PORTRET DE INTERNATIONALE TOESTAND WEEK DEZE NEDERLAND VAN DE WEEK W Op het accoord van München is eenigen tijd lang een kater gevolgd. Engelands eerste stap na München was de aankondiging van een nog krachtiger bewapening; dat wekte het wantrouwen van Berlijn en Rome op. Duitschlands eerste onder neming was een economisch offen sief in Zuid-Oost-Europa; dat deed argwaan in Engeland en Frankrijk èntstaan. En bedenkt men dan ten slotte nog, dat Italië, Polen en Hon garije in Tsjecho-Slowakije van het zelfbeschikkingsrecht der volken wilden afwijken iets waaraan Duitschland niet me® wilde doen dan kan de onbehaaglijke stemming van de laatste weken niet onbegrij pelijk zijn. Thans echter doen zich weer lichtpunten voor. Men gaat in zien, dat veel van het wantrouwen over en weer misplaatst is en dat laat de hoop leven, dat Europa als nog de vruchten van München zal kunnen plukken. Een van de belangrijkste symptomen van een beter inzicht in de bedoelingen en wenschen der volken is ongetwijfeld de rede, die de Britsche minister van buiten- landsche zaken Halifax dezer dagen ge houden heeft. Halifax heeft duidelijk laten blijken, dat Engeland den „geest van Ver- sailles" opzij wil zetten; het wenscht aan de begrippen samenwerking en verdraag zaamheid een andere beteekenis te geven dan die welke tot dusverre bestond. De samenwerking moet er een zijn tusschen gelijkwaardigen, maar met respecteering van eikaars belangen. Samenwerking op basis van gelijkheid; en ter waarborging van die gelijkheid is een machtsapparaat noodig. Daarom moet voorshands de strijd voor den vrede en tegen de oorzaken van den oorlog nog gepaard gaan met verster king van de bewapening. Met deze woorden heeft Halifax aan Ber lijn en Rome meer begrip voor Engelands politiek willen bijbrengen. In Berlijn heeft men dat begrepen en gezegd kan worden, dat het vertrouwen tusschen Duitschland en Engeland weer aan het toenemen is. En aangezien dezer dagen eindelijk ook het Britsch-Italiaansche accoord in werking treedt, mag men ook daarvan een gunsti- gen invloed op de betrekkingen tusschen Londen en Rome verwachten. Voor de toe komst van Europa is dat van het grootste belang. Verkiezingen in Frankrijk. Het is opmerkelijk, dat Frankrijk zijn stem in het internationale concert zoo goed als niet laat hooren, maar onbegrijpelijk is dit niet. In dit land toch moeten zich eerst groote binnenlandsche veranderin gen voltrekken, alvorens men zich in den nieuwen gang van zaken kan inschakelen. De Engelschen oefenen een bijzonder scherpe controle uit op het Arabische deel der bevolking. Op onze foto ziet men, hoe Britsche soldaten, dreigend met geweren, Arabieren aan den lijve onderzoeken, die vanuit de Jaffa-poort de oude stad wilden ingaan. Dat Frankrijk intussdien hard aan het werk is om de noodige herzièningen in zijn beleid, zoowel buiten- als binnenlandsch, aan te brengen, behoeft niet betwijfeld te worden en dat deze herzieningen met den wil van het volk zullen plaatsvinden, staat na de verkiezingen voor een deel van den senaat na 1.1. Zondag wel vast. Deze ver kiezingen toch zijn uitgevallen in het voor deel der meest gematigde elementen, die zeker de nieuwe politiek van Daladier zul len steunen. Frankrijk blijft natuurlijk vasthouden aan de as Londen-Parijs, maar daarnaast zal het zooveel mogelijk alle ge schillen met buitenlandsche mogendheden uit den weg zien te ruimen. De benoeming van Frangois Poncet tot ambassadeur te Rome is een van de eerste schreden op dezen weg. De onderhandelingen tusschen Praag en Boedapest. De hernieuwde onderhandelingen tus schen Praag en Boedapest vlotten nog niet al te best. Wel zijn de beide standpunten elkaar wat meer genaderd, maar over een paar grootere steden is men het nog niet eens kunnen worden. De moeilijkheid schijnt hierin te schuilen, dat deze steden wel is waar een overwegend Hongaarsche bevolking hebben, maar dat het omlig gende land juist overwegend Slowaaksch is. Het ethnografische principe kan hier dan ook moeilijk in toepassing gebracht worden. Intusschen werken de diplomaten ijverig voort en eerst wanneer de zaak geheel be klonken zal zijn, mag men een nieuwe bij eenkomst van Hongaren en Slowaken ver wachten. Helaas is men echter op het oogenblik nog niet zoo ver. De strijd in het Verre Oosten. 