PORTRET DE INTERNATIONALE TOESTAND DEZE WEEK IN NEDERLAND VAN DE WEEK Oorlogsgeruchten waren in de afgeloopen week niet van de lucht. Verschillende berichten, die in de Fransche en Engelsche pers gepubliceerd zijn over mili taire maatregelen, die op het oogenblik in Duitschland geno men worden, zijn daar de oorzaak van. Sommigen beweren nu zells met stelligheid, dat Duitschland nog deze maand of ten laatste in September tot den aanval op Tsjecho-Slowakije zou overgaan. Wij moeten eerlijk bekennen niet zoo goed ingelicht te zijn en ons over deze oor logsgeruchten ook niet zoo bar ongerust te maken. Dat men thans in alle landen rekening houdt met de mogelijkheid van een grooten oorlog is een feit en dat ook Duitschland onder die omstandigheden maatregelen neemt, is zeker niet bijzonder verontrustend. Dat doet men immers in de andere landen ook. Daar komt nog bij, dat bepaalde geruchten over de Duitsche mili taire maatregelen stammen van „drie sociaal-democraten uit Oost-Duitschiand via Praag", zooals b.v. de „Manchester Guardian" zelf mededeelt. Het „document" is daarna door Havas als „Engelsche" in formatie aan de burgerlijke pers doorge geven, wat natuurlijk geenszins juist is. Het is immers zeer waarschijnlijk, dat het ding te Praag of in een ander emigranten centrum gemaakt is. Anderzijds is het waar, dat ook het D.N.B. berichten over uitbreiding van entrepötruimte geeft, zulks in verband „met den recordoogst van het jaar". De oogst is dit keer inderdaad goed, maar is hij inderdaad zoo groot, dat er nu plotse ling ruimte te kort is? In het buitenland meent men nu, dat deze uitbreiding een militair karakter heeft. De vraag is thans denkt men in Duitsch land werkelijk aan een offensieven oorlog? Wij kunnen het niet weten. Maar wel weten wij, dat er voor iederen verstan- digen Duitscher vele goede redenen zijn om geen oorlog te wenschen. Van natio- naal-socialistische zijde in Duitschland wordt er trouwens telkens op gewezen, dat het uitlokken van een oorlog in strijd zou zijn met de politiek der rassenverbete- ring. Van veel meer belang lijkt ons in- tusschen de houding van Berlijn inzake het Russisch-Japansche conflict. Duitsch land en Italië schijnen te Tokio werkelijk op matiging te hebben aangedrongen. Als men binnenkort een Europeeschen oorlog zou wenschen te ontketenen, zou men in Tokio wel anders opgetreden zijn, want zooals de zaken in het Verre Oosten thans staan, houdt Rusland immers de handen in Europa vrij, wat een Berlijn en Rome mei booze bedoelingen geenszins naar den zin zou kunnen zijn. Zondagochtend in New-York genomen, Zondagmiddag al per „Condor" in Berlijn de directeur van de New-Yorksche vlieghaven, McKenzie, begroet voor de micro- phoon van de Amerikaansche radio de bemanning van de „Condor". Wij blijven dan ook gelooven, dat vele militaire maatregelen slechts genomen worden, om daaruit diplomatiek zooveel mogelijk munt te slaan en dat in geen der Europeesche hoofdsteden ernstig aan een offensieven oorlog wordt gedacht. Wapenstilstand bij Tsjang Koefeng. Aan de Russisch-Koreaansche grens zwijgen thans de wapens, dit als gevolg van de overeenkomst tusschen Litwinow en Sjigemitsoe. De grondslag van dezen wapenstilstand is, dat de troepen de posi ties zullen blijven innemen, waar zij zich op 10 Augustus, 12 uur plaatselijken tijd bevonden. Het grensgeschil zal nu worden onderzocht door een commissie bestaande uit twee Russen, een Japanner en een Mantsjoe. In verschillende hoofdsteden is men oye- rigens nog geenszins gerust gesteld. En dit niet ten onrechte. Zoolang het werk van de commissie voor de wederafbake- ning der grenzen zonder eenigen vasten grondslag is, alsmede de commissie zelf zonder eenig onpartijdig lid, zweeft deze geheel in de ruimte en zijn nog allerlei complicaties te verwachten. Men doet dan ook goed, niet