PORTRET
DE INTERNATIONALE TOESTAND
DEZE WEEK
IN NEDERLAND
V
VAN DE WEEK
Het is een zeer eigenaardig schouw
spel, dat de wereld dezer dagen kan
aanschouwen. Wij zien Italië toe
nadering tot Engeland zoeken, ter
wijl het tegelijktijdig tegenover
Frankrijk een alleronaangenaamste
houding aanneemt. En hetzelfde
spelletje wordt met verdeelde rollen
tusschen Engeland, Frankrijk en
Duitschland gespeeld. Terwijl in de
Duitsche pers over Engeland geen
goed woord meer te lezen staat, is
men over Frankrijk vol lof en stuurt
men zijn minister van buitenlandsche
zaken Von Ribbentrop met een
groote delegatie naar Parijs om een
grooter plechtigheid bij te zetten aan
de Fransch-Duitsche verklaring van
wederzijdsche goede betrekkingen.
Von Ribbentrop te Parijs.
Men zal zich herinneren, dat de Fransch-
Duitsche verklaring een uitvloeisel is van
de besprekingen van München, waar des
tijds een dergelijke verklaring tusschen
Engeland en Duitschland tot stand kwam.
Bij die gelegenheid werd de grondslag ge
legd voor de verklaring welke Dinsdag te
Parijs door Bonnet en Von Ribbentrop
onderteekend werd.
Over de waarde van deze verklaring kan
op het oogenblik helaas nog weinig gezegd
worden. Eerst de toekomst zal kunnen
leeren, of het een document van -groote
beteekenis is dan wel een stukje papier,
waarvan geen 'enkele positieve werking
uitgaat. Bij dergelijke breed opgezette ver
klaringen hangt immers alles af van den
goeden wil, van de stemming tusschen de
volken. Eerst op grond van een herwonnen
wederzijdsch vertrouwen, kan een derge
lijke verklaring ook in de praktijk tot
goede resultaten leiden. Maar het is juist
wantrouwen, dat op het oogenblik in de
wereld heerscht. Zooals reeds gezegd, de
stemming tusschen Duitschland en Enge
land is al weer koeler geworden, terwijl
de Fransch-Italiaansche betrekkingen,
waarop wij nog nader terugkomen, niet
anders dan slecht genoemd kunnen wor
den. Er groeit in Europa weer een stem
ming, dat een oorlog toch onvermijdelijk
is. Het is duidelijk, dat in verschillende
landen het volk geen hoop meer ziet en
geen vertrouwen meer heeft in de moge
lijkheden van een vriendschappelijke
regeling.
Maar ook al neemt men een gereser
veerde houding tegenover de Fransch-
Duitsche verklaring aan, het ware toch ook
verkeerd haar ongetwijfed groote moge
lijkheden te onderschatten.
De besprekingen, welke de Duitschers
zoo juist te Parijs hebben gehad, zullen
moeten bewijzen of de grondslag voor de
verwezenlijking van deze mogelijkheden
aanwezig is. Beide partijen zullen hebben
willen weten, wat zij eigenlijk aan de
nieuwe vriendschap hebben.Duitschland
hoopt, dat Frankrijk binnenkort het
Fransch-Russisch verdrag zal willen opzeg
gen, dat Duitschland de Italiaansche
eischen inzake Tunis, Spanje enz. niet zal
steunen. In de verklaring zelf wordt daar
over niets gezegd. Slechts wordt verklaard,
dat tusschen hun landen geen enkele ter
ritoriale kwestie bestaat en dat zij over
alle vraagstukken, waarbij beide landen
belang hebben, overleg zullen plegen.
Hoe dit overleg er uit zal zien, zal in
derdaad eerst de toekomst kunnen be
wijzen.
De Fransch-Italiaansche betrekkingen.
Mussolini heeft onlangs verklaard, dat
men wel meende, dat de achter ons lig
gende maanden interessant waren, maar
dat het einde van 1938 en het begin van
1939 nog veel belangwekkender zullen
worden. Wij weten nu, dat zijn toen iet
wat duistere opmerking juist geweest is,
wat overigens niet al te veel verwonde
ring behoeft te verwekken, want de duce
heeft het in de hand, zijn voorspellingen
waar te maken.
