PORTREK DE INTERNATIONALE TOESTAND DEZE WEEK WERELD IN NEDERLAND VAN DE WEEK HTTLER ©VER SCrfUSCHNIGG'S HOUDING. In Duitschland, of liever gezegd in „Groot-Duitschland", zooals het eoohUsl uitgebreide rijk tegen- wootdiq in de terminologie onzer Oos'.erburen heet/ wordt naar aanleiding van het volksreferen dum van 10 April, dat antwoord moet geven op de vraag, hoe Dui-tscbers en Oostenrijkers over den „Anschluss" denken, duchtig de propagandatrom geroerd. In Duitschland zijn Hitier en Goebbels het verkiezmgspad opgeguan, terwijl in de Oostenrijksche gewesten maarschalk Goe- r- taak van propagandist vervult. Luo b*eft de rijkskanselier dezer dagen te Koningsbergen gesproken en daarbij in teressante mededeelingen over de houding van Schuschnigg gedaan. Volgens zijn ver klaringen zou de „Führer" bij het befaam de onderhoud te Berchtesgaden aan Schuschnigg hebben voorgesteld zich ter verkiezing voor het volk beschikbaar te stellen. Hitier en Schuschnigg zouden bei den als candidaten optreden. Schuschnigg meende dit voorstel om constitutioneele redenen van de hand te moeten wijzen, waarop men tenslotte het bekende com promis sloot. Deze overeenkomst zou door Schuschnigg echter slechts als een tacti sche zet zijn beschouwd, bestemd om tijd te winnen en af te wachten, totdat de toe stand in het buitenland gunstiger zou zijn. Hij zou dus gerekend hebben op een meer geschikt uur om het buitenland tegen Duitschland te wapen te kunnen roepen. Hitier baseert deze bewering op uitlatin gen in een brief van Schuschnigg van 19 Februari, die in handen van de nationaai- socialisten zou zijn gevallen. Ook de door Scluurt uitgeschreven verkiezingen zouden volgens Hitier een bedrog zyn geweest. De nazi's zouden vlug schriften en aanplakbiljetten in beslag hebben genomen, waarin reeds 8 dagen te voren de cijfers van deze stemming wer den bekend gemaakt. Overigens heeft ook Goering te Weenen over „weergalooze verkiezingsbedriegerij" gesproken en daarbij gezegd, dat ook het gerecht zich hiermede bezig zal houden. Men vraagt zich thans af, wat het lot van Schuschnigg zal zijn. Men meent te weten, dat hij voor het Hooggerechtshof te Leipzig terecht zal moeten staan. Overigens staat het op het oogenblikwel vast, dat de verkiezing, die Hitier thans heeft uitgeschreven, ook voor wat Oosten rijk betreft, een succes voor de nazi's zal worden nu de krachtigste tegenstander van het nationaal-socialisme in Oostenrijk, het katholicisme, zijn houding heeft herzien. ïn een verklaring van alle Oosten - rijksche bisschoppen onder leiding van kardinaal Innitzer wordt den geloovigen aangeraden voor den „Anschluss" te stemmen. In Duitschland heeft m« dezen stap der bisschoppen met vreugae begroet en spreekt men thans de hoop uit, dat men in de toekomst met de katholieken beter zal kunnen samenwerken dan vroeger. De stakingen in Frankrijk. In Frankrijk vraagt naast de permanente financieele moeilijkheden, waarin de schat- u De Grand National te Liverpool werd dit jaar gewonnen door een Ameri- kaansch paard, gereden door een 17-jarigen jockey. kist zich bevindt, deze week in het bijzon der de staking in de metaalbedrijven de aandacht. Het ziet er op het oogenblik werkelijk naar uit, dat de arbeidersleiders hun eigen volgelingen niet vast meer in de hand hebben, wat mischien het best blijkt uit het feit, dat Jouhoux, de overigens wel zeer militante secretaris-generaal van het Fransche vakverbond, die zoojuist nog met de algemeene staking dreigde, op een ver gadering door de arbeiders werd uitge floten onder het geroep „Wij willen daden". Dat onder deze omstandigheden van een nationale eenheid in Frankrijk, die het land zoozeer noodig heeft, nog geen sprake kan zijn, behoeft geen betoog. Naar het einde van den Spaanschen burgeroorlog De actie van de Fransche vakvereeni- gingen beperkt zich overigens niet tot so ciale