PORTREK
DE INTERNATIONALE TOESTAND
DEZE WEEK
WERELD
IN NEDERLAND
VAN DE WEEK
HTTLER ©VER SCrfUSCHNIGG'S
HOUDING.
In Duitschland, of liever gezegd
in „Groot-Duitschland", zooals het
eoohUsl uitgebreide rijk tegen-
wootdiq in de terminologie onzer
Oos'.erburen heet/ wordt naar
aanleiding van het volksreferen
dum van 10 April, dat antwoord
moet geven op de vraag, hoe
Dui-tscbers en Oostenrijkers over
den „Anschluss" denken, duchtig
de propagandatrom geroerd.
In Duitschland zijn Hitier en Goebbels
het verkiezmgspad opgeguan, terwijl in de
Oostenrijksche gewesten maarschalk Goe-
r- taak van propagandist vervult.
Luo b*eft de rijkskanselier dezer dagen
te Koningsbergen gesproken en daarbij in
teressante mededeelingen over de houding
van Schuschnigg gedaan. Volgens zijn ver
klaringen zou de „Führer" bij het befaam
de onderhoud te Berchtesgaden aan
Schuschnigg hebben voorgesteld zich ter
verkiezing voor het volk beschikbaar te
stellen. Hitier en Schuschnigg zouden bei
den als candidaten optreden. Schuschnigg
meende dit voorstel om constitutioneele
redenen van de hand te moeten wijzen,
waarop men tenslotte het bekende com
promis sloot. Deze overeenkomst zou door
Schuschnigg echter slechts als een tacti
sche zet zijn beschouwd, bestemd om tijd
te winnen en af te wachten, totdat de toe
stand in het buitenland gunstiger zou zijn.
Hij zou dus gerekend hebben op een meer
geschikt uur om het buitenland tegen
Duitschland te wapen te kunnen roepen.
Hitier baseert deze bewering op uitlatin
gen in een brief van Schuschnigg van 19
Februari, die in handen van de nationaai-
socialisten zou zijn gevallen.
Ook de door Scluurt uitgeschreven
verkiezingen zouden volgens Hitier een
bedrog zyn geweest. De nazi's zouden vlug
schriften en aanplakbiljetten in beslag
hebben genomen, waarin reeds 8 dagen te
voren de cijfers van deze stemming wer
den bekend gemaakt.
Overigens heeft ook Goering te Weenen
over „weergalooze verkiezingsbedriegerij"
gesproken en daarbij gezegd, dat ook het
gerecht zich hiermede bezig zal houden.
Men vraagt zich thans af, wat het
lot van Schuschnigg zal zijn. Men
meent te weten, dat hij voor het
Hooggerechtshof te Leipzig terecht
zal moeten staan.
Overigens staat het op het oogenblikwel
vast, dat de verkiezing, die Hitier thans
heeft uitgeschreven, ook voor wat Oosten
rijk betreft, een succes voor de nazi's zal
worden nu de krachtigste tegenstander van
het nationaal-socialisme in Oostenrijk, het
katholicisme, zijn houding heeft herzien.
ïn een verklaring van alle Oosten -
rijksche bisschoppen onder leiding
van kardinaal Innitzer wordt den
geloovigen aangeraden voor den
„Anschluss" te stemmen.
In Duitschland heeft m« dezen stap der
bisschoppen met vreugae begroet en
spreekt men thans de hoop uit, dat men in
de toekomst met de katholieken beter zal
kunnen samenwerken dan vroeger.
De stakingen in Frankrijk.
