POKÏKtl DE INTERNATIONALE TOESTAND DEZE WEEK DE WERELD IN KAART IN NEDERLAND VAN DE WEEK Tweo politieke gebeurteniseen vj^len dezer dagen samen de sluiting van de zitting van den Volkenbondsraad te Genève en de rede van Mussolini te Genua. De eerste verlokt tot een terug- blJc over heigeen in een week van hard werken tot stand werd gébracht, de tweede, uit politiek oogpunt veel belangrijker, omdat het de eerste rede van Mussolini v/as na het bezoek van Hitier aan Italië, is tegelijkertijd een samen vatting van de resultaten der Ita- haansche besprekingen over de aigeloopen weken en een aan wijzing voor den loop van zaken in de komende weken. Genève leverde een bijdrage aan de politiek van Chamberlain. Ondanks de moreele vernedering koos het, zooals ook te verwachten was, in de kwesties van Abessinië en Spanje de tegemoetkoming aan den nood van de praktische werke lijkheid boven het dienen van een ver heven, maar voorloopig nog niet te berei ken ideaal. Onder deze omstandigheden zal men te Londen en Parijs ook niet al te sterk meer onder den indruk gekomen zijn van Mussolini's rede te Genua. Daar uit toch sêirak de politiek, die op het oogenblik Europa beheerscht en waaraan Londen zich reeds aangepast heeft, terwijl ook in Parijs een streven in deze richting is waar te nemen. Wat de duce verklaarde, komt in het kort hierop neer: Geen terug keer naar Stresa, maar voorloopig de ge wapende vrede, gebaseerd op de ic'eol: sche frontverdediging. De voorde*- n, welke de spil nog aan Mussolini zu< ..in nen brengen, zijn nog geenszins uitgeput. Zij ook geven zoowel voor Rome ris voor Berlijn de eenige stevige baris. Duidelijk heeft Mussolini, sprekend over de i ogen- stellingen tusschen Frankrijk en Italië, zijn wil te kennen gegeven. Geen Fransch- Italiaansch accoord zal mogelijk zijn, voor dat Frankrijk meer dan tol dusver is ge naderd tot het Italiaansche standpunt, in zake Spanje. En Mussolini heeft, als de man, die op het( oogenblik het Europeesche evenwicht kan, handhaven of verbreken, de macht om iri dergelijke di#gen zijn wil door te zetten. Eh ongetwijfeld zal Musso lini in de toekomst nog verdere concessies van de zijde van Frankrijk en Engeland weten af te dwingen. Maar aan deze con cessies zijn grenzen gesteld en dat weet ook Mussolini, die een goed koopman is. Men mag hopen, dat er op het oogenblik, dat er voor. Italië niets meer te halen is, een nieuwe rust in Europa zal intreden. Helaas echter kan dit oogenblik nog lang op zich laten wachten. Want tenslotte heeft Mussolini er belang bij, dat een wantrouwend evenwicht tusschen Enge land en Frankrijk eenerzijds en Duitsch- land anderzijds behouden blijft, wijl dit den duce inderdaad tot den machtigsten man van Europa maakt. Henlein te Londen. Voor de bevrediging van Europa is een goede oplossing van het z.g. Sudetendiiit- sche vraagstuk een eerste vereischte. In Londen ziet men dat terdege in en der halve dringt men van ue stad uit bij Praag zooveel mogelijk op spoed aan. En daarbij laten de Britten het niet aan goede raadgevingen ontbreken. Gezien de sterke bemiddelende positie, die Engeland in het conflict tusschen Praag en de Sudeten-Duitschers inneemt, kan het geen verbazing wekken, dat Henlein naar Londen getrokken is, om daar zijn zaak te verdedigen. In Praag schijnt men zich daar intusschen niet bijzonder ongerust over te hebben gemaakt. -1 "et de gedachte van een autonomie voer de verschillende bevolk: groepen van Tsjecho-Sk üaje heeft zich daar klaarblijkelijk, reeds verzoend en men wee.,, dat ook Londen geen oplossing v/enscht, d;e de integriteit van den Tsjecbischen staat beïnvloedt. Een van d.e moteilijkste punten blijft het vraagstuk der buitenlandsche politiek va11 Praag. Henlein en Berlijn wenschen voor den'nieuwen bondsstaat Xsjecho-Slowai een soort „neutraliteilsstatuut", d.w.z., dat Praag zijn bondgenootschappen met Frank rijk en Rusland zou moeten opzeggen. Misschien ware inderdaad de oplossing van een neutraal Tsjecho-Slowaltije de slechtste oplossing Riet. maar het blijft de vraag of Praag onder de huidige omstan digheden van zijn bondgenootschappen zal willen afzien. Veranderingen in de Engelsclie regeering. Ondanks een aanval van jicht heeft min.