te hard te juichen; eenige reserve is zeker niet misplaatst. De strijd in China. Voor de Chineezen is de voorloopige overeenstemming tusschen Rusland en Japan ongetwijfeld een tegenslag. Een eventueele Russisch-Japansche oorlog toch had aan China zeker ontlasting kunnen brengen. Maar de troepen van Tsjiang Kai-sjek laten zich door de jongste ont wikkeling aan de grenzen van Siberië, Mantsjoekwo en Korea niet ontmoedigen. Taai vechten zij aan de Jangtse door en het ziet er geenszins naar uit, dat de Ja panners nog deze maand, zooals in hun bedoeling lag, Hankau, de Chineesche oor logshoofdstad, zullen bereiken. Vlieger-generaals bezoeken Berlijn. Italo Balbo, de Italiaansche luchtmaar- schalk heeft dezer dagen een bezoek aan Berlijn gebracht, waarover in de inter nationale pers nogal wat te doen is ge weest. Intusschen weet niemand, wat de Italiaan in de Duitsche hoofdstad met Goering besproken heeft en het heeft ook geen nut, daarnaar te raden. Nieuwsgieri gen kunnen overigens gerust zijn, want madame Tabouis heeft in de „Oeuvre" aangekondigd, dat zij er wel achter zal komen. Maar de vraag is, of haar lezing dan de juiste zal zijn, want ook de Rus sische diplomatieke dienst kan zich wel eens vergissen. Overigens bezoekt ook de Fransche vlieger-generaal Vuillemin Duitschland. Groote beteekenis behoeft men echter aan dit bezoek niet toe te kennen. Het Tsjechische vraagstuk. Lord Runciman is te Praag op het oogenblik hard aan het werk. Hij confe reert met vele lieden, maar over het resul taat van deze besprekingen wordt zoogoed als niets bekend gemaakt. En dat is ten slotte ook zeer juist, want zoo'n delicate zending als aan Runciman is opgedragen kan geen publiciteit verdragen. Intusschen wacht Europa met spanning, hoe de toe stand zich tenslotte in Tjsecho-Siowakije zal ontwikkelen, want daarvan zal voor een groot deel afhangen, of Europa de toe komst al dan piet met optimisme tegemoet zal kunnen zien. Noodweer over Nederland. Het mooie weer, waarnaar wij dezen zomer zoo lang reikhalzend hebben uitge zien en dat, juist toen wij er al nauwelijks meer op durfden te rekenen, onverwachts met stralenden overdaad van zon en warmte inzette, moet wel duur betaald worden dit jaar. Het gaat gepaard met een schier eindelooze reeks onweders, die ach tereenvolgens vrijwel alle deelen van ons land hebben bezocht. Ook in de afgeloopen week hadden vele streken het weer hard te verantwoorden. Tot driemaal toe werd het Brabantsche Maaskantgebied door hevige onweders bezoöht, waarbij op tal van plaatsen brand ontstond en door den tegelijkertijd optredenden hagel groote schade aan de te velde staande gewassen werd toegebracht. Ook in Friesland en in den Achterhoek werden enkele boerderijen door het hemelvuur getroffen en brandden tot den grond af. Ernstige schade werd ook aangericht te Zevenhuizen en te Hin- deloopen, welke beide plaatsen door een hevigen hagelslag werden geteisterd, die den nog niet binnengehaalden oogst geheel vernielde en ware verwoestingen aan richtte in de bebouwde kommen. Vooral te Hindeloopen heeft de slaghagel, die ge paard ging met een ware waterhoos danig huisgehouden en letterlijk alle op het Oos ten gelegen ruiten ingeslagen. Een wonder mag het nog heeten, dat van dit noodweer geen menschen het slachtoffer zijn gewor den. Eenige malen heeft ook het spoorweg verkeer vertraging ondervonden door het geweld van de elementen. Zoo werd op de N, NIEUWE GLASTECHNIEKEN. De techniek der glasbewerking heeft in onzen tijd niet alleen de oude bekende procédé's van blazen, slij pen en etsen tot den hoogsten trap van volmaaktheid gebracht, doch nieuwe bewerkingen zijn er in de laaste jaren aan toegevoegd. De „harde metalen", die wij tegenwoor dig kennen, maken het mogelijk, glas te draaien, te boren, te schaven en te freezen. Zelfs kan glas tegen