wenschen. Ook in de buitenlandsche politiek wil men mede-zeggenschap heb ben en op het oogenblik nu de burgeroor log in Spanje door het offensief van Franco in Catalonië zijn einde schijnt te naderen, dringt men bij de Fransche regeering harder dan ooit op een inmenging in de Spaansche kwestie aan. Wijkt de Fransche regeerïng voor dezen druk, dan zijn de gevolgen daarvan voor den vrede in Europa niet te overzien. Nu is het gevaar van een Fransche in menging op het oogenblik nog niet zoo groot te noemen. Want met de laatste suc cessen van Franco hebben de republikei nen nog niet definitief het onderspit ge dolven. Neutrale waarnemers zijn het er over eens, dat afgezien van gebeurtenis sen, die achter het front kunreii plaats grijpen, de oorlog nog wel oen jaar kan voortduren. Anderzijds kan men niet ont kennen, dat de weegschaal reeds naar de zijde van Franco doorslaat De vraag blijft thans, wat Frankrijk zal doen op het oogènblik, dat het republikeinsche Spanje werkelijk voor de ineenstorting s'taat. De oorlog in het Verre Oosten. In tegenstelling met de Spaansche repu blikeinen gaat het de 'Jhineezen in hun blikeinen gaat het den Chineezen in hun blik wat meer naar den vleeze. Zoo wordt uit Hankau gemeld, dat in den belangrijken strijd em Soetsjou plotseling een wending gekomen is. Onder deze omstandigheden kan men de verklaring van den Japanschen minister president Konoje, dat ^e oorlog nog maar pas begonnen is, begrijpen. ilodzja's rede. De Tsjechische ministei-president Hodzja heeft thans zijn met spanning verwachte rede over de minderhedenpolitiek gehou den. De rechten van de minderheden in Tsjecho-Slowakije zullen thans in een minderhedenstatuut worden vastgelegd. Daarmede verandert intusscnen slechts bitter weinig aan den bostaanden toestand. In het buitenland meerit men, dat de ge nomen maatregel dan oo - geen oplossing beteekent. Men geeft toe, dat Tsjecho- Slowakije zijn minderheden over het alge meen zeer slecht heeft behandeld, vooral de Sudeten-Duitschers en Hongaren. Het ware derhalve te hopen dat Praag in zijn tegemoetkomingen tegenover deze minder heden veel verder gaat en om zoo te zeg gen op de eischen van deze bevolkings groep vooruitloopt. Slechts .roo Kan men hiertegen een dam opwerpen Handhaving of beknotting van het asylrecht Op het besluit van onze regeering maat regelen te treffen waardoor de stroom van emigranten uit Oostenrijk kan worden ge stuit, is de critiek niet uitgebleven. Te verwonderen is dit niet, want de bepalin gen, welke de minister van Justitie tot het beoogde doel heeft opgesteld, zijn inder daad wel zeer afdoende. De eerste bepa ling alleen al, die van den politieken vluch teling naast een nog minstens twee maan den geldig paspoort bovendien nog een verklaring der Duitsche overheid eischt, dat de houder na zijn verblijf in ons land te allen tijde in het Groot-Duitsche Kijk kan terugkeeren, maakt het practisch on mogelijk, dat ooit één Oostenrijksch uit gewekene ons land kan binnenkomen. Vragen van den heer Albarda. De zienswijze van hen, die zich door dit regeeringsbeleid teleurgesteld of ver ontwaardigd gevoelen, vindt men ver tolkt in de vragen, welke het Tweede Kamerlid Albarda aan minister-president Colijn heeft gericht en waarin aangedron gen wordt op een zoo ruim mogelijke toe passing van de vijfde bepaling, volgens welke in bizondere gevallen ontheffing van de gestelde eischen kan worden ver leend, zoodat ook Oostenrijkers zonder pas, zonder „verklaring" en zonder het vereischte geldsbedrag in ons land kunnen worden toegelaten. De intocht in de nieuwe garnizoenen. Dinsdag was ons land het tooneel van een or.