OORDMAN 't mrmiis vooD-uw De Soester Courant Soester Nieuwsblad JONGENSenUiNDtimEEDING Ingezonden stukken o^eAbcejialliea/j K. van Tol, Nieuweweg 103 G. v, d. Poll, Vredehofstr. 22 Sportkroniek. ■HILVERSUM-BUSSUM D.I.O.S, I KAMPIOEN. ^Buiten verantwoording dei Redacti*- 1*1 de R. Met belangstelling aullen vele lezers, even als ondergeteekende, het vraaggesprek met den Burgemeester in Uw blad van n Maart hebben gelezen. We kunnen gerust aannemen, dat U met deze activiteit iets bereikt heeft- Op de eerste plaats hebben vele opposan ten tegen het garnizoen kunnen merken, dat de Burgemeester weet wat hij wil, doch ook dat wanneer men ageert of opposieert, men terzake deskundig moet wezen en geen on zinnige dingen moet gaan verkoop en, zooals de Burgemeester in bedoeld vraaggesprek duidelijk Het mesrken. Al te lang hebben we in Soest die toestand gekend, welke de Burgemeester zoo scherp aanduidde met „schaduwraad". Al te lang hebben de stuurlui aan de wal getracht in vloed op den Raad uit te oefenen, doch nu hebben we gelukkig de wetenschap gekregen, dat deze methode's energiek zullen worden geweerd. Misschien gaat Soest eindelijk eens een tijd tegemoet dat NORMALE dingen gebeuren, dat er een tijd van rust en kalmte gaat aan- brtefcen, onder de voortvarende en doelbewuste leiding van den Burgemeester, j Met dank voor de plaatsing. W. ^Geachte Redactie, (Mag ik U even wijzen op een onjuistheid, 'voorkomende in het artikel „de grenswijziging -Wet Amersfoort", voorkomende in 't laatst verschenen nummer van Uw blad? Bij voor baat mijn dank. Daarin staat n.1.; „Vrijdagavond is daarvoor i teen vergadering gehouden van alle besturen van kiesvereenigingen", enz- De onjuistheid 'bestaat hierin, d»i dit „alle" overdreven is, daar het Bestuur van de Afd. Soest van de Vrijz. Dem. Bond niet aanwezig was, daar het niet was uitgenoodigd. Hoogachtend: B. J. FRIELING, Voorz. van de Afd. Soest van de V. D- B- '{Van denzelfden inzender ontvingen wij nog een tweede „ingezonden", hetwelk wij laten volgen. Red-). NASCHRIFT. Geachte Heer Redacteur, Naar ik nader verneem, is de onjuistheid bovenbedoeld niet de schuld van Uw verslag gever. De convocatie voor bedoelde vergade ring i9 n.1. wel aan onze vereeniging gezon den, doch aan den vroegeren secretaris, die nu geen lid meer is- Ten eerste had de afzen der van de convocatie zich beter op de hoog te moeten stellen, wie de tegenwoordige sec retaris onzer v ereeniging is (wat in het Jaar boekje van Soest is te vinden), ten tweede had de bezorger zich moeten vergewissen of hij aan 't goede adres was, en ten derde had de vroegere secretaris de niet aan hem ge richte convocatie moeten doorzenden. In de teerste twee gevallen kan men van abuis spre ken, maar de beoordeeling van het laatste laat ik aan U, M- de R. en de andere lezers ©ver. In elk geval, onze vereeniging was niet op de bedoelde vergadering vertegenwoordigd. B. J. FRIELING- Soest, 15 Maart 1938. Geachte Redactie Nogmaals vraag ik Uw welwillende mede werking door het volgende in Uw blad op te nemen. I Ten iste vraag ik attentie voor „Ook een Nederlander wonende te Soest", want, bij al les waarin de N- S. B. mij al is tegen geval len, heeft dit de deur nog dicht gedaan, n.1. dat hij een Friezin den naam van „Debora" of „Marianna" geeft. Ieder Nederlander, die fcrisschjen nog niet zulke erge Nat. gevoelens heeft, zal hier het malle van inzien. Maar wat voor mij van veel meer belang is, Is dat h'j uit mijn ingezonden stuk, geschre ven i Maart, de conclusie trekt, dat ik de partij van E. d. D- ben toegedaan. Dit be wijst op afdoende wijze, wat een oppervlak kige beoordeelaars de menschen