woordig met behulp van een spe ciaal instrument, dat er uitziet als de slijpschijf van den tandarts, als hout besneden worden. Te Stuttgart bestaat voor deze nieuwste kunst nijverheidstechniek een speciale school, welke onder leiding staat van prof. W. V. Eiff. Er zijn met dit artistieke glassnijwerk reeds zeer fraaie resultaten verkregen. Ook het versmelten van glas met porselein, wat langen tijd een zeer bezwaarlijk probleem was, levert thans geen moeilijkheden meer op. En aan al deze uitvindingen en nieuwe technieken tezamen is het te danken, dat in onze dagen de oude werkstof glas zich zulke nieuwe, tot voor kort nog onvermoede mogelijk heden heeft veroverd. lijn Utrecht's-Hertogenbosch de stroom draad van de electrische leiding vernield dbor een neervallende heistelling, welke door den bliksem was getroffen met het gevolg, dat op dit traject Dieselmateriaal moest worden ingezet. Huize „Schoonoord" geopend. Een zeer belangrijkè cultureele en sociale instelling, de stichting „Nationaal Cen trum", opende Vrijdagmorgen haar zetel op de fraaie buitenplaats „Schoonoord" aan den Driebergschen weg te Zeist. Deze stichting beoogt, de nationale gedachte in ons volk aan te kweeken, teneinde de natie innerlijk sterk en bestand te maken tegen de vele schadelijke invloeden, welke tegen woordig van buitenaf op ons volk inwer ken. Organisaties die in dezen zin reeds werkzaam zijn, zullen door de Stichting worden gesteund en tot samenwerking worden gebracht. Dit werk zal gecombi neerd worden met het verleenen van daad werkelijken steun aan jonge en oudere werkloozen. De practische uitvoering van een en ander heeft men zich als volgt ge dacht. In verschillende deelen van het land zullen oude, leegstaande kasteelen, daartoe door de eigenaars beschikbaar gesteld, zooveel mogelijk door werkloozen worden opgeknapt en ingericht tot steunpunt voor de stichting. In deze steunpunten, waar van er voorloopig drie beschikbaar zijn, namelijk, slot Hardenbroek, kasteel Rens- woude en kasteel Nijenhuis, maar die op den duur over het geheele land zullen worden ingericht, zullen voordrachten en aanschouwelijk onderwijs worden gegeven op het gebied van luchtvaart, defensie, enz. voor scholen, jeugdorganisaties, af dee lingen van het leger, reisgezelschappen en allen, die de Stichting verder met haar opvoedend werk maar kan bereiken. Op deze wijze hoopt men het besef, welk een kostbaar goed wij bezitten in onzen staatsvorm en ons Vorstenhuis, in ruimen kring te versterken of wakker te maken, hetgeen de kracht van onze natie als ge heel in dezen woeligen en veelbewogen tijd ongetwijfeld ten goede zal komen. Het streven der Stichting heeft begrijpelijker wijs de volle belangstelling en medewer king van het Koninklijk Huis en de regee ring, waarvan reeds bij de opening ge tuigde de aanwezigheid van Z.K.H. Prins Bernhard en Z.Exc. Minister Romme. Incident in de Spaansche wateren. Van tijd tot tijd blijkt het kruisen van Nederlandsche oorlogsbodems in de Spaan sche wateren ter beveiliging van onze han delsschepen wel degelijk reden van be staan te hebben. Het oorlogsschip, dat er thans voor dit doel dienst doet, de „Johan Maurits van Nassau", heeft in de afgeloo pen week hulp kunnen verleenen aan een Nederlandsch vrachtschip, dat door een gewapende Spaansdie treiler werd aange houden. Door de tusschenkomst van de „Johan Maurits van Nassau" zag het schip van Franco van verdere bemoeiingen af en kon het Nederlandsche schip ongestoord zijn weg vervolgen. Geruchten gingen, dat ook een Britsch vrachtschip zou zijn be schermd, doch deze werden, nadat het Departement van Defensie dienaangaande om inlichtingen had getelegrafeerd, van officieele zijde tegengesproken. Pessimisme rondom de „Karimata". Optimisme kan snel in zijn tegendeel verkeeren. Dat heeft het moeizame werk op de Terschellinger