Het beroemde paleis „Quai d'Orsay", zetel van het Fransche ministerie van Buiten
landsche Zaken, dat zijn naam ontleent aan de straat, waarin het gelegen is, waar
Yon Ribbentrop dezer dagen te gast was.
De vluchtelingenkvvestie.
De interpellatie-Albarda heeft minister
president Colijn gelegenheid gegeven een
uitvoerige verklaring af te leggen over de
vluchtelingenkwestie. De voornaamste
feiten uit dit antwoord zijn de volgen
de. Sedert 1933 zijn 24 k 25.000 vluchte
lingen toegelaten, waarvan er naar alle
waarschijnlijkheid een 16.000 in ons land
zijn gebleven. Dit is meer dan eenig ander
land. Zoo liet Engeland er 15.000 a 16.000
toe, waarvan een derde echter weer is ver
trokken. Bij de asylverleening, die in ons
land dus positief plaats vindt, staat even
wel voorop, dat het verblijf der vluchte
lingen tijdelijk moet zijn. Engeland, Frank
rijk en Amerika moeten de oplossing bren
gen, door dun bevolkte gebieden beschik
baar te stellen voor kolonisatie en aange
zien de onderhandelingen op dit punt nog
maar heel weinig vorderen, kan ons land
niet voortgaan, 1000 menschen per week
toe te laten.
Schifting bij de toelating is noodig, om
de eigen gemeenschap niet op noodelooze
lasten te jagen. Daarom zijn allereerst toe
gelaten vreemdelingen, die door familie of
vrienden in ons land onderhouden kunnen
worden en verder vooral kinderen, die geen
ouders of verzorgers meer hebben. Ten
slotte wordt ook nog een uitzondering ge
maakt voor de noodgevallen, die in mon
deling overleg met Den Haag, kunnen wor
den toegelaten.
Wat de huisvesting betreft, verschillen
de tehuizen zijn thans gereed en ten deele
ook reeds in gebruik. In het kort opgesomd
zijn het: een quarantainestation in Rotter
dam, plaats biedend aan 40 vluchtelingen;
een dito inrichting te Amsterdam voor 200
kinderen; een kampement te Hoek van
Holland met 300 plaatsen en een drietal
landhui'zen in Den Haag met accomodatie
voor 300 kinderen. Naar verdere geschikte
tehuizen wordt nog uitgezien. Voor de in-
„BLINDE PASSAGIERS" BIJ DE
SPOORWEGEN.
Uit officieele statistieken van de
Poolsche spoorwegen is gebleken,
dat in Polen een schrikbarend groot
aantal personen clandestien van den
trein gebruik maakt. In 1937 be
droeg het totale aantal „blinde pas
sagiers" op het geheele Poolsche
spoorwegnet niet minder dan 178.000.
De meeste reizigers zonder spoor
kaartje werden aangetroffen in het
WHna-gebied (92.00), terwijl War
schau met 37.000 betrapte blinde
passagiers op de tweede plaats komt.
Zeer gunstig steken daarbij af de
districten Posen en Kattowitz, die
respectievelijk „slechts" 2000 en 1500
clandestiene reizigers telden. En dan
moet men bedenken, dat deze cijfers
nog geen juist beeld geven van het
clandestien reizen in Polen, daar een
deel der blinde passagiers toch altijd
nog aan de contróle weet te ont
snappen.
richting van grenskampen, om een groot
aantal vluchtelingen voorloopig onderdak
te brengen, gevoelt de «geering niets, om
dat hierdoor een ongebreidelde stormloop
op onze grenzen zou ontstaan, die de toe
latingsmogelijkheid terstond zou uitputten.
De critiek, welke na deze mededeelingen
van den minister-president loskwam, viel
nogal mee. Ongetwijfeld heeft dit zakelijk
verslag velen, die meenden, dat de regee
ring niet genoeg doet voor de vluchtelin
gen, wel van het tegendeel overtuigd.