In Frankrijk vraagt naast de permanente
financieele moeilijkheden, waarin de schat-
u
De Grand National te Liverpool werd dit jaar gewonnen door een Ameri-
kaansch paard, gereden door een 17-jarigen jockey.
kist zich bevindt, deze week in het bijzon
der de staking in de metaalbedrijven de
aandacht. Het ziet er op het oogenblik
werkelijk naar uit, dat de arbeidersleiders
hun eigen volgelingen niet vast meer in de
hand hebben, wat mischien het best blijkt
uit het feit, dat Jouhoux, de overigens wel
zeer militante secretaris-generaal van het
Fransche vakverbond, die zoojuist nog met
de algemeene staking dreigde, op een ver
gadering door de arbeiders werd uitge
floten onder het geroep „Wij willen
daden". Dat onder deze omstandigheden
van een nationale eenheid in Frankrijk, die
het land zoozeer noodig heeft, nog geen
sprake kan zijn, behoeft geen betoog.
Naar het einde van den
Spaanschen burgeroorlog
De actie van de Fransche vakvereeni-
gingen beperkt zich overigens niet tot so
ciale wenschen. Ook in de buitenlandsche
politiek wil men mede-zeggenschap heb
ben en op het oogenblik nu de burgeroor
log in Spanje door het offensief van Franco
in Catalonië zijn einde schijnt te naderen,
dringt men bij de Fransche regeering
harder dan ooit op een inmenging
in de Spaansche kwestie aan. Wijkt
de Fransche regeerïng voor dezen
druk, dan zijn de gevolgen daarvan
voor den vrede in Europa niet te
overzien.
Nu is het gevaar van een Fransche in
menging op het oogenblik nog niet zoo
groot te noemen. Want met de laatste suc
cessen van Franco hebben de republikei
nen nog niet definitief het onderspit ge
dolven. Neutrale waarnemers zijn het er
over eens, dat afgezien van gebeurtenis
sen, die achter het front kunreii plaats
grijpen, de oorlog nog wel oen jaar kan
voortduren. Anderzijds kan men niet ont
kennen, dat de weegschaal reeds naar de
zijde van Franco doorslaat De vraag blijft
thans, wat Frankrijk zal doen op het
oogènblik, dat het republikeinsche Spanje
werkelijk voor de ineenstorting s'taat.
De oorlog in het Verre Oosten.
In tegenstelling met de Spaansche repu
blikeinen gaat het de 'Jhineezen in hun
blikeinen gaat het den Chineezen in hun
blik wat meer naar den vleeze. Zoo wordt
uit Hankau gemeld, dat in den belangrijken
strijd em Soetsjou plotseling een wending
gekomen is.
Onder deze omstandigheden kan men de
verklaring van den Japanschen minister
president Konoje, dat ^e oorlog nog maar
pas begonnen is, begrijpen.
ilodzja's rede.
De Tsjechische ministei-president Hodzja
heeft thans zijn met spanning verwachte
rede over de minderhedenpolitiek gehou
den. De rechten van de minderheden in
Tsjecho-Slowakije zullen thans in een
minderhedenstatuut worden vastgelegd.
Daarmede verandert intusscnen slechts
bitter weinig aan den bostaanden toestand.
In het buitenland meerit men, dat de ge
nomen maatregel dan oo - geen oplossing
beteekent. Men geeft toe, dat Tsjecho-
Slowakije zijn minderheden over het alge
meen zeer slecht heeft behandeld, vooral
de Sudeten-Duitschers en Hongaren. Het
ware derhalve te hopen dat Praag in zijn
tegemoetkomingen tegenover deze minder
heden veel verder gaat en om zoo te zeg
gen op de eischen van deze bevolkings
groep vooruitloopt. Slechts .roo Kan men
hiertegen een dam opwerpen
Handhaving of beknotting van het
asylrecht
Op het besluit van onze regeering maat
regelen te treffen waardoor de stroom van
emigranten uit Oostenrijk kan worden ge
stuit, is de critiek niet uitgebleven. Te
verwonderen is dit niet, want de bepalin
gen, welke de minister van Justitie tot het
beoogde doel heeft opgesteld, zijn inder
daad wel zeer afdoende. De eerste bepa
ling alleen al, die van den politieken vluch
teling naast een nog minstens twee maan
den geldig paspoort bovendien nog een
verklaring der Duitsche overheid eischt,
dat de houder na zijn verblijf in ons land
te allen tijde in het Groot-Duitsche Kijk
kan terugkeeren, maakt het practisch on
mogelijk, dat ooit één Oostenrijksch uit
gewekene ons land kan binnenkomen.
