POKÏKtl
DE INTERNATIONALE TOESTAND
DEZE WEEK
DE WERELD
IN KAART
IN NEDERLAND
VAN DE WEEK
Tweo politieke gebeurteniseen
vj^len dezer dagen samen de
sluiting van de zitting van den
Volkenbondsraad te Genève en
de rede van Mussolini te Genua.
De eerste verlokt tot een terug-
blJc over heigeen in een week
van hard werken tot stand werd
gébracht, de tweede, uit politiek
oogpunt veel belangrijker, omdat
het de eerste rede van Mussolini
v/as na het bezoek van Hitier aan
Italië, is tegelijkertijd een samen
vatting van de resultaten der Ita-
haansche besprekingen over de
aigeloopen weken en een aan
wijzing voor den loop van zaken
in de komende weken.
Genève leverde een bijdrage aan de
politiek van Chamberlain. Ondanks de
moreele vernedering koos het, zooals ook
te verwachten was, in de kwesties van
Abessinië en Spanje de tegemoetkoming
aan den nood van de praktische werke
lijkheid boven het dienen van een ver
heven, maar voorloopig nog niet te berei
ken ideaal. Onder deze omstandigheden
zal men te Londen en Parijs ook niet al
te sterk meer onder den indruk gekomen
zijn van Mussolini's rede te Genua. Daar
uit toch sêirak de politiek, die op het
oogenblik Europa beheerscht en waaraan
Londen zich reeds aangepast heeft, terwijl
ook in Parijs een streven in deze richting
is waar te nemen. Wat de duce verklaarde,
komt in het kort hierop neer: Geen terug
keer naar Stresa, maar voorloopig de ge
wapende vrede, gebaseerd op de ic'eol:
sche frontverdediging. De voorde*- n,
welke de spil nog aan Mussolini zu< ..in
nen brengen, zijn nog geenszins uitgeput.
Zij ook geven zoowel voor Rome ris voor
Berlijn de eenige stevige baris. Duidelijk
heeft Mussolini, sprekend over de i ogen-
stellingen tusschen Frankrijk en Italië,
zijn wil te kennen gegeven. Geen Fransch-
Italiaansch accoord zal mogelijk zijn, voor
dat Frankrijk meer dan tol dusver is ge
naderd tot het Italiaansche standpunt, in
zake Spanje. En Mussolini heeft, als de
man, die op het( oogenblik het Europeesche
evenwicht kan, handhaven of verbreken,
de macht om iri dergelijke di#gen zijn wil
door te zetten. Eh ongetwijfeld zal Musso
lini in de toekomst nog verdere concessies
van de zijde van Frankrijk en Engeland
weten af te dwingen. Maar aan deze con
cessies zijn grenzen gesteld en dat weet
ook Mussolini, die een goed koopman is.
Men mag hopen, dat er op het oogenblik,
dat er voor. Italië niets meer te halen is,
een nieuwe rust in Europa zal intreden.
Helaas echter kan dit oogenblik nog lang
op zich laten wachten. Want tenslotte
heeft Mussolini er belang bij, dat een
wantrouwend evenwicht tusschen Enge
land en Frankrijk eenerzijds en Duitsch-
land anderzijds behouden blijft, wijl dit
den duce inderdaad tot den machtigsten
man van Europa maakt.
Henlein te Londen.
Voor de bevrediging van Europa is een
goede oplossing van het z.g. Sudetendiiit-
sche vraagstuk een eerste vereischte. In
Londen ziet men dat terdege in en der
halve dringt men van ue
stad uit bij Praag zooveel mogelijk op
spoed aan. En daarbij laten de Britten het
niet aan goede raadgevingen ontbreken.