zijn, die bij de N. S. B- behooren, iets wat trouwens deze geheele beweging kenmerkt. Mijn ware geestverwanten, die mij niet ken nen, doch mijn schrijven hebben gelezen, zul len die conclusie niet hebben getrokken en de heeren van E. d. D- zullen misschien lachen om het dwaze van zoo'n opvatting. Ik hoop maar, dat ons volk voor altijd bewaard zal blijven voor blinde leidslieden, zooals de „Nederlander wonende te Soest" en ook één blijkt te zijn. Van hem en van zijn beweging is het, dat er geschreven staat, dat zij, indien het moge lijk ware, ook de uitverkorenen zouden ver leiden. Ook hij ontziet zich niet, om bij zijn in vloed, die hij op de menschen wil uitoefenen, Gods Woord te gebruiken, en dit kan, met afie andere schoon klinkende beloften, die hij eir bij laat booren, gevaarlijk worden voor. menschen, die minder vast in hun geloof staan. Hij heeft zich ontpopt als een oppervlakkig couranten lezer en zal ook wel een opper vlakkige Bijbellezer zijn. Hij heeft eht aller mooiste woord gebruikt, wat er onder de zon bestaat, zonder de diepe beteekenis er van te begrijpen- Hel is echter hier niet de goede plaats hem dat te doen inzien, er zijn gele genheden te over in Soest, waar hij dit kan leer en inzien. I Ik wil biermede van dit onderwerp af stap pen, ik gevoel, dat ik hiermede mijn plicht 1«b gedaan door niet altijd deze dingen on- stoelen en banken te schuiven. Even wil ik opmerken, dat ik geen aan- flUrtter van het Gouden Kalf ben en dat Ds. Vervloei voor mij niet bestaat, wél mijnheer Vervlo et. Ook den tweeden inzender, zekere W zou ik willen zeggen: Ik hoop maar, dat er van die zoogenaamde uitwisseling van arbei ders, waarover hij het heeft, maar geen vaste plannen gemaakt worden ten opzichte vaiuj de arbeiders hier. Na een reisje door Duitsch- land, zouden zij hier wellicht ontwricht terug komen I Ik deDk echter, dat onze arbeiders er niets voor zullen voelen om een gedwongen va- cantie te nemen, van alles wat dwang heet, moet een Hollander niet veel hebben, en geloof maar dat het dit is. Misschien krijgen de 28-000000 arbeiders, die in Duitschland vacantie moeten nemen ook nog een briefje mee, waarop staat wat ze moeten eten en hoe ze hun dagen moeten indeelen; bedankt voor zoo'n vacantie. En wat de Hollandsche huisvrouwen be treft, die moet men maar stil haar gang laten gaan. Ik geloof, dat zij toch nog liever in 'n tentje op de heide kampeeren (al is hier m.i. ook veel tegen) waar ze kunnen doen en la ten wat ze willen en waar ze hun hoogste lied kunnen zingen, dan dat men ze aan ban den legt en in haar doen en laten belemmert en hun liederen laat zingen, die ze misschien verfoeien. Ik denk, dat ook de Duitsche huismoeders er precies zoo over denken, doch deze zijn wellicht te laf het te bekennen. Wat onze Nederlandsche jeugd aangaat, dat kon iets beter. Maar die jeugd heeft ook nog niet zoo het griezelige gevoel, dat er concentratiekampen in Holland bestaan en dat er altijd zoo'n S A.-man, of hoe ze mogen heeten, achter hun .staat; zoo iemand waar mee je geen grapjes behoeft te maken en die, als je ze kwaad maakt nogal vlug nei ging tot schieten hebben. Dat het echter zoo erg nog niet is, blijkt wel in mijn omgeving. Daar staan al jaren huizen leeg en nog nooit is er een ruit door de jeugd verrnield. Met dank voor de plaatsing. Een Nederlandsche Friezin te Soest. Tijdelijk Weenen, Maandag 14 Maart 1938- Vergun mij geachte Heer Redacteur van „De Soester Courant" van hier uit een slot woord te schrijven, hetwelk mijnerzijds het laatste antwoord zal zijn op de gevoerde cor respondentie inzake de „Oranje-feestviering" der „N.S.B-" in Uwe Gemeente. Ik