Vragen van den heer Albarda.
De zienswijze van hen, die zich door
dit regeeringsbeleid teleurgesteld of ver
ontwaardigd gevoelen, vindt men ver
tolkt in de vragen, welke het Tweede
Kamerlid Albarda aan minister-president
Colijn heeft gericht en waarin aangedron
gen wordt op een zoo ruim mogelijke toe
passing van de vijfde bepaling, volgens
welke in bizondere gevallen ontheffing
van de gestelde eischen kan worden ver
leend, zoodat ook Oostenrijkers zonder
pas, zonder „verklaring" en zonder het
vereischte geldsbedrag in ons land kunnen
worden toegelaten.
De intocht in de nieuwe garnizoenen.
Dinsdag was ons land het tooneel van
een or.#*.vone militaire bedrijvigheid. Met
tromgeroffel en trompetgeschal, soms ook
onder de opwekkende marschen van de
SNEL RECHT.
Montreal. In Montreal stond
dezer dagen een zekere Wilfried
Duncan wegens een roofoverval te
recht. Toen de rechter hem mede
deelde, dat hij tot twee jaar
gevangenisstraf was veroordeeld,
begon hij op luiden toon bedrei
gingen aan het adres van den rech
ter te uiten en verzekerde, dat hij
zich op den rechter zou wreken,
zelfs a! gaf deze hem het dubbele
van de straf. Hij zou hem wel
weten te vinden, als hij eenmaal
weer uit de gevangenis was. De
rechter hoorde reze bedreigingen
rustig aan en verklaarde daarop,
dat men hem er nog twee jaar bij
eou kunnen geven. De reeds ge-
sloten aak werd weer geopend en
d« opgelegde straf van twee jaar
tot vlei Jaar verhoogd. Na deze
verrassing vond zelfs de veront-
■^aardlgde Wilfried Duncan geën
woorden meer.
stafmuziek, trokken de troepen de vér-
schillende nieuwe garnizoensplaatsen bin
nen. De plaatsen, die thans garnizoen heb
ben gekregen, zijn: Steenwijk, Zwolle,
Apeldoorn, Zutfen, Doesburg, Grave, Roer
mond en Weert, Roozendaal, Hoek van
Holland en IJmuiden, terwijl de reeds be
staande garnizoenen in Tilbui'g, Deventer
en Den Bosch werden versterkt. Met de
oude gai'nizoenen Gx-oningen, Assen, Ven-
lo, Maastricht, Bergen op Zoom, Vlissin-
gen en Middelburg (om slechts de het
dichtst bij de grenzen gelegen garnizoenen
te noemen) geeft dit een krans van leger
plaatsen, die op meer of minder grooten
afstand ongeveer onze grenslijn volgen.
De luchtverdediging in één hand.
Vrij regelmatig zijn nu de troepen over
ons land gelegerd. Slechts valt het óp,
hoe zeer de luchtvaartgarnizoenen nog in
de minderheid zijn. Zij bevinden zich be
halve te Soesterberg en Dei Helder (De
Mok en De Kooij) slechts in Amsterdam
en in het Zuiden van het land nog in Gilze-
Rijen, zoodat' het geheele Noorden en
Oosten nog van actieve luchtverdediging
verstoken is. Ongetwijfeld zal hierin met
tertijd wel verandering komen. Dat de
luchtverdediging wel de aandacht der re-
geei'ing heeft, blijkt uit het voornemen van
den minister van Defensie om alle midde
len van dit onderdeel der landsverdediging
onder één commando te stellen, in welk
verband de naam genoemd wordt van
generaal-majoor P. W. Best, commandant
van de IVe divisie, die commandant van
de Luchtvaartafdeeling is geweest en thans
met den rang van luitenant-generaal de
algeheele leiding der luchtverdediging in
handen zou krijgen.