Barmhartigheid, maar met verstand, dat
is wel ongeveer de gedachte, waardoor de
regeering zich bij het bepalen van haar
standpunt in dit netelige vraagstuk heeft
laten leiden.
De Reiger naar Zuid-Afrika.
Onder groote belangstelling, ook van de
zijde van het Vorstelijk Huis en de regee
ring Z.K.H. Prins Bernhard, minister
president Colijn en minister Patijn deden
o.m. den zilveren vogel uitgeleide heeft
de Douglas „Reiger" van de K.L.M. Dins
dagmorgen zijn speciale vlucht naar Zuid-
Afrika aanvaard. Deze vlucht is daarom
van bijzondere beteekenis, wijl zij niet al
leen een blijk is van de belangstelling en
het medeleven, die hier te lande in bree-
den kring voor de herdenking van den
Grooten Trek in het stamverwante Zuid-
Afrika bestaan, maar vooral ook, omdat
hiervan wellicht zal afhangen, of de K.L.M.
zal overgaan tot het instellen van een ge-
regelden wekelijkschen luchtdienst op de
Unie. Op deze mogelijkheid zinspeelde al
thans de heer Plesman, die als laatste spre
ker in de rij den luchtvaarders een goede
reis toeriep, waarbij hij er nog op wees,
dat, wat afstand en klimatologische moei
lijkheden betreft, een dergelijke lijn ge
makkelijker te exploiteeren zal zijn dan
de Indische lijn. Wat de bevrachting van
het vliegtuig betreft, kan overigens reeds
thans van een succes worden gesproken,
want behalve elf passagiers, onder wie de
vice-president van den Raad van State,
jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland, die
zooals men weet ons land officieel bij de
feestelijkheden zal vertegenwoordigen,
heeft de „Reiger" 138 kg briefpost (d.z.
23.000 poststukken) en 52 kg vracht aan
boord.
De Zuidelijke polders in het IJsselmeer.
In de Memorie van Antwoord aan de
Tweede Kamer inzake het Zuiderzeefonds
heeft de minister van Waterstaat mr. dr.
ir. J. A. M. van Buuren nadere mededee
lingen gedaan aangaande de drooglegging
van de Zuidelijke polders van het IJssel
meer. Met dit deel van de inpolderings-
werken zal minstens 400 millioen gulden
gemoeid zijn, doch het zal nog wel eenigen
tijd dux-en, eer de beslissing omtrent de
uitvoering zal vallen, aangezien het droog
leggen van het Zuidelijk deel van het
IJsselmeer diep zal ingrijpen in het stelsel
van onze militaire defensie en belangrijke
voorzieningen ten behoeve van de lands
verdediging noodzakelijk zal maken. Het
overleg hieromtrent zal den noodigen tijd
vorderen, doch de minister verwacht, dat
niettemin vóór 1943 met de uitvoering een
begin gemaakt zal kunnen worden.
Ongewenschte droogleggingsplannen.
Een kostelijk stuk Nederlandsch natuur
schoon, een ware oase in het dicht be
volkte Zuid-Holland, de Reeuwijksche en
Sluipwijksche Plassen bij Gouda, wordt
opnieuw met ondergang bedreigd, daar de
„droogleggers" er eveneens hun begeerige
hand naar uitstrekken. Opnieuw, want
reeds vroeger zijn deze plassen in gevaar
jWJadat in den loop van dit jaar de eene
pkft van de „spil", Duitschland, vele zijner
Wenschen ingewilligd heeft gezien, wil
thans de andere compagnon eens de voor
deden van de zakengemeenschap gaan
plukken. De baten waren inderdaad in het
verleden wel wat ongelijk verdeeld.
Duitschland heeft groote successen behaald
met Italiaanschen steun, terwijl Italië
slechts weinig actief had te boeken. Nu
komen de Italianen hun wissel presen
teeren.
