PORTRET DE INTERNATIONALE TOESTAND DEZE WEEK IN NEDERLAND V VAN DE WEEK Het is een zeer eigenaardig schouw spel, dat de wereld dezer dagen kan aanschouwen. Wij zien Italië toe nadering tot Engeland zoeken, ter wijl het tegelijktijdig tegenover Frankrijk een alleronaangenaamste houding aanneemt. En hetzelfde spelletje wordt met verdeelde rollen tusschen Engeland, Frankrijk en Duitschland gespeeld. Terwijl in de Duitsche pers over Engeland geen goed woord meer te lezen staat, is men over Frankrijk vol lof en stuurt men zijn minister van buitenlandsche zaken Von Ribbentrop met een groote delegatie naar Parijs om een grooter plechtigheid bij te zetten aan de Fransch-Duitsche verklaring van wederzijdsche goede betrekkingen. Von Ribbentrop te Parijs. Men zal zich herinneren, dat de Fransch- Duitsche verklaring een uitvloeisel is van de besprekingen van München, waar des tijds een dergelijke verklaring tusschen Engeland en Duitschland tot stand kwam. Bij die gelegenheid werd de grondslag ge legd voor de verklaring welke Dinsdag te Parijs door Bonnet en Von Ribbentrop onderteekend werd. Over de waarde van deze verklaring kan op het oogenblik helaas nog weinig gezegd worden. Eerst de toekomst zal kunnen leeren, of het een document van -groote beteekenis is dan wel een stukje papier, waarvan geen 'enkele positieve werking uitgaat. Bij dergelijke breed opgezette ver klaringen hangt immers alles af van den goeden wil, van de stemming tusschen de volken. Eerst op grond van een herwonnen wederzijdsch vertrouwen, kan een derge lijke verklaring ook in de praktijk tot goede resultaten leiden. Maar het is juist wantrouwen, dat op het oogenblik in de wereld heerscht. Zooals reeds gezegd, de stemming tusschen Duitschland en Enge land is al weer koeler geworden, terwijl de Fransch-Italiaansche betrekkingen, waarop wij nog nader terugkomen, niet anders dan slecht genoemd kunnen wor den. Er groeit in Europa weer een stem ming, dat een oorlog toch onvermijdelijk is. Het is duidelijk, dat in verschillende landen het volk geen hoop meer ziet en geen vertrouwen meer heeft in de moge lijkheden van een vriendschappelijke regeling. Maar ook al neemt men een gereser veerde houding tegenover de Fransch- Duitsche verklaring aan, het ware toch ook verkeerd haar ongetwijfed groote moge lijkheden te onderschatten. De besprekingen, welke de Duitschers zoo juist te Parijs hebben gehad, zullen moeten bewijzen of de grondslag voor de verwezenlijking van deze mogelijkheden aanwezig is. Beide partijen zullen hebben willen weten, wat zij eigenlijk aan de nieuwe vriendschap hebben.Duitschland hoopt, dat Frankrijk binnenkort het Fransch-Russisch verdrag zal willen opzeg gen, dat Duitschland de Italiaansche eischen inzake Tunis, Spanje enz. niet zal steunen. In de verklaring zelf wordt daar over niets gezegd. Slechts wordt verklaard, dat tusschen hun landen geen enkele ter ritoriale kwestie bestaat en dat zij over alle vraagstukken, waarbij beide landen belang hebben, overleg zullen plegen. Hoe dit overleg er uit zal zien, zal in derdaad eerst de toekomst kunnen be wijzen. De Fransch-Italiaansche betrekkingen. Mussolini heeft onlangs verklaard, dat men wel meende, dat de achter ons lig gende maanden interessant waren, maar dat het einde van 1938 en het begin van 1939 nog veel belangwekkender zullen worden. Wij weten nu, dat zijn toen iet wat duistere opmerking juist geweest is, wat overigens niet al te veel verwonde ring behoeft te verwekken, want