PORTRET
DE INTERNATIONALE TOESTAND
WEEK
DEZE
NEDERLAND
VAN DE WEEK
W
Op het accoord van München is
eenigen tijd lang een kater gevolgd.
Engelands eerste stap na München
was de aankondiging van een nog
krachtiger bewapening; dat wekte
het wantrouwen van Berlijn en
Rome op. Duitschlands eerste onder
neming was een economisch offen
sief in Zuid-Oost-Europa; dat deed
argwaan in Engeland en Frankrijk
èntstaan. En bedenkt men dan ten
slotte nog, dat Italië, Polen en Hon
garije in Tsjecho-Slowakije van het
zelfbeschikkingsrecht der volken
wilden afwijken iets waaraan
Duitschland niet me® wilde doen
dan kan de onbehaaglijke stemming
van de laatste weken niet onbegrij
pelijk zijn. Thans echter doen zich
weer lichtpunten voor. Men gaat in
zien, dat veel van het wantrouwen
over en weer misplaatst is en dat
laat de hoop leven, dat Europa als
nog de vruchten van München zal
kunnen plukken.
Een van de belangrijkste symptomen
van een beter inzicht in de bedoelingen en
wenschen der volken is ongetwijfeld de
rede, die de Britsche minister van buiten-
landsche zaken Halifax dezer dagen ge
houden heeft. Halifax heeft duidelijk laten
blijken, dat Engeland den „geest van Ver-
sailles" opzij wil zetten; het wenscht aan
de begrippen samenwerking en verdraag
zaamheid een andere beteekenis te geven
dan die welke tot dusverre bestond. De
samenwerking moet er een zijn tusschen
gelijkwaardigen, maar met respecteering
van eikaars belangen. Samenwerking op
basis van gelijkheid; en ter waarborging
van die gelijkheid is een machtsapparaat
noodig. Daarom moet voorshands de strijd
voor den vrede en tegen de oorzaken van
den oorlog nog gepaard gaan met verster
king van de bewapening.
Met deze woorden heeft Halifax aan Ber
lijn en Rome meer begrip voor Engelands
politiek willen bijbrengen. In Berlijn heeft
men dat begrepen en gezegd kan worden,
dat het vertrouwen tusschen Duitschland
en Engeland weer aan het toenemen is. En
aangezien dezer dagen eindelijk ook het
Britsch-Italiaansche accoord in werking
treedt, mag men ook daarvan een gunsti-
gen invloed op de betrekkingen tusschen
Londen en Rome verwachten. Voor de toe
komst van Europa is dat van het grootste
belang.
Verkiezingen in Frankrijk.
Het is opmerkelijk, dat Frankrijk zijn
stem in het internationale concert zoo goed
als niet laat hooren, maar onbegrijpelijk
is dit niet. In dit land toch moeten zich
eerst groote binnenlandsche veranderin
gen voltrekken, alvorens men zich in den
nieuwen gang van zaken kan inschakelen.
De Engelschen oefenen een bijzonder scherpe controle uit op het Arabische deel
der bevolking. Op onze foto ziet men, hoe Britsche soldaten, dreigend met geweren,
Arabieren aan den lijve onderzoeken, die vanuit de Jaffa-poort de oude stad wilden
ingaan.
Dat Frankrijk intussdien hard aan het
werk is om de noodige herzièningen in zijn
beleid, zoowel buiten- als binnenlandsch,
aan te brengen, behoeft niet betwijfeld te
worden en dat deze herzieningen met den
wil van het volk zullen plaatsvinden, staat
na de verkiezingen voor een deel van den
senaat na 1.1. Zondag wel vast. Deze ver
kiezingen toch zijn uitgevallen in het voor
deel der meest gematigde elementen, die
zeker de nieuwe politiek van Daladier zul
len steunen. Frankrijk blijft natuurlijk
vasthouden aan de as Londen-Parijs, maar
daarnaast zal het zooveel mogelijk alle ge
schillen met buitenlandsche mogendheden
uit den weg zien te ruimen. De benoeming
van Frangois Poncet tot ambassadeur te
Rome is een van de eerste schreden op
dezen weg.
