceptisch men
tegenover alle reclame met „alles omver
werpende nieuwe vindingen" moet staan.
Maar de kwestie heeft nog een ander
aspect. Men weet, dat er na den wereld
oorlog bijna geen slagschepen meer zijn
gebouwd. Eei-st thans, na een absolute
pauze van 10 jaren, is men opnieuw be
gonnen met den bouw van dit scheepstype
het eerst in Frankrijk (1932 en 1934):
,Dunkerque" en „Strassbourg" Het is
aannemelijk, dat de nieuwe slagschepen
tot een geheel andere kwaliteits-klasse be-
hooren dan de oudere. Wanneer men de
oudere, om een Italiaansche uitdrukking
te gebruiken,r eeds eenigszins als „museum-
rommel" beschouwt, dan inderdaad krijgt
men het gevoel, alsof alle staten thans
weer van voren af aan beginnen. Er schijnt
dan een dergelijke toestand als in het jaar
1906 in te treden, toen het Engelsehe slag
schip „Dreadnought" te Portsmouth van
stapel liep. Ook indertijd vreesde men, dat
deze nieuwe kwaliteits-klasse zoo supe
rieur aan de oudere zou zijn, dat, wanneer
van dat oogenblik af aan alle concurren
ten dit type ongeveer begonnen na te bou
wen, de bestaande Engelsehe voorsprong
spoedig geannuleerd zou zijn. Dat is in
werkelijkheid, zooals men weet, niet inge
treden. Maar theoretisch is het ïxatuurlijk
juist, dat iedere groote verandering in den
scheepsbouw de tendens heeft, de krachts
verhouding tusschen industriëel ongeveer
gelijkwaardige concurrenten langzamer-
ïand te nivelleeren. Op deze theoretische
mogelijkheid vestigt het nieuwe Italiaan
sche bouwprogramma in het bijzonder de
aandacht. Om over deze theoretische
mogelijkheid ook practi6che kennis te win
nen, moet men de feiten bestudeeren.
Engeland heeft op het oogenblik 15
oudere slagschepen, Frankrijk 7, de Ver-
eenigde Staten 15, Italië 4, Japan 10 en
Duitschland 0. Daarbij kan worden opge
merkt, dat de slagschepen van Italië en
Japan gemiddeld nog van ouderen datum
zijn, dan de Engelsehe en Fransche een
heden. Op het oogenblik bestaat er dus
nog een zeer groote overmacht van Enge
land, Frankrijk en Amerika eenerzijds over
Italië, Japan en Duitschland anderzijds.
En dat zal ook nog vele jaren zoo blijven,
want uit den aard van de zaak gaat er
veel tijd heen, alvorens er door de ver
schillende staten zooveel nieuwe schepen
zijn gebouwd, dat de oude niet meer mee
tellen. Dit tijdstip zal waarschijnlijk eerst
over 8 5 10 jaren bereikt zijn. Wanneer
dus in de komende 10 jaren ieder land
ongeveer evenveel schepen zou bouwen,
b.v. 2 a 3 per jaar, zou men kunnen zeg
gen, dat met het oog op de vele nieuwe
eenheden de oude tamelijk waai-deloos
en alle partijen éven sterk geworden zijn.
En wanneer de landen, die op het oogen
blik sterker zijn, dit willen vermijden, dan
zullen zij reeds thans meer moeten bou
wen dan hun concurrenten. En dat is het,
wat wij zuilen beleven. Met zekerheid zul
len door Engeland en Frankrijk ieder jaar
meer en grootere slagschepen in dienst
worden gesteld dan door Italië en Duitsch
land. Volgens de bestaande bouwprogram
ma's zal Engeland in 1941 vijf nieuwe slag
schepen in dienst hebben, Frankrijk vier,
Italië vier en Duitschland vier. Maar
het zou niemand kunnen verbazen, indien,
zooals de „Daily TeJegraph" reeds aan
gekondigd heeft, Engeland dezer dagen
nogmaals 5 slagschepen (naast de 5, waar
aan reeds gebouwd wordt) op het pro
gramma zet. Ook bemerkt men duidelijk,
dat de Fransche openbare meening op een
verder slagschip-programma wordt voor
bereid om van Amerika nog maar te
zwijgen.