de duce heeft het in de hand, zijn voorspellingen waar te maken. Het beroemde paleis „Quai d'Orsay", zetel van het Fransche ministerie van Buiten landsche Zaken, dat zijn naam ontleent aan de straat, waarin het gelegen is, waar Yon Ribbentrop dezer dagen te gast was. De vluchtelingenkvvestie. De interpellatie-Albarda heeft minister president Colijn gelegenheid gegeven een uitvoerige verklaring af te leggen over de vluchtelingenkwestie. De voornaamste feiten uit dit antwoord zijn de volgen de. Sedert 1933 zijn 24 k 25.000 vluchte lingen toegelaten, waarvan er naar alle waarschijnlijkheid een 16.000 in ons land zijn gebleven. Dit is meer dan eenig ander land. Zoo liet Engeland er 15.000 a 16.000 toe, waarvan een derde echter weer is ver trokken. Bij de asylverleening, die in ons land dus positief plaats vindt, staat even wel voorop, dat het verblijf der vluchte lingen tijdelijk moet zijn. Engeland, Frank rijk en Amerika moeten de oplossing bren gen, door dun bevolkte gebieden beschik baar te stellen voor kolonisatie en aange zien de onderhandelingen op dit punt nog maar heel weinig vorderen, kan ons land niet voortgaan, 1000 menschen per week toe te laten. Schifting bij de toelating is noodig, om de eigen gemeenschap niet op noodelooze lasten te jagen. Daarom zijn allereerst toe gelaten vreemdelingen, die door familie of vrienden in ons land onderhouden kunnen worden en verder vooral kinderen, die geen ouders of verzorgers meer hebben. Ten slotte wordt ook nog een uitzondering ge maakt voor de noodgevallen, die in mon deling overleg met Den Haag, kunnen wor den toegelaten. Wat de huisvesting betreft, verschillen de tehuizen zijn thans gereed en ten deele ook reeds in gebruik. In het kort opgesomd zijn het: een quarantainestation in Rotter dam, plaats biedend aan 40 vluchtelingen; een dito inrichting te Amsterdam voor 200 kinderen; een kampement te Hoek van Holland met 300 plaatsen en een drietal landhui'zen in Den Haag met accomodatie voor 300 kinderen. Naar verdere geschikte tehuizen wordt nog uitgezien. Voor de in- „BLINDE PASSAGIERS" BIJ DE SPOORWEGEN. Uit officieele statistieken van de Poolsche spoorwegen is gebleken, dat in Polen een schrikbarend groot aantal personen clandestien van den trein gebruik maakt. In 1937 be droeg het totale aantal „blinde pas sagiers" op het geheele Poolsche spoorwegnet niet minder dan 178.000. De meeste reizigers zonder spoor kaartje werden aangetroffen in het WHna-gebied (92.00), terwijl War schau met 37.000 betrapte blinde passagiers op de tweede plaats komt. Zeer gunstig steken daarbij af de districten Posen en Kattowitz, die respectievelijk „slechts" 2000 en 1500 clandestiene reizigers telden. En dan moet men bedenken, dat deze cijfers nog geen juist beeld geven van het clandestien reizen in Polen, daar een deel der blinde passagiers toch altijd nog aan de contróle weet te ont snappen. richting van grenskampen, om een groot aantal vluchtelingen voorloopig onderdak te brengen, gevoelt de «geering niets, om dat hierdoor een ongebreidelde stormloop op onze grenzen zou ontstaan, die de toe latingsmogelijkheid terstond zou uitputten. De critiek, welke na deze mededeelingen van den minister-president loskwam, viel nogal mee. Ongetwijfeld heeft dit zakelijk verslag velen, die meenden, dat de regee ring niet genoeg doet voor de vluchtelin gen, wel van het tegendeel overtuigd. Barmhartigheid, maar met verstand, dat is wel ongeveer de gedachte, waardoor de regeering zich bij het