#*.vone militaire bedrijvigheid. Met tromgeroffel en trompetgeschal, soms ook onder de opwekkende marschen van de SNEL RECHT. Montreal. In Montreal stond dezer dagen een zekere Wilfried Duncan wegens een roofoverval te recht. Toen de rechter hem mede deelde, dat hij tot twee jaar gevangenisstraf was veroordeeld, begon hij op luiden toon bedrei gingen aan het adres van den rech ter te uiten en verzekerde, dat hij zich op den rechter zou wreken, zelfs a! gaf deze hem het dubbele van de straf. Hij zou hem wel weten te vinden, als hij eenmaal weer uit de gevangenis was. De rechter hoorde reze bedreigingen rustig aan en verklaarde daarop, dat men hem er nog twee jaar bij eou kunnen geven. De reeds ge- sloten aak werd weer geopend en d« opgelegde straf van twee jaar tot vlei Jaar verhoogd. Na deze verrassing vond zelfs de veront- ■^aardlgde Wilfried Duncan geën woorden meer. stafmuziek, trokken de troepen de vér- schillende nieuwe garnizoensplaatsen bin nen. De plaatsen, die thans garnizoen heb ben gekregen, zijn: Steenwijk, Zwolle, Apeldoorn, Zutfen, Doesburg, Grave, Roer mond en Weert, Roozendaal, Hoek van Holland en IJmuiden, terwijl de reeds be staande garnizoenen in Tilbui'g, Deventer en Den Bosch werden versterkt. Met de oude gai'nizoenen Gx-oningen, Assen, Ven- lo, Maastricht, Bergen op Zoom, Vlissin- gen en Middelburg (om slechts de het dichtst bij de grenzen gelegen garnizoenen te noemen) geeft dit een krans van leger plaatsen, die op meer of minder grooten afstand ongeveer onze grenslijn volgen. De luchtverdediging in één hand. Vrij regelmatig zijn nu de troepen over ons land gelegerd. Slechts valt het óp, hoe zeer de luchtvaartgarnizoenen nog in de minderheid zijn. Zij bevinden zich be halve te Soesterberg en Dei Helder (De Mok en De Kooij) slechts in Amsterdam en in het Zuiden van het land nog in Gilze- Rijen, zoodat' het geheele Noorden en Oosten nog van actieve luchtverdediging verstoken is. Ongetwijfeld zal hierin met tertijd wel verandering komen. Dat de luchtverdediging wel de aandacht der re- geei'ing heeft, blijkt uit het voornemen van den minister van Defensie om alle midde len van dit onderdeel der landsverdediging onder één commando te stellen, in welk verband de naam genoemd wordt van generaal-majoor P. W. Best, commandant van de IVe divisie, die commandant van de Luchtvaartafdeeling is geweest en thans met den rang van luitenant-generaal de algeheele leiding der luchtverdediging in handen zou krijgen. Minister Marck voert besprekingen. De Belgische minister van verkeers wezen, de heer Marck, was dezer dagen in ons land te gast voor het voeren van be sprekingen met zijn Nedexjandschen ambt genoot minister Van Buuren. Ni ast alge meene verkeersvraagstukken kwamen hier bij ook de spoorwegaangelegenheden ter sprake, met name de kwestie van een snellere verbinding met Brussel en de plan nen tot verbetering van het verkeer van Brussel en Antwerpen met Rotterdam en Amsterdam, waartoe zoowel van Belgische als van Hollandsche zijde de electrificatie van de trajecten Antwerpen-Esschen en Esschen-Dordrecht tot stand moet worden gebracht. De hooge kosten hieraan verbon den, maken evenwel grondige bestudee ring van deze plannen noodzakelijk, zoo dat de uitvoering ervan nog wel eenigen tijd op zich zal laten wachten. Het Duitsch-Nederlandsche goederenverkeer. De nieuwe overeenkomst nopens de regeling van het Duitsch-Nederlandsche goederenverkeer is in Keulen geteekend. Dit verdrag treedt in de plaats van de op ultimo Maart afgeloopen overeenkomst van 23 December 1936 en zal van toepas sing blijven tot het einde van 1939, indien het tenminste niet op het einde van dit jaar opgezegd wordt. Op eene eveneens te Keulen gehouden zitting der regeerings- cotrvmissies van weerskanten zijn de be talingscontingenten voor den Nederland- schen invoer in Duitschland voor het tweede kwartaal van het loopende jaar vastgesteld gewoi-den. VEELWIJVERIJ IN AFRIKA. In den laatsten tijd heeft Frankrijk her haaldelijk pogingen aangewend, de poly gamie (veelwijverij) onder de inboorlin gen in zijn West-Afrikaansche koloniën