PORTRET
DE INTERNATIONALE TOESTAND
DEZE WEEK
M
IN NEDERLAND
r
VAN DE WEEK
De rede door Roosevelt ie Kings
ton gehouden, waarin de presi
dent der Vereenigde Staten aan
Canada heeft doen weten, dat de
Vereenigde Staten geen aanval
op Canadeesch gebied zouden
dulden, heeft, evenals de jongste
rede van minister Huil, een bui
tengewoon sterken weerklank ge
vonden.
Uit den aard van de zaak is men in
Londen en Parijs zeer ingenomen met de
verklaringen van de Amerikaansche staats
lieden. Roosevelt toch schaarde zich niet
slechts geheel achter de democratische
staten, maar legde bovendien een soort
vrijwillige garantieverklaring voor Canada
af. Cancsda is lid van het Britsche empire.
De Vereenigde Staten breiden den mantel
hunner bescherming over dit land uit en
daarmee is tusschen de Vereenigde Staten
en het Empire voor het eerst in de ge
schiedenis een schakel gelegd, welke zeer
zeker een nieuwe oriënteering der Ameri
kaansche buitenlandsche politiek betee-
kent.
In Engeland en nog meer in Frankrijk
jegens welk land Amerika nog een bij
zonder vleiend gebaar meende te moeten
maken, door den tekst van de rede door be
middeling van den Amerikaanschen ambas
sadeur te Parijs aan den Franschen mi
nister van buitenlandsche zaken te doen
overhandigen trekt men uit Roosevelts
rede de conclusie, dat Amerika van nu af
aan zijn neutraliteitspolitiek heeft opge
geven.
Critiek in Duitschiand en Italië.
Terwijl de Amerikaansche redevoerin
gen in Engeland en Frankrijk vreugde op
wekten, hebben zij in Berlijn en Rome een
buitengewoon slechten indruk gemaakt en
een stortvloed van critiek en verontwaar
diging teweeggebracht. De onverander
lijke tendens van de redevoeringen der
Amerikaansche staatslieden der laatste
twee jaren, hierop neerkomend, dat steeds
weer de autoritaire staten op de beklaag
denbank worden gezet als zijnde de orde-
en de rustverstoorders in de wereld, ter
wijl anderzijds de democratieën, als hand
havers van de internationale rechtsorde
en verdragen, als navolgenswaardig voor
beeld worden geciteerd, kan men daar niet
verkroppen. In het bijzonder voor Duitsch
iand moeten de beide redevoeringen juist
op het oogenblik ook wel zeer teleurstel
lend zijn. Berlijn toch zocht in den laatsten
tijd een economische toenadering tot Ame
rika. Nog onlangs hield Dr. Brinkmann,
de staatssecretaris van economische zaken,
een rede over een mogelijke verbetering
in de Duitsch-Amerikaansche handelsbe
trekkingen, welke wederom van invloed
zou zijn op de politieke verstandhouding.
De rede werd door de Duitsche bladen
groot opgemaakt en het was duidelijk, dat
men stellig op een officieel antwoord hier
op van Amerikaansche zijde rekende. Een
antwoord kwam, doch in den vorm van
een groote rede van den Amerikaanschen
minister van buitenlandsche zaken, Cordell
Huil, waarin deze de autoritaire regimes
weer duchtig kapittelde, zonder met een
woord op Brinkmann's rede in te gaan.