Gezien de sterke bemiddelende positie, die
Engeland in het conflict tusschen Praag
en de Sudeten-Duitschers inneemt, kan het
geen verbazing wekken, dat Henlein naar
Londen getrokken is, om daar zijn zaak
te verdedigen. In Praag schijnt men zich
daar intusschen niet bijzonder ongerust
over te hebben gemaakt. -1 "et de gedachte
van een autonomie voer de verschillende
bevolk: groepen van Tsjecho-Sk üaje
heeft zich daar klaarblijkelijk, reeds
verzoend en men wee.,, dat ook Londen
geen oplossing v/enscht, d;e de integriteit
van den Tsjecbischen staat beïnvloedt.
Een van d.e moteilijkste punten blijft het
vraagstuk der buitenlandsche politiek va11
Praag. Henlein en Berlijn wenschen voor
den'nieuwen bondsstaat Xsjecho-Slowai
een soort „neutraliteilsstatuut", d.w.z., dat
Praag zijn bondgenootschappen met Frank
rijk en Rusland zou moeten opzeggen.
Misschien ware inderdaad de oplossing
van een neutraal Tsjecho-Slowaltije de
slechtste oplossing Riet. maar het blijft de
vraag of Praag onder de huidige omstan
digheden van zijn bondgenootschappen zal
willen afzien.
Veranderingen in de Engelsclie
regeering.
Ondanks een aanval van jicht heeft min.-
president Chamberlain in h._t begin van de
week het besluit genomen, zijn ministerie
te herzien. Lord Swinton, tegen wiens be
leid als minister van luchtvaart bezwaren
waren gerezen en die tevens het nadeel
had, geen zitting te hebben in het Lager
huis, zoodat hij zich daar ook niet kon
verdedigen, is afgetreden e /enals Ormsby
Gore, de minister van koloniën, die door
den dood van zijn vader lord Harlech is
geworden en derhalve naar het Hoogerhuis
is overgegaan. Lord Swinton is opgevolgd
door sir Kingsley Wood, van wien men
zegt, dat hij een uitstekend organisator is,
iets, waaraan het ministerie van lucht
vaart groote behoefte heeft. Lord Harlech
wordt vervangen door Malcolm Mac-
Donald, een der jongste, maar ook een
der bekwaamste ministers van het kabi
net, die onlangs nog op zoo uitstekende
wijze met Ierland onderhandeld heeft.
MacDonald en Kingsley Wood worden op
hun beurt opgevolgd door lord Stanley en
Ellïot. Over het algemeen wordt de ver
andering van het ministerie als een ver
sterking beschouwd.
Dc nieuwe regeering in België.
De nieuwe regeering Spaak is zoo juist
met haar programma voor de Kamér ge
treden. Het nieuwe Belgische kabinet zal
de democratie verdedigen, maar tevens
hervormen. De regeering moet een zekere
stabiliteit verwerven en het parlement een
betere werkmethode. De misbruiken in de
pers zullen worden tegengegaan. De vol
ledige gelijkheid der beide talen in België
zal worden verwezenlijkt. Hier zal ver
moedelijk wel weinig van komen. De fi-
nancieele toestand zal zoo spoedig mogelijk
worden opgehelderd. De economische poli
tiek zal in het teelten van werkverschaf
fing en uitbreiding van afzetmogelijk
heden staan. Zooals men ziet, het is een
kloek programma en wanneer Spaak, die
ongetwijfeld een kundig man is, er een
deel van zal verwezenlijken, kan België
met zijn nieuwe regeering tevreden zijn.
HERMANN GOERING STEEKT DE EERSTE SPADE IN DEN GROND.
i\a de feestelijkheden te Linz stak Generaal-Veldmaarschalk Goering in Schwechat,
ten zuiden van Weenen, en op den Kunigelberg de eerste spade in den grond v-oor
den bouw van kazernes van het luchtwapen.
Week van schrille tegenstellingen.
Vreugde om Prinses Beatrix, droef
heid door rampen. De luchtvaart
weer zwaar getroffen.
