PORTRET DE INTERNATIONALE TOESTAND DEZE WEEK M IN NEDERLAND r VAN DE WEEK De rede door Roosevelt ie Kings ton gehouden, waarin de presi dent der Vereenigde Staten aan Canada heeft doen weten, dat de Vereenigde Staten geen aanval op Canadeesch gebied zouden dulden, heeft, evenals de jongste rede van minister Huil, een bui tengewoon sterken weerklank ge vonden. Uit den aard van de zaak is men in Londen en Parijs zeer ingenomen met de verklaringen van de Amerikaansche staats lieden. Roosevelt toch schaarde zich niet slechts geheel achter de democratische staten, maar legde bovendien een soort vrijwillige garantieverklaring voor Canada af. Cancsda is lid van het Britsche empire. De Vereenigde Staten breiden den mantel hunner bescherming over dit land uit en daarmee is tusschen de Vereenigde Staten en het Empire voor het eerst in de ge schiedenis een schakel gelegd, welke zeer zeker een nieuwe oriënteering der Ameri kaansche buitenlandsche politiek betee- kent. In Engeland en nog meer in Frankrijk jegens welk land Amerika nog een bij zonder vleiend gebaar meende te moeten maken, door den tekst van de rede door be middeling van den Amerikaanschen ambas sadeur te Parijs aan den Franschen mi nister van buitenlandsche zaken te doen overhandigen trekt men uit Roosevelts rede de conclusie, dat Amerika van nu af aan zijn neutraliteitspolitiek heeft opge geven. Critiek in Duitschiand en Italië. Terwijl de Amerikaansche redevoerin gen in Engeland en Frankrijk vreugde op wekten, hebben zij in Berlijn en Rome een buitengewoon slechten indruk gemaakt en een stortvloed van critiek en verontwaar diging teweeggebracht. De onverander lijke tendens van de redevoeringen der Amerikaansche staatslieden der laatste twee jaren, hierop neerkomend, dat steeds weer de autoritaire staten op de beklaag denbank worden gezet als zijnde de orde- en de rustverstoorders in de wereld, ter wijl anderzijds de democratieën, als hand havers van de internationale rechtsorde en verdragen, als navolgenswaardig voor beeld worden geciteerd, kan men daar niet verkroppen. In het bijzonder voor Duitsch iand moeten de beide redevoeringen juist op het oogenblik ook wel zeer teleurstel lend zijn. Berlijn toch zocht in den laatsten tijd een economische toenadering tot Ame rika. Nog onlangs hield Dr. Brinkmann, de staatssecretaris van economische zaken, een rede over een mogelijke verbetering in de Duitsch-Amerikaansche handelsbe trekkingen, welke wederom van invloed zou zijn op de politieke verstandhouding. De rede werd door de Duitsche bladen groot opgemaakt en het was duidelijk, dat men stellig op een officieel antwoord hier op van Amerikaansche zijde rekende. Een antwoord kwam, doch in den vorm van een groote rede van den Amerikaanschen minister van buitenlandsche zaken, Cordell Huil, waarin deze de autoritaire regimes weer duchtig kapittelde, zonder met een woord op Brinkmann's rede in te gaan. De ontstemming over de rede van Roosevelt blijkt wel het best uit de pers commentaren. Zoo schrijft b.v. het groote Berliner Tageblatt: „Wanneer Roosevelt verklaart, dat het Amerikaansche volk niet met de handen in den schoot zal toezien, wanneer een ander land het Canadeesche grondgebied bedreigt, dan komt dat feite lijk overeen met een aanbod tot bondge nootschap. Deze uitbreiding van de Mon- roeleer kan haar echter waardeloos doen worden, omdat de V.S. aldus natuurlijk in Voor Admiraal von Horthy en Rijkskanselier Hitier had een parade plaats van de Duitsche oorlogsvloot. Op onze foto ziet men de voor de groote vlootrevue in de oorlogshaven Kiel samengetrokken onderzeeërs. de problemen van het empire verwikkeld worden. Het schijnt, dat het Amerikaan sche schip van staat weer in den koers der Wiltonsche politiek wordt gebracht; dat blijkt ook uit de rede van Huil, die