De ontstemming over de rede van
Roosevelt blijkt wel het best uit de pers
commentaren. Zoo schrijft b.v. het groote
Berliner Tageblatt: „Wanneer Roosevelt
verklaart, dat het Amerikaansche volk niet
met de handen in den schoot zal toezien,
wanneer een ander land het Canadeesche
grondgebied bedreigt, dan komt dat feite
lijk overeen met een aanbod tot bondge
nootschap. Deze uitbreiding van de Mon-
roeleer kan haar echter waardeloos doen
worden, omdat de V.S. aldus natuurlijk in
Voor Admiraal von Horthy en Rijkskanselier Hitier had een parade plaats van de
Duitsche oorlogsvloot. Op onze foto ziet men de voor de groote vlootrevue in de
oorlogshaven Kiel samengetrokken onderzeeërs.
de problemen van het empire verwikkeld
worden. Het schijnt, dat het Amerikaan
sche schip van staat weer in den koers
der Wiltonsche politiek wordt gebracht;
dat blijkt ook uit de rede van Huil, die
geen antwoord geeft op de uitlatingen
van staatssecretaris Brinkmann over de
Duitsch-Amerikaansche handelsbetrekkin
gen. Wij hadden het voor beter gehouden,
indien Huil, inplaats van zich aan alge-
meene en doctrinaire frases te buiten te
gaan, stelling genomen had ten opzichte
van de positieve argumenten, in de rede
van staatssecretaris Brinkmann neerge
legd".
De besprekingen te Praag.
Zooals, na- alles wat er reeds gezegd en
gepubliceerd is, te verwachten was, heeft
de partij van Henlein de voorstellen van
de Praagsche regeering verworpen, want
de verbinding tusschen beide partijen is
niet verbroken en men blijft zoeken naar
een oplossing om de kloof te overbruggen.
Dit alles is voor een groot deel te danken
aan de aanwezigheid van den Engelschen
bemiddelaar lord Runciman, die uitste
kend voor zijn taak berekend schijnt te
zijn en bij het zoeken naar een basis, waar
op de verdere onderhandelingen voort
gezet kunnen worden, een belangrijke rol
zal spelen. Men spreekt thans van een
soort gouwen-stelsel voor Tsjecho-Slowa-
kije en wellicht zou een dergelijk plan
inderdaad in hooge mate tegemoet kunnen
komen aan de z.g. acht punten van Hen
lein.
Fransche klucht.
Zondagavond hield Daladier een groote
redevoering, waarin hij tal van maatregelen
aankondigde om een verder herstel van
Frankrijks positie te bewerkstelligen.
Frankrijk moet terug naar den ar
beid, was zijn leuze. Meer werk
uren, minder staatsuitgaven, verlaging
van de lasten op het bedrijfsleven. Alle
eischen, die in socialistisch en communis
tische kringen uit den aard van de zaak
weinig wederliefde vinden, maar toch de
instemming van de meerderheid van het
'volk, dat zich al meer en meer ongerust
begon te maken over de bewegingen van
den franc, hadden. Maandagochtend loo-
pen twee ministers, Frossard en Ramadier,
uit het kabinet weg. Zij hadden gemeend,
dat deze krachttoer van Daladier hem zijn
portefeuille zou kosten. Dit is echter niet
gebeurd. Daladier trok zich van hun ont
slag niets aan en verving hen door twee
partij genooten, van wie hij meer mede
werking verwacht.
De burgeroorlog in Spanje.
In Spanje wordt de strijd aan alle fx-on-
ten onverminderd voortgezet, waarbij het
opvalt, dat de regeeringstroepen thans
sterk in het offensief blijven en klaar
blijkelijk de tijdelijke zwakte in hun ge
lederen volkomen overwonnen hebben.
Voor Franco, die de overwinning eenige
maanden geleden reeds in zijn zak dacht
te hebben, moet dit wel een groote teleur
stelling zijn, vandaar ook, dat hij het plan
tot een nieuw groot offensief opgevat
schijnt te hebben, waarschijnlijk in de
richting van Catalonië of van Madrid.
Maar of een dergelijk offensief tegen de
steeds sterker wordende xegeeringstroepen
kans van slagen zal hebben, blijft de vraag.
Onze gezant te Berlijn overleden.
Een gevoelig verlies leed ons land deze
week door het heengaan van mr. C. Ridder
van Rappard, den Nederlandschen gezant
Ie Berlijn. Mr. van Rappard was in zijn
auto op weg van Nederland naar Berlijn,
toen zijn chauffeur door gladheid van den
weg ten gevolge van den regen slipte en.