De achter ons liggende week was een
week van scherpe, zelfs schrijnende tegen
stellingen. Was eenerzijds ons volk vervuld
van vreugde over de welgeslaagde doop
plechtigheid van zijn jongste Oranjeprin
ses. een plechtigheid, die weer aanleiding
gaf tot een ondubbelzinnige manifestatie
van trouw en gehechtheid aan het Oranje
huis, tevens ook van genegenheid voor het
bevriende Vorstenhuis der Belgen, ander
zijds heerschten in meer dan een kring
diepe verslagenheid en rouw als gevolg
van verschillende rampen, die op deze
overigens zoo gelukkige week een zwarte
schaduw wierpen. Verschillende branden
in stad, bosch en heide, ten deele veroor
zaakt door de wel ongewoon lang aanhou
dende droogte van dit voorjaar, richtten
meer of minder belangrijke materieele
schade aan; menschenlevens vielen er ge
lukkig niet bij te. betreuren. Dit was helaas
wel het geval bij de rampen, welke deze
week de luchtvaart troffen. Eerst stortte
in de Wadden een Koolhoven-lesvliegtuig
neer, waarbij twee personen werden ge
wond, vervolgens werd de uitstekend ver-
loopende luchtbeschermingsoefening te
Groningen op tragische wijze verstoord
door het afglijden en neerstorten van een
tiëmonstratievliegtuig, welk ongeluk het
leven der beide inzittenden eischte, en
ten slotte, als om de droevige trits te vol
tooien, viel een Fokiter-watervliegtuig van
het vliegkamp De Mok in het Marsdiep,
hetgeen den inzittenden vlieger en meca
nicien wonder boven wonder slechts lichte
verwondingen toebracht. Merkwaardig is
wel, dat in deze zwarte week voor onze
luchtvaart ook in het buitenland, met name
"N
HET VERKEER EISCHT.
Volgens de officieele verkeers-
statistiek werden in het jaar 1937
in Engeland 226.402 personen door
verkeersongevallen gewond, terwijl
6633 personen om het leven kwa
men. Dit is het hoogste dooden-
cijfer, dat het verkeer in Engeland
tot nog toe heeft bereikt. Verge
leken bij de jaartotalen van 1936
j beteekent dit een stijging van 72
van het aantal dooden, en een
daling van het gewondencijfer met
1411. Als geheel is dus het aantal,
slachtoffers bij verkeersongevallen
afgenomen, hetgeen wordt toege
schreven aan de grootere veiligheid
cp den weg eenerzijds en aan het
strenger optreden van politie en
justitie tegen verkeerszondaars
anderzijds.
V
in Engeland tal van vliegtuigongelukken
voorvielen.
Rotterdam ip rouw.
Niet minder tragisch was hetgeen zich
te Rotterdam afspeelde. Kan men in de
luchtvaart, waaraan toch altijd nog een
groot percentage risico verbonden is,
eenigszins voorbereid zijn op ongevallen,
te Rotterdam speelde zich het drama af
den „veiligen" beganen grond en maakte
een steenen muur, die daar als eenig over
blijfsel van een afbraak reeds jaren ge
staan feid, op slag een einde aan het leven
van zeven niets kwaads vermoedende
menschen, terwijl bovendien nog acht an
dexen werden gewond. Of de gemeente,
door nalatigheid in het afbreken van den
muur, die reeds teekenen van verval ver
toonde, schuld draagt aan dezen tragi-
schen instortingsramp, zal nog nader moe
ten worden onderzocht.
De exploitatie van Nieuw-Guinea.
Bij de behandeling van de Indische be
grooting in de Tweede Kamer heeft minis
ter Weiter indertijd medegedeeld, dat met
Nederlandsch en Nederlandsch-Indisch
kapitaal een maatschappij zou worden op
gericht tot verdere exploratie en eventueel
exploitatie van Nieuw-Guinea. Nadien is
hierover weinig meer gehoord, doch thans
melden de Indische bladen, dat als direc
teur van deze maatschappij zal worden
benoemd mr. E. J. F. van Dunne, lands
advocaat te Batavia. Van andere zijde ver
klaart men daarentegen, dat de heer
Dunne geen directeur, doch hoofdver
tegen woordiger der maatschappij in Indië
zal worden, aangezien de directie in Ne
derland gevestigd zal zijn. Verschillende
groote ondernemingen, zooals Nederland-
sche Handel Maatschappij, en de scheep
vaartmaatschappijen Nederland, Rott. Lloyd
en K.P.M. zullen bij de Nieuw-Guinea-
maatschappij betrokken zijn. Wat de ex
ploitatieplannen der te stichten onder
neming betreft, deze zullen, naar verluidt,
in de eerste plaats op hout en katoen ge
richt zijn.