geen antwoord geeft op de uitlatingen van staatssecretaris Brinkmann over de Duitsch-Amerikaansche handelsbetrekkin gen. Wij hadden het voor beter gehouden, indien Huil, inplaats van zich aan alge- meene en doctrinaire frases te buiten te gaan, stelling genomen had ten opzichte van de positieve argumenten, in de rede van staatssecretaris Brinkmann neerge legd". De besprekingen te Praag. Zooals, na- alles wat er reeds gezegd en gepubliceerd is, te verwachten was, heeft de partij van Henlein de voorstellen van de Praagsche regeering verworpen, want de verbinding tusschen beide partijen is niet verbroken en men blijft zoeken naar een oplossing om de kloof te overbruggen. Dit alles is voor een groot deel te danken aan de aanwezigheid van den Engelschen bemiddelaar lord Runciman, die uitste kend voor zijn taak berekend schijnt te zijn en bij het zoeken naar een basis, waar op de verdere onderhandelingen voort gezet kunnen worden, een belangrijke rol zal spelen. Men spreekt thans van een soort gouwen-stelsel voor Tsjecho-Slowa- kije en wellicht zou een dergelijk plan inderdaad in hooge mate tegemoet kunnen komen aan de z.g. acht punten van Hen lein. Fransche klucht. Zondagavond hield Daladier een groote redevoering, waarin hij tal van maatregelen aankondigde om een verder herstel van Frankrijks positie te bewerkstelligen. Frankrijk moet terug naar den ar beid, was zijn leuze. Meer werk uren, minder staatsuitgaven, verlaging van de lasten op het bedrijfsleven. Alle eischen, die in socialistisch en communis tische kringen uit den aard van de zaak weinig wederliefde vinden, maar toch de instemming van de meerderheid van het 'volk, dat zich al meer en meer ongerust begon te maken over de bewegingen van den franc, hadden. Maandagochtend loo- pen twee ministers, Frossard en Ramadier, uit het kabinet weg. Zij hadden gemeend, dat deze krachttoer van Daladier hem zijn portefeuille zou kosten. Dit is echter niet gebeurd. Daladier trok zich van hun ont slag niets aan en verving hen door twee partij genooten, van wie hij meer mede werking verwacht. De burgeroorlog in Spanje. In Spanje wordt de strijd aan alle fx-on- ten onverminderd voortgezet, waarbij het opvalt, dat de regeeringstroepen thans sterk in het offensief blijven en klaar blijkelijk de tijdelijke zwakte in hun ge lederen volkomen overwonnen hebben. Voor Franco, die de overwinning eenige maanden geleden reeds in zijn zak dacht te hebben, moet dit wel een groote teleur stelling zijn, vandaar ook, dat hij het plan tot een nieuw groot offensief opgevat schijnt te hebben, waarschijnlijk in de richting van Catalonië of van Madrid. Maar of een dergelijk offensief tegen de steeds sterker wordende xegeeringstroepen kans van slagen zal hebben, blijft de vraag. Onze gezant te Berlijn overleden. Een gevoelig verlies leed ons land deze week door het heengaan van mr. C. Ridder van Rappard, den Nederlandschen gezant Ie Berlijn. Mr. van Rappard was in zijn auto op weg van Nederland naar Berlijn, toen zijn chauffeur door gladheid van den weg ten gevolge van den regen slipte en. In botsing kwam met een passeerende vrachtauto. De gevolgen van deze botsing waren zeer ernstig. De auto van den ge zant werd totaal vernield. Hoewel de schok zeer hevig was geweest de linker kant van de auto sloeg met een harden stoot tegen den vrachtwagen had de chauffeur van den gezant zoo goed als geen letsel opgeloopen, doch mr. Van Rappard zelf was er ernstig aan toe. Met een schedelbreuk en inwendige kneuzingen werd hij in het ziekenhuis te Bückeberg, in de omgeving van welke plaats het on geluk was geschied, opgenomen. Nadat zijn toestand zich aanvankelijk, ofschoon ern stig, niet hopeloos liet aanzien, is weldra een verergering ingetreden en stierf de gezant reeds den dag na dit noodlottige