bepalen van haar standpunt in dit netelige vraagstuk heeft laten leiden. De Reiger naar Zuid-Afrika. Onder groote belangstelling, ook van de zijde van het Vorstelijk Huis en de regee ring Z.K.H. Prins Bernhard, minister president Colijn en minister Patijn deden o.m. den zilveren vogel uitgeleide heeft de Douglas „Reiger" van de K.L.M. Dins dagmorgen zijn speciale vlucht naar Zuid- Afrika aanvaard. Deze vlucht is daarom van bijzondere beteekenis, wijl zij niet al leen een blijk is van de belangstelling en het medeleven, die hier te lande in bree- den kring voor de herdenking van den Grooten Trek in het stamverwante Zuid- Afrika bestaan, maar vooral ook, omdat hiervan wellicht zal afhangen, of de K.L.M. zal overgaan tot het instellen van een ge- regelden wekelijkschen luchtdienst op de Unie. Op deze mogelijkheid zinspeelde al thans de heer Plesman, die als laatste spre ker in de rij den luchtvaarders een goede reis toeriep, waarbij hij er nog op wees, dat, wat afstand en klimatologische moei lijkheden betreft, een dergelijke lijn ge makkelijker te exploiteeren zal zijn dan de Indische lijn. Wat de bevrachting van het vliegtuig betreft, kan overigens reeds thans van een succes worden gesproken, want behalve elf passagiers, onder wie de vice-president van den Raad van State, jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland, die zooals men weet ons land officieel bij de feestelijkheden zal vertegenwoordigen, heeft de „Reiger" 138 kg briefpost (d.z. 23.000 poststukken) en 52 kg vracht aan boord. De Zuidelijke polders in het IJsselmeer. In de Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer inzake het Zuiderzeefonds heeft de minister van Waterstaat mr. dr. ir. J. A. M. van Buuren nadere mededee lingen gedaan aangaande de drooglegging van de Zuidelijke polders van het IJssel meer. Met dit deel van de inpolderings- werken zal minstens 400 millioen gulden gemoeid zijn, doch het zal nog wel eenigen tijd dux-en, eer de beslissing omtrent de uitvoering zal vallen, aangezien het droog leggen van het Zuidelijk deel van het IJsselmeer diep zal ingrijpen in het stelsel van onze militaire defensie en belangrijke voorzieningen ten behoeve van de lands verdediging noodzakelijk zal maken. Het overleg hieromtrent zal den noodigen tijd vorderen, doch de minister verwacht, dat niettemin vóór 1943 met de uitvoering een begin gemaakt zal kunnen worden. Ongewenschte droogleggingsplannen. Een kostelijk stuk Nederlandsch natuur schoon, een ware oase in het dicht be volkte Zuid-Holland, de Reeuwijksche en Sluipwijksche Plassen bij Gouda, wordt opnieuw met ondergang bedreigd, daar de „droogleggers" er eveneens hun begeerige hand naar uitstrekken. Opnieuw, want reeds vroeger zijn deze plassen in gevaar jWJadat in den loop van dit jaar de eene pkft van de „spil", Duitschland, vele zijner Wenschen ingewilligd heeft gezien, wil thans de andere compagnon eens de voor deden van de zakengemeenschap gaan plukken. De baten waren inderdaad in het verleden wel wat ongelijk verdeeld. Duitschland heeft groote successen behaald met Italiaanschen steun, terwijl Italië slechts weinig actief had te boeken. Nu komen de Italianen hun wissel presen teeren. Italië heeft, naar Ciano het in zijn rede uitdrukte, bepaalde „natuurlijke aspira ties" en hoewel de Italiaansche minister van buitenlandsche zaken niet nader om schreef, waaruit deze natuurlijke aspira ties dan wel zouden mogen bestaan, heeft Rome de wereld daarover toch niet in het