Minister Marck voert besprekingen.
De Belgische minister van verkeers
wezen, de heer Marck, was dezer dagen in
ons land te gast voor het voeren van be
sprekingen met zijn Nedexjandschen ambt
genoot minister Van Buuren. Ni ast alge
meene verkeersvraagstukken kwamen hier
bij ook de spoorwegaangelegenheden ter
sprake, met name de kwestie van een
snellere verbinding met Brussel en de plan
nen tot verbetering van het verkeer van
Brussel en Antwerpen met Rotterdam en
Amsterdam, waartoe zoowel van Belgische
als van Hollandsche zijde de electrificatie
van de trajecten Antwerpen-Esschen en
Esschen-Dordrecht tot stand moet worden
gebracht. De hooge kosten hieraan verbon
den, maken evenwel grondige bestudee
ring van deze plannen noodzakelijk, zoo
dat de uitvoering ervan nog wel eenigen
tijd op zich zal laten wachten.
Het Duitsch-Nederlandsche
goederenverkeer.
De nieuwe overeenkomst nopens de
regeling van het Duitsch-Nederlandsche
goederenverkeer is in Keulen geteekend.
Dit verdrag treedt in de plaats van de op
ultimo Maart afgeloopen overeenkomst
van 23 December 1936 en zal van toepas
sing blijven tot het einde van 1939, indien
het tenminste niet op het einde van dit
jaar opgezegd wordt. Op eene eveneens
te Keulen gehouden zitting der regeerings-
cotrvmissies van weerskanten zijn de be
talingscontingenten voor den Nederland-
schen invoer in Duitschland voor het
tweede kwartaal van het loopende jaar
vastgesteld gewoi-den.
VEELWIJVERIJ IN AFRIKA.
In den laatsten tijd heeft Frankrijk her
haaldelijk pogingen aangewend, de poly
gamie (veelwijverij) onder de inboorlin
gen in zijn West-Afrikaansche koloniën af
te schaffen en de mannen tot monogamie
op te voeden. Gewoonlijk leverden deze
pogingen weinig resultaat op, want merk
waardig genoeg waren het in tal van ge
vallen juist de vrouwen, die zich tegen
den aanbevolen huwelijksvorm verzetten.
Een vertegenwoordiger van het ministerie
van Koloniën, de heer Besson, die voor
een inspectiereis ter bestudeering van dit
vraagstuk naar West-Afrika was uitge
zonden, rapporteert, dat hondei'den vrou
wen in de Fransche koloniën in Afrika
onomwonden voor handhaving der poly
gamie pleiten en wel om deze reden, dat
vier of vijf vrouwen, die het huishouden
voor den man doen, heel wat minder werk
hebben dan een vrouw, die er alleen voor
staat. De gemakzuchtige Afrikaansche
dames, zoo verklaart de heer Besson, zijn
door de meest overtuigende ai'gumenten
niet van dit standpunt af te brengen.
DE EERSTE FILMACADEMIE.
H. De filmkunst gaat wetenschap
worden, althans in Duitschland, waar op
1 April a.s. de Duitsche film-academie als
jongste hoogeschool haar poorten opent.
De leerstof wordt er over drie faculteiten
verdeeld: een kunst-, een techni®he en een
economische filmfaculteit. In de^erste, de
faculteit der filmkunst, ontvangen de ac
teur, de musicus, maskerontwerper, grafi
cus, tructeekenaar, costuumteekenaar, dra
maturg, regisseur, auteur en componist
nun opleiding.
In de technische faculteit worden de
toekomstige camera-men, geluid-mixers,
projectie-mecaniciens, cutters, architecten,
truc-operateurs, enz. gevormd, terwijl m
de economische faculteit ten slotte de pro
ductieleiders in de economische geheimen
van hun toekomstige Deroep worden inge
wijd. Hier zullen ook juridische vraagstuk
ken de film betreffende, filmreclame en
filmcritiek behandeld worden.