De eerste reis van de „Niéuw-
Amsterdam".
De „Nieuw-Amsterdam", het pronk
juweel van de Nederlandsche koopvaardij
vloot, volbracht deze week zijn eersten
overtocht over den Atlantischen Oceaan,
welke reis in alle opzichten een groot suc
ces is geworden. Het uiterlijk en de in
wendige aankleeding van het schip waren
reeds vóór het vertrek te beoordeelen
en te bewondereri geweest, doch met
deze eerste reis heeft het vlaggeschip van
de Holland-Amerika lijn bewezen, ook
technisch een meesterstuk te zijn, dat de
prestaties van zijn lijngenooten verre in
de schaduw stelt. Deze reis toch was een
overtuigend record, want terwijl men tot
nu toe voor den overtocht acht dagen
noodig had, speelde de „Nieuw-Amster-
dam" het in iets minder dan zes dagen
(5 dagen 23 uur en 45 minuten) klaar. De
gemiddelde snelheid bedroeg 21.7 knoopen,
terwijl op een gedeelte van de reis een
snelheid van 23 knoopen werd gemaakt.
De haringvisschers kunnen monsteren.
In het conflict in de haringvisscherij is
een nieuwe wending gekomen. De Reeders-
vereeniging besloot, aangezien haar geble
ken is, dat verder overleg niet de vakbon
den toch niet tot oplossing van de moei
lijkheden zal kunnen leiden, de loonrege
ling van 1937 met eenige nieuwe conces
sies aan te vullen en visschers in de ge
legenheid te stellen, op deze nieuwe voor
waarden te monsteren. De nieuwe conces
sies betreffen verlenging van het aantal
uren binnen liggen tusschen twee reizen en
vermeerdering van het aantal vrije uren.
Tevens werden de gages bij aanvoer van
versche haring en de boetloonen iets ver
beterd. De gelegenheid tot monsteren is
van Woensdag af opengesteld.
De Oslo-conventie niet verlengd.
Het resultaat van het overleg tusschen
de staten der Oslo-conventie van 6 tot 11
dezer in de Noorsche hoofdstad gepleegd,
is thans door de publicatie van een ver
klaring der betreffende regeeringsver-
tegenwoordigers officieel bekend gewor
den. Daaruit blijkt, dat de overeenkomst
van 1937 niet eens, zcoals aanvankelijk
verluidde, gedeeltelijk zal worden ver
lengd, doch dat zij in het geheel niet zal
worden vernieuwd, daar de ontwikkeling
van de wereldconjunctuur dit op het
oogenblik niet gewenscht maakt. Wel zal
er naar gestreefd worden, de economische
samenwerking tusschen Noccwegen, Zwe
den, Denemarken, Finland, België, Lu
xemburg en ons land te doen voortbestaan,
met dien verstande, dat deze landen den
invoer van elk hunner vroegere verdrags-
genooten „met de grootste welwillend
heid" zullen behandelen. !*±en ziet het: van
het zoo schoone Oslo-initiatief, dat de
wereld zou toonen, dat met vereende
krachten tusschen een aantal staten een
vrijer handelsverkeer wgl degelijk moge
lijk zou zijn, is niet veel overgebleven. De
handelsovereenkomst heeft plaats gemaakt
voor het vage begrip „welwillendheid" en
als eenige wel schrale troost rest ons'
de passage uit de officieele ver-klaring,
waarin gezegd wordt, dat de Oslo-staten
bereid zijn, „zoodra de economische om
standigheden dit zullen veroorloven, hun
collectieve besprekingen te hervatten met
het oog op een zekere vermindering der
handelsbelemmeringen".