In botsing kwam met een passeerende
vrachtauto. De gevolgen van deze botsing
waren zeer ernstig. De auto van den ge
zant werd totaal vernield. Hoewel de
schok zeer hevig was geweest de linker
kant van de auto sloeg met een harden
stoot tegen den vrachtwagen had de
chauffeur van den gezant zoo goed als geen
letsel opgeloopen, doch mr. Van Rappard
zelf was er ernstig aan toe. Met een
schedelbreuk en inwendige kneuzingen
werd hij in het ziekenhuis te Bückeberg,
in de omgeving van welke plaats het on
geluk was geschied, opgenomen. Nadat zijn
toestand zich aanvankelijk, ofschoon ern
stig, niet hopeloos liet aanzien, is weldra
een verergering ingetreden en stierf de
gezant reeds den dag na dit noodlottige
ongeval. De verslagenheid in de Neder-
Jandsche kolonie is begrijpelijkerwijs zeer
groot en dit te meer, daar mr. Van Rap
pard, die eerst anderhalf jaar zijn diploma
tieke functie te Berlijn vervulde, zich in
dien betrekkelijk korten tijd door zijn
groote bekwaamheid gepaard aan recht-
DE KINDERVERLAMMING IN
ONS LAND.
Het bericht, dat in Enschede enGouda
scholen gesloten zijn wegens het op
treden van kinderverlamming in die
plaatsen, heeft eenige ongerustheid in
den lande verwekt. Echter ten on
rechte, want deze ziekte is de laatste
jaren in ons land gelukkig binnen
redelijke grenzen gebleven en ook
thans is dit nog het geval. Het veelal
ernstige verloop van kinderverlam
ming en het feit, dat wij hier met
«en besmettelijke ziekte te doen heb
ben, maakt het echter noodzakelijk,
terstond bij het eerste optreden de
noodige voorzorgsmaatregelen te
nemen. Hiertoe behoort naast het
sluiten der scholen het verplegen
van alle patiënten in ziekenhuizen
en het vermijden van bijeenkomsten.
Dergelijke maatregelen trekken uiter
aard sterk de aandacht van het pu
bliek en kunnen er licht toe leiden,
dat noodelooze ongerustheid ont
staat. Daartoe bestaat evenwel, zooals
gezegd, absoluut geen reden. Wel zal
ieder er goed aan doen, in tijden dat
kinderverlamming weer voorkomt,
het zijne ertoe bij te dragen om de
uitbreidingskansen tot een minimum
te beperken. In dit verband is het
misschien niet ondienstig nogmaals
te herinneren aan het groote gevaar
van het drinken van ongekookte
melk. Ook de bacterie, welke de kin
derverlamming veroorzaakt, kan
zich in ongekookte melk bevinden.
vaardigheid en verdraagzaamheid zoowel
bij zijn landgenooten als in de kringen der
Duitschers met wie hij krachtens zijn werk
in aanraking kwam, zeer bemind had
weten te maken.
Jubileumvoorbereiding- allerwegen.
Naarmate het regéerings jubileum van
H.M. de Koningin meer en meer nader
komt, hoopen zich de plannen en voorbe
reidingen voor feestelijkheden naar aan
leiding van deze belangrijke gebeurtenis
al hooger en hooger op. Overstelpend is
het aantal wijzen, waarop men overal in
den lande het heuglijke feit hoopt te her
denken. Karakteristiek voor dezen tijd is
echter, dat leger en vloot er een opvallend
grooter aandeel in zullen hebben, dan mis
schien enkele jaren geleden nog het geval
geweest zou zijn. Vooral der Residentie
staan op dit gebied bijzondere dingen te
wachten. Allereerst is daar de groote troe
penrevue, welke op 29 Augustus in tegen
woordigheid van H.M. de Koningin op den
onlangs in gebruik gestelden verlengde
Van Alkemadelaan (de nieuwe verbinding
Den Haag-Scheveningen) zal worden ge
houden. Doch ook de marine zal zich niet
Qnbetuigd laten en den 3den September
met verschillende eenheden van lucht- en
zeestrijdkrachten demonstraties geven voor
de kust te Scheveningen. Het lijdt geen
twijfel, dat dit ongewone schouwspel dui
zenden bezoekers zal trekken en waar
schijnlijk ook wel velen van ver buiten de
Residentie.
