Koninginnen met een paspoort
Zürich
Het bijenvolk en zijn
beheerscher* de mensch
Uit het bedrijf der
bijenhouders
WAT IS EEN BIJENVOLK ZONDER
KONINGIN 1
de hoofd- en tuinstad
van Zwitserland
vlucht van een jonge koningin de eerste
te zijn, die haar hoog in de wolken nadert,
zich daar met haar in het huwelijk ver-
eenigt en na dit feest dood naar beneden
stort.
de bijen zelf doorknagen. Vreugdevol ha
len zij dan de geëerde vorstin uit haar ge
vangenis en in hun midden. Zij vangen on
middellijk aan raten te bouwen.
Eenige dozijnen van dergelijke volken
worden naar buiten gebracht, naar een
plaats, die in een omtrek van vijf kilo
meter volkomen vrij van vreemde volken
is.
In enkele van deze kasten zijn ook vol
ken met een groot aantal darren, dieren
'van een uitstekend geslacht, edele dieren
met een stamboom, allen nauw verwant
aan de koninginnen, die hier vandaan hun
huwelijksreis zullen maken.
Na de paring gaat de koningin weer
druk aan het eieren leggen, doch weder
om komt de merfich en haalt de jonge ko
ninginnen weg, ieder in een kooitje. En zij
verzendt de«e uitgelezen bijenmoeders dooi
de geheele wereld, slechts een lepel vol
dienaressen krijgen zij mee, een druppel
verf op hun rug geeft hun geboortejaar
aan; als paspoort dient de bij gepakte oor
konde van den stamboom.
De goede imker hecht namelijk even
veel waarde aan gezondheid, ras en aan
leg van zijn bijen als de fokker van ande
re dieren.
Het is bij ieder schepsel steeds weer
hetzelfde verschijnsel, dat slechts van ge
zonde voorouders gezonde nakomelingen te
verwachten zijn. Elke fokker zal dan ook
met deze natuurwet rekening houden.
Zoo heeft de mensch het leven der bijen
geheel naar zijn doel omgevormd, geefl
hij den bijenvolken woningen, gereed om
zoo te betrekken, waarin hij hen betei
kan gadeslaan en hij brengt ze tot raat-
bouw en honingafscheiding in een behui
zing, die zoo doelmatig mogelijk is inge
richt.
Hij fokt de volken zoodanig, dat hij ei
het meeste nut van heeft, en kweekt eer
ras, dat volgens de statistieken haast fan
tastische honingvoorraden opslaat.
Zoo is de oude bijenkorf geworden tot 'n
honingfabriek, welker productie beheerscht
en geregeld wordt door den mensch.
Hierboven:
De bewakers voor den ingang der korven
of bijenkasten dooden iederen vreemden
indringer en gooien het lijk naar beneden.
tot taak gesteld hun leven en hun staats
bedrijf te regelen.
Hij bestemt larven van werkbijen, die
pas één dag oud zijn, tot koninginnen, ge
bruikt hiervoor kunstmatige koninginne
cellen, doet er een druppel nectar in, legt
daarop voorzichtig de larve, die hij met
een uiterst klein lepeltje uit de broedcel
haalt.
Een heel broedraam vol van zulke cel
len hangt hij in de kast van een „pleeg-
volk". En zie, het pleegvolk gelooft aan de
ze voorspiegelingen, het bouwt de kunst
matige tot echte koninginnecellen uit, het
voedert de larven verder, zooals het prin
sessen toekomt. Eerst maakte de mensch
hen een beetje zwermlustig door hen samen
te persen in een kleine ruimte en door
het geven van honing en hij nam een week,
tevoren hun eigen koningin af.
Als echter de koninginnecellen dicht ge
dekt worden, wacht de mensch niet tot
de eerste jonge koningin er uit te voor
schijn komt en woedend op de andere ko
ninginnen afstormt, maar hij snijdt deze
cellen met een warm mes af en steekt ze
ieder in een koninginnekooitje en deze
kooitjes zet hij in een bx*oedkast.
De „uitgebroede" koninginnen worden
dan in hun kooi aan een volk zonder ko
ningin toegevoegd en zijn hiervan slechts
door een wasprop gescheiden.
