OORDMAN
't mrmiis vooD-uw
De Soester Courant
Soester Nieuwsblad
JONGENSenUiNDtimEEDING
Ingezonden stukken
o^eAbcejialliea/j
K. van Tol, Nieuweweg 103
G. v, d. Poll, Vredehofstr. 22
Sportkroniek.
■HILVERSUM-BUSSUM
D.I.O.S, I KAMPIOEN.
^Buiten verantwoording dei Redacti*-
1*1 de R.
Met belangstelling aullen vele lezers, even
als ondergeteekende, het vraaggesprek met
den Burgemeester in Uw blad van n Maart
hebben gelezen.
We kunnen gerust aannemen, dat U met
deze activiteit iets bereikt heeft-
Op de eerste plaats hebben vele opposan
ten tegen het garnizoen kunnen merken, dat
de Burgemeester weet wat hij wil, doch ook
dat wanneer men ageert of opposieert, men
terzake deskundig moet wezen en geen on
zinnige dingen moet gaan verkoop en, zooals
de Burgemeester in bedoeld vraaggesprek
duidelijk Het mesrken.
Al te lang hebben we in Soest die toestand
gekend, welke de Burgemeester zoo scherp
aanduidde met „schaduwraad". Al te lang
hebben de stuurlui aan de wal getracht in
vloed op den Raad uit te oefenen, doch nu
hebben we gelukkig de wetenschap gekregen,
dat deze methode's energiek zullen worden
geweerd.
Misschien gaat Soest eindelijk eens een tijd
tegemoet dat NORMALE dingen gebeuren,
dat er een tijd van rust en kalmte gaat aan-
brtefcen, onder de voortvarende en doelbewuste
leiding van den Burgemeester,
j Met dank voor de plaatsing. W.
^Geachte Redactie,
(Mag ik U even wijzen op een onjuistheid,
'voorkomende in het artikel „de grenswijziging
-Wet Amersfoort", voorkomende in 't laatst
verschenen nummer van Uw blad? Bij voor
baat mijn dank.
Daarin staat n.1.; „Vrijdagavond is daarvoor
i teen vergadering gehouden van alle besturen
van kiesvereenigingen", enz- De onjuistheid
'bestaat hierin, d»i dit „alle" overdreven is,
daar het Bestuur van de Afd. Soest van de
Vrijz. Dem. Bond niet aanwezig was, daar
het niet was uitgenoodigd.
Hoogachtend:
B. J. FRIELING,
Voorz. van de Afd. Soest van de V. D- B-
'{Van denzelfden inzender ontvingen wij
nog een tweede „ingezonden", hetwelk wij
laten volgen. Red-).
NASCHRIFT.
Geachte Heer Redacteur,
Naar ik nader verneem, is de onjuistheid
bovenbedoeld niet de schuld van Uw verslag
gever. De convocatie voor bedoelde vergade
ring i9 n.1. wel aan onze vereeniging gezon
den, doch aan den vroegeren secretaris, die
nu geen lid meer is- Ten eerste had de afzen
der van de convocatie zich beter op de hoog
te moeten stellen, wie de tegenwoordige sec
retaris onzer v ereeniging is (wat in het Jaar
boekje van Soest is te vinden), ten tweede
had de bezorger zich moeten vergewissen of
hij aan 't goede adres was, en ten derde had
de vroegere secretaris de niet aan hem ge
richte convocatie moeten doorzenden. In de
teerste twee gevallen kan men van abuis spre
ken, maar de beoordeeling van het laatste
laat ik aan U, M- de R. en de andere lezers
©ver. In elk geval, onze vereeniging was niet
op de bedoelde vergadering vertegenwoordigd.
B. J. FRIELING-
Soest, 15 Maart 1938.
Geachte Redactie
Nogmaals vraag ik Uw welwillende mede
werking door het volgende in Uw blad op te
nemen.
I Ten iste vraag ik attentie voor „Ook een
Nederlander wonende te Soest", want, bij al
les waarin de N- S. B. mij al is tegen geval
len, heeft dit de deur nog dicht gedaan, n.1.
dat hij een Friezin den naam van „Debora"
of „Marianna" geeft. Ieder Nederlander, die
fcrisschjen nog niet zulke erge Nat. gevoelens
heeft, zal hier het malle van inzien.
Maar wat voor mij van veel meer belang is,
Is dat h'j uit mijn ingezonden stuk, geschre
ven i Maart, de conclusie trekt, dat ik de
partij van E. d. D- ben toegedaan. Dit be
wijst op afdoende wijze, wat een oppervlak
kige beoordeelaars de menschen zijn, die bij
de N. S. B- behooren, iets wat trouwens deze
geheele beweging kenmerkt.