Uitbreiding van genie en artillerie.
In het kader van de voorgenomen leger-
uitbreidingen zullen bij verschillende leger-
onderdeelen nieuwe divisies worden opge
richt. Zoo was reeds eenigen tijd geleden
besloten tot oprichting van drie nieuwe
regimenten motorartillerie die hun stand
plaats zullen krijgen in Utrecht, Ede en
's-Hertogenbosch. Verder zal ook de genie
uitbreiding ondergaan. Bij dit wapen wordt
een uit 3 regimenten bestaande brigade
opgericht.
De Wegenverkeerswet.
Het schijnt thans wel zoo goed als vast te
staan, dat de nieuwe Wegenverkeerswet op
1 Januari a.s. in werking zal treden. De
Wegenverkeersbeschikking en het Wegen
verkeersreglement verkeeren beide in een
zoo ver gevorderd stadium van voorberei
ding, dat zij naar alle verwachting tijdig ge
reed zullen zijn. Met deze wet komt dus
ook het Rusttijdenbesluit voor chauffeurs
in werking, waardoor naar verwacht mag
worden een einde zal komen aan het euvel
van oververmoeidheid van chauffeurs, dat
zoo dikwijls oorzaak is van ernstige onge
lukken.
Het Juliana-dok vertrokken.
Na enkele dagen van wachten op gun
stig weer, kon eindelijk een begin ge
maakt worden met het transport van het
Juliana-dok van de Amsterdamsche Droog
dokmaatschappij, dat aan een werf te
Danzig is verkocht. Het indrukwekkende
sleepkarwei trok uiteraard bij zijn vertrek
uit de Amsterdamsche haven veel bekijks
en het zal nog wel heel wat schipperskunst
vereischen om het gevaarte behouden op
de plaats van bestemming te krijgen. Zijn
leeggekomen plaats op de werven van de
Amsterdamsche Droogdokmaatschappij zal
worden ingenomen door het Prins Hen
drikdok, dat nog grooter is.
Goud vliegt naar Frankrijk.
Een ander ongewoon transport vond
deze week nog plaats, dat echter heel wat
minder opvallend in zijn werk ging. Toch
overtrof het in waarde verre het voren
genoemde. Voor particuliere rekening werd
namelijk dezer dagen per K.L.M. 18.000
kg goud, ter waarde van 36 millioen gul
den ter ondersteuning van den Franschen
franc naar Parijs gezonden. Deze kostbare
lading werd vervoerd in vier K.L.M.-
machines, daartoe speciaal gecharterd. In
acht vluchten elke machine vloog twee
maal heen en weer werd de gouden
steunpilaar naar het land der eeuwige
financieele moeilijkheden gebracht.
Staking der graanhandelaren.