Italië heeft, naar Ciano het in zijn rede
uitdrukte, bepaalde „natuurlijke aspira
ties" en hoewel de Italiaansche minister
van buitenlandsche zaken niet nader om
schreef, waaruit deze natuurlijke aspira
ties dan wel zouden mogen bestaan, heeft
Rome de wereld daarover toch niet in het
onzekere gelaten. De fascistische afgevaar
digden hebben het na de rede van Ciano
uitgeroepen: Tunis, Corsica en Nice. En de
Italiaansche pers heeft deze eischen daar
na nog eens met verheffing van stem her
haald. „Italië is bereid op te marcheeren,
zoo noodig zelfs tegen Frankrijk''^ schrijft
de „Giornale d'Italia".
De reactie in Frankrijk.
De reactie in Frankrijk op het ge
schreeuw in en buiten de Italiaansche
Kamer komt neer op een: „Kom en haal
ze". Volgens berichten uit Parijs heeft men
zich daar in het geheel niet van streek
laten brengen en schijnt men de eischen
van de Italianen niet au sérieux te nemen.
Zooals men weet, heeft Bonnet onmiddel
lijk den Italiaanschen ambassadeur bij zich
laten roepen en deze schijnt hem ver
klaard te hebben, dat aan de kreten in de
Italiaansche Kamer niet te veel aandacht
geschonken moet wox'den. Dit gesprek is
gevolgd door een stap van Poncet bij
Ciano, waarbij natuurlijk evenmin toege
geven is, dat dit kabaal werd voorbereid.
De Fransche pers handhaaft een krach
tige houding. Op de Italiaansche eischen
laat men zonder omwegen een „neen"
hooren. Men wijst er op, dat Italië in dit
geval niet op een innerlijk verdeeld Frank
rijk behoeft te rekenen.
Een mislukte staking.
Dit laatste kan men met te meer nadxuk
doen, wijl de algemeene staking als protest
tegen de wetsdecreten van de regeering
op een mislukkihg is uitgeloopen. De
„kx'achtige houding van het kabinet-Dala-
dier en naar wij hopen ook een beter in
zicht van de Fransche arbeiders in den
waren stand van zaken hebben honderd
duizenden werknemers den arbeid doen
voortzetten. Toch heeft de staking nog
aanleiding gegeven tot een beroering,
welke voorloopig nog niet gestild zal kun
nen worden. Deze beroering vloeit voor
namelijk voort uit de maatregelen, welke
tegen een aantal leiders der staking ge
nomen zijn. Zoo zijn aan Jouhaux en andere
vakvereenigingsleiders verschillende func
ties in openbare lichamen ontnomen. Het
krachtigst is de oppositie echter tegen het
ontslag door de openbax-e en particuliere
werkgevers gegeven aan arbeiders, die het
werk tijdelijk hadden neergelegd. Aange
kondigd is echter, dat binnenkort weer
personeel zal kunnen worden aangenomen,
terwijl ook de uitsluitingen, waartoe som
mige bedrijven zijn ovexrgegaan, van kor
ten duur zullen zijn. Voor de werkgevers
wordt het daardoor mogelijk, ongewenschte
elementen uit de fabrieken te weren.
geweest. Dat was in de jaren 1926 tot
1930, toen ernstig overwogen wex'd, de
plassen in te polderen, waarmee men 535
ha bruikbaren grond dacht te kunnen win
nen. Toen reeds bleek uit de berekeningen,
dat het zeer de vraag zou zijn, of droog
legging wel verantwoord is, want de kos
ten werden op drie kwart a één millioen
geschat, terwijl als waarde van den droog-
gelegden grond bedragen wex'den ge-
ixoemd, die varieerden van 2500 tot 400
per ha Zóó weinig zeker was men van
het te verkrijgen resultaat. Bij de behan
deling in de Prov. Staten van Zuid-Hol
land in 1930 werd het voorstel tot droog
making echter met 64 tegen 4 stemmen
verwox-pen. De enkele voorstanders tracht
ten toen een deel van hun plan te redden;
zij wenschten niet alle plassen, doch
slechts een deel droog te leggen. Maar ook
dit plan kregen zij er niet door, want Ged.