Den volgenden dag hangt het volk mis
schien reeds in trossen om het kooitje van
de koningin, om haar te huldigen. Nu
schaaft de mensch het waspropje af tot
er nog slechts een dunne wand over is, die
„De stad der tuinen" praalt in bonte
pracht. Langs den breeden oever van het
langgerekte, blauwgroene Züricher meer,
gelegen aan den voet der Alpen, liggen de
bloeiende alleeën, de parken en tuinen, die
den oever omzoomen, met hun roze aman
delbloesem en witte sneeuwboeketten van
appel- en perzikboomen. Aantrekkelijk is
het beeld bij het betreden der stad: de oude
Limmat deelt het hart der stad in twee
helften, zes bruggen zorgen voor de ver
bindingen. Hoog op den achtergrond ver
heffen zich de met sneeuw bedekte krui
nen van den Santis, den Urirotsock, met
daarachter den Rigi, den Titlis en de ove
rige besneeuwde Alpentoppen.
Een aangenaam klimaat heerscht hier.
Zelfs de wijngaard, die den pittigen land-
wijn levert, groeit hier op de zonnige berg
hellingen. De eerste indruk, die men van
Zürich krijgt, is er een van wijdheid. De
wijdheid van uitzicht is kenmerkend voor
dit landschap. Alles is hier ruim en wijd,
men heeft hier plaats. Van de ramen der
huizen en de terrassen der café's en hotels
heeft men overal een heerlijk uitzicht op
de stad, meer en bergen.
De stad heeft een internationaal karak
ter. In de straten, in de elegante café's en
de halls van de groote hotels hoort men
meer vreemde talen dan Zwitsersch-Duitsch
In de afgeloopen eeuw heeft de stad zich
ontwikkeld tot een centrum van internatio
naal toerisme, waartoe niet weinig heeft
bijgedragen de aanleg van den Gotthard-
baan, die het verkeer tusschen de landen
om de Middellandsche Zee en het Noorden
van Europa sterk heeft doen toenemen. Aan
de omstandigheid, dat het voornaamste
Noord-Zuidverkeer hier het West-Oostver-
keer van de transcontinentale lijn Londen
ParijsWeenenOost Europa kruist, is
het voor een niet gering deel te danken,
dat Zürich thans onder de Europeesche toe
ristencentra zulk een eervolle plaats in
neemt.
Doch al is Zürich een internationale stad,
een stad van congressen en volksfeesten,
men kan er ook eenvoud en landelijke 'st
vinden. Ruim zijn het meer en zijn oevers,
een krachtige, zuivere lucht stroomt van
de bergen en bosschen de oude stad bin
nen. Zürich is een stad van traditie, van
oude kunstschatten. Vele beroemde man
nen hebben hier gewoond. In de 16e eeuw
heeft Ulrich Zwingli hier zijn leer verkon
digd en ook de wijze Lavater en de be
roemde Pestalozzi zijn zonen van Zürich.
Tal van groote geesten voelden zich tot
de stad aangetrokken. Wieland en Klop
stock hebben reeds den lof van het Züri
cher meer bezongen, Goethe en Kleist heb
ben hier gewoond, Richard Wagner vond
in Zürich een toevluchtsoord en aan deze
gastvrijheid dankt de wereld zijn schoon
ste werken. De „Tristan" zou nooit ontstaan
zijn, als Wagner hier niet had gewoond.
Hier ook voltooide hij de „Meistersinger",
hier beleefde hij zijn gelukkigste jaren.
Het is een stad van wetenschap, van
kunst. In de „Tonhalle" met zijn meester
lijke samengestelde orkesten vinden groote
.r\r\nr*ortn« nUiats ]^aeda l» do elfdo eAU.W
Zürich, de melropole van Zwitserland,
de tuinstad aan het meer.
was Zürich een belangrijke handelsstad
Het heeft een vrij bewogen geschiedenis en
is niet voor belegeringen en oorlogen ge
spaard gebleven, doch alle tegenslagen ten
spijt heeft de stad zich ontwikkeld tot de
grootste plaats van Zwitserland met een
belangrijke zijde- en katoenindustrie de
eerste bestond hier reeds in de dertiende
eeuw, waarin duizenden arbeiders werk
vinden. Het „Literarische Museum" en hei
Zwitsersche rijksmuseum bevatten belang
rijke verzamelingen van Zwitsersche oud
heden.