gronden deze week weer geleerd. Was men enkele lagen ge leden nog zeer hoopvol gestemd, daar men er van overtuigd was zich boven de goede plek te bevinden, thans, nu deze plek vol komen is afgebaggerd en niets heeft opge leverd, is de stemming danig gezakt op Terschelling en geeft men er de „Kari- mata" bitter weinig kans meer, ooit iets anders dan zand en schelpen naar boven te brengen. De leiding echter laat den moed niet zoo gauw zinken en heeft al weer een nieuw plan de campagne ontwor pen: de molen 75 m. terughalen in Zuide lijke en Zuidwestelijke richting, omdat de mogelijkheid bestaat, dat het zwaardere achterschip, waar zich de goudstaven be vonden, onmiddellijk is gezonken en de rest van het schip, dat licht was, verder is afgedreven in de richting van Terschel ling. Een nieuwe baggertaak staat de „Karimata" dus te wachten. Of het meer resultaat zal opleveren KOUSEN IN TWAALF KLEUREN. De Engelsche firma's, die de zijden kou sen voor de Engelsche vrouw verven en de Engelsche vrouw geeft jaarlijks on geveer 30 millioen pond sterling (ca. 270 millioen gulden) aan zijden kousen uit hebben besloten, in het vervolg slechts een kleurengamma van 12 tinten per jaar te leveren. De veeleischende dames, die hier uit nog geen keus kunnen maken, kunnen evenals vroeger de tint die zij wenschen, geleverd krijgen, maar zij zullen er stevig voor moeten betalen. In den kousenhandel is men met dit besluit van de ververijen bijzonder ingenomen. Deze plioto is genomen bij de groote oefe ningen van de Fransche Apendivisies de Chef van den Generalen Staf, Generaal Gaznelin, bekijkt de St. Bernhards van de Fransche Alpenjagers. FINLAND NEEMT MAATREGELEN. Veel zal er in Finland nog geregeld, ge organiseerd en uitgebreid moeten worden, om het land gereed te maken voor de ont vangst van de Olympische gasten. Zoo is er o.a. ook voor de spoorwegen nog heel wat te doen. Reeds is een commissie inge steld die heeft te onderzoeken, welke eischen de Olympische Spelen aan het spoorwegverkeer van het land zullen stel len. Deze heeft al medegedeeld, dat de be staande inventaris ontoereikend is, om de te verwachten drukte het hoofd te kunnen bieden. Vooral op de lijn Helsinki-Toerkoe zal het verkeer sterk toenemen, zoodat nieuwe locomotieven en wagons zullen moeten worden aangeschaft. REPUBLIKEIN SCH OFFENSIEF BIJ BALAGUER. De nieuwe republikeinsche actie bij Balaguer, waar de republikeinen over de Segre zijn getroken, heeft waarschijnlijk ten doel om ten Zuiden van Balaguer om deze stad heen te trekken en de nationalis ten te dwingen hun versterkte stellingen aan den rechteroever der rivier, die de be scherming vormen van het bruggehoofd van Balaguer, op te geven. Republikeinsche stoottroepen zijn erin geslaagd den straat weg van Balaguer naar Lerida af te snij den en trekken nu in Noordelijke richting op naar Menarguens, ongeveer zes km. ten Zuidwesten van Balaguer. Kleine artillerie- immuita Waarecoaatu IfltLLA ONSËCH DUWt%, BALAGUER CERVER^O* duels hebben er plaats gehad, maar in hoofdzaak is er in dezen sector met machinegeweren gevochten. De activiteit der luchtmacht was gering en wat er werd verricht geschiedde in hoofdzaak door re publikeinsche vliegtuigen, die hier in groo- ter aantal aanwezig zijn dan die derrecht- schen. Wel hebben de rechtschen Villa nova, het uitgangspunt van het republi keinsche offensief, gebombardeerd. VOLKSCOMMISSARIS MAXIM LITWINOW. In verband met den wapenstil stand, gesloten tusschen Rusland en Japan, wordt de algemeene aandacht weer eens gevestigd op den Russi- schen volkscommissaris Litwinow. Deze Rus is geen kind van het prole tariaat. Zijn ouders te Blialestok wa ren Joodsche kooplieden. Zij zonden hun zoon naar een universiteit, waar zich in hem de revolutionnaire geest ontwikkelde. Toen hij 22 jaar was sloot hij zich aan bij