Mijn ware geestverwanten, die mij niet ken
nen, doch mijn schrijven hebben gelezen, zul
len die conclusie niet hebben getrokken en
de heeren van E. d. D- zullen misschien
lachen om het dwaze van zoo'n opvatting. Ik
hoop maar, dat ons volk voor altijd bewaard
zal blijven voor blinde leidslieden, zooals de
„Nederlander wonende te Soest" en ook één
blijkt te zijn.
Van hem en van zijn beweging is het, dat
er geschreven staat, dat zij, indien het moge
lijk ware, ook de uitverkorenen zouden ver
leiden.
Ook hij ontziet zich niet, om bij zijn in
vloed, die hij op de menschen wil uitoefenen,
Gods Woord te gebruiken, en dit kan, met
afie andere schoon klinkende beloften, die hij
eir bij laat booren, gevaarlijk worden voor.
menschen, die minder vast in hun geloof
staan.
Hij heeft zich ontpopt als een oppervlakkig
couranten lezer en zal ook wel een opper
vlakkige Bijbellezer zijn. Hij heeft eht aller
mooiste woord gebruikt, wat er onder de zon
bestaat, zonder de diepe beteekenis er van
te begrijpen- Hel is echter hier niet de goede
plaats hem dat te doen inzien, er zijn gele
genheden te over in Soest, waar hij dit kan
leer en inzien.
I Ik wil biermede van dit onderwerp af stap
pen, ik gevoel, dat ik hiermede mijn plicht
1«b gedaan door niet altijd deze dingen on-
stoelen en banken te schuiven.
Even wil ik opmerken, dat ik geen aan-
flUrtter van het Gouden Kalf ben en dat Ds.
Vervloei voor mij niet bestaat, wél mijnheer
Vervlo et.
Ook den tweeden inzender, zekere W
zou ik willen zeggen: Ik hoop maar, dat er
van die zoogenaamde uitwisseling van arbei
ders, waarover hij het heeft, maar geen vaste
plannen gemaakt worden ten opzichte vaiuj
de arbeiders hier. Na een reisje door Duitsch-
land, zouden zij hier wellicht ontwricht terug
komen I
Ik deDk echter, dat onze arbeiders er niets
voor zullen voelen om een gedwongen va-
cantie te nemen, van alles wat dwang heet,
moet een Hollander niet veel hebben, en
geloof maar dat het dit is. Misschien krijgen
de 28-000000 arbeiders, die in Duitschland
vacantie moeten nemen ook nog een briefje
mee, waarop staat wat ze moeten eten en hoe
ze hun dagen moeten indeelen; bedankt voor
zoo'n vacantie.
En wat de Hollandsche huisvrouwen be
treft, die moet men maar stil haar gang laten
gaan. Ik geloof, dat zij toch nog liever in 'n
tentje op de heide kampeeren (al is hier m.i.
ook veel tegen) waar ze kunnen doen en la
ten wat ze willen en waar ze hun hoogste
lied kunnen zingen, dan dat men ze aan ban
den legt en in haar doen en laten belemmert
en hun liederen laat zingen, die ze misschien
verfoeien.
Ik denk, dat ook de Duitsche huismoeders
er precies zoo over denken, doch deze zijn
wellicht te laf het te bekennen.
Wat onze Nederlandsche jeugd aangaat,
dat kon iets beter. Maar die jeugd heeft ook
nog niet zoo het griezelige gevoel, dat er
concentratiekampen in Holland bestaan en dat
er altijd zoo'n S A.-man, of hoe ze mogen
heeten, achter hun .staat; zoo iemand waar
mee je geen grapjes behoeft te maken en
die, als je ze kwaad maakt nogal vlug nei
ging tot schieten hebben.
Dat het echter zoo erg nog niet is, blijkt
wel in mijn omgeving. Daar staan al jaren
huizen leeg en nog nooit is er een ruit door
de jeugd verrnield.
Met dank voor de plaatsing.
Een Nederlandsche
Friezin te Soest.
Tijdelijk Weenen,
Maandag 14 Maart 1938-
Vergun mij geachte Heer Redacteur van
„De Soester Courant" van hier uit een slot
woord te schrijven, hetwelk mijnerzijds het
laatste antwoord zal zijn op de gevoerde cor
respondentie inzake de „Oranje-feestviering"
der „N.S.B-" in Uwe Gemeente.