moge beginnen met mijn dank uit te spreken aan de gevoelige Nederlandsche te Soest wonende Friezin, mij helaas onbekend, maar uit wiens woorden ik het warmvoelende hart eener oprechte Nederlandsche Vrouw heb mogen beluisteren. Over de afdwalingen van een te Soest wo nende Nederlander, die gemeend heeft zich in de uitwisseling van gevoelens te moeten mengen en inplaats van te spreken over het thema waarom het girig, zijn gal uitgestort heeft over de z.g. beweging „Eenheid door Democratie" inplaats van zich uitsluitend aan het onderwerp, waarom het hier ging, te houden, zal ik maar geen woorden verspillen- Ik behoef U wel niet de verzekering te geven, dat mij deze beweging volslagen on bekend is en ik geen lust voel een oordeel uit te spreken over deze „vogels van diverse pluimage op politiek-, staatkundig- en gods dienstig terrein", maar mij zal houden aan hetgeen over de rede van den geachten heer Ds. Vervloed in Uw blad geschreven werd en hetwelk bij mij, als zijnde „onjNeder- landsch", veerontwaardiging opwekte. Ik kom op de kern terug en wel op het geschrevene „TOEN stond HITLER op en TOEN werd het anders" en thans te Weenen vertoevende in het nieuwste deel van het „Derde Rijk" moet ik volmondig bekennen, ja overal waar Hitier op stond en vooral hier te Weenen, werd het sindsdien GEHEEL an ders. Oostenrijk is ten doode gedoemd, Weenen is stervende, zoo schreef ik eenige weken ge leden en mijne woorden zijn bewaarheid. Het werd anders GEHEEL anders in het Land der Nibelungen Treue, in het Land van den edelen zoon Oostenrijks, wijlen Dolfuss- Ik wil slechts eenige veranderingen hier memoreeren, die door mij aanschouwd zijn en laat het aan een iegenlijk over het verschil tusschen „feiten'* en „Hetze" volgen zijin eigen eer en geweten zelf vast te stellen. De Aartsbisschop van Salzburg gevangen, honderden Joden vastgenomen, uit de treinen gehaald, hunne zaken gesloten, hunne bedrij ven vernietigd, de dagbladen in beslag ge nomen, de vrije pers afgeschaft, de vermogens geconfiskeerd, het Hoogheidsteeken van het zelfstandige Rijk en van het Vaderlandsche Front door jeugdige vlegels afgerukt en ver treden, foto's en postzegels van den ramp zalig vermoorden Kanzelier Dolfuss vernie tigd, tientallen monumenten ter eere van een Doode verbrijzeld, de winnaar van den no- belprijs, Professor Loewy, de Bonds-kanzelier Schusschig een tientallen goede, brave, vrome Oostenrijksche mannen in hechtenis genomen en boven dat alles uitwaaiend het tee- ken van den haat, het Hakenkruis", de nu nieuwe banier van het „herboren" Oostenrijk- En God de Heer spreekt; „Indien Gij Kinderen hebt, dan bemint gij Uwe kinderen en gunt hen niets dan goeds", maar de Man, die op stond en het anders maakte, sprak: „Gij Oostenrijkers zijt thans Mijne Kinderen geworden, Gij allen zijt Duitschers geworden, behalve de TYROLERS, dat waren geen Oostenrijkers en met mijn, op dood en leven verbonden vriend Mussolini, ben ik overeen gekomen en „ik zal dit NOOIT vergeten", dat Gij Tyrolers, zonen van Andreas Hofer, eens een vrije zoon der bergen, in Man- tuas kerker ten doode gewijd, volgen*® MIJN zelfbestemmingsrecht geen aanspraak meer, nu en nooit meer, kimt maken op den naam van Oostenrijkers of Duitschers, maar ITALIANEN zijt en ITALIANEN blijven zult Ik heb U Oostenrijkers tot Duitschers ge maakt, omdat Uwe Regeering niet over ka nonnen beschikte om mijn inval tegen te gaan, maar MIJ, „die komt, ziet en alles anders maakt", ontbreekt de macht, om de kinderen van Uw Volk, die zich Tyrolers noemen, tot Duitschers te maken, omdat achter de grens van het heilige Land Tyrol ,op de top pen van den