ongeval. De verslagenheid in de Neder- Jandsche kolonie is begrijpelijkerwijs zeer groot en dit te meer, daar mr. Van Rap pard, die eerst anderhalf jaar zijn diploma tieke functie te Berlijn vervulde, zich in dien betrekkelijk korten tijd door zijn groote bekwaamheid gepaard aan recht- DE KINDERVERLAMMING IN ONS LAND. Het bericht, dat in Enschede enGouda scholen gesloten zijn wegens het op treden van kinderverlamming in die plaatsen, heeft eenige ongerustheid in den lande verwekt. Echter ten on rechte, want deze ziekte is de laatste jaren in ons land gelukkig binnen redelijke grenzen gebleven en ook thans is dit nog het geval. Het veelal ernstige verloop van kinderverlam ming en het feit, dat wij hier met «en besmettelijke ziekte te doen heb ben, maakt het echter noodzakelijk, terstond bij het eerste optreden de noodige voorzorgsmaatregelen te nemen. Hiertoe behoort naast het sluiten der scholen het verplegen van alle patiënten in ziekenhuizen en het vermijden van bijeenkomsten. Dergelijke maatregelen trekken uiter aard sterk de aandacht van het pu bliek en kunnen er licht toe leiden, dat noodelooze ongerustheid ont staat. Daartoe bestaat evenwel, zooals gezegd, absoluut geen reden. Wel zal ieder er goed aan doen, in tijden dat kinderverlamming weer voorkomt, het zijne ertoe bij te dragen om de uitbreidingskansen tot een minimum te beperken. In dit verband is het misschien niet ondienstig nogmaals te herinneren aan het groote gevaar van het drinken van ongekookte melk. Ook de bacterie, welke de kin derverlamming veroorzaakt, kan zich in ongekookte melk bevinden. vaardigheid en verdraagzaamheid zoowel bij zijn landgenooten als in de kringen der Duitschers met wie hij krachtens zijn werk in aanraking kwam, zeer bemind had weten te maken. Jubileumvoorbereiding- allerwegen. Naarmate het regéerings jubileum van H.M. de Koningin meer en meer nader komt, hoopen zich de plannen en voorbe reidingen voor feestelijkheden naar aan leiding van deze belangrijke gebeurtenis al hooger en hooger op. Overstelpend is het aantal wijzen, waarop men overal in den lande het heuglijke feit hoopt te her denken. Karakteristiek voor dezen tijd is echter, dat leger en vloot er een opvallend grooter aandeel in zullen hebben, dan mis schien enkele jaren geleden nog het geval geweest zou zijn. Vooral der Residentie staan op dit gebied bijzondere dingen te wachten. Allereerst is daar de groote troe penrevue, welke op 29 Augustus in tegen woordigheid van H.M. de Koningin op den onlangs in gebruik gestelden verlengde Van Alkemadelaan (de nieuwe verbinding Den Haag-Scheveningen) zal worden ge houden. Doch ook de marine zal zich niet Qnbetuigd laten en den 3den September met verschillende eenheden van lucht- en zeestrijdkrachten demonstraties geven voor de kust te Scheveningen. Het lijdt geen twijfel, dat dit ongewone schouwspel dui zenden bezoekers zal trekken en waar schijnlijk ook wel velen van ver buiten de Residentie. Uitbreiding van genie en artillerie. In het kader van de voorgenomen leger- uitbreidingen zullen bij verschillende leger- onderdeelen nieuwe divisies worden opge richt. Zoo was reeds eenigen tijd geleden besloten tot oprichting van drie nieuwe regimenten motorartillerie die hun stand plaats zullen krijgen in Utrecht, Ede en 's-Hertogenbosch. Verder zal ook de genie uitbreiding ondergaan. Bij dit wapen wordt een uit 3 regimenten bestaande brigade opgericht. De Wegenverkeerswet. Het schijnt thans wel zoo goed als vast te staan, dat de nieuwe Wegenverkeerswet op 1 Januari a.s. in werking zal treden. De Wegenverkeersbeschikking en het Wegen verkeersreglement verkeeren beide in een zoo ver gevorderd stadium van voorberei ding, dat zij naar alle verwachting tijdig ge reed zullen zijn. Met deze wet komt dus ook het Rusttijdenbesluit