Ontstemming heerscht in den kring van
den handeldrijvenden stand, namelijk den
Graanhandel, en wel naar aanleiding van
een regeeringsmaatregel van onze regee
ring. Door den regeeringssteun aan de
graanverbouwers in den vorm van een
thans opnieuw verhoogde monopolieheffing
op graan en aanverwante artikelen, ziet
de graan- en zaadhandel zich zoozeer in
zijn handelsmogelijkheden belemmerd, dat
de betrokkenen in een spontane vergade
ring te Rotterdam bijeenkwamen, om den
nieuw geschapen toestand onder het oog
te zien. De verontwaardiging onder de
graanhandelaren bleek zoo groot te zijn,
dat staande de vergadering een telegram
van protest aan den minister van Econo
mische Zaken werd gezonden, waarin
werd medegedeeld, dat de betrokken ver-
eenigingen en verbonden unaniem beslo
ten hadden, uit protest tegen het gevoerde
regeeringsbeleid de graanbeurs gedurende
drie dagen niet te bezoeken. En zoo heeft
ons land het ongewone feit beleefd, dat de
bezoekers van de Rotterdamsche graan
beurs drie dagen in staking gingen.
EERBIED VOOR ONS NATUUR
SCHOON I
Waakt voor het behoud van ons natuur
schoon! Deze raadgeving wordt onophou
delijk herhaald, in de bladen, door de
radio, tot zelfs op de stempels welke dwars
over de postzegels op onze brieven prijken.
Is het eigenlijk niet beschamend, dat wij
daar elk oogenblik, bij iedere gelegenheid
aan moeten worden herinnerd? Bij den
tegenwoordigen hoogen trap van bescha
ving, dien men algemeen heeft bereikt,
zou een dergelijke aanmaning toch over
bodig moeten zijn. Immers, wij zijn allen
overtuigd van den plicht, om ons natuur
schoon te bewaren.
Doch handelen wij allen in overeenstem
ming" met dien plicht? Dat is een geheel
andere vraag. Wie in poëtische bewonde
ring verzonken staat voor een heerlijk
plekje, wordt maar al te dikwijls aan het
proza des levens in zijn minst aangenamen
vorm herinnerd door een stuk oude, ver
geelde krant, dat door den wind aan een
boomtak is gespietst, of door vettige boter-
hampapieven, papieren bekers en andere
ongerechtigheden, door vorige bezoekers op
dit heerlijke plekje achtergelaten.
Hebben die menschen dan geen gevoel
gehad voor de schoone natuur om hen
heen? vragen wij ons af. Toch wel; anders
zouden zij hier niet hebben halt gehouden.
Men kan zich misschien zelfs eenigszins
voorstellen, dat de meegebrachte boter
hammen hen beter hebben gesmaakt, ter
wijl hun oog zich vergasttte aan het na
tuurgenot om hen heen. Maar wat wij ons
niet kunnen voorstellen is, dat dergelijke
menschen dan zoo weinig besef van har-
moni« aan den dag leggen, dat zij achte
loos papieren en anderen rommel om zich
heen gooien, in plaats van die voorloopig
in tasch of zak te steken en ze thuis in den
vuilnisbak of onderweg in een van de
tegenwoordig bijna overal aangebrachte,
speciaal daarvoor bestemde bakken te de-
poneeren.
Moet dit kwaad ten slotte een zoodanigen
vorm aannemen, dat er weer een verbod
voor moet worden uitgevaardigd in ons
aan verboden toch reeds zoo rijke land?
Laat het daarop toch niet aankomen! Een
klein beetje verantwoordelijkheidsgevoel,
een klein beetje zin voor netheid, welke
ieder onzer toch moet zijn aangeboren
en het kwaad is overwonnen. Wat zouden
wij zeggen, als onze huisgenooten binnens
kamers dezelfde manieren aan den dag
legden, als zij vaak buiten doen? Dat komt
immers niet in hun hoofd op
Naast deze ontsiering moet worden ge
wezen op een ander, in zijn gevolgen nog
veel noodlottiger kwaad, waarvan wij in
dezen drogen, winderigen zomer tallooze
voorbeelden hebben gezien. Wij bedoelen
het onvoorzichtig omgaan met vuur in de
bosschen en op de heide. Hoeveel duizen
den boomen, hoeveel hectaren schilder
achtige heidegrond zijn daaraan dit jaar
reeds weder ten offer gevallen! En nu
spreken wij nog alleen van de materieele
schade, op zichzelf reeds erg genoeg, en
over het nog in geen jaren te herstellen
nadeel, aan het natuurschoon toegebracht.