Brenner, de Italiaansche vuur monden mijn inval in dat Land in bloed zou den smoren. Maar troost U- Het Derde Rijk zorgt ook voor de kinderen in de verdrukking, indien slechts de omstandigheden medewerken. Europa is op het oogenblik machteloos, Engeland sentimenteel en berekenend alle kan sen. Frankrijk aan den vooravond eener bloe dige revolutie, Polen en Roemenie bereid over Rusland heen te vallen..», heb geduld Uw Leider laat U niet in de steek, ook voor U Südeten-Duitschers slaat eens het uur der vrijheid, het uur van Arbeid, vreugde en brood- Arbeids is er, vreugde maakt men en brood gaat men halen, nu voor zooveel honderddui zenden de „stukzak" afgeschaft is. Leidens Beleg, Alkmaars Ontzet kunnen geen andere tafreelen te zien gegeven heb ben, dan de tafreelen, die zich thans in het „bevrijde" Oostenrijk afspelen. Het lijkt de Volksverhuizing wel, waarover oude kronieken verhalen- Duizenden en duizenden Dewoners va Mfrn- chen en uit de omliggende steden en dorpen zijn over de oude grens naar Salzburg en Innsbrük getrokken om eindelijk weer een al is het maar één dag, zich zat te kunnen eten aan het brood met boter, weer de smaak van een ei te kunnen proeven, weer eens in „Apfelstudel met suiker en kaneel" te kun nen bijten. Oostenrijk, het arme Oostenrijk, is gewor den in eenen nacht tot een dorado voor hen die meenden tot dusver het Paradijs reeds deelachtig te zijn geworden. God geve Oostenrijk het behoud van zijn brood en het geloof, bij het angstig worstelen met het Lot, dat wie op den Hoog en God vertrouwt en zich tot Zijn Volksgemeenschap rekent, nooit verloren gaat- Geachte heer F- J. W. S-, zelfs indien Uw woord waar zou kunnen zijn en ik geen zier zou kunnen begrijpen, zelfs niet van Uw Na- tionaal-Socialisme, geloof mij, wanneer ik U heden verklaar, dat ik het thans beter begrijp, als ik het ooit had mogen verwachten. Ik heb het Eerearuis aan den rood-witten band, mij bijna een menschenleeftijd geleden door Oostenrijks laatsten Keizer verleend af gelegd en het gevoegd bij het mij eveneens verleende laatste portret van den vromen Dolfuss, een dag voor zijne vermoording- De tijden gaan, de herinnering blijft. Moge de Voorzienigheid ons Vaderland, ons Vorstenhuis en onze Regeerders nemen in Zijne Hoede en trouwe Wacht, moge heel ons Volk, ons door arbeidsloosheid zoo zwaar beproefd Volk weten wat het te wachten staan, als met ons rood-wit-blauw en met onzen Oranje-wimpel onze Vrijheid en ons zelfstandig Volksbestaan ten gronde gaan. Vim, vi repelere licet. Geloof mij als Uw dienstwillige, nu meer dan ooit, eerst NEDERLAN DER en dan SOESTER. Mijnheer de Redacteur, U zoudt mij zeer verplichten het navolgende in Uw bladen op te nemen. „Als wij de gang van zaken in de laatste jaren bezien en beoordeelen, komen wij al meer en meer tot de overtuiging, dat het toch eindelijk eens tijd wordt om tot be zinning te komen". Deze zin las ik in een Soester advertentie- blaad j e. Onder het hoofd „Bezinning" wordt daar een snorkende filosophie ten beste gegeven dat in de „Tribune" b.v. met een plaatsje op de voorpagina beloond zou worden. De levensbeschouwing van den schrijver wiens naam niet vermeld werd had mijn aandacht en om den inhoud én om den schrij ver. Het geheel kenmerkt zich als te zijg van iemand, die vroeger reeds meermalen en soms zeer valsch, een dergelijke viool meen de te moeten bespelen. Na te hebben verteld, dat de massa onver schillig is, dat zij daardoor den grootkapitalist in de hand werkt, da»" Holland zelf niets meer schijnt te kunnen, waarbij er op gewezen wordt, dat onlangs een troep schotten naar Holland overstak om een „Nieuw Holland op