PORTRET
DE INTERNATIONALE TOESTAND
DEZE WEEK
IN NEDERLAND
VAN DE WEEK
DUITSCH LAN O'S VOORMALIGE KOLONIËN IN AFRIKA
In de afgeloopen week heeft het
groote enthousiasme, verwekt door
het redden van den zoozeer bedreig
den vrede, plaats gemaakt voor een
ietwat rustiger beoordeeling der din
gen. In alle landen geeft men blijk,
het reeds bereikte op hoogen prijs te
stellen, maar anderzijds ziet men in,
dat er nog enorm veel werk moet
worden verzet, voordat men zoover
zal zijn, dat Europa een werelddeel
vormt, waarin een algemeene vrede
zal heersclien en alle staten vriend
schappelijke betrekkingen onderhou
den, gegrondvest op wederzijdsch
vertrouwen.
Hoopgevend is op het oogenblik de snelle
liquidatie van het Tsjechische probleem.
Nadat de vier daarvoor bij het accoord van
München aangegeven zones op ordelijke
wijze door de Duitschers waren bezet,
waarbij Hitier de gelegenheid had zich als
bevrijder in het Sudetenland te laten toe
juichen, en Polen in het bezit is gesteld
van het gebied van Tesjen, heeft de inter
nationale commissie ook de vijfde zone
aangewezen, die op het oogenblik reeds
door Duitschland bezet is. Dit gebied om
vat zoo ongeveer alle deelen van Tsjecho-
Slowakije met een Duitsche bevolking van
51 en meer. Men vraagt zich op het
oogenblik dan ook af, waarvoor er eigen
lijk nog een volksstemming noodig zou zijn.
Klaarblijkelijk is deze toch nog voor enkele
kleine districten van noode, want de Brit-
sche vrijwilligers voor den bewakings
dienst in de plebiscietgebieden in Tsjecho-
Slowakije zijn reeds beëedigd en hebben
zich op weg naar Midden-Europa begeven.
De nieuwe koers in Praag.
Opvallend is de groote medewerking, die
Praag bij dit alles verleent. Aan alle Duit
sche eischen komt men zoo vér mogelijk
tegemoet. Kennelijk wil men in de toe
komst op vriendschappelijken voet met het
Derde Rijk komen te staan en dat is er
ook wel de reden van, dat president
Benesj, die in Berlijn nu eenmaal geen
persona grata was, zoo spoedig is afge
treden, nadat Syrovy reeds een nieuw
kabinet gevormd had, waaruit Krofta, de
minister van buitenlandsche zaken en per
soonlijk exponent van dr. Benesj, ver
dwenen was. Inderdaad blijft er voor
Tsjecho-Slowakije in de toekomst geen
andere mogelijkheid over dan zoowel
politiek als economisch zoo nauw moge
lijke toenadering tot Duitschland te
zoeken.
Overigens is de Praagsche regeering ook
met bekwamen spoed overgegaan tot de
regeling van het meest brandende binnen-
landsche probleem. Aan Tsjechen, Slowa-
ken en Roethenen is thans gelijkheid ge
schonken en Slowakije en Karpatho-Rus-
land hebben reeds hun eigen ministerie.
Tsjechoslowakije wordt dus een federatieve
staat.
Onzekerheid over de grenzen.
Omtrent de grenzen van dezen nieuwen
staat heerscht nog onzekerheid, zulks
hoofdzakelijk tengevolge van den Poolsch-
Hongaarschen eisch inzake een gemeen
schappelijke grens. Boedapest en Warschau
verlangen niet slechts, dat Tsjecho-Slowa
kije het zuiver Hongaarsche deel aan Hon
garije afstaat, iets wat zeker zal gebeuren,
maar ook Karpatho-Rusland, waarbij men
overigens niet vraagt naar de meening der
Roethenen, die te kennen hebben gegeven
in het Tsjechoslowaaksche staatsverband
te willen verblijven. Intusschen heeft En
geland reeds'in Warschau laten weten, dat
het zich tegen een dergelijken eisch verzet
Na de verheffing van het Duitsche gezantschap in Brussel tot ambassade is de
eerste Duitsche ambassadeur, Von Bülow-Schwante, met zijn familie in Brussel aan
gekomen. Men ziet hem hier na aankomst op het station te Brussel.