Ik moge beginnen met mijn dank uit te
spreken aan de gevoelige Nederlandsche te
Soest wonende Friezin, mij helaas onbekend,
maar uit wiens woorden ik het warmvoelende
hart eener oprechte Nederlandsche Vrouw heb
mogen beluisteren.
Over de afdwalingen van een te Soest wo
nende Nederlander, die gemeend heeft zich
in de uitwisseling van gevoelens te moeten
mengen en inplaats van te spreken over het
thema waarom het girig, zijn gal uitgestort
heeft over de z.g. beweging „Eenheid door
Democratie" inplaats van zich uitsluitend aan
het onderwerp, waarom het hier ging, te
houden, zal ik maar geen woorden verspillen-
Ik behoef U wel niet de verzekering te
geven, dat mij deze beweging volslagen on
bekend is en ik geen lust voel een oordeel
uit te spreken over deze „vogels van diverse
pluimage op politiek-, staatkundig- en gods
dienstig terrein", maar mij zal houden aan
hetgeen over de rede van den geachten heer
Ds. Vervloed in Uw blad geschreven werd
en hetwelk bij mij, als zijnde „onjNeder-
landsch", veerontwaardiging opwekte.
Ik kom op de kern terug en wel op het
geschrevene „TOEN stond HITLER op en
TOEN werd het anders" en thans te Weenen
vertoevende in het nieuwste deel van het
„Derde Rijk" moet ik volmondig bekennen,
ja overal waar Hitier op stond en vooral hier
te Weenen, werd het sindsdien GEHEEL an
ders.
Oostenrijk is ten doode gedoemd, Weenen
is stervende, zoo schreef ik eenige weken ge
leden en mijne woorden zijn bewaarheid.
Het werd anders GEHEEL anders in het
Land der Nibelungen Treue, in het Land
van den edelen zoon Oostenrijks, wijlen
Dolfuss-
Ik wil slechts eenige veranderingen hier
memoreeren, die door mij aanschouwd zijn en
laat het aan een iegenlijk over het verschil
tusschen „feiten'* en „Hetze" volgen zijin
eigen eer en geweten zelf vast te stellen.
De Aartsbisschop van Salzburg gevangen,
honderden Joden vastgenomen, uit de treinen
gehaald, hunne zaken gesloten, hunne bedrij
ven vernietigd, de dagbladen in beslag ge
nomen, de vrije pers afgeschaft, de vermogens
geconfiskeerd, het Hoogheidsteeken van het
zelfstandige Rijk en van het Vaderlandsche
Front door jeugdige vlegels afgerukt en ver
treden, foto's en postzegels van den ramp
zalig vermoorden Kanzelier Dolfuss vernie
tigd, tientallen monumenten ter eere van een
Doode verbrijzeld, de winnaar van den no-
belprijs, Professor Loewy, de Bonds-kanzelier
Schusschig een tientallen goede, brave, vrome
Oostenrijksche mannen in hechtenis genomen
en boven dat alles uitwaaiend het tee-
ken van den haat, het Hakenkruis", de nu
nieuwe banier van het „herboren" Oostenrijk-
En God de Heer spreekt; „Indien Gij
Kinderen hebt, dan bemint gij Uwe kinderen
en gunt hen niets dan goeds", maar de Man,
die op stond en het anders maakte, sprak:
„Gij Oostenrijkers zijt thans Mijne Kinderen
geworden, Gij allen zijt Duitschers geworden,
behalve de TYROLERS, dat waren geen
Oostenrijkers en met mijn, op dood en leven
verbonden vriend Mussolini, ben ik overeen
gekomen en „ik zal dit NOOIT vergeten",
dat Gij Tyrolers, zonen van Andreas Hofer,
eens een vrije zoon der bergen, in Man-
tuas kerker ten doode gewijd, volgen*®
MIJN zelfbestemmingsrecht geen aanspraak
meer, nu en nooit meer, kimt maken op den
naam van Oostenrijkers of Duitschers, maar
ITALIANEN zijt en ITALIANEN blijven zult
Ik heb U Oostenrijkers tot Duitschers ge
maakt, omdat Uwe Regeering niet over ka
nonnen beschikte om mijn inval tegen te gaan,
maar MIJ, „die komt, ziet en alles anders
maakt", ontbreekt de macht, om de kinderen
van Uw Volk, die zich Tyrolers noemen,
tot Duitschers te maken, omdat achter de
grens van het heilige Land Tyrol ,op de top
pen van den Brenner, de Italiaansche vuur
monden mijn inval in dat Land in bloed zou
den smoren.