Dat Italië, dat sterker dan ooit onder
gebrek aan grondstoffen te lijden heeft, dit
tempo zou kunnen volgen, is onaanneme
lijk, terwijl Duitschland zich tegenover
Engeland verplicht heeft, zijn vlootsterkte
tot 40 van de Engelsehe te beperken.
Hierbij kan nog worden opgemerkt, dat
Duitschland in een veel langzamer tempo
bouwt, dan men oorspronkelijk had aan
genomen, eensdeels ook door gebrek aan
grondstoffen en anderdeels wel, wijl het
door de lange onderbreking in den bouw
van slagschepen minder ervaring heeft
kunnen opdoen.
Ondanks dit feit, kan men er op het
oogenblik niet langer meer aan twijfelen,
dat thans definitief de bewapeningswed
strijd ter zee is begonnen. En deze zal zich
niet slechts tot het aantal nieuwe schepen,
maar ook tot de tonnenmaat en het ge-
schutskaliber uitstrekken. Wel is bij het
Engelsch- Fransch- Amerikaanse he v loot-
verdrag van 1936 in 1937 ook door
Duitschland onderteekend bepaald, dat
een tonnenmaat van 35.000 ton en een ge-
schutskaliber van 36,5 cm. niet mag wor
den overschreden, maar wanneer het juist
is, dat Japan 2 slagschepen van 42.000 ton
gaat bouwen, zuilen de andere concurren
ten wel moeten volgen. In Engeland
spreekt men reeds over den bouw van
slagschepen van 50.000 ton!
Waar dit alles toe leiden moet? Zooals
al gezegd, de krachtsverhouding ter zee zal
er geenszins door veranderen. En dit maakt
dezen wedstryd tot een volkomen zinne-
looze onderneming.
Minister Colijn in de Eerste Kamer,
Zoo is thans ook in de Eerste Kamer
de begrootingscampagne begonnen en weer
moest evenals In de Tweede Kamer een
zeven maanden oude kwestie worden op
gerakeld en nogmaals in den breede be
sproken worden. Volksvertegenwoordiging
pe regimentekapel van het le Regiment Veldartillerie uit Utrecht gal te B&arn
op verschillend© plaateen een militaire taptoe ten beste. Uitvoerenden en
balaaastellenden voor het aemeentehuis.
en Senaat schijnen geen van beide nog
genoeg te kunnen krijgen van het uit den
treure behandelde onderwerp der kabi
netsformatie en zoo móest minister-presi
dent Colijn zijn beleid van meer dan een
half jaar geleden opnieuw verdedigen. Dat
hij daarbij niets nieuws meer kon vertel
len, gelijk hij zelf opmerkte, was niet
anders te verwachten en wij kunnen dan
ook gereedelijk, hetgeen de heer Colijn
hierover zeide, voorbijgaan. Van meer be
lang was, dat uit de rede van den minis
ter-president bleek, dat in de tegenwoor
dige regeering een groote eensgezindheid
en vaste wil tot samenwerking heerscht.
Dit bleek vooral uit het feit, dat minister
Colijn zich met het geheele kabinet achter
den minister van Onderwijs schaarde en
diens afwijzende houding in cle Tweede
Kamer tegenover de daar bepleite ver
beteringen (salarisherziening en wijziging
van de leerlingenschaal) volkomen dekte.
Geen andere minister van Onderwijs had
anders kunnen handelen, aldus minister
Colijn. Zoodra er geld is, kunnen en zul
len er verbeteringen komen, maar er is
geen geld.
Sombere beschouwingen van
minister De Wilde.