HET INTERNATIONAAL TUINBOUW-
CONGRES.
Van 12 tot 18 Augustus zal het Xllde
Internationale Congres voor den Tuinbouw
worden gehouden, waaraan natuurlijk ook
een groote Nederlandsche delegatie zal
deelnemen. Ditmaal is aan Berlijn de eer
te beurt gevallen, de gasten uit 41 landen
te mogen ontvangen.
Veel wordt verwacht van de bijzondere
ervaringen, die in de verschillende landen
opgedaan zijn, zoo in Nederland en België
op het gebied der bloemencultures, in de
Vereenigde Staten van Noord-Amerika op
het gebied van den fruitteelt, in Frankrijk
op het gebied van den zaadteelt, en in Hon
garije op het gebied van den aanplant van
bepaalde kruiden.
Een aardige idee is, dat men ter gelegen
heid van dit congres in de West-Duitsche
stad Essen een rijkstuinbouwtentoonstel
ling zal houden. Deze tentoonstelling, die
niet slechts voor den deskundige, maar ook
voor den leek zeer interessant belooft te
worden, is van April tot October geopend.
EEN ONRECHTVAARDIGHEID TEGEN-
PVER DEN MARGARINE-ETER.
Op 17 Maart heeft de regeering den
boterprijs verlaagd en zij heeft dien prijs
zelfs i&ts lager gesteld dan algemeen ver
wacht werd. Er is indertijd gesproken van
een gemiddelden prijs van 1.40 met een
winterprijs van 1.45. Het was dus-" aan
nemelijk, dat er èen zomerprijs zou komen
van 1.35. Men is thans echter nog vijf
centen lager gegaan. Op zichzelf beschouwd
is dat verheugend. Maar er zouden toch
nog heel wat meer centen af moeten, in
dien wij tot een vrijhandelspolitiek wilden
terugkeeren. Wij voeren echter geen vrij
handelspolitiek meer, wijl dit inderdaad
wel onmogelijk geworden is. Maar deson
danks: een boterprijs, die 50 boven den
wei-eldmarktprijs ligt, is wellicht toch wel
ietwat overdreven. Vroeger werd er zeer
terecht beweerd, dat tegen den wereld
marktprijs niemand kon concurreeren.
Thans is dit argument echter niet langer
juist. De veeboeren van Australië en
Nieuw-Zeeland produceeren tegen dien
prijs en maken daarbij nog winst ook. En
nu is het wel zeker, dat onze boeren onder
andei'e omstandigheden werken dan hun
collega's op het zuidelijk halfrond, maar
dit neemt niet weg. dat onze botei-prijs nog
te hoog' blijft, ondanks de laatste ver
laging.
Dat deze verlaging overigens voor de
producenten niet aangenaam is, spreekt
vanzelf. Zij hadden natuurlijk het liefst
een zomerprijs van 1.35 gezien en hoop
ten bovendien, dat de verlaging nog een
tijdje op zich zou laten wachten, wijl de
prijzen op de wei'eldmarkt nog vrij vast
zijn. Het schijnt dat de regeering het be
sluit genomen heeft uit angst, dat het
potje, waaruit de steun betaald wordt, zou
leegraken. De binnenlandsche boterprijs
bepaalt immers de hoogte van den steun
aan den export; die steun is gelijk aan het
verschil tusschen den wereldmarktprijs en
den binnenlandschen prijs.
Wie die steun opbrengt, is bekend; het
zijn de vei-bruikers van vet en margarine,
dus in hoofdzaak het armste deel der be
volking. Het zou derhalve dan ook recht-
vaax-dig zijn, nu de boterprijs verlaagd
wordt, ook den rnargarineprijs te verlagen.
Dit geschiedt echter niet, wijl anders de
veel te groote overproductie niet langer
winstgevend zou blijven voor den boer en
voor het grondbezit de pachten stijgen
immers en men bij den boterconsu-
ment niet aan wil kloppen. Vroeger moest
ook deze laatste zijn steentje bijdragen in
de financiering van den verliesexport;
thans is hij daarvan vrijgesteld en moet de
margarine-eter daarvoor alleen opdraaien.