af te schaffen en de mannen tot monogamie op te voeden. Gewoonlijk leverden deze pogingen weinig resultaat op, want merk waardig genoeg waren het in tal van ge vallen juist de vrouwen, die zich tegen den aanbevolen huwelijksvorm verzetten. Een vertegenwoordiger van het ministerie van Koloniën, de heer Besson, die voor een inspectiereis ter bestudeering van dit vraagstuk naar West-Afrika was uitge zonden, rapporteert, dat hondei'den vrou wen in de Fransche koloniën in Afrika onomwonden voor handhaving der poly gamie pleiten en wel om deze reden, dat vier of vijf vrouwen, die het huishouden voor den man doen, heel wat minder werk hebben dan een vrouw, die er alleen voor staat. De gemakzuchtige Afrikaansche dames, zoo verklaart de heer Besson, zijn door de meest overtuigende ai'gumenten niet van dit standpunt af te brengen. DE EERSTE FILMACADEMIE. H. De filmkunst gaat wetenschap worden, althans in Duitschland, waar op 1 April a.s. de Duitsche film-academie als jongste hoogeschool haar poorten opent. De leerstof wordt er over drie faculteiten verdeeld: een kunst-, een techni®he en een economische filmfaculteit. In de^erste, de faculteit der filmkunst, ontvangen de ac teur, de musicus, maskerontwerper, grafi cus, tructeekenaar, costuumteekenaar, dra maturg, regisseur, auteur en componist nun opleiding. In de technische faculteit worden de toekomstige camera-men, geluid-mixers, projectie-mecaniciens, cutters, architecten, truc-operateurs, enz. gevormd, terwijl m de economische faculteit ten slotte de pro ductieleiders in de economische geheimen van hun toekomstige Deroep worden inge wijd. Hier zullen ook juridische vraagstuk ken de film betreffende, filmreclame en filmcritiek behandeld worden. HET INTERNATIONAAL TUINBOUW- CONGRES. Van 12 tot 18 Augustus zal het Xllde Internationale Congres voor den Tuinbouw worden gehouden, waaraan natuurlijk ook een groote Nederlandsche delegatie zal deelnemen. Ditmaal is aan Berlijn de eer te beurt gevallen, de gasten uit 41 landen te mogen ontvangen. Veel wordt verwacht van de bijzondere ervaringen, die in de verschillende landen opgedaan zijn, zoo in Nederland en België op het gebied der bloemencultures, in de Vereenigde Staten van Noord-Amerika op het gebied van den fruitteelt, in Frankrijk op het gebied van den zaadteelt, en in Hon garije op het gebied van den aanplant van bepaalde kruiden. Een aardige idee is, dat men ter gelegen heid van dit congres in de West-Duitsche stad Essen een rijkstuinbouwtentoonstel ling zal houden. Deze tentoonstelling, die niet slechts voor den deskundige, maar ook voor den leek zeer interessant belooft te worden, is van April tot October geopend. EEN ONRECHTVAARDIGHEID TEGEN- PVER DEN MARGARINE-ETER. Op 17 Maart heeft de regeering den boterprijs verlaagd en zij heeft dien prijs zelfs i&ts lager gesteld dan algemeen ver wacht werd. Er is indertijd gesproken van een gemiddelden prijs van 1.40 met een winterprijs van 1.45. Het was dus-" aan nemelijk, dat er èen zomerprijs zou komen van 1.35. Men is thans echter nog vijf centen lager gegaan. Op zichzelf beschouwd is dat verheugend. Maar er zouden toch nog heel wat meer centen af moeten, in dien wij tot een vrijhandelspolitiek wilden terugkeeren. Wij voeren echter geen vrij handelspolitiek meer, wijl dit inderdaad wel onmogelijk geworden is. Maar deson danks: een boterprijs, die 50 boven den wei-eldmarktprijs ligt, is wellicht toch wel ietwat overdreven. Vroeger werd er zeer terecht beweerd, dat tegen den wereld marktprijs niemand kon concurreeren. Thans is dit argument echter niet langer juist. De veeboeren van Australië en Nieuw-Zeeland produceeren tegen dien prijs en maken daarbij nog winst ook. En nu is het wel zeker, dat onze boeren onder andei'e omstandigheden werken dan hun collega's op het zuidelijk halfrond, maar dit neemt niet weg. dat onze botei-prijs nog te