3 November is de mikado jarig en het Japansche leger hoopte aan zijn keizer voor dezen dag als geschenk de verovering van Hankou te kunnen melden. Het is daarin geslaagd; zoowel de belangrijke Zuidchineesche handelsstad Kanton als de tweede hoofdstad van de regeering Tsjiang Kai-sjek zijn gevallen. Men vraagt zich af, of thans de vrede tusschen China en Japan geteekend zal worden. Inderdaad valt thans in China een zekere oorlogsvermoeidheid waar te nemen, terwijl anderzijds de Japanners er geen belang bij kunnen hebben, den strijd nog verder in het binnenland, waar de voor waarden voor hen zeker minder gunstig zijn, voort te zetten. Het is echter eerst de toekomst, die op deze vraag een ant woord zal kunnen geven. Krachtig Britsch optreden in Palestina. Engeland is kennelijk van plan zijn poli tiek tegenover Palestina te herzien. Het schijnt het verdeelingsplan, dat zooveel onrust heeft verwekt, wel te willen laten varen en van Palestina een Arabisch- Joodschen staat onder Britsch toezicht te willen maken. In de allereerste plaats acht men het echter op het oogenblik noodig een einde te maken aan de tallooze daden van ter reur. Men treedt daartoe uiterst krachtig op en heeft zelfs de oude Arabische wijk van Jeruzalem bezet. Het is voor het veel geplaagde land te hopen, dat het energieke Engelsche optreden thans inderdaad het gewenschte resultaat zal brengen. Voor een groot deel zal dit echter wel afhangen van de politiek, die Londen tegenover de Ara bieren gaat volgen. Het bezoek van Koning Leopold. Het programma van den Koning van ielgië voor zijn tweedaagsch bezoek aan ms land op 22 en 23 November a.s. blijkt jitgebreider te zijn dan aanvankelijk was gemeld. Niet alleen Amsterdam en Den Haag, doch ook Amersfoort en Soestdijk zullen den Koning te gast krijgen. In A_mersfoort wil Koning Leopold namelijk het monument voor de Belgische militairen bezoeken, terwijl hij in Soestdijk op het Paleis een particulier bezoek wil bren gen aan Prinses Juliana en Prins Bern- hard. Dit alles zal den eersten dag plaats vinden. De tweede dag is bestemd voor 's Konings bezoek aan de Residentie, waar een receptie zal worden gehouden op het Belgische gezantschap, om de Belgische kolonie en de Belgische consuls in ons land gelegenheid te geven, hun opwach ting te maken bij den monarch. Onze handelsbetrekkingen met België. Op grond van het Nederlandsch-Bel- gische handelsverdrag heeft Donderdag te Brussel de installatie plaats gevonden van een tweetal commissies, een van Belgische en een van Nederlandsche zijde, die ten doei hebben den weg te effenen voor de handelsbetrekkingen tusschen beide landen en voor kwesties, welke zich in het weder zij dsche handelsverkeer eventueel moch ten voordoen, in gemeenschappelijk over leg een oplossing te vinden. Na de installa tie werd een vergadering gehouden waar in verschillende reeds gerezen moeilijk heden tusschen beide landen onder de oogen werden gezien. Aan een en ander ging een noenmaal der gezamenlijke com missieleden op het Nederlandsche gezant schap te Brussel vooraf. Nederlands lichamelijke opvoeding. Sinds eenigen tijd wordt in verschillende onderwijskringen alarm geslagen over den MET PRIKKELDRAAD TEGEN MOND- EN KLAUWZEER. Niet alleen de Europeesche, ook de Zuid-Afrikaansche veehouders hebben met mond- en klauwzeer ©ndev hun vee te kampen. En het middel, waarmee men daar de nood lottige besmetting tracht tegen te ttouden, ia.prikkeldraad. De autoriteiten van Swasiland, waar de ziekte in hevige