Nu heeft de minister in zijn memorie
van antwoord van 18 Maart wel verklaard,
dat getracht zal worden de heffing op de
margarine, alsmede de heffingen op vetten
en oliën, zoodanig te regelen, dat „een be
hoorlijke consumptieverhouding tusschen
ae boter en deze producten woi-dt bereikt".
Maar toen de minister dit op 18 Maart
schreef, was reeds besloten, dat de boter
prijs van 17 Maart af met 15 cent verlaagd
zou worden, zonder eenige verlaging van
den rnargarineprijs. Zoo betalen de arme-
ren steeds meer voor de rijken. Dat is niet
rechtvaai-dig, En juist gezien deze onrecht
vaardigheid mag men eischen, dat er wordt
ingegrepen in het overigen: zeer ingewik
kelde vraagstuk van onze zuivelpolitiek.
Daarbij mag natuurlijk het belang van den
boer niet uit het oog worden verloren
KONRAD HENLEIN.
In het Sudeten-Duitsche vraagstuk,
dat op het oogenblik in het middel
punt der politieke belangstelling
staat, speelt Konqpd Henlein als lei
der van het „Sudetendeutsche Hei-
matfront" een belangrijke rol.
Van huis uit is de thans 39-jarige
Henlein geen politicus. Na in den
wereldoorlog als officier aan het
Italiaansche front gestreden te heb
ben, begon hij zijn loopbaan als gym
nastiekleraar. Met de politiek zal hij
wel het eex-st in aanraking gekomen
zijn, toen hij een hooge bestuursfunc
tie bij de Duitsche turnvereeniging
in Tsjecho-Slowakije kreeg. Want
deze vereeniging beoefende naast het
turnen van oudsher niet minder in
tensief de politiek. Na de Duitsche
turnvereeniging op waarlijk voor
beeldige wijze gereorganiseerd te
hebben, richtte Henlein op 31 Maart
1938 een oproep tot de Duitsche be
volking van Tsjecho-Slowakije tot
oprichting van een „Sudetendeutsch
Heimatfront".
Het SH.F. wist in korten tijd
groote deelen van de Duitschspre-
kende bevolking van Tsjecho-Slo
wakije voor zich te winnen. Bij de
verkiezingen van 1935 behaalde de
partij 44 zetels. Thans, nu twee
andere Duitsche partijen, n.1. de
agrarische partij en de christelijk-
democraten zich bij de partij van
Henlein hebben aangesloten, be
schikt het Heimatfront over onge
veer 80 zetels in het Huis van
Afgevaardigden.
rtiii^aïiriA-^OLriibK iN EMPiKL-z.ii*.
De gebeurtenissen van de laatste maan
den hebben de belangstelling voor het
Palestijnsche vraagstuk sterk doen af
nemen. Toch voltrekt zich op het oogen-
DE VERDEELING VAN PALESTINA
araöutus
TripoliJ
oEIROE
DAMASCUS
tl Ram/a
JARIA
Es ban
JAFFA
ERUZALEM
AskalonrWr
Gaza. I \icfoni
{Hfbron}^
beerseba
LEGENDA
/fe JOODSCHE STAAT
dXD ARABISCHE STAAT
BJt/TSCH MANDAAT
Spoor ie eg
?S 50 /b
blik in dit deel van den Oriënt een ont
wikkeling, die interessant genoeg is om
met meer dan gewone aandacht gevolgd te
worden.
Het hierbij afgedrukte kaartje laat zien,
hoe men zich in Holland de verdeeling
van Palestina volgens het plan van de
commissie-Peel, dat nu wel van de baan
is geschoven, had voorgesteld. Wij willen
ditmaal echter niet dieper op de Joodsch-
Arabische twisten ingaan, maar liever eens
een veel interessanter aspect van de Lon-
densche Palestina-politiek belichten.