Hoe menigmaal komt het evenwel ook
voor, dat leven van mensch en dier er door
wordt bedreigd, als het vernielende vuur
met bijna niet te stuiten snelheid huizen
en hofsteden nadert! Laten wij allen, zon
der uitzondering, aan al deze dingen den
ken, als wij buiten zijn
ADMIRAAL HORTHY.
Hongarije vierde dezer dagen den
900sten sterfdag van den eersten
Hongarenkoning, Stephanus, die het
Christendom in het land bracht. De
bevolking vierde dit feit op verschil
lende wijzen. Ook de regeering,
onder leiding van den Rijksbestuur
der Admiraal Horthy en de ker
kelijke overheid des lands organi
seerden herdenkingsfeesten voor den
heiligverklaarden koning Stephanus.
Tijdens zijn bezoek aan Duitsch
iand in de afgeloopen week heeft
men Horthy alle eer bewezen zijn
hoogen rang waardig. Horthy is in het
particuliere leven een zeer beminne
lijke oude heer. Hij bezit tevens een
hooge intelligentie, spreekt bijna alle
Europeesche talen en wordt door
zijn volk geëerd als de roemrijke ad
miraal van de voormalige Oosten-
rijk-Hongaarsche marine, de over
winnaar van Otranto en de volks
bevrijder der nationale tegenrevolu-
tie van 1919. Horthy was in de voor
Hongarije zoo moeilijke jaren de
man van de daad en is dit nog. Hij
heeft het verstaan, in betrekkelijk
korten tijd in zijn verwilderd en
vervreemd vaderland betere toe
standen te scheppen en sindsdien re
geert hij met wijsheid en tact.
In zijn vaderland geniet Admiraal
Horthy een buitengewoon groote
populariteit. De soldaten van Hon
garije noemen hem „Vadertje
Horthy". In de geheele geschiedenis
van het Hongaarsche volk vindt men
slechts twee mannen, die de hooge
eer genoten door hun volk als
„vader" te worden betiteld. Deze
mannen waren Arpad, de stichter
van het land der Magyaren, en Kos-
suth, de groote vrijheidsheld.
Het Hongaarsche volk staat in den
ban van Horthy's suggestieve per
soonlijkheid. Er bestaat geen Hon
gaarsche politiek zonder Horthy.
De chef van den Generalen Staf van de
Luchtvaart-afdeeling van het Fransche
leger, Generaal Vuillemin, neemt afscheid
van den Duitschen Generaal der Lucht
vaart Milch, op het militaire vliegveld
Staaken te Berliin.
HONAN/
1 i
TE IAN «ff
B
ANLOE ?-#»hwajoean
i V" ^ANKING
TSIENSJAN
HVÏANGTSJAU /-'
K1SJ0E. VA1HOt9
rmGTsiEN^^-
ITSJAN& V siAoxAo
H O/E Pf^ - X.HANKAU
KINGTSJA
HAWJANG
SJASI
TSJA
H^ANÖWEfc-,
PINGTS
HmGKworsjADj^ÓEK|ANG^it^EKAj^~
C ""V. S m K0ELIN& -
I 's SS».
7
TOEHGTINC,
T5JAN6TÜK jots^LIAU
ANKANG
PO JA N Q,
MEER
hwaihv 6eB
Bewe 6E0 JOEITSJAU
H O tl\lN A IN
tsjangsjaC
l0°"MlVC /JOEANTSJAU Ü"KI™
INANTSJANG
A N G S I
FOETSjAU
KitnrsjANG
FRONT I
AANVALSRICHTING, DER JAPANNERS
DE SLAG AAN DE JANGTSE.