De onderhandelingen tusschen Praag
en Boedapest.
De hernieuwde onderhandelingen tus
schen Praag en Boedapest vlotten nog niet
al te best. Wel zijn de beide standpunten
elkaar wat meer genaderd, maar over een
paar grootere steden is men het nog niet
eens kunnen worden. De moeilijkheid
schijnt hierin te schuilen, dat deze steden
wel is waar een overwegend Hongaarsche
bevolking hebben, maar dat het omlig
gende land juist overwegend Slowaaksch
is. Het ethnografische principe kan hier
dan ook moeilijk in toepassing gebracht
worden.
Intusschen werken de diplomaten ijverig
voort en eerst wanneer de zaak geheel be
klonken zal zijn, mag men een nieuwe bij
eenkomst van Hongaren en Slowaken ver
wachten. Helaas is men echter op het
oogenblik nog niet zoo ver.
De strijd in het Verre Oosten.
3 November is de mikado jarig en het
Japansche leger hoopte aan zijn keizer
voor dezen dag als geschenk de verovering
van Hankou te kunnen melden. Het is
daarin geslaagd; zoowel de belangrijke
Zuidchineesche handelsstad Kanton als de
tweede hoofdstad van de regeering
Tsjiang Kai-sjek zijn gevallen.
Men vraagt zich af, of thans de vrede
tusschen China en Japan geteekend zal
worden. Inderdaad valt thans in China een
zekere oorlogsvermoeidheid waar te nemen,
terwijl anderzijds de Japanners er geen
belang bij kunnen hebben, den strijd nog
verder in het binnenland, waar de voor
waarden voor hen zeker minder gunstig
zijn, voort te zetten. Het is echter eerst
de toekomst, die op deze vraag een ant
woord zal kunnen geven.
Krachtig Britsch optreden in Palestina.
Engeland is kennelijk van plan zijn poli
tiek tegenover Palestina te herzien. Het
schijnt het verdeelingsplan, dat zooveel
onrust heeft verwekt, wel te willen laten
varen en van Palestina een Arabisch-
Joodschen staat onder Britsch toezicht te
willen maken.
In de allereerste plaats acht men het
echter op het oogenblik noodig een einde
te maken aan de tallooze daden van ter
reur. Men treedt daartoe uiterst krachtig
op en heeft zelfs de oude Arabische wijk
van Jeruzalem bezet. Het is voor het veel
geplaagde land te hopen, dat het energieke
Engelsche optreden thans inderdaad het
gewenschte resultaat zal brengen. Voor een
groot deel zal dit echter wel afhangen van
de politiek, die Londen tegenover de Ara
bieren gaat volgen.
Het bezoek van Koning Leopold.
Het programma van den Koning van
ielgië voor zijn tweedaagsch bezoek aan
ms land op 22 en 23 November a.s. blijkt
jitgebreider te zijn dan aanvankelijk was
gemeld. Niet alleen Amsterdam en Den
Haag, doch ook Amersfoort en Soestdijk
zullen den Koning te gast krijgen. In
A_mersfoort wil Koning Leopold namelijk
het monument voor de Belgische militairen
bezoeken, terwijl hij in Soestdijk op het
Paleis een particulier bezoek wil bren
gen aan Prinses Juliana en Prins Bern-
hard. Dit alles zal den eersten dag plaats
vinden. De tweede dag is bestemd voor
's Konings bezoek aan de Residentie, waar
een receptie zal worden gehouden op het
Belgische gezantschap, om de Belgische
kolonie en de Belgische consuls in ons
land gelegenheid te geven, hun opwach
ting te maken bij den monarch.
Onze handelsbetrekkingen met België.