voor chauffeurs in werking, waardoor naar verwacht mag worden een einde zal komen aan het euvel van oververmoeidheid van chauffeurs, dat zoo dikwijls oorzaak is van ernstige onge lukken. Het Juliana-dok vertrokken. Na enkele dagen van wachten op gun stig weer, kon eindelijk een begin ge maakt worden met het transport van het Juliana-dok van de Amsterdamsche Droog dokmaatschappij, dat aan een werf te Danzig is verkocht. Het indrukwekkende sleepkarwei trok uiteraard bij zijn vertrek uit de Amsterdamsche haven veel bekijks en het zal nog wel heel wat schipperskunst vereischen om het gevaarte behouden op de plaats van bestemming te krijgen. Zijn leeggekomen plaats op de werven van de Amsterdamsche Droogdokmaatschappij zal worden ingenomen door het Prins Hen drikdok, dat nog grooter is. Goud vliegt naar Frankrijk. Een ander ongewoon transport vond deze week nog plaats, dat echter heel wat minder opvallend in zijn werk ging. Toch overtrof het in waarde verre het voren genoemde. Voor particuliere rekening werd namelijk dezer dagen per K.L.M. 18.000 kg goud, ter waarde van 36 millioen gul den ter ondersteuning van den Franschen franc naar Parijs gezonden. Deze kostbare lading werd vervoerd in vier K.L.M.- machines, daartoe speciaal gecharterd. In acht vluchten elke machine vloog twee maal heen en weer werd de gouden steunpilaar naar het land der eeuwige financieele moeilijkheden gebracht. Staking der graanhandelaren. Ontstemming heerscht in den kring van den handeldrijvenden stand, namelijk den Graanhandel, en wel naar aanleiding van een regeeringsmaatregel van onze regee ring. Door den regeeringssteun aan de graanverbouwers in den vorm van een thans opnieuw verhoogde monopolieheffing op graan en aanverwante artikelen, ziet de graan- en zaadhandel zich zoozeer in zijn handelsmogelijkheden belemmerd, dat de betrokkenen in een spontane vergade ring te Rotterdam bijeenkwamen, om den nieuw geschapen toestand onder het oog te zien. De verontwaardiging onder de graanhandelaren bleek zoo groot te zijn, dat staande de vergadering een telegram van protest aan den minister van Econo mische Zaken werd gezonden, waarin werd medegedeeld, dat de betrokken ver- eenigingen en verbonden unaniem beslo ten hadden, uit protest tegen het gevoerde regeeringsbeleid de graanbeurs gedurende drie dagen niet te bezoeken. En zoo heeft ons land het ongewone feit beleefd, dat de bezoekers van de Rotterdamsche graan beurs drie dagen in staking gingen. EERBIED VOOR ONS NATUUR SCHOON I Waakt voor het behoud van ons natuur schoon! Deze raadgeving wordt onophou delijk herhaald, in de bladen, door de radio, tot zelfs op de stempels welke dwars over de postzegels op onze brieven prijken. Is het eigenlijk niet beschamend, dat wij daar elk oogenblik, bij iedere gelegenheid aan moeten worden herinnerd? Bij den tegenwoordigen hoogen trap van bescha ving, dien men algemeen heeft bereikt, zou een dergelijke aanmaning toch over bodig moeten zijn. Immers, wij zijn allen overtuigd van den plicht, om ons natuur schoon te bewaren. Doch handelen wij allen in overeenstem ming" met dien plicht? Dat is een geheel andere vraag. Wie in poëtische bewonde ring verzonken staat voor een heerlijk plekje, wordt maar al te dikwijls aan het proza des levens in zijn minst aangenamen vorm herinnerd door een stuk oude, ver geelde krant, dat door den wind aan een boomtak is gespietst, of door vettige boter- hampapieven, papieren bekers en andere ongerechtigheden, door vorige bezoekers op dit heerlijke plekje achtergelaten. Hebben die menschen dan geen gevoel gehad voor de schoone natuur om hen heen? vragen wij ons af. Toch wel; anders zouden zij hier niet hebben halt gehouden. Men kan zich misschien zelfs eenigszins voorstellen, dat de meegebrachte boter hammen hen beter hebben