mate heerscht, heb ben order gegeven, een verscheidee duizenden kilometers lange afzetting van prikkeldraad om de geheele kolonie te maken. Daardoor hoopt men te verhinderen, dat de plaag naar andere streken overslaat. Tus schen Swasiland en Transvaal, resp. Natal is de afrastering bijna gereed. Langs de grens van Swasiland en Portugeesch Oost-Afrika zijn de werkzaamheden nog aan den gang. De kosten van dit omvangrijke werk worden op 50 a. 60.000 pond sterling geschat. gebrekkigen toestand van de lichamelijke opvoeding in ons land. De waarde van lichamelijke oefening is in ons onderwijs nooit zoo op den voorgrond gesteld ais in vele andere landen, met name in Enge land, doch dat zij in de practijk van ons onderwijs op schromelijke wijze wordt miskend, dat schijnt men eerst thans in breeden kring te gaan inzien. Dat de klacht niet overdreven is, blijkt het best uit de resultaten van een onderzoek, in 1935 door het Rijksschooltoezicht ingesteld. In dat jaar waren er in ons land 3063 openbare en 4986 bijzondere lagere scho len, waarvan resp. 1017 en 2478, dat is 33.2, resp. 49.8 in het bezit waren van een onvoorwaardelijke vrijstelling voor lichamelijke oefening. M.a.w. beteekent dit, dat bij het L.O. veertig procent van de scholen ofwel een half millioen kinde ren geheel van gymnastiekonderwijs ver stoken is. Bij het Middelbaar Onderwijs is het wel is waar iets beter gesteld, maar toch bestaat ook daar nog een sterke wan verhouding tusschen lichamelijke en gees telijke oefening, terwijl bij het Nijverheids onderwijs de gymnastiek geheel in het vergeetboek is geraakt. Uitvoerige gegevens over een en ander vindt men in een dezer dagen door het Rijkscollege voor Lichame lijke Opvoeding uitgebracht rapport, waar in tevens verbetering van den toestand wordt bepleit. Hoe dit het best kan ge beuren, daarover is men het echter nog niet eens. Het Rijkscollege is van oordeel, dat het op den weg der regeering ligt hierin te voorzien en waarschuwt tegen particulier initiatief, omdat dit vóór alles gericht is op sport en spel en niet op systematische lichamelijke opvoeding. Dat de regeering aan dit onderdeel van de schoolopvoeding, hoe noodzakelijk ook, meer geld ten koste zal leggen, is echter thans wel minder dan ooit te verwachten en wat het Rijkscollege verlangt goed opgeleide leerkrachten en speciaal georga niseerd, deskundig toezicht op het gymnas tiekonderwijs zou zeker geen geringe kosten met zich mede brengen. Wachten wij echter af, hoe de regeering op het thans geslagen alarm zal reageeren. Strijd tegen de „wilde bussen". Spoor- en tramwegen voeren reeds jaar en dag een hardnekkigen strijd tegen de z.g.n. „wilde bussen", particuliere auto busdiensten, die geheel of nagenoeg paral lel loopen met bestaande spoor- en tram lijnen en dezen een groot deel van de reizigers afsnoepen, omdat zij zooveel goedkooper zijn. Tot voor kort wisten de autobusondernemers geregeld tusschen de mazen van het wettelijk net door te glip pen, doch in den laatsten tijd, waarschijn lijk omdat de concurrentie inderdaad ge vaarlijke vormen gaat aannemen, hebben spoor- en tramwegmaatschappijen bun pogingen verscherpt en zijn er nu in ge slaagd enkele rechterlijke veroordeelingen uit te lokken. Zoo zijn de wilde busdien sten tusschen Amsterdam en Haarlem in kort geding door de rechtbank te Haarlem verboden. Maar zelfs dit bleek nog niet af doende. In minder dan geen tijd hadden de autobusmannen namelijk een nieuwe N.V. uit den grond gestampt, die met het materieel van de verboden diensten een halfuurdienst ging onderhouden. De vreug de was evenwel van korten duur, want de politie greep in en verbood den passagiers aan het station van vertrek te Haarlem in te stappen. Inmiddels zet de Noord-Zuid- hollandsche Tramwegmaatschappij, beter bekend als „de Blauwe Tram", haar actie voort. Zij heeft nu behalve de exploitan ten van een autobusdienst ook