Ook in het gebied van Kioe Kiang wil
len de Japanners blijkbaar hun omsinge
lingstactiek toepassen. Echter houden de
Chineezen in het geheele gebied rondom
Kioekiang heuvels bezet, die voor het ge
schut der Japansche oorlogsschepen op de
Jangtse niet bereikbaar zijn, en die ook
van de Japansche luchtmacht weinig
schade kunnen ondervinden.
Het schijnt dat de Japanners voorloopig
hun actie op den Noordelijken oever van
de Jangtse zullen opgeven, omdat zij daar
tot dusver weinig succes hadden.
Thans, nu het water van de Jangtse be
gint te vallen, zullen de Japanners trach-
DE VLAAMSCHE KWESTIE.
In België zijn 1.1. Zondag weer
tienduizenden Vlamingen ter Ijzer
bedevaart gegaan, om hun in den
wereldoorlog gesneuvelden te
herdenken. Ook dit jaar was deze
demonstratie er weer een van een
grootsch en hartverheffend karak
ter. Talrijk waren de redevoerin
gen, die soms felle aanklachten
tegen den Belgischen staat, die
nog steeds niet zijn tegenover de
Vlamingen gedane beloften na
komt, inhielden.
Het indrukwekkendst was zeker de rede
van prof. Frans Daels, die weer met groote
felheid voor het Vlaamsche volk het be
loofde, maar nog steeds geweigerde zelf
beschikkingsrecht eischte. Uit zijn woorden
sprak veel bitterheid, maar toch ook ver
trouwen in een goede toekomst: „Wij zijn
een volk, dat 30.000 mannen offerde voor
een zelfbeschikkingsrecht, dat werd beloofd
en niet geschonken; een volk, met welks
hulp men diplomatiek en buiten onzen wil
het zelfbeschikkingsrecht van andere vol
ken wurgde. Wij zijn een volk, dat men
ten hun opmarsch met meer kracht, voort
te zetten. Echter beteekent de val van het
water tevens, dat de Japansche oorlogs
schepen op de Jangtse, die voorloopig bij
de operaties onmisbaar zijn, omdat zij het
wegens terreinmoeilijkheden niet te ge
bruiken zware geschut moeten vervangen
haast zullen dienen te maken.
Het water van de Jangtse valt n.1. in het
najaar aanzienlijk en dit brengt voor de
Japansche oorlogsschepen het gevaar mede.
dat zij ingesloten zouden kunnen geraken,
waarmede zij dus voor den strijd waarde
loos zouden worden.
Op het oogenblik wordt heftig gestreden
ten Zuiden van de Jangtse. eenige kilo
meters oostelijk van Joeitsjang.
een offer van honderdduizenden om de
vrijheidsstrijd van andere volkeren te hel
pen versmachten.
Voor enkele jaren zei een Vlaamsch
staatsminister te Antwerpen: „De Vlamin
gen hebben honderd jaar gestx-eden en als
het moet, zullen zij nog honderd jaar strij
den. Met U Vlaamsche dooden, in Uw
naam, Vlaamsche dooden, bedanken wij
voor de eer. Het is nu wei geweest! Ierland
met zijn Sinn-Feiners en Zuid-Afrika mei
zijn Boeren blikken terug op slechts 35
jaren strijd. De Sudeten en de Slovvaken
zullen op geen 25 jaren strijd behoeven
terug te blikken. En dit waren minder
heden tegenover een grooten staat. En wij
Vlamingen, zijn een meerderheid in dit
land".
Prof. Daels doet tenslotte een beroep op
het saamhoorigheidsgevoel der Vlamingen:
„Van uit de eeuwige Vlaamsche dooden-
concentratie van den IJzer stijgt één aan
klacht, één bede, één bevel: Vlamingen zijt
één, één, één
Eén in volle eerlijkheid en waarheid.
Eén door het nationale, lang beloofde zelf
beschikkingsrecht der kleine volkeren. Eén
in den onverbiddelijken strijd tegen alle
voogdij. Eén door de gave en volledige
leering van Uw dooden: het integrale één«