onzekere gelaten. De fascistische afgevaar digden hebben het na de rede van Ciano uitgeroepen: Tunis, Corsica en Nice. En de Italiaansche pers heeft deze eischen daar na nog eens met verheffing van stem her haald. „Italië is bereid op te marcheeren, zoo noodig zelfs tegen Frankrijk''^ schrijft de „Giornale d'Italia". De reactie in Frankrijk. De reactie in Frankrijk op het ge schreeuw in en buiten de Italiaansche Kamer komt neer op een: „Kom en haal ze". Volgens berichten uit Parijs heeft men zich daar in het geheel niet van streek laten brengen en schijnt men de eischen van de Italianen niet au sérieux te nemen. Zooals men weet, heeft Bonnet onmiddel lijk den Italiaanschen ambassadeur bij zich laten roepen en deze schijnt hem ver klaard te hebben, dat aan de kreten in de Italiaansche Kamer niet te veel aandacht geschonken moet wox'den. Dit gesprek is gevolgd door een stap van Poncet bij Ciano, waarbij natuurlijk evenmin toege geven is, dat dit kabaal werd voorbereid. De Fransche pers handhaaft een krach tige houding. Op de Italiaansche eischen laat men zonder omwegen een „neen" hooren. Men wijst er op, dat Italië in dit geval niet op een innerlijk verdeeld Frank rijk behoeft te rekenen. Een mislukte staking. Dit laatste kan men met te meer nadxuk doen, wijl de algemeene staking als protest tegen de wetsdecreten van de regeering op een mislukkihg is uitgeloopen. De „kx'achtige houding van het kabinet-Dala- dier en naar wij hopen ook een beter in zicht van de Fransche arbeiders in den waren stand van zaken hebben honderd duizenden werknemers den arbeid doen voortzetten. Toch heeft de staking nog aanleiding gegeven tot een beroering, welke voorloopig nog niet gestild zal kun nen worden. Deze beroering vloeit voor namelijk voort uit de maatregelen, welke tegen een aantal leiders der staking ge nomen zijn. Zoo zijn aan Jouhaux en andere vakvereenigingsleiders verschillende func ties in openbare lichamen ontnomen. Het krachtigst is de oppositie echter tegen het ontslag door de openbax-e en particuliere werkgevers gegeven aan arbeiders, die het werk tijdelijk hadden neergelegd. Aange kondigd is echter, dat binnenkort weer personeel zal kunnen worden aangenomen, terwijl ook de uitsluitingen, waartoe som mige bedrijven zijn ovexrgegaan, van kor ten duur zullen zijn. Voor de werkgevers wordt het daardoor mogelijk, ongewenschte elementen uit de fabrieken te weren. geweest. Dat was in de jaren 1926 tot 1930, toen ernstig overwogen wex'd, de plassen in te polderen, waarmee men 535 ha bruikbaren grond dacht te kunnen win nen. Toen reeds bleek uit de berekeningen, dat het zeer de vraag zou zijn, of droog legging wel verantwoord is, want de kos ten werden op drie kwart a één millioen geschat, terwijl als waarde van den droog- gelegden grond bedragen wex'den ge- ixoemd, die varieerden van 2500 tot 400 per ha Zóó weinig zeker was men van het te verkrijgen resultaat. Bij de behan deling in de Prov. Staten van Zuid-Hol land in 1930 werd het voorstel tot droog making echter met 64 tegen 4 stemmen verwox-pen. De enkele voorstanders tracht ten toen een deel van hun plan te redden; zij wenschten niet alle plassen, doch slechts een deel droog te leggen. Maar ook dit plan kregen zij er niet door, want Ged. Staten waren van oordeel, dat het verlies per ha droog te maken grond bij gedeelte lijke droogmaking belangrijk grooter zou zijn dan bij algeheele drooglegging. Thans is dit plan dan weer aan de orde en het is zeer te hopen, dat