de verhuur ders van de bussen, waarmee deze onder neming haar dienst onderhoudt, gedag vaard, teneinde een verbod tot het ver huren van autobussen aan wilde busdien sten te verkrijgen. Dit is iets nieuws in den strijd tusschen rail- en wegverkeer en de uitspraak, die op 1 Nov. is gesteld, wordt daarom met spanning afgewacht. DE „PRESIDENT VARGAS" WORDT VERKOCHT. De op drie na grootste diamant ter wereld, die onlangs te Minas Geraes in Brazilië werd gevonden en naar den pre sident van de Braziliaansche republiek „President Vargas" werd genoemd, zal binnenkort in Engeland op de veiling komen. De steen is door een Nederland sche firma voor 700.000 gulden aan gekocht en te Amsterdam geslepen. De „President Vargas" weegt 600 kaï-aat en behoort daarmede tot de grootste diaman ten ter wereld. De grootste is de „Cullinan", die voordat hij werd geslepen, een gewicht van 3.025 karaat had. Hij werd in Transvaal gevon den en in 1907 aan Koning Eduard VII ten geschenke gegeven. Bij de kroning van Koning George V sierde hij den konings kroon. Ook de op een na grootste diamant ter wereld, de „Excelsior" (969 karaat), werd in Zuid-Afrika gevonden. Deze be vindt zich eveneens in de kroonschat van Engeland. De derde plaats in de rij van 's werelds grootste diamanten wordt bezet door den „Kohinoor", die 800 karaat weegt. Ook deze kostbare steen behoort sedert het einde der vorige eeuw, toen hij aan Konin gin Victoria ten geschenke werd gegeven, tot de Britsche kroonschat. DE EERSTE VROUW DIE DEN MONT BLANC BESTEEG. Ruim honderd jaar geleden gelukte het voor de eerste maal aan een vrouw, de Fransche Henriette d'Angeville, den hoog- sten berg van Europa, den Mont Blanc, te bestijgen. Zij was toen reeds 44 jaar oud. Aan de beklimming was een training met zes gidsen en even zoovele dragers vooraf gegaan. Voor het bezoek aan het hof van den Alpenkoning had zij een origineele uitrusting laten vervaardigen. In een pof broek en blouse van Schotsche wol, met een zonnestroohoed op den rug en een met ijzer beslagen stok in de rechterhand, aanvaardde zij den tocht. Aan den voet van den ijsmuur van de Grande Cöte werd Henriette door de berg- ziekte aangetast. Vier uur lang had zij tegen heftige hartkloppingen en verlam mende vermoeidheid te kampen. Op het oogenblik, dat het gezelschap op den top aankwam, „was ik als door een wonder met nieuw leven bezield", schreef de eerste Mont Blanc beklimster in haar dagboek. Een postduif werd losgelaten om de goede aankomst in Chamonix te be richten, maar het arme dier heeft nooit zijn plaats van bestemming bereikt. Met de verovering van den Mont Blanc was de alpinistische werkzaamheid van Henriette d'Angeville nog niet geëindigd. Toen zij reeds 69 jaar oud was, ondernam zij in hoepelrok en op pantoffels haar 21ste en laatste bestijging van den Oldenhom- top. Op 78-jarigen leeftijd is de „bruid van den Mont Blanc" gestorven. WAAR KOMT HET CENTRALE VLIEGVELD? Het zal wel overbodig zijn, hier nog te wijzen op de verrassing, allerwegen ge wekt door het besluit van de regeering om Schiphol te bestemmen tot centraal vlieg veld, nadat men van hoogerhand eerst met klem van redenen had betoogd, dat geen enkele plaats zoo geschikt was in dit op zicht, als Leiderdorp. De aanvankelijke beslissing der regee ring, om het plan-Leiderdorp te aanvaar den, zette zoowel in Amsterdam als in Rot terdam veel kwaad bloed. Vooral Amster dam zette zich schrap en streed verwoed voor het behoud van Schiphol. Maar zie: daar komt eensklaps, als een bliksemstraal uit helderen hemel, het be sluit van de regeering, om het plan-Lei derdorp te laten varen, en zich aan Schip hol te houden. Dat dit besluit groote vreugde verwekte in de hoofdstad des lands, behoeft geen betoog. Dat daartegen over echter groote teleurstelling werd ge wekt in Rotterdam en Den Haag, zal even min iemand verwonderen. Immers, deze beide steden gevoelen zich