Op grond van het Nederlandsch-Bel-
gische handelsverdrag heeft Donderdag te
Brussel de installatie plaats gevonden van
een tweetal commissies, een van Belgische
en een van Nederlandsche zijde, die ten
doei hebben den weg te effenen voor de
handelsbetrekkingen tusschen beide landen
en voor kwesties, welke zich in het weder
zij dsche handelsverkeer eventueel moch
ten voordoen, in gemeenschappelijk over
leg een oplossing te vinden. Na de installa
tie werd een vergadering gehouden waar
in verschillende reeds gerezen moeilijk
heden tusschen beide landen onder de
oogen werden gezien. Aan een en ander
ging een noenmaal der gezamenlijke com
missieleden op het Nederlandsche gezant
schap te Brussel vooraf.
Nederlands lichamelijke opvoeding.
Sinds eenigen tijd wordt in verschillende
onderwijskringen alarm geslagen over den
MET PRIKKELDRAAD TEGEN
MOND- EN KLAUWZEER.
Niet alleen de Europeesche, ook
de Zuid-Afrikaansche veehouders
hebben met mond- en klauwzeer
©ndev hun vee te kampen. En het
middel, waarmee men daar de nood
lottige besmetting tracht tegen te
ttouden, ia.prikkeldraad. De
autoriteiten van Swasiland, waar de
ziekte in hevige mate heerscht, heb
ben order gegeven, een verscheidee
duizenden kilometers lange afzetting
van prikkeldraad om de geheele
kolonie te maken. Daardoor hoopt
men te verhinderen, dat de plaag
naar andere streken overslaat. Tus
schen Swasiland en Transvaal, resp.
Natal is de afrastering bijna gereed.
Langs de grens van Swasiland en
Portugeesch Oost-Afrika zijn de
werkzaamheden nog aan den gang.
De kosten van dit omvangrijke werk
worden op 50 a. 60.000 pond sterling
geschat.
gebrekkigen toestand van de lichamelijke
opvoeding in ons land. De waarde van
lichamelijke oefening is in ons onderwijs
nooit zoo op den voorgrond gesteld ais in
vele andere landen, met name in Enge
land, doch dat zij in de practijk van ons
onderwijs op schromelijke wijze wordt
miskend, dat schijnt men eerst thans in
breeden kring te gaan inzien. Dat de
klacht niet overdreven is, blijkt het best
uit de resultaten van een onderzoek, in
1935 door het Rijksschooltoezicht ingesteld.
In dat jaar waren er in ons land 3063
openbare en 4986 bijzondere lagere scho
len, waarvan resp. 1017 en 2478, dat is
33.2, resp. 49.8 in het bezit waren van
een onvoorwaardelijke vrijstelling voor
lichamelijke oefening. M.a.w. beteekent
dit, dat bij het L.O. veertig procent van
de scholen ofwel een half millioen kinde
ren geheel van gymnastiekonderwijs ver
stoken is. Bij het Middelbaar Onderwijs is
het wel is waar iets beter gesteld, maar
toch bestaat ook daar nog een sterke wan
verhouding tusschen lichamelijke en gees
telijke oefening, terwijl bij het Nijverheids
onderwijs de gymnastiek geheel in het
vergeetboek is geraakt. Uitvoerige gegevens
over een en ander vindt men in een dezer
dagen door het Rijkscollege voor Lichame
lijke Opvoeding uitgebracht rapport, waar
in tevens verbetering van den toestand
wordt bepleit. Hoe dit het best kan ge
beuren, daarover is men het echter nog
niet eens. Het Rijkscollege is van oordeel,
dat het op den weg der regeering ligt
hierin te voorzien en waarschuwt tegen
particulier initiatief, omdat dit vóór alles
gericht is op sport en spel en niet op
systematische lichamelijke opvoeding. Dat
de regeering aan dit onderdeel van de
schoolopvoeding, hoe noodzakelijk ook,
meer geld ten koste zal leggen, is echter
thans wel minder dan ooit te verwachten
en wat het Rijkscollege verlangt goed
opgeleide leerkrachten en speciaal georga
niseerd, deskundig toezicht op het gymnas
tiekonderwijs zou zeker geen geringe
kosten met zich mede brengen. Wachten
wij echter af, hoe de regeering op het thans
geslagen alarm zal reageeren.