de illegale sociaal-democratische partij, hetgeen zijn ongeluk werd, want snel volg den op elkaar: in hechtenisneming, vlucht, gevangenis, opnieuw vlucht, emigratie en geheime achtervolging van eenigen zijner politieke vijanden. In 1903 keerde Litwinow naar Rus land terug, nadat hij zich bij de splitsing der sociaal-democratie bij den bolsjewistischen vleugel had aangesloten. Drie jaar werkte hij in Rusland en nam deel aan de voor bereidingen van de revolutie van 1905. Na de mislukking hiervan vluchtte hij weer naar het buiten land. In dien tijd dook Litwinow overal op: in Londen en Berlijn, zoowel als in Warschau en Zürich. Litwinow reisde onder den naam Papasja. In Londen was het centraal bureau zijner partij gevestigd. Lenin had hem meermalen met een vertrouwenspost naar Lon den gezonden, waar hij op zekeren dag in hechtenis werd genomen. Weer gelukte het hem te vluchten, thans regelrecht naar Moskou. Hier werd hij benoemd tot volkscommissaris van buitenlandsche zaken. In deze functie volgde Litwinow den thans gestorven Tsjitsjerin op. De toetreding van Sovjet-Rusland in den Geneefschen Volkenbond was voor Litwinow het grootste succes, dat hij ooit gedurende zijn politieke VLAMINGEN TREKKEN OP NAAR DIKSMUIDE. Op 21 Augustus begeven de Vlamingen zich weer ter Ijzerbedevaart, naar het stadje Diksmuide, waar zich de vijftig meter hooge „Toren van Heldenhulde" be vindt. Ook dit jaar zullen talloozen, uit alle deelen van het Vlaamsche land, aan deze bedevaart deelnemen. Er is één dag in het jaar, dat in het strijdende Vlaanderen de klaroenen van den aanval zwijgen en al de Vlamingen, uit hun partijverband tredend, elkaar vin den in spontane eensgezindheid. Dat is op den dag van de plechtige Ijzerbedevaart, wanneer duizenden menschen tezamen komen om aan de boorden van de IJzer, aan den voet van het machtige, imposante monument van „Heldenhulde" te gedenken de tienduizenden Vlamingen, de broeders, die in den wereldoorlog het leven lieten. De Ijzerbedevaart der Vlamingen is een jaarlijks terugkeerende betooging van zuivere Vlaamsch-gezindheid, een demon stratie tegen een eenzijdig Fransch-ge- oriënteerde politiek. Dat de Vlamingen in den wereldoorlog moesten en wilden strijden, is op zichzelf al een hulde waard, indien men weet hoe zij hebben gevochten, doch dat de Vlamin gen hebben gestreden voor niets en moes ten sterven voor vreemde meesters, dat weten droeg niet weinig bij tot de ellende en het verdriet van den oprechten Vlaamsch-gezinden mensch. Toen in 1914 de Duitschers België bin nenrukten, gordden ook de Vlamingen het zwaard omplechtige beloften van ge lijkheid in feite en in rechten met de Walen, later, na den oorlog, deden hen tot den Godsvrede besluiten. Doch spoedig bleek, hoe vreeselijk hun vergissing is ge weest. Om hun Nederlandsche bewustzijn moesten de getrouwen vernedering en spot ondervinden; Nederlandsch-onkundige en Nederlandsch-vijandige officieren voerden hen aan. Later is gebleken, dat de legerlei ding, die anti-Vlaamsch was, de aan haar toevertrouwde troepen zoodanig plaatste, dat er op ieder honderdtal dooden en ge wonden 84 Vlamingen te betreuren waren! Vlaamsche priesters en intellectueelen werden om de nietigste redenen vervolgd en naar Cézembre of de Ornebosschen ver bannen, het dragen van Vlaamsche insignes was reeds voldoende voor de toepassing der strengste straffen. En toen een gene raal Bernheim, een Mahieu, hun vijandig heid openlijk en op onbeschaamde wijze lieten blijken, toen de koning niet anders wist te troosten dan door den Vlamingen toe te voegen: „zwijgt en vecht", toen groeide het bewustzijn van de daad. In het bezette België vormde zich het activisme, aan het front verzamelden de Vlaamsche voormannen hun stamgenooten in de Vlaamsche frontpartij. Zij kwamen op voor Nederlandsche taal en rechten en velen