- president Chamberlain in h._t begin van de week het besluit genomen, zijn ministerie te herzien. Lord Swinton, tegen wiens be leid als minister van luchtvaart bezwaren waren gerezen en die tevens het nadeel had, geen zitting te hebben in het Lager huis, zoodat hij zich daar ook niet kon verdedigen, is afgetreden e /enals Ormsby Gore, de minister van koloniën, die door den dood van zijn vader lord Harlech is geworden en derhalve naar het Hoogerhuis is overgegaan. Lord Swinton is opgevolgd door sir Kingsley Wood, van wien men zegt, dat hij een uitstekend organisator is, iets, waaraan het ministerie van lucht vaart groote behoefte heeft. Lord Harlech wordt vervangen door Malcolm Mac- Donald, een der jongste, maar ook een der bekwaamste ministers van het kabi net, die onlangs nog op zoo uitstekende wijze met Ierland onderhandeld heeft. MacDonald en Kingsley Wood worden op hun beurt opgevolgd door lord Stanley en Ellïot. Over het algemeen wordt de ver andering van het ministerie als een ver sterking beschouwd. Dc nieuwe regeering in België. De nieuwe regeering Spaak is zoo juist met haar programma voor de Kamér ge treden. Het nieuwe Belgische kabinet zal de democratie verdedigen, maar tevens hervormen. De regeering moet een zekere stabiliteit verwerven en het parlement een betere werkmethode. De misbruiken in de pers zullen worden tegengegaan. De vol ledige gelijkheid der beide talen in België zal worden verwezenlijkt. Hier zal ver moedelijk wel weinig van komen. De fi- nancieele toestand zal zoo spoedig mogelijk worden opgehelderd. De economische poli tiek zal in het teelten van werkverschaf fing en uitbreiding van afzetmogelijk heden staan. Zooals men ziet, het is een kloek programma en wanneer Spaak, die ongetwijfeld een kundig man is, er een deel van zal verwezenlijken, kan België met zijn nieuwe regeering tevreden zijn. HERMANN GOERING STEEKT DE EERSTE SPADE IN DEN GROND. i\a de feestelijkheden te Linz stak Generaal-Veldmaarschalk Goering in Schwechat, ten zuiden van Weenen, en op den Kunigelberg de eerste spade in den grond v-oor den bouw van kazernes van het luchtwapen. Week van schrille tegenstellingen. Vreugde om Prinses Beatrix, droef heid door rampen. De luchtvaart weer zwaar getroffen. De achter ons liggende week was een week van scherpe, zelfs schrijnende tegen stellingen. Was eenerzijds ons volk vervuld van vreugde over de welgeslaagde doop plechtigheid van zijn jongste Oranjeprin ses. een plechtigheid, die weer aanleiding gaf tot een ondubbelzinnige manifestatie van trouw en gehechtheid aan het Oranje huis, tevens ook van genegenheid voor het bevriende Vorstenhuis der Belgen, ander zijds heerschten in meer dan een kring diepe verslagenheid en rouw als gevolg van verschillende rampen, die op deze overigens zoo gelukkige week een zwarte schaduw wierpen. Verschillende branden in stad, bosch en heide, ten deele veroor zaakt door de wel ongewoon lang aanhou dende droogte van dit voorjaar, richtten meer of minder belangrijke materieele schade aan; menschenlevens vielen er ge lukkig niet bij te. betreuren. Dit was helaas wel het geval bij de rampen, welke deze week de luchtvaart troffen. Eerst stortte in de Wadden een Koolhoven-lesvliegtuig neer, waarbij twee personen werden ge wond, vervolgens werd de uitstekend ver- loopende luchtbeschermingsoefening te Groningen op tragische wijze verstoord door het afglijden en neerstorten van een tiëmonstratievliegtuig, welk ongeluk het leven der beide inzittenden eischte, en ten slotte, als om de droevige trits te vol tooien, viel een Fokiter-watervliegtuig van het vliegkamp De Mok in het Marsdiep, hetgeen