Dat het er voor 's lands financiën verre
van rooskleurig uitziet kregen we ook nog
van een anderen kant te hooren, namelijk
van den beheerder van deze hachelijke
zaken, minister De Wilde. Wat deze over
den huidigen toestand en over de vooruit
zichten voor de naaste toekomst zeide, was
al heel weimg opwekkend. Terwijl thans
de schuldenlast van den staat ai zeer druk
kend xs, zal deze in de toekomst nog ver
zwaard worden door de sterk verhoogde
militaire uitgaven, zoodat de minister zich
ai heeft afgevraagd, of' niet opnieuw dras
tische bezuinigingsmaatregelen noodig zul
len zijn. In geen geval kan er dus sprake
zijn van verhooging der uitgaven voor
verschillende op zichzelf nuttige en
r.oodige maatregelen. Slechts voor de aller-
noodigste voorzieningen op sociaal en eco
nomisch terrein kan nog geld worden uit
gegeven, de rest moet onherroepelijk
wachten op betere tijden. En zelfs dan nog
zal er aan belastingverhooging niet te ont
komen zijn. Hoe zeer de minister er tegen
opziet, het is onvermijdelijk. Wij weten nu
dus, waar we aan toe zijn en kunnen er
ons op voorbereiden, dat binnenkort de
belastingschroeï weer wat vaster zal wor
den aangedraaid. Natuurlijk kon dit niet
uitblijven; we hebben A gezegd met de
egeruitbreidmg te sanctioneeren, nu moeten
we ook B zeggen, d.w.z. het geld ervoor
opbrengen. De regeering van haar kant zal
dan moeten medewerken door de uiterste
voorzichtigheid te betrachten bij het doen
van nieuwe uitgaven en door op bestaande
uitgaven, waar mogelijk te bezuinigen.
Aantrekkelijk is dit toekomstbeeld niet,
maar het is goed het nuchter onder het
oog te zien en vooral niet uit het oog te
verliezen, van welk een onnoemelijk be
lang voor ons land het is, dat ons finan
cieel beheer in het buitenland vertrouwen
blijft genieten.
De nieuwe conversieleening.
Een'belangrijke stap in de richting van
is reeds de uitgifte van de nieuwe con-
versieleenmg van 1700 miilioen tegen een
renevoet van 3 voor de eerste 10 jaar
en 3V2 voor den verderen looptijd. Dat
de Nederiandsche 4 rentende leeningen
eerlang zouden worden geconverteerd,
werd reeds lang verwacht. Dit is dus
geenszins een verrassing. Eenige spanning
bestond nog slechts ten aanzien van de
vraag, welk rentetype zou worden ge
kozen. De geringe hoop, die er bij som
migen misschien nog mocht hebben be
staan, dat de rentevoet slechts met een
half procent zou worden verlaagd, is door
het thans bekend gemaakte besluit in rook
een zoo zuinig mogelijk financieel beheer
vervlogen. Toch heeft de regeering blijk
gegeven, den beleggers nog eenige conces
sie te willen doen door den rentevoet na
tien jaar op3% vast te stellen. Even
wel zal hieraan ook wel niet vreemd zijn
de overweging, dat de nieuwe leening toch
nog eenigszins aantrekkelijk gemaakt
diende te worden, teneinde bij de uitgifte
geen fiasco te riskeeren. Vermoedelijk
heeft ook de ervaring met de iaaste 3
Indische leening opgedaan, die nog niet
ten volle geplaatst is, tot de keuze van
een zoogenaamde gestaffelde rente bijge
dragen. In het belang van ons land kan
men slechts hopen, dat de nieuwe emissie
zoowel in binnen- als buitenland een
gunstig onthaal zal vinden.
Poolsch bezoek aan ons land.
Ons land ontving in de afgeloopen week
nog bezoek van een Poolsche delegatie,
bestaande uit den chef van de Poolsche
marine, den voorzitter van den Bond voor
Zeevaart en Koloniën en de echtgenoote
van den voorzitter van het fonds voor zee
verdediging. Deze delegatie kwam hier om
tegenwoordig te zijn bij de tewaterlating
van den onderzeeër Orzel, die voor de
Poolsche marine op de werven van de
Kon. Maatschappij „De Schelde" is ge
bouwd. Van haar verblijf in ons land heeft
de delegatie tevens gebruik gemaalc, een
bezoek te brengen aan de Nederiandsche
minister» van Bultenlandsche Zaken en
van Defensie.
Het conflict bü de K.P.M.