dezer voormannen hebben door hun prach tig voorbeeld duizenden Vlaamsche jongens weer gaaf aan Vlaanderen teruggegeven, toen de ooi-log ten einde was. Er is geen nieuws onder de zon. Weer stroomt het levende, Dietschbe- wuste Vlaanderen onder het IJzerkruis samen, ten negentienden male nu, en weer dienen de Vlamingen in het aanschijn hun ner dooden te erkennen, dat België politieke amnestie verknoeit, militaire amnestie weigert, bestuurlijke amnestie doet afwijzen door den hoogsten gezagdrager; België taalwetten niet naleeft, de me*- laatschheid der tweetaligheid voortplanl en de Vlamingen met schoone beloften in slaap tracht te wiegen; België een buitenlandsche politiek voert, die louter schijn is, daar de militaire oriën teering eenzijdig pro-Fransch blijft. Een nieuw geslacht is aangetreden, sinds een koning eens gelijkheid beloofde en die belofte historisch werd; twee decennia lang heeft men beloften en nog eens be loften ter verzoening van Vlaanderens bloedoffer gedaan. Doch elke belofte bleel een belofte; weer kunnen de Vlamingen, onze stamgenooten, hun dooden niet op zoeken zonder verbittering in het hart om het bedrog, aan hun dood begaan, om de werkelijkheid, die een aanfluiting is van het oorlogsdeuntje: een vrij Vlaanderen in een vrij België. Maar dit zal niet zoo blijven. Het trot*- sche Vlaanderenland is wakker geschud. Duizenden jonge menschen, Nederlandsch- gezinden, hebben hun bloed vergoten. Maar de oorlog in Vlaanderen is niet voor niets geweest. Vlaanderen heeft eruit geleerd. Het heeft zich opgericht en tot de geheele wereld gezegd: Dat niet weer De jaarlijks terugkeerende betoogingen aan den voet van het IJzermonument zijn hier het duidelijkste bewijs van. Elk jaar wordt deze Nederlandsche demonstratie tegen het verfranschte België omvangrijke»- en krachtiger. VOLK VAN 60 MILLIOEN GEZINNEN. Volgens een onlangs te Parijs versche nen studie van den Franschen geleerde dr. Legendre, die jaren lang in China ge woond en een speciale studie van den loop der bevolking aldaar heeft gemaakt, is het bevolkingscijfer van China, dat ge woonlijk op 400 millioen wordt gesteld, veel te hoog getaxeerd. Want voor het vaststellen van het bevolkingscijfer is men in China hoofdzakelijk op schattingen aangewezen. Betrouwbai-e statistieken kenl men er zoo goed als niet, daar zelfs de ge boorten en sterfgevallen niet volledig worden geregistreerd. De officieele statis tieken die er op dit gebied nog bestaan, kunnen dan ook nauwelijks aanspraak op dezen naam maken. Hoe is men nu tot het veelal aange nomen cijfer van 400 millioen inwoners gekomen? Als basis hiervoor heeft men de gezinstellingen gebruikt en wel het oude, nog uit het Keizerrijk dateerende cijfer van 60 millioen gezinnen, dat ook thans nog wel een min of meer betrouw baren grondslag biedt. Nu doet zich echter de vraag voor, op hoeveel personen men een gezin in doorsnee mag taxeeren. Hier omtrent loopen de meeningen zeer uiteen. Terwijl vele statistici het gezin op 6 tot 8 personen stellen, is dr. Legendre op grond van veeljarige onderzoekingen in verschil lende Chineesche provincies tot een veel lager gemiddelde gekomen, namelijk slechts 4.7. Het geboorte-overschot is lang niet zoo groot, als wordt aangenomen, want men vergeet gewoonlijk de enorme zuigelingensterfte, die hier en daar zelfs 60 bedraagt. Van het overblijvende aantal kinderen sterft nog een groot per centage op jeugdigen leeftijd, ''.oodat men hoogstens 2.7 kind per echtpaar kan reke- n?n* .?n ^en Etsten tijd moet de oorlog dit cijfer bovendien nog verlaagd hebben. Dit alles in aanmerking genomen, komt dr. Legendre tot de slotsom, dat China's be volking tusschen de 250 en 280 millioen zielen moet bedragen, maar toch zeker niet meer dan 300 millioen.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1938 | | pagina 16