gesmaakt, ter wijl hun oog zich vergasttte aan het na tuurgenot om hen heen. Maar wat wij ons niet kunnen voorstellen is, dat dergelijke menschen dan zoo weinig besef van har- moni« aan den dag leggen, dat zij achte loos papieren en anderen rommel om zich heen gooien, in plaats van die voorloopig in tasch of zak te steken en ze thuis in den vuilnisbak of onderweg in een van de tegenwoordig bijna overal aangebrachte, speciaal daarvoor bestemde bakken te de- poneeren. Moet dit kwaad ten slotte een zoodanigen vorm aannemen, dat er weer een verbod voor moet worden uitgevaardigd in ons aan verboden toch reeds zoo rijke land? Laat het daarop toch niet aankomen! Een klein beetje verantwoordelijkheidsgevoel, een klein beetje zin voor netheid, welke ieder onzer toch moet zijn aangeboren en het kwaad is overwonnen. Wat zouden wij zeggen, als onze huisgenooten binnens kamers dezelfde manieren aan den dag legden, als zij vaak buiten doen? Dat komt immers niet in hun hoofd op Naast deze ontsiering moet worden ge wezen op een ander, in zijn gevolgen nog veel noodlottiger kwaad, waarvan wij in dezen drogen, winderigen zomer tallooze voorbeelden hebben gezien. Wij bedoelen het onvoorzichtig omgaan met vuur in de bosschen en op de heide. Hoeveel duizen den boomen, hoeveel hectaren schilder achtige heidegrond zijn daaraan dit jaar reeds weder ten offer gevallen! En nu spreken wij nog alleen van de materieele schade, op zichzelf reeds erg genoeg, en over het nog in geen jaren te herstellen nadeel, aan het natuurschoon toegebracht. Hoe menigmaal komt het evenwel ook voor, dat leven van mensch en dier er door wordt bedreigd, als het vernielende vuur met bijna niet te stuiten snelheid huizen en hofsteden nadert! Laten wij allen, zon der uitzondering, aan al deze dingen den ken, als wij buiten zijn ADMIRAAL HORTHY. Hongarije vierde dezer dagen den 900sten sterfdag van den eersten Hongarenkoning, Stephanus, die het Christendom in het land bracht. De bevolking vierde dit feit op verschil lende wijzen. Ook de regeering, onder leiding van den Rijksbestuur der Admiraal Horthy en de ker kelijke overheid des lands organi seerden herdenkingsfeesten voor den heiligverklaarden koning Stephanus. Tijdens zijn bezoek aan Duitsch iand in de afgeloopen week heeft men Horthy alle eer bewezen zijn hoogen rang waardig. Horthy is in het particuliere leven een zeer beminne lijke oude heer. Hij bezit tevens een hooge intelligentie, spreekt bijna alle Europeesche talen en wordt door zijn volk geëerd als de roemrijke ad miraal van de voormalige Oosten- rijk-Hongaarsche marine, de over winnaar van Otranto en de volks bevrijder der nationale tegenrevolu- tie van 1919. Horthy was in de voor Hongarije zoo moeilijke jaren de man van de daad en is dit nog. Hij heeft het verstaan, in betrekkelijk korten tijd in zijn verwilderd en vervreemd vaderland betere toe standen te scheppen en sindsdien re geert hij met wijsheid en tact. In zijn vaderland geniet Admiraal Horthy een buitengewoon groote populariteit. De soldaten van Hon garije noemen hem „Vadertje Horthy". In de geheele geschiedenis van het Hongaarsche volk vindt men slechts twee mannen, die de hooge eer genoten door hun volk als „vader" te worden betiteld. Deze mannen waren Arpad, de stichter van het land der Magyaren, en Kos- suth, de groote vrijheidsheld. Het Hongaarsche volk staat in den ban van Horthy's suggestieve per soonlijkheid. Er bestaat geen Hon gaarsche politiek zonder Horthy. De chef van den Generalen Staf van de Luchtvaart-afdeeling van het Fransche leger, Generaal Vuillemin, neemt afscheid van den Duitschen Generaal der Lucht vaart Milch, op het militaire vliegveld Staaken te Berliin. HONAN/ 1 i TE IAN «ff B ANLOE ?