en ook de Duitsche pers verwerpt deze,
zoodat Praag nog mag hopen, dat Kar
patho-Rusland voor den Tsjechoslowaak-
scnen staat blijft behouden.
Rust voor Chamberlain en Daladier.
Chamberlain en Daladier hebben voor
hun parlementen hun buitenlandsche poli
tiek der laatste weken verdedigd en daar
bij de goedkeuring van de overgroote
meerderheid der volksvertegenwoordigin
gen gekregen. In Frankrijk bleek daarbij,
dat het Volksfront geheel uit elkaar is
gespat.
De beide staatslieden kunnen nu eenige
dagen van een welverdiende rust genieten,
voordat zij hun aandacht weer besteden
aan de overige problemen, die Europa
bezig houden, voornamelijk de Spaansche
kwestie en ook wel het koloniale probleem.
De Spaansche kwestie.
De oplossing van de Spaansche kWestie
is zooals men weet een van de voorwaar
den voor het in werking treden van het
Britsch-Italiaansche accoord. Het staat
vast, dat zoowel Londen als Rome een
spoedige oplossing wenschen, maar over
den aard van deze oplossing bestaan nog
wel eenige meeningsverschillen, die nu op
het oogenblik door lord Perth, den Britschen
ambassadeur te Rome en graaf Ciano uit
de wereld schijnen te worden geholpen.
Over hun onderhandelingen is nog weinig
bekend geworden, maar reeds heeft Fran
co aangekondigd, dat hij ongeveer 30
der vrijwilligers wil laten gaan. Men zal er
goed aan doen het vervolg der onderhan
delingen met aandacht te volgen.
Het koloniale vraagstuk.
Minder actueel is op het oogenblik nog
het koloniale vraagstuk, dat door Duitsch
land weer ter sprake zal worden gebracht.
Voor Nederland heeft dit probleem in zoo
verre een onaangenaam bijsmaakje, dat in
het Engelsche parlement en de Engelsche
pers gesproken is over gebiedsafstand van
derden aan Duitschland, waarbij zelfs ge
zinspeeld werd op Nederlandsche bezit
tingen en den Belgischen Congo. Dit zou
den indruk kunnen wekken, dat Londen
gebieden wil behouden, waar het geen
recht op heeft, dóór koloniën af te staan,
die het niet eens in zijn bezit heeft, of,
populair uitgedrukt, riemen wil snijden
van andermans leer. Dergelijke uit
latingen hebben niet slechts in ons land,
maar ook in Duitschland de verontwaardi
ging opgewekt. Men heeft daar te kennen
gegeven, dat men slechts aanspraak maakt
op datgene, waar men recht op heeft, en
niet op gebieden, die eerst onrechtmatig
aan derden zouden moeten worden ont
nomen.
Verdere Duitsche versterkingen.
Ter gelegenheid van de opening van een
theater in Saarbrücken heeft Hitier een
rede gehouden, die in internationaal op
zicht in zooverre belangrijk is, dat daarbij
een verdere versterking van Duitschlands
westgrens is aangekondigd. Hij gaf toe, dat
de huidige staatslieden ongetwijfeld den
vrede willen, maar verklaarde, dat b.v.
een Chamberlain wel eens zou kunnen
worden opgevolgd door een Churchill, een
Eden of een Duff Cooper en dat dan de
wereldvrede niet langer gegarandeerd zou
zijn. Derhalve achtte Hitier het noodig het
systeem van versterkingen uit te breiden
tot de gebieden van Alten en Saarbrücken
Het bezoek van Koning Leopold.