den inzittenden vlieger en meca nicien wonder boven wonder slechts lichte verwondingen toebracht. Merkwaardig is wel, dat in deze zwarte week voor onze luchtvaart ook in het buitenland, met name "N HET VERKEER EISCHT. Volgens de officieele verkeers- statistiek werden in het jaar 1937 in Engeland 226.402 personen door verkeersongevallen gewond, terwijl 6633 personen om het leven kwa men. Dit is het hoogste dooden- cijfer, dat het verkeer in Engeland tot nog toe heeft bereikt. Verge leken bij de jaartotalen van 1936 j beteekent dit een stijging van 72 van het aantal dooden, en een daling van het gewondencijfer met 1411. Als geheel is dus het aantal, slachtoffers bij verkeersongevallen afgenomen, hetgeen wordt toege schreven aan de grootere veiligheid cp den weg eenerzijds en aan het strenger optreden van politie en justitie tegen verkeerszondaars anderzijds. V in Engeland tal van vliegtuigongelukken voorvielen. Rotterdam ip rouw. Niet minder tragisch was hetgeen zich te Rotterdam afspeelde. Kan men in de luchtvaart, waaraan toch altijd nog een groot percentage risico verbonden is, eenigszins voorbereid zijn op ongevallen, te Rotterdam speelde zich het drama af den „veiligen" beganen grond en maakte een steenen muur, die daar als eenig over blijfsel van een afbraak reeds jaren ge staan feid, op slag een einde aan het leven van zeven niets kwaads vermoedende menschen, terwijl bovendien nog acht an dexen werden gewond. Of de gemeente, door nalatigheid in het afbreken van den muur, die reeds teekenen van verval ver toonde, schuld draagt aan dezen tragi- schen instortingsramp, zal nog nader moe ten worden onderzocht. De exploitatie van Nieuw-Guinea. Bij de behandeling van de Indische be grooting in de Tweede Kamer heeft minis ter Weiter indertijd medegedeeld, dat met Nederlandsch en Nederlandsch-Indisch kapitaal een maatschappij zou worden op gericht tot verdere exploratie en eventueel exploitatie van Nieuw-Guinea. Nadien is hierover weinig meer gehoord, doch thans melden de Indische bladen, dat als direc teur van deze maatschappij zal worden benoemd mr. E. J. F. van Dunne, lands advocaat te Batavia. Van andere zijde ver klaart men daarentegen, dat de heer Dunne geen directeur, doch hoofdver tegen woordiger der maatschappij in Indië zal worden, aangezien de directie in Ne derland gevestigd zal zijn. Verschillende groote ondernemingen, zooals Nederland- sche Handel Maatschappij, en de scheep vaartmaatschappijen Nederland, Rott. Lloyd en K.P.M. zullen bij de Nieuw-Guinea- maatschappij betrokken zijn. Wat de ex ploitatieplannen der te stichten onder neming betreft, deze zullen, naar verluidt, in de eerste plaats op hout en katoen ge richt zijn. De eerste reis van de „Niéuw- Amsterdam". De „Nieuw-Amsterdam", het pronk juweel van de Nederlandsche koopvaardij vloot, volbracht deze week zijn eersten overtocht over den Atlantischen Oceaan, welke reis in alle opzichten een groot suc ces is geworden. Het uiterlijk en de in wendige aankleeding van het schip waren reeds vóór het vertrek te beoordeelen en te bewondereri geweest, doch met deze eerste reis heeft het vlaggeschip van de Holland-Amerika lijn bewezen, ook technisch een meesterstuk te zijn, dat de prestaties van zijn lijngenooten verre in de schaduw stelt. Deze reis toch was een overtuigend record, want terwijl men tot nu toe voor den overtocht acht dagen noodig had, speelde de „Nieuw-Amster- dam" het in iets minder dan zes dagen (5 dagen 23 uur en 45 minuten) klaar. De gemiddelde snelheid bedroeg 21.7 knoopen, terwijl op een gedeelte van de reis een snelheid van 23 knoopen werd gemaakt. De haringvisschers kunnen monsteren. In het conflict in de haringvisscherij is een nieuwe wending gekomen. De Reeders- vereeniging besloot, aangezien haar geble ken is, dat verder overleg niet de vakbon den toch niet tot oplossing van de moei lijkheden zal kunnen leiden, de loonrege ling van 1937 met