Hongarije's nieuwe minister-president.
De president der Nationale Bank en minis
ter van Economische Zaken, Bela von
Imredy, die tot minister-president van
Hongarije werd benoemd.
EEN^REGEERmGSVOLMACHT.'
In ons hoofdartikel van de vorige week
hebben wij de aandacht gevestigd op de
noodzakelijkheid van de voorbereiding der
voedselvoorziening in tijd van oorlog. Het
stemt tot voldoening, dat in tusschen ge
bleken is, dat de regeering aan dit pro
bleem groote aandacht besteedt.
Daar er tegen het aanleggen van voor
raden door de regeering zelf bezwaren be-
laan, die reeds bij een vorige gelegenheid
door ons zijn uiteengezet en waarover alle
belanghebbenden het bovend-en eens schij
nt; te zijn, mag men verwachten, dat wij
zuilen kiijgen een verplichting voor den
betrokken handel en industrie tot l et aan
leggen van zekere voorraden met het oog
op ?s lands defensie. Het „Handelsblad"
wist daarover reeds eenige bijzonderheden
te melden. Naar verklaard wordt, zou de
regeering de bevoegdheid om handel en
industrie tot voorraadvorming te verplich
ten, willen ontleenen aan de Landbouw-
crisiswet. Daarmede zou echter een be
paalde regeeringsvolmacht wederom wel al
te ruim toegepasjt worden. De Landbouw-
crisiswet toch is ingesteld om aan den
noodlijdenden landbouw hulp te kunnen
bieden en staat dus in geenerlei verband
met een economische verdedigingsvoorbe
reiding. En al is nu deze economische ver
dedigingsvoorbereiding ook van den land
bouw, als uiterst belangrijk deel van ons
volk, van groot belang, toch kan moeilijk
worden beweerd, dat het parlement de
Landbouwcrisiswet indertijd heeft aange
nomen, opdat de regeering op grond daar
van maatregelen zou kunnen nemen ter
versterking van onze economische weer
baarheid. Wij bezitten een democratischen
staatsvorm en deze eischt nu eenmaal, dat
de regeering in overeenstemming met de
Staten-Generaal den wettelijken grond
slag voor de beoogde maatregelen had
vastgelegd. Daar dit niet gebeurd is, mag
men wel aannemen, dat het niet-officieele
bericht van het Handelsblad, volgens het
welk in plaats daarvan ór Landbouwcrisis-
wet zal worden gebruikt, waarheid bevat.
Inderdaad zijn door de crisisomstandig
heden vérstrekkende volmachten aan onze
regeering verleend om op economisch ge
bied handelend op te treden. Daarmede
heeft het parlement zichzelve voor be
paalde deelen vrijwillig uitgeschakeld en
tevens een blijk gegeven van zijn vertrou
wen in de regeering. Het aldus geschon
ken vertrouwen mag de regeering echter
niet beschamen door aan de verleende be
voegdheden een te ruime strekking te
geven. Wanneer zij dit doet, woAit immers
het verschil tusschen democratie en dic
tatuur wel zeer klein. En dat is iets, waar
bij de overgroote meerderheid van ons volk
zich niet neer zal kunnen leggen.
Tenslotte blijkt uit de berichten, omtrent
het voornemen van de regeering tot vor
ming van defensievoorraden, dat de kosten,
welke hiermede uit den aard van de zaak
gemoeid zijn, op indirecte wijze, n.1. via de
prijzen der levensmiddelen, zullen moeten
worden opgebracht. Hoewel dit systeem
zeer zeker zijn goede zijden heeft, is er toch
het groote bezwaar aan verbonden, dat
daardoor de minst draagkrachtigen naar
verhouding het meest zullen moeten bij
dragen om onze economische paraatheid te
verzorgen. Daar de regeering aan haar
plannen intusschen nog weinig bekendheid
'heeft gegeven en de verschillende onderdee-
len dus nog geenszins geheel vaststaan, wil
len wij op dit bezwaar nog niet nader ingaan.
anderzijds veelal minder blijvende betee
kenis hebben".