Het staat thans vast, dat het officieele
bezoek van den Koning der Belgen aan
onze Koningin de volgende maand zal
plaats hebben. De Koning komt Maandag
21 November des middags per trein te
Amsterdam aan, waar hij aan het Cen
traal Station zal worden ontvangen en zich
in een plechtigen stoet naar het Paleis op
den Dam zal begeven. De straten, waar
langs de stoet zal trekken, zullen worden
versierd, waarvoor B. en W. van Amster
dam reeds een bescheiden crediet hebben
aangevraagd. Een deel van den aanleg,
welke bij het jubileum van H.M. de Konin
gin heeft dienst gedaan, zal hiervoor nog
kunnen worden gebruikt. In Amsterdam
blijft Koning Leopold twee dagen; Woens
dag den 23sten vertrekt de hooge gast naar
Den Haag, vanwaar hij waarschijnlijk nog
denzelfden dag weer naar Brusset terug
keert.
Voor de haven vergaan.
De week in Nederland zette in met de
./el zeer tragische ramp van de „Sth. 102",
de Scheveningsche motorlogger, die na
enkele weken op zee gezwalkt en de
zwaarste stormen te hebben doorstaan, in
het zicht van de veilige haven op klaar
lichten dag voor de kust van Scheveningen
verging. Een onverwacht hevige golfslag
Wierp het schip tegen een der havenhoof
den, waarop het onmiddellijk begon te zin
ken. Van de 14 opvarenden konden dank
zij het kranige werk van de te hulp ge
snelde reddingsboot „Zeemanshoop" 11
worden gered; drie leden van de beman
ning echter, die toen het schip begon te
zinken, overboord gesprongen waren,
ZWEVENDE TRAM.
Een Duitsch ingenieur heeft een
soort zweefbaan uitgevonden, die
niet aan een kabel hangt, maar wrij
door de lucht zweeft. Deze zweef
baan berust op het principe, dat de
zwaartekracht, waarmee de aarde
een lichaam aantrekt, door de wer
king van electro-magneten wordt op
geheven, en dat dit lichaam dus wer
kelijk blijft zweven. De trams van
deze baan moeten op dak en beide
zijden voorzien zijn van electx-o-
magneten, en de rails moeten be
staan uit drie ijzeren rails ertegen
over. In het gunstigste geval kan de
afstand tusschen de magneten en de
rails 10 tot 15 meter zijn. De gang
van deze zweefbaan is geheel ge-
ruisehloos en 'men kan er gemakke
lijk 5Q0 tot 1000 kilometer per uur
mee bereiken. Het verkeer met dit
soort trams zou moeten plaats vinden
in cndergrondsche buizen, die bijna
luchtledig gemaakt zijn. Natuurlijk
zijn de onkosten van het aanleggen
van dergelijke verkeersmiddelen erg
hoog en daarom wil ir. Kemper de
doorsnee van de buizen zoo klein
mogelijk houden. De bedrijfskosten
zijn echter vooral bij zeer hooge
snelheden zeer gering.
moesten deze poging om de vei/ige kust te
bereiken, met den dood bekoop^en.
De graancommissie geïnstalleerd.
In een land als het onze, waar de land
bouw de voornaamste pijler van het volks
bestaan is, komt aan de graanpolitiek, die
een der belangrijkste onderdeelen der
landbouwpolitiek uitmaakt, uiteraard een
niet geringe beteekenis toe. Niet alleen van
landbouwtechnischen, doch vooral ook van
economische zijde moet het vraagstuk der
door ons land te voeren graanpolitiek wor
den beschouwd. Voor de bestudeering van
dit alleszins belangrijke vraagstuk heeft
de minister van Economische Zaken een
commissie van onderzoek in het leven ge
roepen, welke onder voorzitterschap van
ir. S. L. Louwes .staat en Dinsdagmiddag
door den minister werd geïnstalleerd.