eenige nieuwe conces sies aan te vullen en visschers in de ge legenheid te stellen, op deze nieuwe voor waarden te monsteren. De nieuwe conces sies betreffen verlenging van het aantal uren binnen liggen tusschen twee reizen en vermeerdering van het aantal vrije uren. Tevens werden de gages bij aanvoer van versche haring en de boetloonen iets ver beterd. De gelegenheid tot monsteren is van Woensdag af opengesteld. De Oslo-conventie niet verlengd. Het resultaat van het overleg tusschen de staten der Oslo-conventie van 6 tot 11 dezer in de Noorsche hoofdstad gepleegd, is thans door de publicatie van een ver klaring der betreffende regeeringsver- tegenwoordigers officieel bekend gewor den. Daaruit blijkt, dat de overeenkomst van 1937 niet eens, zcoals aanvankelijk verluidde, gedeeltelijk zal worden ver lengd, doch dat zij in het geheel niet zal worden vernieuwd, daar de ontwikkeling van de wereldconjunctuur dit op het oogenblik niet gewenscht maakt. Wel zal er naar gestreefd worden, de economische samenwerking tusschen Noccwegen, Zwe den, Denemarken, Finland, België, Lu xemburg en ons land te doen voortbestaan, met dien verstande, dat deze landen den invoer van elk hunner vroegere verdrags- genooten „met de grootste welwillend heid" zullen behandelen. !*±en ziet het: van het zoo schoone Oslo-initiatief, dat de wereld zou toonen, dat met vereende krachten tusschen een aantal staten een vrijer handelsverkeer wgl degelijk moge lijk zou zijn, is niet veel overgebleven. De handelsovereenkomst heeft plaats gemaakt voor het vage begrip „welwillendheid" en als eenige wel schrale troost rest ons' de passage uit de officieele ver-klaring, waarin gezegd wordt, dat de Oslo-staten bereid zijn, „zoodra de economische om standigheden dit zullen veroorloven, hun collectieve besprekingen te hervatten met het oog op een zekere vermindering der handelsbelemmeringen". Hongarije's nieuwe minister-president. De president der Nationale Bank en minis ter van Economische Zaken, Bela von Imredy, die tot minister-president van Hongarije werd benoemd. EEN^REGEERmGSVOLMACHT.' In ons hoofdartikel van de vorige week hebben wij de aandacht gevestigd op de noodzakelijkheid van de voorbereiding der voedselvoorziening in tijd van oorlog. Het stemt tot voldoening, dat in tusschen ge bleken is, dat de regeering aan dit pro bleem groote aandacht besteedt. Daar er tegen het aanleggen van voor raden door de regeering zelf bezwaren be- laan, die reeds bij een vorige gelegenheid door ons zijn uiteengezet en waarover alle belanghebbenden het bovend-en eens schij nt; te zijn, mag men verwachten, dat wij zuilen kiijgen een verplichting voor den betrokken handel en industrie tot l et aan leggen van zekere voorraden met het oog op ?s lands defensie. Het „Handelsblad" wist daarover reeds eenige bijzonderheden te melden. Naar verklaard wordt, zou de regeering de bevoegdheid om handel en industrie tot voorraadvorming te verplich ten, willen ontleenen aan de Landbouw- crisiswet. Daarmede zou echter een be paalde regeeringsvolmacht wederom wel al te ruim toegepasjt worden. De Landbouw- crisiswet toch is ingesteld om aan den noodlijdenden landbouw hulp te kunnen bieden en staat dus in geenerlei verband met een economische verdedigingsvoorbe reiding. En al is nu deze economische ver dedigingsvoorbereiding ook van den land bouw, als uiterst belangrijk deel van ons volk, van groot belang, toch kan moeilijk worden beweerd, dat het parlement de Landbouwcrisiswet indertijd heeft aange nomen, opdat de regeering op grond daar van maatregelen zou kunnen nemen ter versterking van onze economische weer baarheid. Wij bezitten een democratischen staatsvorm en deze eischt nu eenmaal, dat de regeering in overeenstemming met de Staten-Generaal den wettelijken grond slag voor de beoogde maatregelen had vastgelegd. Daar dit niet gebeurd is, mag men wel aannemen, dat het niet-officieele bericht van het