Maar troost U- Het Derde Rijk zorgt ook
voor de kinderen in de verdrukking, indien
slechts de omstandigheden medewerken.
Europa is op het oogenblik machteloos,
Engeland sentimenteel en berekenend alle kan
sen. Frankrijk aan den vooravond eener bloe
dige revolutie, Polen en Roemenie bereid over
Rusland heen te vallen..», heb geduld Uw
Leider laat U niet in de steek, ook voor
U Südeten-Duitschers slaat eens het uur der
vrijheid, het uur van Arbeid, vreugde en brood-
Arbeids is er, vreugde maakt men en brood
gaat men halen, nu voor zooveel honderddui
zenden de „stukzak" afgeschaft is.
Leidens Beleg, Alkmaars Ontzet kunnen
geen andere tafreelen te zien gegeven heb
ben, dan de tafreelen, die zich thans in het
„bevrijde" Oostenrijk afspelen.
Het lijkt de Volksverhuizing wel, waarover
oude kronieken verhalen-
Duizenden en duizenden Dewoners va Mfrn-
chen en uit de omliggende steden en dorpen
zijn over de oude grens naar Salzburg en
Innsbrük getrokken om eindelijk weer een
al is het maar één dag, zich zat te kunnen
eten aan het brood met boter, weer de smaak
van een ei te kunnen proeven, weer eens in
„Apfelstudel met suiker en kaneel" te kun
nen bijten.
Oostenrijk, het arme Oostenrijk, is gewor
den in eenen nacht tot een dorado voor hen
die meenden tot dusver het Paradijs reeds
deelachtig te zijn geworden.
God geve Oostenrijk het behoud van zijn
brood en het geloof, bij het angstig worstelen
met het Lot, dat wie op den Hoog en God
vertrouwt en zich tot Zijn Volksgemeenschap
rekent, nooit verloren gaat-
Geachte heer F- J. W. S-, zelfs indien Uw
woord waar zou kunnen zijn en ik geen zier
zou kunnen begrijpen, zelfs niet van Uw Na-
tionaal-Socialisme, geloof mij, wanneer ik U
heden verklaar, dat ik het thans beter begrijp,
als ik het ooit had mogen verwachten.
Ik heb het Eerearuis aan den rood-witten
band, mij bijna een menschenleeftijd geleden
door Oostenrijks laatsten Keizer verleend af
gelegd en het gevoegd bij het mij eveneens
verleende laatste portret van den vromen
Dolfuss, een dag voor zijne vermoording-
De tijden gaan, de herinnering blijft.
Moge de Voorzienigheid ons Vaderland,
ons Vorstenhuis en onze Regeerders nemen in
Zijne Hoede en trouwe Wacht, moge heel ons
Volk, ons door arbeidsloosheid zoo zwaar
beproefd Volk weten wat het te wachten
staan, als met ons rood-wit-blauw en met
onzen Oranje-wimpel onze Vrijheid en ons
zelfstandig Volksbestaan ten gronde gaan.
Vim, vi repelere licet.
Geloof mij als Uw dienstwillige, nu
meer dan ooit, eerst NEDERLAN
DER en dan SOESTER.
Mijnheer de Redacteur,
U zoudt mij zeer verplichten het navolgende
in Uw bladen op te nemen.
„Als wij de gang van zaken in de laatste
jaren bezien en beoordeelen, komen wij al
meer en meer tot de overtuiging, dat het
toch eindelijk eens tijd wordt om tot be
zinning te komen".
Deze zin las ik in een Soester advertentie-
blaad j e.
Onder het hoofd „Bezinning" wordt daar
een snorkende filosophie ten beste gegeven
dat in de „Tribune" b.v. met een plaatsje op
de voorpagina beloond zou worden.
De levensbeschouwing van den schrijver
wiens naam niet vermeld werd had mijn
aandacht en om den inhoud én om den schrij
ver. Het geheel kenmerkt zich als te zijg
van iemand, die vroeger reeds meermalen en
soms zeer valsch, een dergelijke viool meen
de te moeten bespelen.