Het conflict bij de K.P.M. is gelukkig
in een gunstiger stadium getreden. De
collectieve ontslagname, waarmee het ge
heele personeel had gedreigd als protest
tegen de zijns inziens ongewenschte toe
standen bij deze maatschappij, is gelukkig
ingetrokken, zoodat thans de betreffende
vereemgingen, die tot dezen maatregel
hadden besloten, in overleg kunnen treden
met de directie en den raad van bestuur
der maatschappij, waarbij de verschillende
wenschen van het personeel weder
invoering van de pensioensvoorwaarden
en verbetering van de promotiekansen
voor de jongeren onder het oog zullen
worden gezien. Dit conflict en de houding
der Indische regeering in deze zaak
zooals men weet, heelt deze bemiddeling
geweigerd hebben het Eerste Kamerlid
Bruineman aanleiding gegeven, den mi
nister van Koloniën eenige vragen te stel
len, waarin gewezen wordt op de betee-
kenis van dit conflict bij een maatschappij
als de K.P.M. en waarin op meer bemoeung
van regeeringswege wordt aangedrongen,
De nieuwe gezant van Joegoslavië.
Eerstgenoemde, minister Patijn, ontving
bovendien nog een ander buitenlandscb
bezoek, namelijk van den nieuwbenoemden
gezant van Joegoslavië bij ons Hot, den
heer D. Kassidoatz, die in Hotel des Indes
in Den Haag zijn intrek heeft genomen
Kabinetscrisis in Frankrijk.
„Wij zijn thans op een punt aangekomen,
waarop wij alle crises tegelijkertijd moe
ten oplossen", verklaarde dezer dagen de
Fransche afgevaardigde Paul Reynaud, de
grootste politieke persoonlijkheid van de
oppositie. „Van dag tot dag verergert zich
de monetaire crisis, de financieele crisis,
de economische crisis, de sociale crisis, de
crisis van onze bondgenootschappen en de
crisis onzer landsverdediging. En iedere
crisis oefent haar invloed weer op de
andere uit. Maar nog is er niets verloren.
Frankrijk behoeft slechts zijn troeven op
tafel te leggen. Dat zijn niet de troeven
wilden verbreken. Voor de socialistische
ministers, die niet mogen riskeeren, dat de
aanhangers van hun partij meer en meer
in de communistische richting worden ge
dreven, bleef er toen niets anders over dan
hun ontslag in te dienen, welk voorbeeld
daarna door het geheele kabinet werd ge
volgd.
De huidige regeeringscrisis is natuurlijk
zeer onaangenaam voor Frankrijk. Hel
wantrouwen neemt daardoor toe en de
kans op een monetaire débacle wordt er
door vergroot. Derhalve is voorloopig ook
de wisselmarkt gesloten.
Maar misschien heeft daarnaast de crisis
ook een goede zijde. Chautemps is wat te
Vele streken van Roemenië worden door overstrooming geteisterd. O vei
stroomd land in de omgeving van Bolkow.
van een partij of een klasse. Het zijn de
troeven van ons geheele volk, van de boe
ren, de arbeiders, de industrieelen, de
kooplieden en de intellectueeien".
De toestand is inderdaad ernstig. Wij wil
len hier niet van de sensationeele onthul
lingen in de kwesties van de bomaanslagen
op de gebouwen der werkgeversvereeniging
aan de Etoile en den moord op de Italiaan
sche broeders Rosselli spreken. Weliswaar
staan de Fransche bladen er vol van en
hebben de verschillende mededeelingen
een begrijpelijke opwinding onder de ar
beiders gewekt, maar de politieke be-
teekenis van dergelijke gebeurtenissen mag
toch niet overschat worden. Er blijkt
slechts uit, dat de in het geheim werkende
machten, die de bestaande orde trachten
te ondermijnen, niet slechts door Moskou
gesteund worden, lntusschen zal Parijs met
het oog op den internationalen politieken
toestand op het oogenblik nog weinig ge
neigd zijn, de ware aanstichters van de
samenzwering der C.S.A.R. aan de kaak
te stellen. Slechts heeft men laten door
schemeren, dat deze niet in Duitschland,
maar in een andere buurstaat te vinden
zouden zijn.