stapel te zetten" (bedoeld wordt de Oxford- beweging), dat een Minister naar het Bui tenland trekt om onze Nederlandsche taal te veranderen en dat er schijnbaar gaan andere probleemen bestaan, dan het veranderen van plaatsnamen, zegt de schrijver „ook in de lagere regionen, o.m. in ons Soest gebeuren soms rare dingen". En dan krijgen we te lezen, dat de gas-, water, en electriciteits- prijzen hier te hoog zijn. Men wijst er hierbij op, dat de Soestenaren „buitenlandsche kapi talisten rijker maken". Ad vertentie's en abonnementen voot en worden ook aangenomen bij De schrijver vervolgt dan met: „Hierover (het rijk maken van buitenlandsche kapitalis ten) zouden wé nog veel meer kunnen vertel len, vooral als wij denken aan den tijd toen de concessie afliep, eenigen tijd geleden". Eja dan; „We zouden nog veel meer kunnen ver tellen" maar we doen het niet. Dat is suggereer en. De schrijver wil aantoonen, dat hij bekend is in de keuken der gemeente-politiek, maar hij past er voor om den lezer mee te laten proeven. De schrijver oreert verder over den Soester Gemeenteraad en zegt, dat dit lichaam beslui ten neemt „die de burgerij maar moeilijk kan snappen" en als voorbeeld haalt de man na tuurlijk het garnizoen daarbij aan- In een schoon verhaaltje worden vele on zinnigheden aan elkander gelijmd, zelfs de Grondwet wordt erbij gesleept. Na de toestanden met zijn „insiders"-blik te hebben bekeken, concludeert hij, dat niet alleen Soest, maar geheel Nederland zijn be zinning kwijt is. Om dit aan te toonen wordt de Blijde Gebeurtenis gememoreerd. Hij schrijft: „Nederland stond op zijn kop. Allerlei maatregelen werden genomen. Een leger van politiemannen was aanwezig, alsof men verwachtte, dat snoode menschen den „ooievaar" die verwacht werd, zouden vangen of het Prinselijk Paar zouden ontvoeren." Even verder; „Als dan eindelijk het volk verneemt, dat een Prinsesje geboren is, dan breekt de „lol" eerst recht los, want hoezeer wij ook ons vorstenhuis hoogachten de hoofd zaak bij de groote massa is, dat er weer eens een reden is om pret te maken.'* Hoe is het in 1938 mogelijk, dat zulke a-nationale taal gepleegd wordt onder den rook van het Paleis Soestdijk? 1 Met zulke woorden stelt de schrijver xkJk buiten onze nationale gemeenschap en sleept daarbij het gratis blaadje mede- Laat de schrijver dit ter harte willen ne. men; U wil Nederland laten bezinnen, wel nu, begin bij U zelf en: „Bezint eer gij be i it", misschien blijven de Soesternaren dat* gespaard van Uw nonsicale lanceeringen er. anti-nationale gevoelens. Vroeger werden zulke „artikelen" geschre ven wanneer de gemeenteraads-verkiezingea voor den deur stonden* Ik weet niet of ook hieraan eenzelfde bedoeling ten grondslag ligt» Het lijkt, dunkt me, nog wat te vroeg! U, Mijnheer de Redacteur, dank voor de plaatsing. S.O.S- Een overwinning op Hoogl. Boys met 8-1. Zondag heeft D.I.O.S. I met een 8ij overwinning op Hooglandsche Boys II het kampioenschap der deTde klasse E van dej R. K. U- V- B behaald. Onder gToote belangstelling trapte DI.O.S* om 2 uur af, waarbij bleek, dat de Hoogfl landsche Boys slechts met 9 man naar Soest-; dijk waren gekomen. Kon D.I.O.S het eerste kwarier nog geeii overwicht verkrijgen, doordat men het te| gemakkelijk opnam en de Hoogllandschd Boys zich manhaftig verdedigden, na dit eer^ ste kwartier moest de doelverdediger uit; Hoogland bezwijken voor een van de vele] schoten, welke hij te verwerken kreeg. Tot de rust werd de score regelmatig op«j gevoerd tot 4o. Na de rust was de tegenstand van de Boy al gebroken en stond hun doel aan een doorloop pende belegering bloot. Wanneer aUe kansenj daar