Strijd tegen de „wilde bussen".
Spoor- en tramwegen voeren reeds jaar
en dag een hardnekkigen strijd tegen de
z.g.n. „wilde bussen", particuliere auto
busdiensten, die geheel of nagenoeg paral
lel loopen met bestaande spoor- en tram
lijnen en dezen een groot deel van de
reizigers afsnoepen, omdat zij zooveel
goedkooper zijn. Tot voor kort wisten de
autobusondernemers geregeld tusschen de
mazen van het wettelijk net door te glip
pen, doch in den laatsten tijd, waarschijn
lijk omdat de concurrentie inderdaad ge
vaarlijke vormen gaat aannemen, hebben
spoor- en tramwegmaatschappijen bun
pogingen verscherpt en zijn er nu in ge
slaagd enkele rechterlijke veroordeelingen
uit te lokken. Zoo zijn de wilde busdien
sten tusschen Amsterdam en Haarlem in
kort geding door de rechtbank te Haarlem
verboden. Maar zelfs dit bleek nog niet af
doende. In minder dan geen tijd hadden
de autobusmannen namelijk een nieuwe
N.V. uit den grond gestampt, die met het
materieel van de verboden diensten een
halfuurdienst ging onderhouden. De vreug
de was evenwel van korten duur, want de
politie greep in en verbood den passagiers
aan het station van vertrek te Haarlem in
te stappen. Inmiddels zet de Noord-Zuid-
hollandsche Tramwegmaatschappij, beter
bekend als „de Blauwe Tram", haar actie
voort. Zij heeft nu behalve de exploitan
ten van een autobusdienst ook de verhuur
ders van de bussen, waarmee deze onder
neming haar dienst onderhoudt, gedag
vaard, teneinde een verbod tot het ver
huren van autobussen aan wilde busdien
sten te verkrijgen. Dit is iets nieuws in den
strijd tusschen rail- en wegverkeer en de
uitspraak, die op 1 Nov. is gesteld, wordt
daarom met spanning afgewacht.
DE „PRESIDENT VARGAS" WORDT
VERKOCHT.
De op drie na grootste diamant ter
wereld, die onlangs te Minas Geraes in
Brazilië werd gevonden en naar den pre
sident van de Braziliaansche republiek
„President Vargas" werd genoemd, zal
binnenkort in Engeland op de veiling
komen. De steen is door een Nederland
sche firma voor 700.000 gulden aan
gekocht en te Amsterdam geslepen. De
„President Vargas" weegt 600 kaï-aat en
behoort daarmede tot de grootste diaman
ten ter wereld.
De grootste is de „Cullinan", die voordat
hij werd geslepen, een gewicht van 3.025
karaat had. Hij werd in Transvaal gevon
den en in 1907 aan Koning Eduard VII ten
geschenke gegeven. Bij de kroning van
Koning George V sierde hij den konings
kroon. Ook de op een na grootste diamant
ter wereld, de „Excelsior" (969 karaat),
werd in Zuid-Afrika gevonden. Deze be
vindt zich eveneens in de kroonschat van
Engeland. De derde plaats in de rij van
's werelds grootste diamanten wordt bezet
door den „Kohinoor", die 800 karaat weegt.
Ook deze kostbare steen behoort sedert het
einde der vorige eeuw, toen hij aan Konin
gin Victoria ten geschenke werd gegeven,
tot de Britsche kroonschat.
DE EERSTE VROUW DIE DEN MONT
BLANC BESTEEG.
Ruim honderd jaar geleden gelukte het
voor de eerste maal aan een vrouw, de
Fransche Henriette d'Angeville, den hoog-
sten berg van Europa, den Mont Blanc, te
bestijgen. Zij was toen reeds 44 jaar oud.