Staten waren van oordeel, dat het verlies
per ha droog te maken grond bij gedeelte
lijke droogmaking belangrijk grooter zou
zijn dan bij algeheele drooglegging. Thans
is dit plan dan weer aan de orde en het
is zeer te hopen, dat het even weinig kans
zal maken als in 1930, want hoe zwaar het
ax*gument van werkvex'schaffing ook mag
wegen, er staan zulke groote nadeelen
tegenover, niet in het minst econo
mische dat het ook nu niet verantwoord
wox'dt geacht, op deze twijfelachtige gron
den alleen ons land van een door duizen
den gewaardeerd stuk natuurschoon te be-
x'ooven.
MILT EN SCHILDKLIER.
De Japansche medicus T. Fujikawa heeft
belangwekkende proeven genomen met
betrekking tot de wisselwerking tusschen
milt en schildklier. Hij nam zijn proeven
op dieren en verwijderde bij dezen de
milt, waarna hij constateerde, dat dit een
vex-hoogde werkzaamheid van de schild
klier ten gevolge had. Na eenigen tijd ver
minderde de functionneering van de
schildklier echter weer.
Werd, nadat de milt was weggenomen,
miltextract in het bloed gespoten, dan
verminderde de werkzaamheid van de
schildklier. Hieruit bleek dus, dat de milt
een remmenden invloed op de function
neering van de schildklier heeft.
ALBANIË'S KONINGIN SPREEKT IN
HET OPENBAAR.
Koningin Geraldine van Albanië bij de
plechtige opening van een nieuw radio-
zendstation.
ER ZIJN GRENZEN....
Geheel Nederland heeft zich Zaterdag j.1.
van zijn besten kant doen kermen. Ondanks
het feit, dat het weder niet medewerkte
integendeel! -r- heeft de nationale collecte
een recordbedrag opgeleverd, dank zij ook
de niet te waax-deeren medewerking van
duizenden collectanten en collectrices.
Rijk en arm, zonder onderscheid van
rang, stand en godsdienstige overtui
ging, heeft zijn offer, groot of klein, ge
bracht ter leniging van den nood der on-
gelukkigen aan gene zijde van onze grens.
In een geval als dit spelen grenzen geen
rol. Er zijn geen grenzen aan het mensche-
lijke medelijden; dat heeft ons volk ge
toond op een wijze, die het de grootste eer
aandoet. Maar het is pijnlijk er op te
moeten wijzen toch doet zich het geval
voor dat er, in tegenstelling met ons mede-
voelen en onze liefdadigheid, rekening
moet worden gehouden met grenzen.
Vergeten wij vooral niet, dat het joden
vraagstuk een wereldprobleem is, en niet
een vraagstxxk, dat ons land alléén heeft
op te lossen. Er moet een internationale
oplossing worden gevonden. Het zal ons
land en onze regeering steeds tot eere
blijven strekken, dat zij daarop krachtig
heeft aangedrongen bij andere landen.
Wij mogen ons niet te ver laten mede-
sleepen door ons medelijden. Als de nood
niet zoo hoog was gestegen in ons eigen
land, als wij niet een zoo beangstigend
groot aantal werkloozen en andere behoef-
tigen hadden te steunen, dan zou men onze
grenzen wellicht wat minder hermetisch
kunnen sluiten, iets meer door de vingers
kunnen zien. Ieder onbevooroordeelde zal
thans moeten toegeven, dat het eenvoudig
niet gaat.
De advertentiekolommen in onze bladen
vex'toonen nu reeds de gevolgen van de
toelating van vreemdelingen. Wat geven
ons advertenties te denken als deze, ge
knipt uit een paar bladen van Zaterdag
avond j.1.? „Joodsch kinderloos echtpaar,
kunnende koken, perfect in de huishou
ding, zoekt voor direct betrekking. Geringe
looneischen. Brieven, enz." „Jong Oos-
tenrijksch echtpaar z. k., na den Anschluss
gedwongen te emigreeren, op het oogenblik
in behoeftige omstandigheden in Holland
zijnde, zoekt betrekking, alles willende aan
nemen. Brieven enz."