Handelsblad, volgens het welk in plaats daarvan ór Landbouwcrisis- wet zal worden gebruikt, waarheid bevat. Inderdaad zijn door de crisisomstandig heden vérstrekkende volmachten aan onze regeering verleend om op economisch ge bied handelend op te treden. Daarmede heeft het parlement zichzelve voor be paalde deelen vrijwillig uitgeschakeld en tevens een blijk gegeven van zijn vertrou wen in de regeering. Het aldus geschon ken vertrouwen mag de regeering echter niet beschamen door aan de verleende be voegdheden een te ruime strekking te geven. Wanneer zij dit doet, woAit immers het verschil tusschen democratie en dic tatuur wel zeer klein. En dat is iets, waar bij de overgroote meerderheid van ons volk zich niet neer zal kunnen leggen. Tenslotte blijkt uit de berichten, omtrent het voornemen van de regeering tot vor ming van defensievoorraden, dat de kosten, welke hiermede uit den aard van de zaak gemoeid zijn, op indirecte wijze, n.1. via de prijzen der levensmiddelen, zullen moeten worden opgebracht. Hoewel dit systeem zeer zeker zijn goede zijden heeft, is er toch het groote bezwaar aan verbonden, dat daardoor de minst draagkrachtigen naar verhouding het meest zullen moeten bij dragen om onze economische paraatheid te verzorgen. Daar de regeering aan haar plannen intusschen nog weinig bekendheid 'heeft gegeven en de verschillende onderdee- len dus nog geenszins geheel vaststaan, wil len wij op dit bezwaar nog niet nader ingaan. anderzijds veelal minder blijvende betee kenis hebben". Zooals vanzelf spreekt zijn de gronden, die hier „uit de golven zullen verrijzen", aan nauwkeurig onderzoek onderworpen aangaande hun kwaliteiten. Aan het be langwekkende rapport van den directeur van het Bodemlcundig Instituut te Gronin gen, Dr. D. J. Hisselink, uitgebracht over het bodemonderzoek ter plaatse, ontleenen wij het volgende om eenigen indruk te geven van de beteekenis van den in wor ding zijnden NtO. Polder. „De gronden van den toekomstigen Noord Oostelijken Polder maken een zeer gelijkmatigen indruk. Het is lang niet on mogelijk, dat zij tot de homogeenste gron den van Nederland zullen behooren: deze gelijkmatigheid is een groot voordeel voor de cultuur." „De groote middelmoot van dezen pol der, bijna 60 wordt gevormd door een vrij gelijkmatig gebied van rond 28.000 ha van niet al te zware kleigronden, rijk aan koolzure kalk en met voldoende humus, phosphorzuur en kali, om een lan gen tijd groote oogsten op te leveren. De rest van den polder bestaat uit rond 10.000 ha lichte zavelgronden en rond 8.000 ha goede zandige gronden, alle eveneens rijk aan koolzure kalk." Het bijgaande vergelijkingskaartje geeft een duidelijk beeld van de oppervlakte grond, welke gemoeid is met de droogleg ging van dezen N.O. Polder. De risico's ver bonden aan dit gedeelte van het werk zijn heel wat geringer dan die welke verbonden waren aan de drooglegging van de Wie- ringermeer. Immers toen beschikte men niet over de practisc..e ervaring van derge lijke werken in open zee. Thans is die ervaring er zooals vanzelf spreekt wel. De oogen der wereld 'zijn op ons gericht, juist vanwege dezen reuzenarbeid. Moge ook het Nederlandsche volk, meer dan tot heden het geval was, belangstelling toonen voor de kranige prestaties van de Nederlandsche ingenieurs. FRANKRIJKS KOLONIALE VORSTEN. De begrooting van het Fransche minis terie van Koloniën bevat een jaarlijksche post van 604.975 francs, welke aan de ont troonde vorsten en koningen van het kolo niale imperium als pensioen worden uit betaald. Het bekendste geval is dat van koningin Mohéli van Madagascar, die met een Franschen gendarme getrouwd is en kort geleden bij den president der Repu bliek een verzoek tot verhooging van haar pensioen van 10.000 francs indiende, waar mee zij niet meer toekon. Toch krijgt zij nog heel wat meer dan de meesten van haar collega's. Zoo ontvangen bijvoorbeeld de beide te Parijs wonende dochters