Zooals vanzelf spreekt zijn de gronden,
die hier „uit de golven zullen verrijzen",
aan nauwkeurig onderzoek onderworpen
aangaande hun kwaliteiten. Aan het be
langwekkende rapport van den directeur
van het Bodemlcundig Instituut te Gronin
gen, Dr. D. J. Hisselink, uitgebracht over
het bodemonderzoek ter plaatse, ontleenen
wij het volgende om eenigen indruk te
geven van de beteekenis van den in wor
ding zijnden NtO. Polder.
„De gronden van den toekomstigen
Noord Oostelijken Polder maken een zeer
gelijkmatigen indruk. Het is lang niet on
mogelijk, dat zij tot de homogeenste gron
den van Nederland zullen behooren: deze
gelijkmatigheid is een groot voordeel voor
de cultuur."
„De groote middelmoot van dezen pol
der, bijna 60 wordt gevormd door een
vrij gelijkmatig gebied van rond 28.000
ha van niet al te zware kleigronden, rijk
aan koolzure kalk en met voldoende
humus, phosphorzuur en kali, om een lan
gen tijd groote oogsten op te leveren. De
rest van den polder bestaat uit rond 10.000
ha lichte zavelgronden en rond 8.000 ha
goede zandige gronden, alle eveneens rijk
aan koolzure kalk."
Het bijgaande vergelijkingskaartje geeft
een duidelijk beeld van de oppervlakte
grond, welke gemoeid is met de droogleg
ging van dezen N.O. Polder. De risico's ver
bonden aan dit gedeelte van het werk zijn
heel wat geringer dan die welke verbonden
waren aan de drooglegging van de Wie-
ringermeer. Immers toen beschikte men
niet over de practisc..e ervaring van derge
lijke werken in open zee. Thans is die
ervaring er zooals vanzelf spreekt wel. De
oogen der wereld 'zijn op ons gericht, juist
vanwege dezen reuzenarbeid. Moge ook het
Nederlandsche volk, meer dan tot heden
het geval was, belangstelling toonen voor
de kranige prestaties van de Nederlandsche
ingenieurs.
FRANKRIJKS KOLONIALE VORSTEN.
De begrooting van het Fransche minis
terie van Koloniën bevat een jaarlijksche
post van 604.975 francs, welke aan de ont
troonde vorsten en koningen van het kolo
niale imperium als pensioen worden uit
betaald. Het bekendste geval is dat van
koningin Mohéli van Madagascar, die met
een Franschen gendarme getrouwd is en
kort geleden bij den president der Repu
bliek een verzoek tot verhooging van haar
pensioen van 10.000 francs indiende, waar
mee zij niet meer toekon. Toch krijgt zij
nog heel wat meer dan de meesten van
haar collega's. Zoo ontvangen bijvoorbeeld
de beide te Parijs wonende dochters van
Koning Pomare V van Tahiti elk slechts
8100 frs. per jaar. de koning van Fransch
Somaliland 8400 en de keizer van Guayana
zelfs maar 10.000 frs. Er zijn er echter ook
een paar, die beter bedacht werden. De
thans in Algiers resideerende koning
Wang-Lik van Indochina ontvangt de nog
altijd vorstelijke apanage van 200.000 frs.,
terwijl de keizer van Dahomé een jaar
geld van 45.000 frs. geniet. Bij de toeken
ning der pensioenen heeft overigens het
aanzien of de ouderdom van de dynastie
in het geheel geen rol gespeeld, doch uit
sluitend de politieke invloed der gewezen
vorsten. Vandaar ook, dat de stamhoofden,
zooals de negerkoningen van Kameroen en
Togo, geen «ou krijgen.