het even weinig kans zal maken als in 1930, want hoe zwaar het ax*gument van werkvex'schaffing ook mag wegen, er staan zulke groote nadeelen tegenover, niet in het minst econo mische dat het ook nu niet verantwoord wox'dt geacht, op deze twijfelachtige gron den alleen ons land van een door duizen den gewaardeerd stuk natuurschoon te be- x'ooven. MILT EN SCHILDKLIER. De Japansche medicus T. Fujikawa heeft belangwekkende proeven genomen met betrekking tot de wisselwerking tusschen milt en schildklier. Hij nam zijn proeven op dieren en verwijderde bij dezen de milt, waarna hij constateerde, dat dit een vex-hoogde werkzaamheid van de schild klier ten gevolge had. Na eenigen tijd ver minderde de functionneering van de schildklier echter weer. Werd, nadat de milt was weggenomen, miltextract in het bloed gespoten, dan verminderde de werkzaamheid van de schildklier. Hieruit bleek dus, dat de milt een remmenden invloed op de function neering van de schildklier heeft. ALBANIË'S KONINGIN SPREEKT IN HET OPENBAAR. Koningin Geraldine van Albanië bij de plechtige opening van een nieuw radio- zendstation. ER ZIJN GRENZEN.... Geheel Nederland heeft zich Zaterdag j.1. van zijn besten kant doen kermen. Ondanks het feit, dat het weder niet medewerkte integendeel! -r- heeft de nationale collecte een recordbedrag opgeleverd, dank zij ook de niet te waax-deeren medewerking van duizenden collectanten en collectrices. Rijk en arm, zonder onderscheid van rang, stand en godsdienstige overtui ging, heeft zijn offer, groot of klein, ge bracht ter leniging van den nood der on- gelukkigen aan gene zijde van onze grens. In een geval als dit spelen grenzen geen rol. Er zijn geen grenzen aan het mensche- lijke medelijden; dat heeft ons volk ge toond op een wijze, die het de grootste eer aandoet. Maar het is pijnlijk er op te moeten wijzen toch doet zich het geval voor dat er, in tegenstelling met ons mede- voelen en onze liefdadigheid, rekening moet worden gehouden met grenzen. Vergeten wij vooral niet, dat het joden vraagstuk een wereldprobleem is, en niet een vraagstxxk, dat ons land alléén heeft op te lossen. Er moet een internationale oplossing worden gevonden. Het zal ons land en onze regeering steeds tot eere blijven strekken, dat zij daarop krachtig heeft aangedrongen bij andere landen. Wij mogen ons niet te ver laten mede- sleepen door ons medelijden. Als de nood niet zoo hoog was gestegen in ons eigen land, als wij niet een zoo beangstigend groot aantal werkloozen en andere behoef- tigen hadden te steunen, dan zou men onze grenzen wellicht wat minder hermetisch kunnen sluiten, iets meer door de vingers kunnen zien. Ieder onbevooroordeelde zal thans moeten toegeven, dat het eenvoudig niet gaat. De advertentiekolommen in onze bladen vex'toonen nu reeds de gevolgen van de toelating van vreemdelingen. Wat geven ons advertenties te denken als deze, ge knipt uit een paar bladen van Zaterdag avond j.1.? „Joodsch kinderloos echtpaar, kunnende koken, perfect in de huishou ding, zoekt voor direct betrekking. Geringe looneischen. Brieven, enz." „Jong Oos- tenrijksch echtpaar z. k., na den Anschluss gedwongen te emigreeren, op het oogenblik in behoeftige omstandigheden in Holland zijnde, zoekt betrekking, alles willende aan nemen. Brieven enz." Niet alleen, dat deze menschen het aantal hongerige magen in ons land nog vermeer deren, doch zij doen hun best wat men hun, van hun standpunt gezien, natuurlijk allei-minst kwalijk kan nemen om hun