Naast haar taak, de meest wenschelijke
richtlijnen voor den Nederlandschen
graanbouw aan te geven, zal de commissie
zich tevens bezig hebben te houden met
de vraag, of de x'egeeringssteun aan den
graanbouw afgewenteld moet worden op
den consument, resp. den handel of de
verwerkende industrieën.
De saneering in de boomkweekerij.
Ook op ander gebied kan de overheids
bemoeiing nog niet gemist worden; in
tegendeel, telkens weer moeten nieuwe
bedrijfsgroepen hierin betrokken worden.
Toch streeft de regeering er anderzijds
ook naar, haar bemoeiingen waar mogelijk
te beperken of geheel te staken. Zoo zal
thans een uit 12 leden bestaande commis
sie uit de boomkweekerswereld worden
ingesteld, die zal hebben te onderzoeken,
of en in hoeverre de saneering in de boom
kweekerij door de kweekers zelf kan wor
den ter hand genomen. De tot dusverre
aan deze bedx-ijfsgroep verstrekte hulp be
stond in een vier jaar geleden verstrekt
crediet van 3.5 millioen gulden, waarvan
inmiddels nog geen millioen is gebruikt;
verder in het registreeren der beteelde op
pervlakten, het verstrekken van teeltver
gunningen en het opkoopen van het
kweekoverschot. Deze laatste maatregel
viel echter niet in goede aarde, want de
regeering schonk deze opgekochte planten
aan gemeentebesturen en officieele instel
lingen en de kweekers zagen hierin een
vermindering van hun afzetgebied.
De Afsluitdijk versterkt.
De hevige Zuiderstorm, die begin der
vorige week in geheel West-Europa min
of meer ernstige schade heeft aangericht,
heeft aan het licht gebracht, dat de Af
sluitdijk van het IJselmeer nog niet onder
alle omstandigheden aan zijn doel beant
woordt. Meende men aanvankelijk, dat
defensiemaatregelen den abnormaal hoo
gen waterstand en daarmede de gevaar
lijke bedreiging van den dijk aan de Zuid
zijde ten gevolge hadden gehad, thans
blijkt dit niet de oorzaak van de aange
richte vernieling te zijn geweest. Dat de
dijk zoo zwaar beschadigd is, moet ver
klaard worden uit de omstandigheid, dat
de storm ditmaal uit het Zuiden kwam,
terwijl hij gewoonlijk in het Zuidwesten
opkomt en dan naar het Noordwesten
draait. Nu stond daardoor de geweldige
windkracht pal op den dijk, zoodat de
watei-massa's van het meer er met onge
kende hevigheid tegen gebeukt wei-den. In
de ongeveer tien jaar, dat de dijk nu be
staat, is dit nog nooit eerder vooi'gekomen.
Op een dergelijken aanval blijkt de dijk
nog niet berekend te zijn, waarom hij dan
ook op verschillende plaatsen aan de Zuid
zijde, vooral wat de steenglooiing betreft,
zal worden versterkt.
Reorganisatie bij de spoorwegen.
De aanstelling van een driehoofdige
directie bij de Nederlandsche Spoorwegen
blijkt het begin te zijn geweest van een
ingrijpende reorganisatie. Eenerzijds zal
gestreefd woi-den naar nog grooter effi
ciency in den dienst dan thans reeds het
geval is, doch anderzijds staan tal van
belangrijke bezuinigingen op het pro
gramma. Deze bezuinigingen zullen naar
verluidt in hoofdzaak worden verkregen
door samenvoeging van verschillende dien
sten, die thans nog zelfstandig werken,
hetgeen ontslag van verschillende hoogere
en lagere ambtenaren ten gevolge zal heb
ben. Hoe onaangenaam dit voor de betrok
kenen ook moge zijn, de blijvend ongun
stige uitkomsten van de exploitatie der
spoor-wegen schijnen het onvermijdelijk te
maken, dat het bezuinigingsmes in de
wonde wordt gezet.