LEOPOLD, KONING DER
BELGEN.
Van officieele zijde is bekend ge
maakt, dat Koning Leopold van Bel
gië in October a.s. een officieel be
zoek zal brengen aan ons ldhd. Van
dit bericht heeft men in Nederland
met vreugde kennis genomen.
Koning Leopold heeft een moeilijke
taak. Hij is Koning van een land, dat
voor het grootste gedeelte door een
Nederlandsch sprekende bevolking
wordt bewoond, die echter in vele
opzichten ten achter gesteld wordt
bij de Walen. Dit treft de Vlamingen,
die feitelijk evenals de Groningers,
de Limburgers, de Brabanders, de
Friezen en de Hollanders zuiver
Nederlanders zijn, dikwijls bitter.
Zijn overleden gemalin Koningin
Astrid was zeer geliefd bij de Vla
mingen, omdat Zij de eerste Vorstin
was, die~Üen nood van het Nederland
sche gedeelte van België begreep.
Waar mogelijk sprak Zij Neder
landsch.
Na het overlijden van zijn gemalin
heeft Koning Leopold zich zoo moge
lijk met des te meer plichtsbetrach
ting en ijver aan het werk gezet, in
dienst van de beide volken, die
samen den staat België uitmaken.
Hij verliet het Slot Stuyvenberg,
waar hij enkele gelukkige huwelijks
jaren had mogen beleven en ver
huisde naar het Slot Laeken, waar
hij de zorgen om de opvoeding van
zijn drie kinderen, Josephine-Char-
lotte, Boude wijn en Albert in han
dden gaf van de Koningin-Moeder,
Boudewijn, de toekomstige kroon
drager van België, begeleidt, even
als zijn oudere .zusje, Josephine-
Charlotte, dikwijls zijn vader, wan
neer de vorst tegenwoordig is bij
plechtige gebeurtenissen. De lieftal
ligheid der kinderen zal hen, wan
neer zij wat ouder zijn, ongetwijfeld
een even groote populariteit ver
schaffen als die, welke hun vorste
lijke vader, Leopold III, thans geniet!
WAAR EEN VOLK BOUWT AAN
ZIJN TOEKOMST.
Nog te weinig leeft ons Nederlandsche
volk mee in het grootsche werk dat in het
vroegere Zuiderzeegebied door de inge
nieurs tot stand wordt gebracht
In April 1936 werd een aanvang ge
maakt met de voorbereiding van de uit
voering van den Noordoostelijken Polder.
Na goedkeuring door den Minister van
Waterstaat werd een, bestek opgemaakt en
aanbesteed, zoodat reeds in Mei het werk
begonnen kon worden. Dat eerste werk
DE OPPERVLAKTE »o N 0 POLDER
VERGELEKEN m GEDEELTE v Z-HOLIAND
-sNGRAV£N HA GE
■ROTTLRDAM]
FRIES-.
LAND
WO POLDER-
'OSS EL MEER—
T\Z$t ObU
AMSTfRDAM-
'JSSELMEER met N.0.P0LDER
bestond uit het graven van een werkhaven,
het inrichten van opslagterreinen en het
maken van een fundeeringsput met om-
ringdam.
Het strekt de regeering tot eer, dat zij
door haar streven naar bezuiniging en
aanpassing zich er niet toe heeft laten ver
leiden, dit grootsche, nationale werk stop
te zetten. Van juist inzicht gaf zij blijk,
toen zij bij monde van den minister van
Waterstaat in de Memorie van Antwoord
op de ontwerpbegrooting voor het Zuider-
zeefonds in 1936 verklaarde, dat „de uit
voering van een nationaal werk van zeer
bijzondere beteekenis, als de verdere
droogmaking van de Zuiderzee, ook met
het oog op de economische weerkracht van
ons land in een verderaf liggende toe
komst, te prefereeren is boven werken, die
weliswaar stuk voor stuk beter in hun
financieele gevolgen te overzien ziin. maar