levensonderhoud te verdienen op onver schillig welke condities, ten koste van bur gers van het land, waar zij het asylrecht genieten. Zij doen Nederlanders, die even eens werk en brood zoeken, in tweeërlei opzicht concurrentie aan. In de eerste plaats probeeren zij, de vreemdelingen, een werkkring in te nemen, die volgens de tegenwoordig in alle landen gehuldigde op vatting, uitsluitend toekomt aan onze eigen landgenooten; en in de tweede plaats be derven zij de arbeidsmarkt, want er zijn helaas nog altijd menschen te vinden, die het niet beneden zich achten om, misbruik makende van de ellende van dergelijke lieden, hen te exploiteeren voor een waar hongerloon. Wat doen andere landen? Openen zij hun grenzen, onder het motto: Welkom, vreem deling? Het tegendeel is waar. De van onze gezanten in verschillende landen ont vangen rapporten, op dit onderwerp be- IERLAND, Ierland geeft ook na de laatste verzoening met Enge land den strijd om het noorde lijk deel van het eiland, dat bewoond wordt door een sterke pro-Engelsche, prote- testantsche meerderheid niet op. Dublin wil zeggenschap hebben over het heele land en niet slechts over het katholieke zuiden. De Valera en zijn aanhangers meenen, dat het eiland een economisch ge heel vormt en dat overigens het Noorden ook historisch een geheel met het Zuiden vormt. En aldus wordt de eeuwenoude strijd met Engelnd, zij het thans in minder scherpe vor men, voortgezet. Men zal zich wellicht afvra gen, hoe Noord-Ierland aan zijn Engelsche, overwegend protestantsche bevolking komt. Dat is vooral het werk geweest van een Oranje, n.1. van stad houder Willem III, die zooals bekend tevens Koning van En geland was. Na den bloedigen slag bij de rivier de Boyne, waarin bij de Ieren versloeg, liet hij velen Engelschen in Noord-Ierland een woonplaats aanwijzen. Men noemde deze lieden de „Oranje-menschen" Deze „Ox'anje-menschen" wonen nog steeds in Noord-Ierland. Zij zijn buitengewoon trotsch op hun Engelsche afkomst, zeer vlijtig en steeds bereid voor het Engelsche bewind te strijden. Met de in Noord-Ier land wonende katholieke Iex-en leven zij in openbare vijandschap. Index-daad is de toestand voor Londen hier wel uiterst moeilijk. Eenerzijds wil DIAMANTMETAAL. De hax'dste stof die wij kennen, is zoo^ als men weet, diamant, dat behalve als sieraad zeer veel in de industrie gebruikt wordt voor het bewerken van bijzonder harde materialen. Nu was de moeilijkheid tot nog toe, hoe men de industriediamant, die niet grooter is dan een splintertje, moest vastzetten, teneinde er materialen als titaniet en widia, welker hardheid (9,6) bijna even groot is als die van diamant (10), mee te kunnen bewei'ken. Het be kende slijpmiddel carborundum, welks hardheid ongeveer 9,7, bedi'aagt, wórdt zeer spoedig bot. Zachtere metalen heb ben evenmin voldaan als vatting voor de diamanten. Nu heeft een Duitsch natuur kundige evenwel na langdurige proef nemingen een metaallegeering gevonden, wélke hij diamantmetaal noemt en die zoo vast en taai is als het hardste staal. De diamantscherfjes worden gelijkmatig over de metaalmassa vei'deeld en kunnen daar in dank zij de taaiheid van de massa zoo stevig worden vastgezet, dat zij tot het laatste spoortje toe geheel kunnen worden opgebruikt. Het geheel is daardoor van ongekende hardheid. Daarbij is het oude bezwaar ondervangen, dat de diamanten, wanneer zij in vloeibaar metaal werden gebracht, oplosten of zich in carbieden omzetten. Met diamantmetaal kunnen