Niet alleen, dat deze menschen het aantal
hongerige magen in ons land nog vermeer
deren, doch zij doen hun best wat men
hun, van hun standpunt gezien, natuurlijk
allei-minst kwalijk kan nemen om hun
levensonderhoud te verdienen op onver
schillig welke condities, ten koste van bur
gers van het land, waar zij het asylrecht
genieten. Zij doen Nederlanders, die even
eens werk en brood zoeken, in tweeërlei
opzicht concurrentie aan. In de eerste
plaats probeeren zij, de vreemdelingen,
een werkkring in te nemen, die volgens de
tegenwoordig in alle landen gehuldigde op
vatting, uitsluitend toekomt aan onze eigen
landgenooten; en in de tweede plaats be
derven zij de arbeidsmarkt, want er zijn
helaas nog altijd menschen te vinden, die
het niet beneden zich achten om, misbruik
makende van de ellende van dergelijke
lieden, hen te exploiteeren voor een waar
hongerloon.
Wat doen andere landen? Openen zij hun
grenzen, onder het motto: Welkom, vreem
deling? Het tegendeel is waar. De van
onze gezanten in verschillende landen ont
vangen rapporten, op dit onderwerp be-
IERLAND,
Ierland geeft ook na de
laatste verzoening met Enge
land den strijd om het noorde
lijk deel van het eiland, dat
bewoond wordt door een
sterke pro-Engelsche, prote-
testantsche meerderheid niet
op. Dublin wil zeggenschap
hebben over het heele land
en niet slechts over het
katholieke zuiden. De Valera
en zijn aanhangers meenen, dat
het eiland een economisch ge
heel vormt en dat overigens
het Noorden ook historisch een
geheel met het Zuiden vormt.
En aldus wordt de eeuwenoude
strijd met Engelnd, zij het
thans in minder scherpe vor
men, voortgezet.
Men zal zich wellicht afvra
gen, hoe Noord-Ierland aan
zijn Engelsche, overwegend
protestantsche bevolking komt.
Dat is vooral het werk geweest
van een Oranje, n.1. van stad
houder Willem III, die zooals
bekend tevens Koning van En
geland was. Na den bloedigen
slag bij de rivier de Boyne,
waarin bij de Ieren versloeg,
liet hij velen Engelschen in
Noord-Ierland een woonplaats
aanwijzen. Men noemde deze
lieden de „Oranje-menschen"
Deze „Ox'anje-menschen" wonen nog steeds
in Noord-Ierland. Zij zijn buitengewoon
trotsch op hun Engelsche afkomst, zeer
vlijtig en steeds bereid voor het Engelsche
bewind te strijden. Met de in Noord-Ier
land wonende katholieke Iex-en leven zij
in openbare vijandschap.
Index-daad is de toestand voor Londen
hier wel uiterst moeilijk. Eenerzijds wil
DIAMANTMETAAL.
De hax'dste stof die wij kennen, is zoo^
als men weet, diamant, dat behalve als
sieraad zeer veel in de industrie gebruikt
wordt voor het bewerken van bijzonder
harde materialen. Nu was de moeilijkheid
tot nog toe, hoe men de industriediamant,
die niet grooter is dan een splintertje,
moest vastzetten, teneinde er materialen
als titaniet en widia, welker hardheid (9,6)
bijna even groot is als die van diamant
(10), mee te kunnen bewei'ken. Het be
kende slijpmiddel carborundum, welks
hardheid ongeveer 9,7, bedi'aagt, wórdt
zeer spoedig bot. Zachtere metalen heb
ben evenmin voldaan als vatting voor de
diamanten. Nu heeft een Duitsch natuur
kundige evenwel na langdurige proef
nemingen een metaallegeering gevonden,
wélke hij diamantmetaal noemt en die zoo
vast en taai is als het hardste staal. De
diamantscherfjes worden gelijkmatig over
de metaalmassa vei'deeld en kunnen daar
in dank zij de taaiheid van de massa zoo
stevig worden vastgezet, dat zij tot het
laatste spoortje toe geheel kunnen worden
opgebruikt. Het geheel is daardoor van
ongekende hardheid. Daarbij is het oude
bezwaar ondervangen, dat de diamanten,
wanneer zij in vloeibaar metaal werden
gebracht, oplosten of zich in carbieden
omzetten. Met diamantmetaal kunnen alle
harde metalen en voorts ook hard porce-
lein, kwarts en harde gesteenten gemak-
BERAN, MINISTER-PRESIDENT
VAN TS JECHO-SLOW AKI JE.