De stad toont den bezoeker tweeërlei
aangezicht. In de „Altstadt" met haar nau
we, Middeleeuwsche straatjes, zijn statige
patriciërshuizen met hun erkers en rijk
besneden voordeuren, zijn eerwaardige go
tische Dom, de trotsche gildehuizen aan de
rivier, voelt men zich als verplaatst in den
tijd van Faust.
De oude paalwoningen in de omgeving
van Zürich, de wapenen uit het bronzen
tijdperk, welke in het rijksmuseum worden
bewaard, bewijzen, dat de stad reeds in
voor-historische dagen bewoond was. De
oude „Linderhof" bestond reeds ten tijde
van de Romeinen. Zürich moet de lieve
lingsverblijfplaats van Karei den Groote
zijn geweest.
Doch reeds bij het overschrijden van een
der bruggen, die de oude met de nieuwe
stad verbinden, bruist ons het moderne le
ven met al zijn felle kleuren en klanken
tegen. Men behoeft zich niet te vervelen
in Zürich. Wie sport beoefent, vindt hiev
tennis- en golfterreinen, een modern strand
bad aan den oever van het meer en de
prachtigste rijwegen door de bosschen.
Tot de dankbaarste uitstapjes, die bo
vendien het voordeel hebben, dat zij elk
oogenblik uitgevoerd kunnen worden, be-
hooren de boottochten op het meer. Men
kan deze combineeren met een bezoek aan
een van de landelijke hotels op het schier
eiland Au of het eiland Ufenau. waar men
behalve het heerlijke uitzicht op het Al
penlandschap, den pittigen land wijn en de
specialité's van een rijk gevarieerde keu
ken kan genieten. Wie bij koele dagen het
water van het meer nog te koel mocht vin
den, kan zijn toevlucht zoeken in de ele
gante, verwarmde openluchtbadinrichting
in het prachtige park op den Zürichberg,
waar kunstmatige golven hem de illusie
van een bad in het meer ten volle zullen
vergoeden.
Op 10 en 11 Juli worden op het Züricher-
meer de internationale roeiwedstrijden ge
houden, waaraan dezen keer voor het eerst
ook de beroemde teams van de Engelsche
universiteiten Cambridge en Oxford zullen
deelnemen. Doch de allergrootste gebeur
tenis op sportgebied van dit jaar is de
Vierde Internationale Luchtvaartmeeting,
die van 23 Juli tot 1 Augustus op het vlieg
veld Zürich—Dübendorf plaats vindt en
waarvoor reeds verschillende landen, na
melijk Nederland, Frankrijk, Enge
land, Duitschland, Italië, Tsjeclioslowakije,
Zweden, Polen en Griekenland hebben in
geschreven. Voor de eerste maal zullen
hier de meeste landen van Europa dooi
hun beste militaire equipes vertegenwoor
digd zijn.
Als de avond zich met blauwen schemel
over de in licht stralende stad legt, weer
klinken uit de kerkjes aan den oever de
tonen van vele klokken en hun ernstige
klanken vermengen zich met het lichte,
melodieuse geluid van de koeklokken der
kudden, die ver in het dal huiswaars kee-
..ren
Met de mieren en de termieten hebben
de bijen deze ééne, slechts in de insecten
wereld zoo wonderlijk ontwikkelde eigen
schap gemeen: Het leven in staten, die
een hoogen trap van ontwikkeling hebben
bereikt.
En aan dit wonder der natuur willen wij
eerst onze aandacht schenken, alvorens ons
bezig te houden met het aandeel der men-
schen, van imkers en honingverzamelaars.
Het volk bouwt „eens van zin" zijn wo
ning, mooi, vernuftig en doelmatig, volgens
vaste bouwplannen.
Zonder afspraak vindt de verdeeling der
groepen plaats, iedere groep houdt zich met
een bepaald onderdeel van het werk bezig,
en al die onderdeelen tezamen maken het
wel en wee van den staat uit.
Boodschappers brengen dagelijks berich
ten binnen over den stand der bloemen in
het gebied, dat zij bevliegen, welke soort
er groeien, hoe talrijk ze zijn.
Dan trekken de colonnes er op uit om
„honing" te garen.
Iedere bloemcngroep krijgt het vereisch-
tc aantal honingzoekers.