Na te hebben verteld, dat de massa onver
schillig is, dat zij daardoor den grootkapitalist
in de hand werkt, da»" Holland zelf niets meer
schijnt te kunnen, waarbij er op gewezen
wordt, dat onlangs een troep schotten naar
Holland overstak om een „Nieuw Holland op
stapel te zetten" (bedoeld wordt de Oxford-
beweging), dat een Minister naar het Bui
tenland trekt om onze Nederlandsche taal te
veranderen en dat er schijnbaar gaan andere
probleemen bestaan, dan het veranderen van
plaatsnamen, zegt de schrijver „ook in de
lagere regionen, o.m. in ons Soest gebeuren
soms rare dingen". En dan krijgen we te
lezen, dat de gas-, water, en electriciteits-
prijzen hier te hoog zijn. Men wijst er hierbij
op, dat de Soestenaren „buitenlandsche kapi
talisten rijker maken".
Ad vertentie's en abonnementen voot
en
worden ook aangenomen bij
De schrijver vervolgt dan met: „Hierover
(het rijk maken van buitenlandsche kapitalis
ten) zouden wé nog veel meer kunnen vertel
len, vooral als wij denken aan den tijd toen de
concessie afliep, eenigen tijd geleden". Eja
dan; „We zouden nog veel meer kunnen ver
tellen" maar we doen het niet.
Dat is suggereer en.
De schrijver wil aantoonen, dat hij bekend
is in de keuken der gemeente-politiek, maar
hij past er voor om den lezer mee te laten
proeven.
De schrijver oreert verder over den Soester
Gemeenteraad en zegt, dat dit lichaam beslui
ten neemt „die de burgerij maar moeilijk kan
snappen" en als voorbeeld haalt de man na
tuurlijk het garnizoen daarbij aan-
In een schoon verhaaltje worden vele on
zinnigheden aan elkander gelijmd, zelfs de
Grondwet wordt erbij gesleept.
Na de toestanden met zijn „insiders"-blik
te hebben bekeken, concludeert hij, dat niet
alleen Soest, maar geheel Nederland zijn be
zinning kwijt is. Om dit aan te toonen wordt
de Blijde Gebeurtenis gememoreerd.
Hij schrijft: „Nederland stond op zijn kop.
Allerlei maatregelen werden genomen. Een
leger van politiemannen was aanwezig, alsof
men verwachtte, dat snoode menschen den
„ooievaar" die verwacht werd, zouden vangen
of het Prinselijk Paar zouden ontvoeren."
Even verder; „Als dan eindelijk het volk
verneemt, dat een Prinsesje geboren is, dan
breekt de „lol" eerst recht los, want hoezeer
wij ook ons vorstenhuis hoogachten de hoofd
zaak bij de groote massa is, dat er weer eens
een reden is om pret te maken.'*
Hoe is het in 1938 mogelijk, dat zulke
a-nationale taal gepleegd wordt onder den
rook van het Paleis Soestdijk? 1
Met zulke woorden stelt de schrijver xkJk
buiten onze nationale gemeenschap en sleept
daarbij het gratis blaadje mede-
Laat de schrijver dit ter harte willen ne.
men; U wil Nederland laten bezinnen, wel
nu, begin bij U zelf en: „Bezint eer gij
be i it", misschien blijven de Soesternaren dat*
gespaard van Uw nonsicale lanceeringen er.
anti-nationale gevoelens.
Vroeger werden zulke „artikelen" geschre
ven wanneer de gemeenteraads-verkiezingea
voor den deur stonden* Ik weet niet of ook
hieraan eenzelfde bedoeling ten grondslag ligt»
Het lijkt, dunkt me, nog wat te vroeg!
U, Mijnheer de Redacteur, dank voor de
plaatsing.
S.O.S-
Een overwinning op Hoogl. Boys
met 8-1.
Zondag heeft D.I.O.S. I met een 8ij
overwinning op Hooglandsche Boys II het
kampioenschap der deTde klasse E van dej
R. K. U- V- B behaald.
Onder gToote belangstelling trapte DI.O.S*
om 2 uur af, waarbij bleek, dat de Hoogfl
landsche Boys slechts met 9 man naar Soest-;
dijk waren gekomen.
Kon D.I.O.S het eerste kwarier nog geeii
overwicht verkrijgen, doordat men het te|
gemakkelijk opnam en de Hoogllandschd
Boys zich manhaftig verdedigden, na dit eer^
ste kwartier moest de doelverdediger uit;
Hoogland bezwijken voor een van de vele]
schoten, welke hij te verwerken kreeg.
Tot de rust werd de score regelmatig op«j
gevoerd tot 4o.