Aan de beklimming was een training met
zes gidsen en even zoovele dragers vooraf
gegaan. Voor het bezoek aan het hof van
den Alpenkoning had zij een origineele
uitrusting laten vervaardigen. In een pof
broek en blouse van Schotsche wol, met
een zonnestroohoed op den rug en een
met ijzer beslagen stok in de rechterhand,
aanvaardde zij den tocht.
Aan den voet van den ijsmuur van de
Grande Cöte werd Henriette door de berg-
ziekte aangetast. Vier uur lang had zij
tegen heftige hartkloppingen en verlam
mende vermoeidheid te kampen.
Op het oogenblik, dat het gezelschap op
den top aankwam, „was ik als door een
wonder met nieuw leven bezield", schreef
de eerste Mont Blanc beklimster in haar
dagboek. Een postduif werd losgelaten om
de goede aankomst in Chamonix te be
richten, maar het arme dier heeft nooit
zijn plaats van bestemming bereikt.
Met de verovering van den Mont Blanc
was de alpinistische werkzaamheid van
Henriette d'Angeville nog niet geëindigd.
Toen zij reeds 69 jaar oud was, ondernam
zij in hoepelrok en op pantoffels haar 21ste
en laatste bestijging van den Oldenhom-
top. Op 78-jarigen leeftijd is de „bruid van
den Mont Blanc" gestorven.
WAAR KOMT HET CENTRALE
VLIEGVELD?
Het zal wel overbodig zijn, hier nog te
wijzen op de verrassing, allerwegen ge
wekt door het besluit van de regeering om
Schiphol te bestemmen tot centraal vlieg
veld, nadat men van hoogerhand eerst met
klem van redenen had betoogd, dat geen
enkele plaats zoo geschikt was in dit op
zicht, als Leiderdorp.
De aanvankelijke beslissing der regee
ring, om het plan-Leiderdorp te aanvaar
den, zette zoowel in Amsterdam als in Rot
terdam veel kwaad bloed. Vooral Amster
dam zette zich schrap en streed verwoed
voor het behoud van Schiphol.
Maar zie: daar komt eensklaps, als een
bliksemstraal uit helderen hemel, het be
sluit van de regeering, om het plan-Lei
derdorp te laten varen, en zich aan Schip
hol te houden. Dat dit besluit groote
vreugde verwekte in de hoofdstad des
lands, behoeft geen betoog. Dat daartegen
over echter groote teleurstelling werd ge
wekt in Rotterdam en Den Haag, zal even
min iemand verwonderen.
Immers, deze beide steden gevoelen zich
door deze nieuwe beslissing benadeeld.
Een centraal vliegveld, waarbij, op de
keper beschouwd, slechts één van onze
groote steden is gebaat, terwijl de drie
andere: Rotterdam, Den Haag en Utrecht,
daardoor op den achtergrond geraken, kan
door de betreffende bevolkingsgroepen
moeilijk als bevredigend worden aan
vaard.
Het maakt op velen den indruk, dat hier
integendeel moet worden gesproken van
een onbillijke bevoorrechting. Ten aanzien
van het luchtverkeer te spreken van Am
sterdam als centrum des lands, redeneert
men, is niet te verdedigen. Het terrein bij
Leiderdorp verdient veeleer dien naam,
vooral ook, omdat deze plaats gemakkelijk
is te bereiken van de vier grootste steden
des lands uit.
Wat, onpartijdig gesproken, wel zeer
zwaar moet wegen, is, dat de K.L.M., toch
zeker een van de voornaamste belangheb
benden, zich nadrukkelijk heeft uitge
sproken voor aanvaarding van het plan-
Leiderdorp. En er is niets van bekend, dat
de K.L.M. ooit op deze meening is terug
gekomen
De buitenstaander moet wel eenigszins
den indruk krijgen, dat men, onverschillig
op welke wijze, een plaatselijk belang
vóór het algemeen, d.w.z. nationaal belang
heeft laten gaan. Wat het zwaarst is, moet
het zwaarste wegen. En na al wat er over
dit onderwerp reeds gesproken en ge
schreven is, kan men niet anders dan tot
de conclusie komen, dat Leiderdorp de
aangewezen plaats is.