hoog' blijft, ondanks de laatste ver laging. Dat deze verlaging overigens voor de producenten niet aangenaam is, spreekt vanzelf. Zij hadden natuurlijk het liefst een zomerprijs van 1.35 gezien en hoop ten bovendien, dat de verlaging nog een tijdje op zich zou laten wachten, wijl de prijzen op de wei'eldmarkt nog vrij vast zijn. Het schijnt dat de regeering het be sluit genomen heeft uit angst, dat het potje, waaruit de steun betaald wordt, zou leegraken. De binnenlandsche boterprijs bepaalt immers de hoogte van den steun aan den export; die steun is gelijk aan het verschil tusschen den wereldmarktprijs en den binnenlandschen prijs. Wie die steun opbrengt, is bekend; het zijn de vei-bruikers van vet en margarine, dus in hoofdzaak het armste deel der be volking. Het zou derhalve dan ook recht- vaax-dig zijn, nu de boterprijs verlaagd wordt, ook den rnargarineprijs te verlagen. Dit geschiedt echter niet, wijl anders de veel te groote overproductie niet langer winstgevend zou blijven voor den boer en voor het grondbezit de pachten stijgen immers en men bij den boterconsu- ment niet aan wil kloppen. Vroeger moest ook deze laatste zijn steentje bijdragen in de financiering van den verliesexport; thans is hij daarvan vrijgesteld en moet de margarine-eter daarvoor alleen opdraaien. Nu heeft de minister in zijn memorie van antwoord van 18 Maart wel verklaard, dat getracht zal worden de heffing op de margarine, alsmede de heffingen op vetten en oliën, zoodanig te regelen, dat „een be hoorlijke consumptieverhouding tusschen ae boter en deze producten woi-dt bereikt". Maar toen de minister dit op 18 Maart schreef, was reeds besloten, dat de boter prijs van 17 Maart af met 15 cent verlaagd zou worden, zonder eenige verlaging van den rnargarineprijs. Zoo betalen de arme- ren steeds meer voor de rijken. Dat is niet rechtvaai-dig, En juist gezien deze onrecht vaardigheid mag men eischen, dat er wordt ingegrepen in het overigen: zeer ingewik kelde vraagstuk van onze zuivelpolitiek. Daarbij mag natuurlijk het belang van den boer niet uit het oog worden verloren KONRAD HENLEIN. In het Sudeten-Duitsche vraagstuk, dat op het oogenblik in het middel punt der politieke belangstelling staat, speelt Konqpd Henlein als lei der van het „Sudetendeutsche Hei- matfront" een belangrijke rol. Van huis uit is de thans 39-jarige Henlein geen politicus. Na in den wereldoorlog als officier aan het Italiaansche front gestreden te heb ben, begon hij zijn loopbaan als gym nastiekleraar. Met de politiek zal hij wel het eex-st in aanraking gekomen zijn, toen hij een hooge bestuursfunc tie bij de Duitsche turnvereeniging in Tsjecho-Slowakije kreeg. Want deze vereeniging beoefende naast het turnen van oudsher niet minder in tensief de politiek. Na de Duitsche turnvereeniging op waarlijk voor beeldige wijze gereorganiseerd te hebben, richtte Henlein op 31 Maart 1938 een oproep tot de Duitsche be volking van Tsjecho-Slowakije tot oprichting van een „Sudetendeutsch Heimatfront". Het SH.F. wist in korten tijd groote deelen van de Duitschspre- kende bevolking van Tsjecho-Slo wakije voor zich te winnen. Bij de verkiezingen van 1935 behaalde de partij 44 zetels. Thans, nu twee andere Duitsche partijen, n.1. de agrarische partij en de christelijk- democraten zich bij de partij van Henlein hebben aangesloten, be schikt het Heimatfront over onge veer 80 zetels in het Huis van Afgevaardigden. rtiii^aïiriA-^OLriibK iN EMPiKL-z.ii*. De gebeurtenissen van de laatste maan den hebben de belangstelling voor het Palestijnsche vraagstuk sterk doen af nemen. Toch voltrekt zich op het oogen- DE VERDEELING VAN PALESTINA araöutus TripoliJ oEIROE DAMASCUS tl Ram/a JARIA Es ban JAFFA ERUZALEM AskalonrWr Gaza. I \icfoni {Hfbron}^ beerseba LEGENDA /fe JOODSCHE STAAT dXD ARABISCHE STAAT BJt/TSCH MANDAAT Spoor ie eg ?S 50 /b blik in dit deel van