Veel belangrijker zijn echter de aanval
len, die onbekende kapitalistische machten
steeds weer op Frankrijks valuta onder-
ïemen. Het is werkelijk opvallend, met welk
een regelmatigheid de sociale conflicten in
Frankrijk door reacties in de Londensche
City, op de Amsterdamsche beurs en andere
kapitaalcentra gevolgd worden. Weer eens
is gebleken, dat het Fransche kabinet
sterk van deze machten afhankelijk is. In
ieder geval is wei komen vast te staan, dat
de minister van financiën, Georges Bonnet,
zijn collega's eenige dagen geleden had
duidelijk gemaakt, dat het hem ditmaal
nog gelukt zou zijn den aanval af te slaan,
maar dat hem dit een tweede maal on
mogelijk zou zijn.
Tusschen Bonnet en zijn socialistische
collega's bestond nu een diepe kloof. De
minister van financiën is een hartstochte
lijk verdediger van het vrije deviezen ver
keer en meende, dat dit in stand zou kun
nen worden gehouden, indien er een per
manente sociale vrede in het leven zou
worden geroepen. Zijn voorganger Auriol
cn partijgenooten, alsmede de communis
ten, zijn daarentegen van meening, dat de
sociale vrede eerst mogelijk zal worden,
wanneer er een wisselwerking is ingesteld.
Bonne genoot den steun van minister-pre
sident Chautemps en den minister van oor
log Deladier.
Deze tegenstellingen zijn de oorzaak van
de huidige crisis geworden. Hoewel de
socialisten zich tenslotte hadden neerge
legd bij een toevoeging van een zinsnede
over „handhaving der monetaire vrijheid"
aan de motie van vertrouwen, verklaarden
de communisten, dat, indien zij niet tegen
de motie zouden stemmen, zulks alleen ge
schiedde. omdat zit het Volksfront met
slap gebleken, om op het oogenblik den
Franschen staat te kunnen leiden. Zijn
voortdurend geschipper kon geen positieve
resultaten opleveren. Het is voor Frankrijk
te hopen, dat men thans een krachtiger
persoon zal vinden, om het roer van he'
schip van staat in handen te nemen.
Na zooveel plaats aan de bespreking van
de inderdaad belangrijke kabinetscrisis te
hebben ingeruimd, is het noodig de overige
gebeurtenissen van de afgeloopen week in
vogelvlucht te behandelen.
De conferentie van Boedapes
tusschen de onderteekenaars van ae Pro-
tocoilen van Rome (Italië, Oostenrijk en
Hongarije) heeft aan de Oostenrijkers en
Hongaren eenige moreele en ook practische
succesjes gebracht. In de eerste plaats is
gebleken, dat Italië van zijn invloed m he'
Donaubekken nog geen afstand ten gunste
van Duitschland heeft gedaan, iets waai
men vooral in Weenen sterk bevreesd vooi
was. Bovendien heeft men de bemidde
laarsrol van Oostenrijk speciaal voor de
Kleine Entente en nog meer speciaal vooi
Praag erkend. Het aangenaamst zal velec
Oostenrijkers mtusschen wel de verklaring
in de ooren hebben geklonken, dat de on
afhankelijkheid en souvereiniteit van he*
land boven allen twijfel verheven zijn.
De strijd in het Verre Oosten
heeft in de laatste dagen een eenigszins
sensationeel karakter gekregen door he»
feit, dat de Chineesche troepen in de pro
vincie Sjantoeng tot den tegenaanval zijn
overgegaan. Het is hun daarbij onder lei
ding van Tsjiang Kai-sjek gelukt, Tsining
weer in handen te krijgen. Ondertusschen
gaan de Japansche vliegers voort Kantor
te teisteren.
De strijd om Teruel
heeft geen verdere verrassingen gebracht
of het zou dan moeten zijn het feit, dat het
Franco, ondanks de uiterste krachtsin
spanning, niet gelukt is de verloren posities
te heroveren.
De 100ste zitting van den Volken-
bondsraad.
is op verzoek van Frankrijk, dat op he
oogenblik andere dingen aan het hooft
heeft, tot 26 Januari uitgesteld.
In Amerika
tracht Roosevelt werkgevers en werk
nemers tot een samenwerking met de re
geering te bewegen. Dezer dagen had hij
weer een onderhoud met vooraanstaande
mannen uit de industrie en het bankwezen
alsmede met den arbeidersJeider Johr
Lewis.