Hierbij komt nog iets anders. Rotterdam,
dat aanvankelijk de belangen van Waal
haven heeft bepleit, heeft thans volte face
gemaakt en erkend, dat Waalhaven als
centraal vliegveld moet worden uitgescha
keld: een verstandig gebaar. Doch het
wil eveneens Schiphol als zoodanig uitscha
kelen. Men zou vermoedelijk Rotterdam
onrecht aandoen, wanneer men deze
koerswijziging wilde toeschrijven aan
wangunst of broodnijd. Het is zeer begrij
pelijk, dat de groote havenstad er weinig
voor voelt, zich op zoo grooten afstand van
het Nederlandsche centrale vliegveld te
bevinden, en dus op middelen zint om het
gevaar af te wenden.
Het voornaamste middel, waarnaar zij
tot dit doel heeft gegrepen, is het zoeken
TSJIANG KAI-SJEK.
Niets is tragischer dan dat men
het werk, waaraan men zijn heele
leven gewijd heeft, ineen ziet stor
ten. Dit lot treft Tsjiang Kai-sjek
aan den vooravond van zijn 52sten
verjaardag. Een vrij en gelijkberech
tigd China wilde deze man en men
mag aannemen, dat hij zijn doel ten
slotte ook bereikt zou hebben, ware
het niet, dat een overmachtige vijand
zijn land overvallen had. Wat
Tsjiang Kai-sjek reeds bereikt had,
blijkt wellicht het best uit het feit,
dat China nog zoo lang tegenstand
vermocht te bieden.
Tsjiang Kai-sjek heeft dezen strijd
nooit gewild. Eerst toen bleek, dat er
geen andere mogelijkheid bestond,
heeft hij van zijn volk het offer van
den oorlog gevraagd. Thans kan ge
zegd worden, dat dit offer voor niets
is gebracht. China's groote steden
zijn verwoest en bevinden zich in de
handen van den vijand. Maar al heeft
Tsjiang Kai-sjek den strijd verloren,
hij heeft zijn eer behouden. Ook
wanneer hij thans als politiek, mili
tair en geestelijk leider van China
heengaat, zal hij in onze herinne
ring blijven voortleven als een wijs,
goed, moedig en trouw man, die zijn
vaderland, zoolang dit nog mogelijk
was, met alle energie gediend heeft.
van samenwerking met Den Haag, om als
nog te bereiken, dat de regeering het plan-
Leiderdorp ten uitvoer legt. Of het zal
gelukken, door gezamenlijken aandrang
van Rotterdam en Den Haag de regeering
te bewegen, van het plan-Schiphol af te
zien? Het is de vraag! Maar dat dit ge
harrewar over een zoo belangrijke aange
legenheid bevorderlijk is aan het algemeen
belang, zal wel niemand durven bewei-en.
dit oogenblik nog juist zoo over, als toen
het plan voor het eerst werd geopperd.
NOORDZEE
DER£Ij>
I. GROOT
Taalgrens msscntn
flEDERLANDSCH en FRAH5CH
HERTOGDOM
1Rijksgrens
Provinciegrens*
^LlAEMBUI
VLAANDEREN EN WALLONIË.
Over eenige weken zal de Koning van
België een bezoek aan ons land brengen.
Bij die gelegenheid zullen, naar gemeld
wordt, alle toespraken in het Nederlandsch
worden gehouden. Deze speciale vermel
ding wekt misschien eenige verbazing,
want het is toch eigenlijk vanzelfsprekend,
dat de zoo sympathieke koning Leopold
wordt toegesproken in de taal, die door het
overgroote deel van zijn volk gesproken
wordt. Wij drukken hierbij een kaartje
af, dat de taalgrens tusschen Nederlandsch
en Fransch duidelijk aangeeft. Ongeveer
60 van de bevolking spreekt Neder
landsch. En dit deel van het volk heeft,
hoewel in de meerderheid zijnde, een har
den strijd voor het behoud van zijn taal
en cultuur te voeren. Dat men daarbij
steun in de Noordelijke Nederlanden zoekt,
is ten onzent helaas nog niet algemeen be
kend. Nog zijn er vele Noord-Nederlan
ders, die uit onwetendheid vod' Bx'ussel
bestemde brieven in het Fransch adres-
seeren en dit terwijl Brussel altijd
een Nederlandsche stad is geweest.