Een andere rol: de bewakers. Men moet
het zien, met welk een barbaarsche wreed
heid zij een bij van een vreemde zwerm
aanvallen, steken en daarna van het vlieg-
plankje afwerpen. Drie, vier bewakers zor-
voedsel. Als de larve na drie dagen name
lijk minder melk, een eiwitrijk sap, dat
de jonge werkbijen in de kopklier afschei
den, krijgen en meer honing, dan ontstaat
de werkbij. Baadt de larve echter in de
„melk", dan volgroeit zij tot koningin.
De onbevruchte eieren echter, waaruit
de dikke vadsige darren te voorschijn ko
men, worden door de koningin gelegd om
het volk in stand te houden.
Tenslotte worden de darren echter te
lastig en tegen het einde van den zomer,
op een merkwaardig opgewonden uur, val
len de liefhebbende werkbijen hen aan,
steken hen en bijten hen, tot ze allen ver
moord op den grond liggen. Zoo wox'dt ver-
hindei'd, dat zij gedurenden den winter den
kostbaren honingvoorraad opeten.
En nu de mensch, de imker, de herder
als het ware van de bijen. Hij heeft zich
gen er voor, de kameraden kijken er zelfs
niet naar om.
Overigens laten zij bij wijze van uitzon
dering wel eens een gast binnen, voorna
melijk als hij een voldoende hoeveelheid
zoetigheid meebrengt, zijn entreegeld als
het ware.
De jongste bijen worden allereerst met
de zuigelingenzorg belast, zij geven den
klaargemaakten maaltijd aan de larven.
Pas later maken zij hun eerste oriëntee-
ringsvlucht. Vliegen kunnen zij direct, zij
moeten slechts een kleine cursus in geo-
graphe volgen.
Zij kennen alles al op den eersten dag
van hun bestaantje, acht weken later ster
ven zij reeds. Maar het volk mag niet uit
sterven: zijn nageslacht dat is de staats
idee.
Ja, het nageslacht komt zóó snel en het
leven in de korf wordt zóó bekrompen, dat
een grooter het grootste deel van het
bijenvolk plotseling, in den besten tijd van
het jaar, in een groote zwerm met de oude
koningin weg trekt en alles achterlaat, de
jonge bijen, de larven, de verwende eerste
prinses, die haar rivalen zal dooden en den
reusachtigen honingvoorraad. „Want alles
behoort aan degenen, die na ons komen",
zoo heet het groote gebod der bijenmaat
schappij.
De koningin leeft echter drie jaar. Wie
is zij? Zij is de groote moeder, het myste
rie van het volk, niet de eigenlijke heer-
scheres. Want zij is, zooals de onderzoekin
gen hebben uitgewezen dom en hulpe
loos, zij moet bediend en gevoederd wor
den, terwijl zij onafgebroken eieren legt,
zelfs in haar slaap gedurende drie
jaargetijden en wel tweeërlei eierent be
vruchte, die zij zelf bevrucht en onbe
vruchte. Uit de bevruchte eieren komen de
werkbijen of de prinsessen, als het volk
hieiwoor koninginnecellen bouwt. Dat deze
laatste koninginnen worden komt hek
Deze eieren worden in ronde, in plaats
van in zeshoekige cellen gelegd, die boven
dien grooter zijn. De darren, als bewerkers
van de instandhouding van de soort
pompeus en mooi, maar zonder angel, loo-
pen in de korf de ijverige werkbijen in
den weg, verzwelgen onmatig veel honing
en soms maken zij gezamenlijk een kleine
rondvlucht. Deze merkwaardige „mannen"
in de amazonestaat der bijen worden lief
devol en zorgzaam geduld. Een van hen is
misschien uitverkoren om bij de huwelijks-
BIJ DE
ILLUSTRATIES:
Links boven:
De nakomelingen.
In ieder der donkere
cellen ontstaat een
werkbij. De kleine stift
jes zijn eieren, de wit
te wormpjes zijn de
larven, die zich inpop-
pen.
Links:
De mensch heerscht
over de bijen. Darren
van uitgezochte bijen
soorten worden o» een
speciaal raam aan de
koningin toegevoegd.
Hieronder:
Zwermrijpe bijenvol
ken in de korven.