Nadat Tsjecho-Slowakije in de
persoon van Hascha een nieuwen
president gevonden heeft, heeft het
thans ook een nieuw kabinet ge
kregen onder leiding van Rudolf
Beran.
Rudolf Beran, de nieuwe premier,
is 28 Februari 1887 geboren te Pra-
cejiovice in Zuid-Bohemen. Hij is
een boerenzoon en heeft zelf de land
bouwschool afgeloopen. Al vroeg
bewoog hij zich in de politiek, waar
in hij steeds de belangen der boeren
heeft verdedigd. Na den oorlog werd
Beran lid van de nationale revolu
tionaire vergadering en vervolgens
van het parlement van den nieuwen
staat, waarin hij steeds herkozen is.
Hij heeft een vooxmaam aandeel ge
had in de organisatie van de partij
der republikeinsche plattelanders,
welke hij tot de machtigste nartij in
het land heeft gemaakt. Tn 1934 werd
Beran gekozen tot voorzitter van ziin
partij, in plaats van wijlen Swjehla.
Om Beran's taak te ontlasten, is
thans dr. Jozef Czerny benoemd tot
waarnemend voorzitter van de partij.
trekking hebbend, werpen een schril licht
op de wijze, waarop men in het buitenland
tegenover het vluchtelingenvraagstuk staat.
Dóér heeft men een open oog voor de be
langen van het eigen land, die men niet in
de waagschaal wenscht te stellen ten gunste
van vreemdelingen. Men past er de wet
van de economische noodzakelijkheid toe.
Dura lex sed lex: de wet is hard, maar-
het is de wet!
En dit standpunt is ook het eenige, dat
onze regeering kan innemen, althans zoo
lang ons land niet de zekei'heid neeft, dat
die vreemdelingen, welke worden toege
laten, hier slechts als passanten verkeeren,
zoodat zij op den duur niet te onzen laste
zullen komen.
het huidige Engeland ongetwijfeld met
Dublin tot goede betrekkingen komen,
andex-zijds echter kan het moeilijk de
loyale inwoners van Noox'd-Ierlanl voor
het hoofd stooten. Een definitieve oplossing
heeft men dan ook nog niet kunnen vinden
en dex-halve voert men ook hier op echt
Engelsche wijze een politiek van uitstel.
kelijk worden gesneden, geboord, gefraisd
of geslepen. Wat nuttig effect en levens
duur betx-eft, stelt het nieuwe diamant
metaal de tot nog toe gebruikelijke car-
boi'undumschijt verx-e in de schaduw.
HET VITAMINEGEHALTE VAN
VRUCHTENCONSERVEN.
Onderzoekingen in het staatsvitamine-
labox-atoi'ium te Kopenhagen gedaan, heb
ben aangetoond, dat het vitaminegehalte
van vex-sch geconserveerde vruchten reeds
na zeer korten tijd afneemt en dat het niet
halen kan bij het vitaminegehalte van ge
kookte of tot 80° verhitte conserven.
Tevens heeft men de ervaring opgedaan,
dat vruchtenconserven, waaraan een con-
serveex'ingsmiddel was toegevoegd, het
vitaminegehalte opvallend snel daalde. De
vruchten bleken enzymen (ook fermenten
genaamd) te bevatten, dit zijn stoffen, die
chemische processen verooi'zaken, Zonder
daarbij zelf ten onder te gaan. De snellere
oxydatie der vitaminen was aan deze stof
fen toe te schrijven.
Verder bleek, dat bij sommige sluitingen
de lucht tot den inhoud der flesschen kon
toetreden, waardoor de oxydatie eveneens
in de hand werd gewerkt. Op grond van
de uitkomsten dezer onderzoekingen kwam
men derhalve tot de conclusie, dat de
veiligste methode om de vitaminen in de
vruchten te bewaren, is de conserven tot
80° te vex-hitten, omdat hierdoor de en
zymen worden vernietigd.
HET EILAND ZONDER RUST.
'km