Is het onbegrijpelijk, dat dit hun
door de Vlamingen, die zich sinds eeuwen
te weer stellen tegen het opdrin
gende Fransch, kwalijk genomen wordt?
De strijd der Vlamingen kan in dén
laatsten tijd gelukkig op eenige suc
cessen bogen; in Brussel b.v., dat ge
heel verfranscht dreigde te worden, hoort
men in de laatste jaren weer meer en meer
Nederlandsch spreken. Voor de Nederland
sche cultuur is dit van het grootste belang
en het is derhalve de plicht ook yan de
Noord-Nederlanders de Vlamingen in hun
strijd zooveel mogelijk te steunen. Wij
kunnen dit doen door de cultureele ban
den met onze stamgenooten in de Zuide
lijke Nederlanden zoo krachtig mogelijk te
maken en in den omgang met hen steeds
onze zoo mooie taal te gebruiken. Zooals het
hierbij afgedrukte kaartje aantoont, kunnen
wij dat in een groot deel van België en zelfs
in een stuk van Noord-Frankrijk doen.
Naar men weet wil een groot gedeelte
der Nederlandsch sprekenden in België (de
Vlamingen) vei'deeling van den Belgischen
Staat in twee gedeelten, elk met een apart
bestuur: Vlaanderen en Wallonië. Anderen
gaan verder in hun verlangen en zouden
gaarne Vlaanderen bij Nederland en Wal
lonië bij Frankrijk zien ingedeeld.
Waar de drang naar het zelfbeschik
kingsrecht der volkeren steeds grooter
wordt, is de mogelijkheid niet uitgesloten,
dat langs geleidelijken en natuurlijken
weg een dergelijke toestand in het leven
wordt geroepen.
Op bovenstaand kaartje kan men zien,
hoe de scheiding in een Nederlandsch en
Fransch gedeelte zich dan zou voltrekken.
OOK DE „BERENGARIA" ONDER
SLOOPERS HANDEN.
Nadat enkele maanden geleden de
groote Amerikaansche oceaanstoomer de
„Mauretania" in Engeland onder sloopers-
handen is gevallen, zal nu binnenkort ook
de „Berengaria" voor oudroest worden ver
kocht. De „Berengaria", de trotsche 52 000
tons oceaanreus van de Cunard-White-
Star-Line heeft tot Maart van dit jaar
dienst gedaan op de lijn Southampton-
New York, toen een deel van het bovendek
door. brand werd verwoest. Evenals de
„Mauretania" was ook de „Berengaria"
van oorsprong Duitsch; zij behoorde tot de
schepen, die Duitschland na den wereld
oorlog moest uitleveren. De „Berengaria"
was in 1912 voor de Hapag gebouwd en
kon tot het laatst toe t.ot de schoonste en
meest luxueuze schepen van de wereld-
passagiersvloot worden gerekend.
DE „RATTENVANGER VAN PARIJS".
„Monsièur Gustave" is een bekende
Parijsche figuur uit de jaren voor den
wereldoorlog. Hij woont in een huiikar
aan den weg naar Epinay, waar hij dezer
dagen in alle stilte zijn 86sten verjaardag
heeft gevierd. Monsieur Gustave, die zijn
faam dankt aan zijn lang niet alledaagsch
beroep van stedelijk ratten jager, dat hem
den bijnaam van „de rattenvanger van
Parijs" bezorgde, is in het geheel niet te
vreden met ziin lot: het nietsdoen valt hem
al te zwa»p