door deze nieuwe beslissing benadeeld. Een centraal vliegveld, waarbij, op de keper beschouwd, slechts één van onze groote steden is gebaat, terwijl de drie andere: Rotterdam, Den Haag en Utrecht, daardoor op den achtergrond geraken, kan door de betreffende bevolkingsgroepen moeilijk als bevredigend worden aan vaard. Het maakt op velen den indruk, dat hier integendeel moet worden gesproken van een onbillijke bevoorrechting. Ten aanzien van het luchtverkeer te spreken van Am sterdam als centrum des lands, redeneert men, is niet te verdedigen. Het terrein bij Leiderdorp verdient veeleer dien naam, vooral ook, omdat deze plaats gemakkelijk is te bereiken van de vier grootste steden des lands uit. Wat, onpartijdig gesproken, wel zeer zwaar moet wegen, is, dat de K.L.M., toch zeker een van de voornaamste belangheb benden, zich nadrukkelijk heeft uitge sproken voor aanvaarding van het plan- Leiderdorp. En er is niets van bekend, dat de K.L.M. ooit op deze meening is terug gekomen De buitenstaander moet wel eenigszins den indruk krijgen, dat men, onverschillig op welke wijze, een plaatselijk belang vóór het algemeen, d.w.z. nationaal belang heeft laten gaan. Wat het zwaarst is, moet het zwaarste wegen. En na al wat er over dit onderwerp reeds gesproken en ge schreven is, kan men niet anders dan tot de conclusie komen, dat Leiderdorp de aangewezen plaats is. Hierbij komt nog iets anders. Rotterdam, dat aanvankelijk de belangen van Waal haven heeft bepleit, heeft thans volte face gemaakt en erkend, dat Waalhaven als centraal vliegveld moet worden uitgescha keld: een verstandig gebaar. Doch het wil eveneens Schiphol als zoodanig uitscha kelen. Men zou vermoedelijk Rotterdam onrecht aandoen, wanneer men deze koerswijziging wilde toeschrijven aan wangunst of broodnijd. Het is zeer begrij pelijk, dat de groote havenstad er weinig voor voelt, zich op zoo grooten afstand van het Nederlandsche centrale vliegveld te bevinden, en dus op middelen zint om het gevaar af te wenden. Het voornaamste middel, waarnaar zij tot dit doel heeft gegrepen, is het zoeken TSJIANG KAI-SJEK. Niets is tragischer dan dat men het werk, waaraan men zijn heele leven gewijd heeft, ineen ziet stor ten. Dit lot treft Tsjiang Kai-sjek aan den vooravond van zijn 52sten verjaardag. Een vrij en gelijkberech tigd China wilde deze man en men mag aannemen, dat hij zijn doel ten slotte ook bereikt zou hebben, ware het niet, dat een overmachtige vijand zijn land overvallen had. Wat Tsjiang Kai-sjek reeds bereikt had, blijkt wellicht het best uit het feit, dat China nog zoo lang tegenstand vermocht te bieden. Tsjiang Kai-sjek heeft dezen strijd nooit gewild. Eerst toen bleek, dat er geen andere mogelijkheid bestond, heeft hij van zijn volk het offer van den oorlog gevraagd. Thans kan ge zegd worden, dat dit offer voor niets is gebracht. China's groote steden zijn verwoest en bevinden zich in de handen van den vijand. Maar al heeft Tsjiang Kai-sjek den strijd verloren, hij heeft zijn eer behouden. Ook wanneer hij thans als politiek, mili tair en geestelijk leider van China heengaat, zal hij in onze herinne ring blijven voortleven als een wijs, goed, moedig en trouw man, die zijn vaderland, zoolang dit nog mogelijk was, met alle energie gediend heeft. van samenwerking met Den Haag, om als nog te bereiken, dat de regeering het plan- Leiderdorp ten uitvoer legt. Of het zal gelukken, door gezamenlijken aandrang van Rotterdam en Den Haag de regeering te bewegen, van het plan-Schiphol af te zien? Het is de vraag! Maar dat dit ge harrewar over een zoo belangrijke aange legenheid bevorderlijk is aan het algemeen belang, zal wel niemand durven bewei-en. dit oogenblik nog juist zoo over, als toen het plan voor het eerst werd geopperd. NOORDZEE DER£Ij> I. GROOT Taalgrens msscntn flEDERLANDSCH en FRAH5CH HERTOGDOM 1Rijksgrens Provinciegrens* ^LlAEMBUI VLAANDEREN EN WALLONIË. Over