WEEKOVERZICHT.
De Hongaarsche katholieke minder
heden in Tjsechoslowakije.
Volgens een mededeeling van de Ween-
sche Rijkspost ovei-handigden de katho
lieke leiders der Hongaren in Tsjecho
slowakije den Tsjechoslowaakschen bis
schoppen een gedenkschrift, waarin wordt
gesproken over de moeilijke positie der
Hongaax-sche minderheden, in het bijzon
der over het x-eligieuze probleem. De Tsje
chische regeering zou reeds lang het ge
bruik der Hongaarsche moedertaal in de
scholen, in de kerken, enz. bij de Hongaar
sche minderheden hebben onderdrukt.
Bij de bespi-ekingen over de politieke
strubbelingen in Tsjechoslowakije wordt
zoo gemakkelijk vergeten, dat er in dit land
ook een religieus probleem bestaat; de
Tsjechische x-egeering zou grootendeels uit
Vrijmetselaars bestaan, die van hun afkeer
tegen de katholieke kerk nooit een geheim
zouden hebben gemaakt. Van dexi eersten
president Masaryk stamt ook de uitspraak:
„Rome moet door de Tsjechen vex-oordeeld
worden!" Het is dus niet te verwonderen,
dat de Hongaarsche katholieken in Tsje
choslowakije zich thans roeren.
Het katholieke St. Konradsblad te Frei-
bux-g-Breisgau vertelt in zijn laatste num
mer van de belangrijkste bedevaarten,
welke in den laatsten tijd in Duitschland
plaats vonden: „Een bedevaart der katho
lieke vrouwen van Frankfort en Wies-
baden naar Marienthal in Rheingau, waar
aan pl.m. 6000 vrouwen en moedex*s deel
namen, werd geleid door Mgr. Dr. Hilfrich
von Limburg, die de bedevaartgangers
toesprak. Verder vond een bedevaart
plaats van 6000 pelgrims, meest mannen,
naar Liebfrauenheide nabij Klein-Krot-
zenburg (Bisdom Mainz, waar Bisschop
Ketteler op 25 Juli 1869 zijn beroemd ge
worden rede over het sociale vraagstuk
hield). Tenslotte vond dit jaar een groote
beevaart van oudstrijders naar de Berg-
kapel van Zeil aan de Main plaats, maar
een waarlijk religieus volksfeest werd dit
jaar de px-iesterwijding in den Dom te
Speyer; meer dan 10.000 bezoekers uit het
dioscees wai-en bij het feest tegenwoordig.
Voor eenigen tijd werd in de Albanee-
sche hoofdstad Tirana de eerste steen ge
legd voor een katholieke kerk. Het zal de
eerste groote katholieke kerk in Tirana
zijn. De plechtigheid der eerste steenleg
ging geschiedde door den Aartsbisschop
van Dux-azzo.
LOOPEN ONZE KOLONIËN GEVAAR
Een Fransch. spi-eekwoord zegt: „Homme
averti en vauit deux" hij, die gewaar
schuwd i^, kan op zijn hoede zijn! De
kleinere mogendheden hebben ongetwij
feld uit de gebeurtenissen van de laatste
weken de wijze les kunnen trekken, dat
de groote mogendheden er niet afkeerig
van zijn, om riemen te snijden van ander
mans leer, wanneer dit in hun kraam te
pas komt.
Wij mogen er dus wel dankbaar voor
zijn, dat men zich ditmaal, misschien in
een onbewaakt oogenblik, heeft laten ont
vallen dat er in een nabije toekomst over
kolonies zal worden „gepraat".
Is het wonder, dat wij ons afvragen wat
ons land op die conferentie te maken heeft?