Na de rust was de tegenstand van de Boy al
gebroken en stond hun doel aan een doorloop
pende belegering bloot. Wanneer aUe kansenj
daar benut waren, dan had de einduitslag on-t
getwijfeld hooger geweest. Verschillende op«
gelegde kansen werden echter door slecht
schieten verknoeid. Niettegenstaande kwairH
onder groote vreugde van het talrijke publiek
het einde met 81 roor D.I.O.S.
Bloemen werden aangedragen, aanvoerde®
Kuyer kreeg een groote krans om zijn schou*
ders en tusschen een eerehaag van junioren(
verdwenen de kampioenen in de kleedkamers*
Pastoor Smit, die oprichter en geestelijk ad^
viseur van de vereen, is, was de eerste, die del
kampioenen gelukwenschte.
Spr. memoreerde, dat dit kampioenschap!
waarlijk verdiend was, mede als gevolg vah
de uitstekende samenwerking tusschen heq
actieve Bestuur en de leden. v
Spr. hoopte dat men op den ingeslagen'
weg zou voortgaan en hoopte, dat de publie
ke belangstelling even groot zou blijven in de|
volgende promotie-wedstrijden en in de toe-;
komst. Een 3-werf hoera onderstreepte deze(
woorden.
Te half 5 had in het parochiehuis St. Lud-^
gardis een drukbezochte receptie plaats.
Achter een groote tafel hadden de Bestuurs^
leden, de heeren J. de Winter, voorzitter; W.j
Lustenhouwer, secretaris; N. Baltus, pen^
ningmeester; J. Kuyer, P. Stalenhoef, P. Ver^
steyne Jr., W. Bakker en W. Hooischuur;
plaatsgenomen, waarnaast de elftal-commis-!
sie de heeren J. C. v. Haarlem, A. de Rijl4
en G. Stolwijk. Naast het eerste elftal van|
Dios waern ook de Hooglandsche Boys aan^
wezig, benevens vele andere Dios-Ieden, ver^
tegenwoordigers van verschillende parochieele
vereenigingen en Kap. Vehmeyer. t|
Pastoor Smit bracht in een hartelijke!
speech nogmaals zijn gelukwenschen vooit
geheel Dios, hoewel de ie elftalspelers del
uitverkorenen waren, om de eer en de vlag toj
verdedigen.
Spr. was den grondlegger van deze vereen*
een 4-tal jaren geleden. Veel moeite is e®
gedaan voor een behoorlijk speelveld en vial
het armbestuur heeft Dios haar terrein ge
kregen. Langzaam maar zeker is de ver. ge«
groeid. Twee jaar geleden behaalde het 215
elftal het kampioenschap, doch er was toen'
geen kans op promotie, hetgeen nu bij hefc
eerste elftal wel het geval is.
Spr. had in Dios een ver. gevonden naar.
zijn geest; een vriendenclub, gebasseerd or
sportiviteit en kameraadschap met een flink
en ijverig Eestuur, waarvan spr. speciaal dg
heeren De Winter, Baltus en Stalenhoef wilde;
noemen en danken. Spr. bracht tevens dank
aan de elftal-commissie en alle anderen.
Met elkander heeft men de ver. een zoo«<
danige naam bezorgd, dat andere clubs graag
tegen Dios spelen willen. Spr. wekte de spe**
Iers op, boe de promotie-wedstrijden ook zou^,
den uitvallen, hun geheele persoon te gevet^j
waardoor succes niei zal uitblijven. (Applaus)*
In vioolijke stemming werd hierna de over^
winning bezongen met befaamde liederen zoo^
als „Laat nu de klok maar luiden" en anderen*
Na de vasten zal Dios het kampioenschap;
met een feestavond vieren.
Uitslagen Zondag 13 Maart.
D.I.O.S. I r— Hooglandsche Boys II 81*
L.V.V. IV D.I O-S. II 3—2.
Actif jun. D.I.O.S- jun- 1—4.
Dios II moest een 32 nederlaag leideö
tegen L.V.V. IV, wat niet noodig was ge
weest, indien Dios volledig was uitgekomen
daar 2 spelers wegens ziekte verstek moesten
laten gaan. De rust ging in met 1o voor
Dios, na de hervatting konden de jongen» bet
niet meer bolwerken en wisten nog eenmaal
te doelpunten, waartegen L.V.V. drie maal,
zoodat het einde kwam met een 32 neder-
'-ag.
Tenslotte wisten onze jus&oren ©en moo»
4 overwinning te behalen op Actif jun- te
Hilversum.
Voor a.s. Zondag zijn geen wedstrdfjcSÉ
vastgesteld in verband met den jaarlijkschen
Stillen Omgang.