natuurwonder in Stiermarken Op de rots van ijzer Verzakt Londen 'aden trejp TMftfPt «en tunnel, waardoor het erts naar oeu hoogor gelegen Het kan een grillige speling der natuur geweest zijn, dat hier te midden van het rustige Alpenlandschap, uit het geweldige, on vruchtbare bergmassiel een berg verrijst, rijk aan ijzererts en daarom ook Ijzerberg genoemd wordt. Ter linker en rechterzijde kijken de Pfaffenstein en de Eaiserschild ietwat medelijdend neer op dezen kleineren broeder, maar dat medelijden is ongegrond, want de Ijzerberg is een bron van arbeid en verdienste voor dui zenden uit de omgeving. jOp de roosterpiaatsen wordt het ijzererts ontdaan van het water, OVERAL, waar men al zwervende tus- schen de bergen komt, heerscht rust, soms plotseling even onder broken, wanneer lawines in de dalen om laag storten met een donderend geraas en men den indruk krijgt, dat een onweer zich boven het gebergte ontlast. Maar te midden van deze rust, heerscht in het dal van de Erzbach een voortdurende bedrij vigheid en veel rumoer. Hier is het nooit stil, een eeuwig gedreun treft onze ooren. In dit dal wordt de wandelaar verschrikt door den aanblik, die hem geboden wordt. Voor hem een groote berg, die er heel an ders uitziet dan de meeste confraters, ge woonlijk of met bosschen of met sneeuw bedekt. Deze berg is absoluut niet begroeid en zijn kale rug is overlangs gekerfd door dwarssneden, die het gesteente bloot leg gen. Hebben de berggeesten hier huisge houden? Wij gelooven niet meer in sprook jes en dus strekken wij onzen onderzoe kingstocht wat verder uit. De steen blijkt overal gescheurd en met een laag gruis en brokken steen bedekt. Een wonderlijk gezicht tusschen deze rustige Alpen. Boven op de dwarssneden ziet men zwarte stippen; het zouden men- schen kunnen zijn, maar ze zijn te klein, om dat te kunnen onderscheiden. Men ziet rook en slangen, die langs de hellingen om hoog klimmen; deze laatste moeten trein tjes zijn. En terwijl we nog verwonderd staan te kijken, schiet plotseling een reus achtige rookzuil omhoog, een doffe knal weerklinkt en even later vallen met een donderend geraas groote stukken steen uit de rookwolken omlaag. Het leven is in vol le hevigheid weer losgebroken. Wij staan voor den Ijzerberg, een klei ne berg, waarop de Pfaffenstein en de Kai- serschild met medelijden en verachting neerzien. Maar hun medelijden is niet ge rechtvaardigd, want deze „kleine broeder" ziet er wel versleten uit, maar hij heeft een kostbaren inhoud, het ijzererts, dat door alle eeuwen heen een begeerlijke grondstof is geweest. Men kan tot in de twaalfde eeuw terug gaan. Toen reeds zochten de menschen op deze plaats naar het gemakkelijk te berei ken ijzererts. Tegenwoordig hebben lucht- persboor en dynamietpatronen de primi tieve houweelen vervangen. De oude kar retjes hebben plaats gemaakt voor een moderne spoorlijn. Tegenwoordig worclen de met erts en steen volgeladen wagens in totaal door meer dan honderd locomotie- wordt, vervoerd. Het waarschuwend signaal weerklinkt: „Opletten! Explosie!" gulbium, die drie mijl van de kust verwij derd was, en waarvan men tegenwoordig nog maar slechts twee torens kan zien. die bij Reculver uit zee omhoog steken. Ook de stad Winchelsea en Dunwich kunnen in dezen samenhang worden ge noemd, afgezien nog van de eenzame klei ne gehuchtjes, die door de zee worden op geslokt, zonder dat de wereld er notitie van nam. Kan het ook omgekeerd worden? Het is dus in theorie mogelijk, dat En geland en speciaal de kust bij Londen door een verrassende en zeer snelle beweging van de aardkorst kan worden getroffen. In een dergelijk geval zou Londen in één nacht kunnen verzinken. Er zijn