-#»hwajoean i V" ^ANKING TSIENSJAN HVÏANGTSJAU /-' K1SJ0E. VA1HOt9 rmGTsiEN^^- ITSJAN& V siAoxAo H O/E Pf^ - X.HANKAU KINGTSJA HAWJANG SJASI TSJA H^ANÖWEfc-, PINGTS HmGKworsjADj^ÓEK|ANG^it^EKAj^~ C ""V. S m K0ELIN& - I 's SS». 7 TOEHGTINC, T5JAN6TÜK jots^LIAU ANKANG PO JA N Q, MEER hwaihv 6eB Bewe 6E0 JOEITSJAU H O tl\lN A IN tsjangsjaC l0°"MlVC /JOEANTSJAU Ü"KI™ INANTSJANG A N G S I FOETSjAU KitnrsjANG FRONT I AANVALSRICHTING, DER JAPANNERS DE SLAG AAN DE JANGTSE. Ook in het gebied van Kioe Kiang wil len de Japanners blijkbaar hun omsinge lingstactiek toepassen. Echter houden de Chineezen in het geheele gebied rondom Kioekiang heuvels bezet, die voor het ge schut der Japansche oorlogsschepen op de Jangtse niet bereikbaar zijn, en die ook van de Japansche luchtmacht weinig schade kunnen ondervinden. Het schijnt dat de Japanners voorloopig hun actie op den Noordelijken oever van de Jangtse zullen opgeven, omdat zij daar tot dusver weinig succes hadden. Thans, nu het water van de Jangtse be gint te vallen, zullen de Japanners trach- DE VLAAMSCHE KWESTIE. In België zijn 1.1. Zondag weer tienduizenden Vlamingen ter Ijzer bedevaart gegaan, om hun in den wereldoorlog gesneuvelden te herdenken. Ook dit jaar was deze demonstratie er weer een van een grootsch en hartverheffend karak ter. Talrijk waren de redevoerin gen, die soms felle aanklachten tegen den Belgischen staat, die nog steeds niet zijn tegenover de Vlamingen gedane beloften na komt, inhielden. Het indrukwekkendst was zeker de rede van prof. Frans Daels, die weer met groote felheid voor het Vlaamsche volk het be loofde, maar nog steeds geweigerde zelf beschikkingsrecht eischte. Uit zijn woorden sprak veel bitterheid, maar toch ook ver trouwen in een goede toekomst: „Wij zijn een volk, dat 30.000 mannen offerde voor een zelfbeschikkingsrecht, dat werd beloofd en niet geschonken; een volk, met welks hulp men diplomatiek en buiten onzen wil het zelfbeschikkingsrecht van andere vol ken wurgde. Wij zijn een volk, dat men ten hun opmarsch met meer kracht, voort te zetten. Echter beteekent de val van het water tevens, dat de Japansche oorlogs schepen op de Jangtse, die voorloopig bij de operaties onmisbaar zijn, omdat zij het wegens terreinmoeilijkheden niet te ge bruiken zware geschut moeten vervangen haast zullen dienen te maken. Het water van de Jangtse valt n.1. in het najaar aanzienlijk en dit brengt voor de Japansche oorlogsschepen het gevaar mede. dat zij ingesloten zouden kunnen geraken, waarmede zij dus voor den strijd waarde loos zouden worden. Op het oogenblik wordt heftig gestreden ten Zuiden van de Jangtse. eenige kilo meters oostelijk van Joeitsjang. een offer van honderdduizenden om de vrijheidsstrijd van andere volkeren te hel pen versmachten. Voor enkele jaren zei een Vlaamsch staatsminister te Antwerpen: „De Vlamin gen hebben honderd jaar gestx-eden en als het moet, zullen zij nog honderd jaar strij den. Met U Vlaamsche dooden, in Uw naam, Vlaamsche dooden, bedanken wij voor de eer. Het is nu wei geweest! Ierland met zijn Sinn-Feiners en Zuid-Afrika mei zijn Boeren blikken terug op slechts 35 jaren strijd. De Sudeten en de Slovvaken zullen op geen 25 jaren strijd behoeven terug te blikken. En dit waren minder heden tegenover een grooten staat. En wij Vlamingen, zijn een meerderheid in dit land". Prof. Daels doet tenslotte een beroep op het saamhoorigheidsgevoel der Vlamingen: „Van uit de eeuwige Vlaamsche dooden- concentratie van den IJzer stijgt één aan klacht, één bede, één bevel: Vlamingen zijt één, één, één Eén in volle eerlijkheid en waarheid. Eén door het nationale, lang beloofde zelf beschikkingsrecht der kleine volkeren. Eén in den onverbiddelijken strijd tegen alle voogdij. Eén door de gave en volledige leering van Uw dooden: het integrale één«

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1938 | | pagina 4