den Oriënt een ont wikkeling, die interessant genoeg is om met meer dan gewone aandacht gevolgd te worden. Het hierbij afgedrukte kaartje laat zien, hoe men zich in Holland de verdeeling van Palestina volgens het plan van de commissie-Peel, dat nu wel van de baan is geschoven, had voorgesteld. Wij willen ditmaal echter niet dieper op de Joodsch- Arabische twisten ingaan, maar liever eens een veel interessanter aspect van de Lon- densche Palestina-politiek belichten. Vast staat, dat het Arabische vraagstuk, welks brandpunt op het oogenblik in Jeru zalem ligt, niet slechts nog een aangelegen heid van koloniale politiek, maar meer nog van Europeesche politiek is. De bedreiging van Malta door de Italiaansche bewape ning in de lucht en door de consolideeriiig van de Italiaansche positie op het Noord- Af x-ikaansche vasteland heeft in het bij zonder de aandacht van het Foreign Office en het War Office op Palestina gevestigd. Door den drievoudigen imperialen ver keersader Londen-Delhi (op zee, op het land en in de lucht) heeft Palestina voor Engeland enorm aan beteekenis gewonnen. Het best blijkt dat wel uit de bijna fan tastisch aandoende projecten van een ka naal Gaza-Aquaba en een verdubbeling van de breedte van het Suezkanaal zoodat een gelijktijdig ver-keer in beide richtingen ook voor de grootste eenheden van de Home Fleet mogelijk wordt. Londen, dat in vr-aagstukken van den tweeden rang meestal aarzelend optreedt, weet in aange legenheden, die voor het voortbestaan van het rijk van de grootste beteekenis zijn, snel en beslissend in te grijpen. Zoo staat hoog boven het vraagstuk, of Palestina ge deeld zal worden de reeds genomen en een ieder ingehamerde beslissing, dat de haven van Haifa in een of anderen vorm onder Britsche controle zal blijven. Een ieder beschouwt het als vanzelfsprekend, dat Engeland deze haven wegens de gunstige baai voor de vloot, wegens de Px'oomverladingen uit de Doode Zee voor de ^j-itsche wapenindustrie en vooral ook wegens het feit, dat hier de Mossoel-pijp- leiding eindigt, meer dan ooit noodig heeft. Hier heeft de Britsche propaganda zoo nandig gewerkt, dat niemand het meer waagt over deze onderwerpen te debattee- ren. Naar de juridische zijde van de zaak vraagt in ieder geval geen mensch ter wereld meer. Even onopvallend \s de con centratie van de Britsche troepen waar voor de opstanden der Arabieren overigens de gewenschte aanleiding vormden, in haar werk gegaan. Geheel onopgemerkt geble ven is ook net opmetingswerk op het schiereiland Sinai, waar strategische wegen voor den opmarsch aan den Oostelijken oever van het Suezkanaal en de Roode Zee zullen worden aangelegd. In dezen tijd van onopvallende, maai des te intensievere bewapening van Groot- Brittannië in Palestina, neeft dit man- daatsgebied ook een nieuwen Hoogen Com missaris gekregen, die zich met de details van den strijd tusschen Joden en Arabie ren slechts weinig inlaat en voor alles een politiek in empire-zxn voert. Een dergelijk streven is ook in de andere Arabische staten waar te nemen. Zoo heeft de broe- der van de Engelsche koningin-moeder, de aertog van Athlone, zoo juist een bezoek aan koning lbn-Saoed van Arabië gebi-acht Zijn taak was den Saoedischen koning ge heel aan Engeland's zijde te trekken en hem te bewegen, zijn zeer grooten invloed op de overige Arabische staten in dienst te stellen van de Engelsche belangen. EEN KERK IN DE WOESTIJN. De Sahara is dezer dagen het tooneel van een merkwaardige plechtigheid ge weest. In de buurt van de oase El Gelea heeft de Fransche bisschop Nuet een kei-k ingewijd, die ter herinnering aan Pater Charles de Foucauld, die veel voor de mis sie onder de woestijnbewoners heeft ge daan en wiens graf zich in de onmiddel lijke nabijheid van de nieuwe kerk be vindt, is opgericht

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1938 | | pagina 4