van Koning Pomare V van Tahiti elk slechts 8100 frs. per jaar. de koning van Fransch Somaliland 8400 en de keizer van Guayana zelfs maar 10.000 frs. Er zijn er echter ook een paar, die beter bedacht werden. De thans in Algiers resideerende koning Wang-Lik van Indochina ontvangt de nog altijd vorstelijke apanage van 200.000 frs., terwijl de keizer van Dahomé een jaar geld van 45.000 frs. geniet. Bij de toeken ning der pensioenen heeft overigens het aanzien of de ouderdom van de dynastie in het geheel geen rol gespeeld, doch uit sluitend de politieke invloed der gewezen vorsten. Vandaar ook, dat de stamhoofden, zooals de negerkoningen van Kameroen en Togo, geen «ou krijgen. LEOPOLD, KONING DER BELGEN. Van officieele zijde is bekend ge maakt, dat Koning Leopold van Bel gië in October a.s. een officieel be zoek zal brengen aan ons ldhd. Van dit bericht heeft men in Nederland met vreugde kennis genomen. Koning Leopold heeft een moeilijke taak. Hij is Koning van een land, dat voor het grootste gedeelte door een Nederlandsch sprekende bevolking wordt bewoond, die echter in vele opzichten ten achter gesteld wordt bij de Walen. Dit treft de Vlamingen, die feitelijk evenals de Groningers, de Limburgers, de Brabanders, de Friezen en de Hollanders zuiver Nederlanders zijn, dikwijls bitter. Zijn overleden gemalin Koningin Astrid was zeer geliefd bij de Vla mingen, omdat Zij de eerste Vorstin was, die~Üen nood van het Nederland sche gedeelte van België begreep. Waar mogelijk sprak Zij Neder landsch. Na het overlijden van zijn gemalin heeft Koning Leopold zich zoo moge lijk met des te meer plichtsbetrach ting en ijver aan het werk gezet, in dienst van de beide volken, die samen den staat België uitmaken. Hij verliet het Slot Stuyvenberg, waar hij enkele gelukkige huwelijks jaren had mogen beleven en ver huisde naar het Slot Laeken, waar hij de zorgen om de opvoeding van zijn drie kinderen, Josephine-Char- lotte, Boude wijn en Albert in han dden gaf van de Koningin-Moeder, Boudewijn, de toekomstige kroon drager van België, begeleidt, even als zijn oudere .zusje, Josephine- Charlotte, dikwijls zijn vader, wan neer de vorst tegenwoordig is bij plechtige gebeurtenissen. De lieftal ligheid der kinderen zal hen, wan neer zij wat ouder zijn, ongetwijfeld een even groote populariteit ver schaffen als die, welke hun vorste lijke vader, Leopold III, thans geniet! WAAR EEN VOLK BOUWT AAN ZIJN TOEKOMST. Nog te weinig leeft ons Nederlandsche volk mee in het grootsche werk dat in het vroegere Zuiderzeegebied door de inge nieurs tot stand wordt gebracht In April 1936 werd een aanvang ge maakt met de voorbereiding van de uit voering van den Noordoostelijken Polder. Na goedkeuring door den Minister van Waterstaat werd een, bestek opgemaakt en aanbesteed, zoodat reeds in Mei het werk begonnen kon worden. Dat eerste werk DE OPPERVLAKTE »o N 0 POLDER VERGELEKEN m GEDEELTE v Z-HOLIAND -sNGRAV£N HA GE ■ROTTLRDAM] FRIES-. LAND WO POLDER- 'OSS EL MEER— T\Z$t ObU AMSTfRDAM- 'JSSELMEER met N.0.P0LDER bestond uit het graven van een werkhaven, het inrichten van opslagterreinen en het maken van een fundeeringsput met om- ringdam. Het strekt de regeering tot eer, dat zij door haar streven naar bezuiniging en aanpassing zich er niet toe heeft laten ver leiden, dit grootsche, nationale werk stop te zetten. Van juist inzicht gaf zij blijk, toen zij bij monde van den minister van Waterstaat in de Memorie van Antwoord op de ontwerpbegrooting voor het Zuider- zeefonds in 1936 verklaarde, dat „de uit voering van een nationaal werk van zeer bijzondere beteekenis, als de verdere droogmaking van de Zuiderzee, ook met het oog op de economische weerkracht van ons land in een verderaf liggende toe komst, te prefereeren is boven werken, die weliswaar stuk voor stuk beter in hun financieele gevolgen te overzien ziin. maar

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1938 | | pagina 4