Nederland heeft niets, hoegenaamd niets
te maken met de koloniale kwesties van
andere mogendheden. Wij hebben geen
enkel geschil op dat gebied, met niemand.
Wij hebben er geen onderdrukte minder
heden. Wij hebben nooit den wensch te
kennen gegeven, afstand te willen doen
van ook maar één vierkanten meter van
het gebied, waarover, in welk werelddeel
dan ook, de Nederlandsche driekleur wap
pert integendeel
Het is reeds lang geleden, doch namen
als Ceylon, Mauritius en Kaap de Goede
Hoop hebben bij ons volk onaangename
herinneringen achtergelaten aan dengrijp-
gragen John Buil. Het wekt een stil ver
moeden, dat Engeland misschien zal trach
ten, koloniale aspiraties te bevx-edigen ten
koste van derden in casu wellicht van
Nederland.
Dat Duitschland daai-op zou aansturen
is minder waax*schijnlijk; immers, de Duit
sche regeering heeft steeds veiklaard, dat
het haar bij den eisch tot teruggave van
Duitschlands vroegere koloniën alleen te
doen is om een kwestie van eer en van
rechtsherstel. Zij wil de koloniën terug
hebben, welke Duitschland ontnomen zijn.
Dit sluit uit, dat het zich met Engelsche
machinaties zou inlaten.
Het Duitsche standpunt is, dat „het
mandatenstelsel berustte op veronderstel
lingen, welke onjuist waren en thans eerst
goed blijken, onjuist te zijn. Duitschland
moet dus in zijn rechtmatig eigendom
I wox-den hersteld en verlangt niets wat eerst
weder onrechtmatig aan derden zou moe
ten worden afgenomen". Dat laatste spreekt
toch nogal vanzelf, zouden wij zoo zeggen.
Het is natuurlijk niet mogelijk, om reeds
bij voorbaat met juistheid te voorspellen,
wét op deze conferentie zal worden be
handeld; doch het is wél mogelijk, om ons
reeds bij voorbaat krachtig te kanten tegen
elke poging, welke daarbij zou kunnen
worden gedaan om ons, in welken vorm
ook, te bewegen tot afstand van een duim-
bx-eed van ons gebied.
Laten wij een goed gebruik maken van
de omstandigheid, dat de groote mogend
heden ons althans een wenk hebben ge-
gegeven en ons dus niet op het laatste
oogenblik hun wil kunnen opleggen, zon
der ons den tijd te geven om ons veirweer
gereed te maken.
Het is zeer goed mogelijk, dat ons een
zware strijd te wachten staat, nu wij ge
zien hebben, hoe weinig rekening wordt
gehouden met de belangen der ldeine sta
ten. Gelukkig evenwel is de nieuwe stel
regel, dat macht boven recht gaat,
nog niet verheven tot een universeele wet;
en wij hebben dan ook het vaste vertrou
wen, dat Nederlands stem niet zal zijn de
stem eens roependen in de woestijn, doch
Dr. BÉLA VAN IMRÉDY.
Naast Duitschland en Polen heeft
zooals bekend ook Hongarije een
grensgeschil met Tsjecho-Slowakije
te regelen. Dit doet meer dan onder
normale omstandigheden de aan
dacht vallen op dr. Béla van Imrédy,
den tegenwoordigen leider van de
Hongaarsche politiek.
Béla van Imrédy werd in 1891 te
Boedapest geboren. In het jaar 1913
promoveex-de hij in de rechtsweten
schappen. Een lange buitenland
sche studiereis bracht hem daarna
o.a. naar Engeland, Frankrijk,
Duitschland en Nederland.
Gedurende den geheelen wereld
oorlog deed hij dienst in het 5de
regiment huzaren. Hij was zeer dap
per en kreeg een groot aantal onder
scheidingen.