echter geen aanwijzingen, die erop wijzen, dat de ze gebeurtenis reeds binnen afzienbaren tijd zou kunnen plaats hebben. Aan den anderen kant zijn er geologen, die zich op het standpunt stellen, dat het ook precies omgekeerd zou kunnen gaan! Tenslotte hebben sommige deelen van En geland al eens onder water gestaan. Ook een gebergte zoo hoog als de Himalaya met de Mount Everest heeft eens onder water gestaan. Waarom zou het dan niet mogelijk zijn, dat de aardkorst onder bepaalde om standigheden besluit, ineens andersom te gaan en Engeland uit het water omhoog te heffen. Geen geoloog behoeft zich echter voor de eerstkomende 1000 jaar bezorgd te ma ken over het lot dat eens de hoofdstad van het Britsche Rijk te wachten staat. Een verrassende beweging van de aard korst met een verhaasting van het dalen van Londen zou niet zoo sterk behoeven te zijn. Een vloed, die 1,50 meter hooger komt dan den tegenwoordigen vloed zou vreeselijke gevolgen hebben. Het grootste deel van Zuid-Londen zou overstroomd worden. Het water zou over alle dijken heenstroomen. De dokken, Eastend en Chelsea zouden onder water staan. En het water zou zelfs de grond van de onderste verdiepingen van Buckingham Palace be spoelen. En als de vloed 50 meter zou stij gen, zou een onoverzienbare ramp ont staan. Soms komt het wel voor, dat ergens practisch alleen steen losspringt. In dat ge val loont het de moeite niet en worden de steenen terstond door de treinen naar de afvalplaats op de helling gebracht. In het tegenovergestelde geval gaat de steen met het erts naar de sorteerplaatsen en kloof- hutten. Ook hier kan de mensch niet ge mist worden. Dag en nacht, bij weer en ontij, zijn de arbeiders daar bezig het erts uit de steenen te hakken. Daartoe is noo- dig een scherp oog en een krachtige hand. Zijn de stukken te groot, dan moet de ster ke steenbreker eraan te pas k$n5^h:. Elk uur worden op lorries en door tupnels de 500 ton steen aangevoerd en elk uur wordt daaruit op de kloofplaatsen 190 ton erts ge houwen. totdat ook hier de machine kwam en wel eerst de luchtpersboor, later de stoom- en electrobagger, tenslotte de hijschmachine. Vooral in de laatste jaren werden de erts- velden voorzien van de modernste machi nes. Vijfmaal per dag klonk tot nu toe tege lijkertijd op alle breekplaatsen van de groeve: „Opletten! Explosie!" Weerklinkt dit signaal, dan staakt men overal op den berg het werk voor eenige oogenblikken en zoekt snel een goed heenkomen. De ar beiders komen weer te voorschijn, wanneer de vele malen weerkaatste echo langzaam is weggestorven. Dan is het opgeblazen ge steente naar beneden gegleden. Om het werk aan den gang te kunnen houden, zullen van elkaar gescheiden ontploffings zones gemaakt worden. Op elke trede breekt men van boven naar beneden af. Waar een trap zonder rails moet blijven, zijn dwars door den berg vervoertunnels aangelegd, die uitkomen bij de sporen. In tegenstelling daarmede, wordt de afval van Het geweldige trappenstelsel van den Ijzerberg. zijde van het dal groote ertsvelden. Maar op verschillende plaats heeft de natuur ge tracht haar schatten te beschermen door hen te verbergen in de kalkgesteenten. Het erts is zoo onregelmatig verdeeld, dat slechts een goede 35 pet. van den steen erts is. Deze verdeeldheid maakt een bijzondere afbraaktechniek noodzakelijk. In zestig trappen, elk 12 meter boven den anderen en in het geheel met een lengte van 220.000 meter, wordt het gesteente losgebroken. Dat gebeurde nog tot voor kort met tijd- roovenden handenarbeid, waarbij men wel reeds gebruik maakte van springstoffen, de lagere treden naar boven gebracht, om vandaar naar de afvalplaatsen te worden afgevoerd. Groote