benut waren, dan had de einduitslag on-t getwijfeld hooger geweest. Verschillende op« gelegde kansen werden echter door slecht schieten verknoeid. Niettegenstaande kwairH onder groote vreugde van het talrijke publiek het einde met 81 roor D.I.O.S. Bloemen werden aangedragen, aanvoerde® Kuyer kreeg een groote krans om zijn schou* ders en tusschen een eerehaag van junioren( verdwenen de kampioenen in de kleedkamers* Pastoor Smit, die oprichter en geestelijk ad^ viseur van de vereen, is, was de eerste, die del kampioenen gelukwenschte. Spr. memoreerde, dat dit kampioenschap! waarlijk verdiend was, mede als gevolg vah de uitstekende samenwerking tusschen heq actieve Bestuur en de leden. v Spr. hoopte dat men op den ingeslagen' weg zou voortgaan en hoopte, dat de publie ke belangstelling even groot zou blijven in de| volgende promotie-wedstrijden en in de toe-; komst. Een 3-werf hoera onderstreepte deze( woorden. Te half 5 had in het parochiehuis St. Lud-^ gardis een drukbezochte receptie plaats. Achter een groote tafel hadden de Bestuurs^ leden, de heeren J. de Winter, voorzitter; W.j Lustenhouwer, secretaris; N. Baltus, pen^ ningmeester; J. Kuyer, P. Stalenhoef, P. Ver^ steyne Jr., W. Bakker en W. Hooischuur; plaatsgenomen, waarnaast de elftal-commis-! sie de heeren J. C. v. Haarlem, A. de Rijl4 en G. Stolwijk. Naast het eerste elftal van| Dios waern ook de Hooglandsche Boys aan^ wezig, benevens vele andere Dios-Ieden, ver^ tegenwoordigers van verschillende parochieele vereenigingen en Kap. Vehmeyer. t| Pastoor Smit bracht in een hartelijke! speech nogmaals zijn gelukwenschen vooit geheel Dios, hoewel de ie elftalspelers del uitverkorenen waren, om de eer en de vlag toj verdedigen. Spr. was den grondlegger van deze vereen* een 4-tal jaren geleden. Veel moeite is e® gedaan voor een behoorlijk speelveld en vial het armbestuur heeft Dios haar terrein ge kregen. Langzaam maar zeker is de ver. ge« groeid. Twee jaar geleden behaalde het 215 elftal het kampioenschap, doch er was toen' geen kans op promotie, hetgeen nu bij hefc eerste elftal wel het geval is. Spr. had in Dios een ver. gevonden naar. zijn geest; een vriendenclub, gebasseerd or sportiviteit en kameraadschap met een flink en ijverig Eestuur, waarvan spr. speciaal dg heeren De Winter, Baltus en Stalenhoef wilde; noemen en danken. Spr. bracht tevens dank aan de elftal-commissie en alle anderen. Met elkander heeft men de ver. een zoo«< danige naam bezorgd, dat andere clubs graag tegen Dios spelen willen. Spr. wekte de spe** Iers op, boe de promotie-wedstrijden ook zou^, den uitvallen, hun geheele persoon te gevet^j waardoor succes niei zal uitblijven. (Applaus)* In vioolijke stemming werd hierna de over^ winning bezongen met befaamde liederen zoo^ als „Laat nu de klok maar luiden" en anderen* Na de vasten zal Dios het kampioenschap; met een feestavond vieren. Uitslagen Zondag 13 Maart. D.I.O.S. I r— Hooglandsche Boys II 81* L.V.V. IV D.I O-S. II 3—2. Actif jun. D.I.O.S- jun- 1—4. Dios II moest een 32 nederlaag leideö tegen L.V.V. IV, wat niet noodig was ge weest, indien Dios volledig was uitgekomen daar 2 spelers wegens ziekte verstek moesten laten gaan. De rust ging in met 1o voor Dios, na de hervatting konden de jongen» bet niet meer bolwerken en wisten nog eenmaal te doelpunten, waartegen L.V.V. drie maal, zoodat het einde kwam met een 32 neder- '-ag. Tenslotte wisten onze jus&oren ©en moo» 4 overwinning te behalen op Actif jun- te Hilversum. Voor a.s. Zondag zijn geen wedstrdfjcSÉ vastgesteld in verband met den jaarlijkschen Stillen Omgang.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1938 | | pagina 6