eenige weken zal de Koning van België een bezoek aan ons land brengen. Bij die gelegenheid zullen, naar gemeld wordt, alle toespraken in het Nederlandsch worden gehouden. Deze speciale vermel ding wekt misschien eenige verbazing, want het is toch eigenlijk vanzelfsprekend, dat de zoo sympathieke koning Leopold wordt toegesproken in de taal, die door het overgroote deel van zijn volk gesproken wordt. Wij drukken hierbij een kaartje af, dat de taalgrens tusschen Nederlandsch en Fransch duidelijk aangeeft. Ongeveer 60 van de bevolking spreekt Neder landsch. En dit deel van het volk heeft, hoewel in de meerderheid zijnde, een har den strijd voor het behoud van zijn taal en cultuur te voeren. Dat men daarbij steun in de Noordelijke Nederlanden zoekt, is ten onzent helaas nog niet algemeen be kend. Nog zijn er vele Noord-Nederlan ders, die uit onwetendheid vod' Bx'ussel bestemde brieven in het Fransch adres- seeren en dit terwijl Brussel altijd een Nederlandsche stad is geweest. Is het onbegrijpelijk, dat dit hun door de Vlamingen, die zich sinds eeuwen te weer stellen tegen het opdrin gende Fransch, kwalijk genomen wordt? De strijd der Vlamingen kan in dén laatsten tijd gelukkig op eenige suc cessen bogen; in Brussel b.v., dat ge heel verfranscht dreigde te worden, hoort men in de laatste jaren weer meer en meer Nederlandsch spreken. Voor de Nederland sche cultuur is dit van het grootste belang en het is derhalve de plicht ook yan de Noord-Nederlanders de Vlamingen in hun strijd zooveel mogelijk te steunen. Wij kunnen dit doen door de cultureele ban den met onze stamgenooten in de Zuide lijke Nederlanden zoo krachtig mogelijk te maken en in den omgang met hen steeds onze zoo mooie taal te gebruiken. Zooals het hierbij afgedrukte kaartje aantoont, kunnen wij dat in een groot deel van België en zelfs in een stuk van Noord-Frankrijk doen. Naar men weet wil een groot gedeelte der Nederlandsch sprekenden in België (de Vlamingen) vei'deeling van den Belgischen Staat in twee gedeelten, elk met een apart bestuur: Vlaanderen en Wallonië. Anderen gaan verder in hun verlangen en zouden gaarne Vlaanderen bij Nederland en Wal lonië bij Frankrijk zien ingedeeld. Waar de drang naar het zelfbeschik kingsrecht der volkeren steeds grooter wordt, is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat langs geleidelijken en natuurlijken weg een dergelijke toestand in het leven wordt geroepen. Op bovenstaand kaartje kan men zien, hoe de scheiding in een Nederlandsch en Fransch gedeelte zich dan zou voltrekken. OOK DE „BERENGARIA" ONDER SLOOPERS HANDEN. Nadat enkele maanden geleden de groote Amerikaansche oceaanstoomer de „Mauretania" in Engeland onder sloopers- handen is gevallen, zal nu binnenkort ook de „Berengaria" voor oudroest worden ver kocht. De „Berengaria", de trotsche 52 000 tons oceaanreus van de Cunard-White- Star-Line heeft tot Maart van dit jaar dienst gedaan op de lijn Southampton- New York, toen een deel van het bovendek door. brand werd verwoest. Evenals de „Mauretania" was ook de „Berengaria" van oorsprong Duitsch; zij behoorde tot de schepen, die Duitschland na den wereld oorlog moest uitleveren. De „Berengaria" was in 1912 voor de Hapag gebouwd en kon tot het laatst toe t.ot de schoonste en meest luxueuze schepen van de wereld- passagiersvloot worden gerekend. DE „RATTENVANGER VAN PARIJS". „Monsièur Gustave" is een bekende Parijsche figuur uit de jaren voor den wereldoorlog. Hij woont in een huiikar aan den weg naar Epinay, waar hij dezer dagen in alle stilte zijn 86sten verjaardag heeft gevierd. Monsieur Gustave, die zijn faam dankt aan zijn lang niet alledaagsch beroep van stedelijk ratten jager, dat hem den bijnaam van „de rattenvanger van Parijs" bezorgde, is in het geheel niet te vreden met ziin lot: het nietsdoen valt hem al te zwa»p

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1938 | | pagina 4