Vast staat, dat het Arabische vraagstuk,
welks brandpunt op het oogenblik in Jeru
zalem ligt, niet slechts nog een aangelegen
heid van koloniale politiek, maar meer nog
van Europeesche politiek is. De bedreiging
van Malta door de Italiaansche bewape
ning in de lucht en door de consolideeriiig
van de Italiaansche positie op het Noord-
Af x-ikaansche vasteland heeft in het bij
zonder de aandacht van het Foreign Office
en het War Office op Palestina gevestigd.
Door den drievoudigen imperialen ver
keersader Londen-Delhi (op zee, op het
land en in de lucht) heeft Palestina voor
Engeland enorm aan beteekenis gewonnen.
Het best blijkt dat wel uit de bijna fan
tastisch aandoende projecten van een ka
naal Gaza-Aquaba en een verdubbeling
van de breedte van het Suezkanaal zoodat
een gelijktijdig ver-keer in beide richtingen
ook voor de grootste eenheden van de
Home Fleet mogelijk wordt. Londen, dat
in vr-aagstukken van den tweeden rang
meestal aarzelend optreedt, weet in aange
legenheden, die voor het voortbestaan van
het rijk van de grootste beteekenis zijn,
snel en beslissend in te grijpen. Zoo staat
hoog boven het vraagstuk, of Palestina ge
deeld zal worden de reeds genomen en
een ieder ingehamerde beslissing, dat de
haven van Haifa in een of anderen vorm
onder Britsche controle zal blijven. Een
ieder beschouwt het als vanzelfsprekend,
dat Engeland deze haven wegens de
gunstige baai voor de vloot, wegens de
Px'oomverladingen uit de Doode Zee voor
de ^j-itsche wapenindustrie en vooral ook
wegens het feit, dat hier de Mossoel-pijp-
leiding eindigt, meer dan ooit noodig heeft.
Hier heeft de Britsche propaganda zoo
nandig gewerkt, dat niemand het meer
waagt over deze onderwerpen te debattee-
ren. Naar de juridische zijde van de zaak
vraagt in ieder geval geen mensch ter
wereld meer. Even onopvallend \s de con
centratie van de Britsche troepen waar
voor de opstanden der Arabieren overigens
de gewenschte aanleiding vormden, in haar
werk gegaan. Geheel onopgemerkt geble
ven is ook net opmetingswerk op het
schiereiland Sinai, waar strategische wegen
voor den opmarsch aan den Oostelijken
oever van het Suezkanaal en de Roode Zee
zullen worden aangelegd.
In dezen tijd van onopvallende, maai
des te intensievere bewapening van Groot-
Brittannië in Palestina, neeft dit man-
daatsgebied ook een nieuwen Hoogen Com
missaris gekregen, die zich met de details
van den strijd tusschen Joden en Arabie
ren slechts weinig inlaat en voor alles een
politiek in empire-zxn voert. Een dergelijk
streven is ook in de andere Arabische
staten waar te nemen. Zoo heeft de broe-
der van de Engelsche koningin-moeder, de
aertog van Athlone, zoo juist een bezoek
aan koning lbn-Saoed van Arabië gebi-acht
Zijn taak was den Saoedischen koning ge
heel aan Engeland's zijde te trekken en
hem te bewegen, zijn zeer grooten invloed
op de overige Arabische staten in dienst
te stellen van de Engelsche belangen.
EEN KERK IN DE WOESTIJN.
De Sahara is dezer dagen het tooneel
van een merkwaardige plechtigheid ge
weest. In de buurt van de oase El Gelea
heeft de Fransche bisschop Nuet een kei-k
ingewijd, die ter herinnering aan Pater
Charles de Foucauld, die veel voor de mis
sie onder de woestijnbewoners heeft ge
daan en wiens graf zich in de onmiddel
lijke nabijheid van de nieuwe kerk be
vindt, is opgericht