alle harde metalen en voorts ook hard porce- lein, kwarts en harde gesteenten gemak- BERAN, MINISTER-PRESIDENT VAN TS JECHO-SLOW AKI JE. Nadat Tsjecho-Slowakije in de persoon van Hascha een nieuwen president gevonden heeft, heeft het thans ook een nieuw kabinet ge kregen onder leiding van Rudolf Beran. Rudolf Beran, de nieuwe premier, is 28 Februari 1887 geboren te Pra- cejiovice in Zuid-Bohemen. Hij is een boerenzoon en heeft zelf de land bouwschool afgeloopen. Al vroeg bewoog hij zich in de politiek, waar in hij steeds de belangen der boeren heeft verdedigd. Na den oorlog werd Beran lid van de nationale revolu tionaire vergadering en vervolgens van het parlement van den nieuwen staat, waarin hij steeds herkozen is. Hij heeft een vooxmaam aandeel ge had in de organisatie van de partij der republikeinsche plattelanders, welke hij tot de machtigste nartij in het land heeft gemaakt. Tn 1934 werd Beran gekozen tot voorzitter van ziin partij, in plaats van wijlen Swjehla. Om Beran's taak te ontlasten, is thans dr. Jozef Czerny benoemd tot waarnemend voorzitter van de partij. trekking hebbend, werpen een schril licht op de wijze, waarop men in het buitenland tegenover het vluchtelingenvraagstuk staat. Dóér heeft men een open oog voor de be langen van het eigen land, die men niet in de waagschaal wenscht te stellen ten gunste van vreemdelingen. Men past er de wet van de economische noodzakelijkheid toe. Dura lex sed lex: de wet is hard, maar- het is de wet! En dit standpunt is ook het eenige, dat onze regeering kan innemen, althans zoo lang ons land niet de zekei'heid neeft, dat die vreemdelingen, welke worden toege laten, hier slechts als passanten verkeeren, zoodat zij op den duur niet te onzen laste zullen komen. het huidige Engeland ongetwijfeld met Dublin tot goede betrekkingen komen, andex-zijds echter kan het moeilijk de loyale inwoners van Noox'd-Ierlanl voor het hoofd stooten. Een definitieve oplossing heeft men dan ook nog niet kunnen vinden en dex-halve voert men ook hier op echt Engelsche wijze een politiek van uitstel. kelijk worden gesneden, geboord, gefraisd of geslepen. Wat nuttig effect en levens duur betx-eft, stelt het nieuwe diamant metaal de tot nog toe gebruikelijke car- boi'undumschijt verx-e in de schaduw. HET VITAMINEGEHALTE VAN VRUCHTENCONSERVEN. Onderzoekingen in het staatsvitamine- labox-atoi'ium te Kopenhagen gedaan, heb ben aangetoond, dat het vitaminegehalte van vex-sch geconserveerde vruchten reeds na zeer korten tijd afneemt en dat het niet halen kan bij het vitaminegehalte van ge kookte of tot 80° verhitte conserven. Tevens heeft men de ervaring opgedaan, dat vruchtenconserven, waaraan een con- serveex'ingsmiddel was toegevoegd, het vitaminegehalte opvallend snel daalde. De vruchten bleken enzymen (ook fermenten genaamd) te bevatten, dit zijn stoffen, die chemische processen verooi'zaken, Zonder daarbij zelf ten onder te gaan. De snellere oxydatie der vitaminen was aan deze stof fen toe te schrijven. Verder bleek, dat bij sommige sluitingen de lucht tot den inhoud der flesschen kon toetreden, waardoor de oxydatie eveneens in de hand werd gewerkt. Op grond van de uitkomsten dezer onderzoekingen kwam men derhalve tot de conclusie, dat de veiligste methode om de vitaminen in de vruchten te bewaren, is de conserven tot 80° te vex-hitten, omdat hierdoor de en zymen worden vernietigd. HET EILAND ZONDER RUST. 'km

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1938 | | pagina 4