Reeds gedurende den oorlog in
1915 wex-d hij bij het ambtenaren
corps van het ministerie van finan
ciën ingedeeld en in 1920 volgt zijn
benoeming tot secretaris-generaal
van dit departement. In 1926 werd
hij plaatsvervangend directeur van
de Hongaarsche Nationale Bank en
in 1928 directeur en lid van den raad
van beheer van deze instelling.
In 1932 nam Gömbös hem.als mi
nister van financiën in zijn kabinet
op. Deze functie bleef hij tot 1935
bekleeden, om onmiddellijk na zijn
heengaan als minister tot president
van de Hongaarsche Nationale Bank
benoemd te worden.
Na den dood van Gömbös werd hij
al spoedig door x-ijksbestuux-der
Horthy aan het hoofd van de Hon
gaarsche regeering geroepen.
dat zij bij alle weidenkenden weerklanl
zal vinden. Doch dan moeten wij er oo.l
niet mede wachten tot het wellicht t
laat is.
TOGO,
KA ME
AFRIKA
dgom-afrim
ti
fWifcjini-N
UK
DUITSCHLANDS KOLONIALE
EISCHEN.
Het bericht, dat ook de koloniale kwestie
binnen afzienbaren tijd het onderwerp van
vriendschappelijke onderhandelingen tus
schen de mogendheden zal zijn, heeft bij
onze Oosterburen groote vreugde verwekt.
Met verontwaardiging heeft men intus
schen ook in Duitschland kennis genomen
van uitlatingen in het Engelsche parle
ment en de pers, waarin toespelingen voor
komen op de mogelijkheid, dat in den loop
van eventueele ondei-handelingen over de
teruggave van de vroegere Duitsche kolo
niën, een ruilixxg ter sprake zou kunnen
komen in dier voege, dat Engeland streken
cadeau geeft, die het zelf niet bezit om in
ruil daarvoor landen te behouden, waar
het geen recht op heeft. Heeft men niet
den euvelen moed gehad zelfs op onze
koloniën en den Belgischen Congo te zin
spelen? Het is derhalve goed, dat de Duit
sche regeering verklaard heeft, dat het
in zijn rechtmatig bezit moet worden her
steld en niets verlangt, wat eerst onrecht
matig van derden moet worden afgenomen.
Waax-uit bestaan nu de oude Duitsche
koloniën, waarop onze Oosterburen aan-
spraak kunnen maken? Deze moeten ge
zocht worden in Afrika, Oceanië en China.
In Afrika waren het Togo (thans Fransch
mandaat), Kamer-oen (thans Fransch en
ten deele Britsch mandaat), Duitsch Z.W.
Afrika (thans mandaat van de Unie van
Zuid-Afrika) en Duitsch Oost-Afrika
(thans Britsch mandaat); in Oceanië: Kei
zer AVilhelmsland (op Nieuw-Guinea) en
de Bismarck-archipel (thans mandaat van
Australië), de Carolinen (thans Japansch
mandaat) en Samoa (thans mandaat van
Nieuw-Zeeland; in Azië: het pachtgebied
van Kiautsjou (eerst aan Japan, later aan
China, thans wéér in bezit van Japan).
Zooals men ziet was het Duitsche kolo
niale gebied in Afrika en Oceanië zeei
uitgestrekt (in totaal ongeveer 2.9 mil
lioen km2), zoodat Duitschland in dit op
zicht achter Engeland en Frankrijk do
derde plaats innam.
ENGELAND LAND VAN HUISDIEREN.
Geen land ter kereld, waar huisdieren'
zoo algemeen zijn als Engeland. En niet
altijd zijn het de gangbare huisdieren, die
men er aantreft. Het is tegenwoordig al
niets bijzonders meer-, als men bij parti
culieren een leeuwtje of een slang vindt.
Want de Britten, en vooral het opgroeiende
geslacht, leggen eensklaps een sterke voor
keur voor exotische huisdieren aan de'*
dag.