grijpers vervangen te genwoordig de menschenhanden bij het wegruimen van den opgeblazen steen, maar toch kunnen de machines evenals trou wens in de bruinkoolmijnen den han denarbeid niet geheel verdringen. De rots blokken, die door de explosie losgespron gen zijn, moeten door arbeiders stuk ge broken worden en daarbij hangen zij als bergbeklimmers aan touwen. Menschen handen grijpen de door baggermachines niet gegrepen steen, breken dien en laden de brokken op wagens. Aan den voet van den Ijzerberg stijgen rook en damp op uit de schoorsteenen van de werkplaatsen, waar het erts wordt „ge roosterd", een proces, waarbij het water onttrokken wordt, waardoor het erts voor verdere verwerking geschikt wordt. De Engelsche geologen zijn het er al sedert 100 jaar over eens, dat Lon den bezig is langzaam weg te zinken. Dit proces kan men over de laastste 5000 jaar volgen. Daaruit blijkt, dat de stad zinkt met een snel heid van 2.5 centimeter in verloop van 5 jaar. Meta deze snelheid gaat Londen langzamerhand onder water. Men heeft be cijferd, dat over 5000 jaar het Engelsche continent aan den kant van Londen onge veer 24 meter onder den zeespiegel gele gen zal zijn. Indien men bedenkt, dat 24 meter de hoogste bouwgrens voor gebou wen in Londen is, zou men kunnen aanne men, dat, als de daling met dezelfde snel heid doorgaat, in de volgende 5000 jaar ge heel Londen onder water staat en van de tegenwoordige gebouwen niets meer over zal zijn, al waren zij zoo stabiel gebouwd, dat ze die eeuwen zouden overleven. Grillen van de Engelsche kust. Maar nu verzekeren ons de Engelsche geologen op grond van de nieuwste onder zoekingen, dat deze daling niet met die re gelmatigheid plaats heeft, die men mis schien op het eerste gezicht bij verande ringen van den aardbodem kan aannemen. Maar heel vaak hebben versnellingen of vertragingen in deze bewegingen plaats. Dat versnelling werkelijk mogelijk is, blijkt hieruit, dat er een aantal paleizen zijn, wier grondvesten nu 2.50 meter onder den zeespiegel liggen, terwijl ze 400 jaar geleden boven den waterspiegel zijn aan gelegd. De snelheid van de daling moet hier dus belangrijk vergroot zijn. Ook een aantal boomen op verschillende kustplaatsen is zoo snel onder water geraakt, dat men kan spreken van een zeer plotselinge voort gang in de dalende beweging. Er zijn on getwijfeld perioden van 100 tot 200 jaar geweest, waarin de daling volkomen tot stilstand kwam, en dan waren er weer pe rioden, waarin de daalsnelheid vervijfvou digd werd. Sporen van Vergankelijkheid. Een paar jaar geleden verzonk bijna plotseling een groot stuk land bij Mill- bank. Talrijke slachtoffers verdronken hier in zee. Daarbij had men sedert het begin van de negentiende eeuw verder in het geheel geen bewegingen in den bodem bij Millbank opgemerkt. Maar toen haalde een snelle beweging alles in wat men tot dien tijd wel gevreesd, maar niet beleefd had. In historische tijden heeft Engeland een heele reeks kuststeden erbij ingeboet. Men denke slechts aan de Romeinsche stad Re- Na de explosie. De arbeider hangt aan het touw als een bergbeklim mer tegen den bergwand. ven weggesleept. Hoewel de opbrengst, die eeuwen geleden nog slechts eenige tonnen bedroeg, thans gestegen is tot 8500 ton erts en 20.000 ton gesteente, zal het nog vele tientallen jaren duren, voor de schat ten van den bodem hier geheel uitgeput zullen zijn. Want de schoot der aarde ver bergt hier, naar men berekend heeft, meer dan 250 millioen ton ijzerspaat. Deze berg ligt midden in de Alpen, is 1515 meter hoog en heeft tot 200 meter onder de bodemlijn aan Noord- en Oost-

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1938 | | pagina 8