NEDERLAND in het afgeloopen jaar 1938 bracht. Wat het Buitenland ons in Terugziende op het jaar dat weldra weer achter ons ligt, treffen de onzekerheid en onrust, de spanning en bewogenheid, die het gekenmerkt hebben. Het jaar 1937 had gebracht wat men ervan verwacht had een krachtige ontplooiing van het bedrijfs leven. die echter, reeds op het einde van dat jaar haar hoogtepunt had overschreden. Daarbij allerwegen in de wereld groeiend wantrouwen, netelige kwesties en drei gende conflicten zoo was het onmoge lijk, bij den aanvang van 1938 de toe komst licht in te zien. Nuchter erop voorbereid te moeten vechten voor het be houd van wat in 1937 gewonnen was, ging Nederland het nieuwe jaar in. Spanning en jubel om Oranje. Doch één ding was er, dat meer dan alle politieke en economische prognosen ieders gedachten bezighield de blijde gebeurte nis, die in ons Vorstenhuis te gebeuren stond. Onvergetelijk de spannende dagen van Januari, toen uit Soestdijk, belegerd door binnen- en buitenlandsche journalis ten, het groote nieuws maar niet kwam. Tot eindelijk, den laatsten dag der maand de blijde mare rondginger is een Prin sesje geborenVreugde en dankbaarheid vervulden de harten en kwamen jubelend tot uiting op den lsten Februari, den nationalen feestdag, die met groote geest drift door heel het land werd gevierd. Een bijzondere verrassing bracht nog de naam van de jonge Oranjetelg, Beatrix, zij die geluk brengt. Dagen van innig medeleven met het Prinselijk gezin, van verlangend uitzien naar berichten over den toestand van Moeder en Dochter volgden nu, de «erste portretten werden besproken en be wonderd, tot nogmaals de diepe vreugde Üver het ontluiken van jong leven in het oude Oranjehuis gelegenheid kreeg los te barsten, toen den 12den Mei Prinses Bea- örix in de Groote Kerk te 's-Gravenhage plechtig ten doop werd gehouden. Ontroerd zullen velen geluisterd hebben naar het jonge stemmetje, dat zich tijdens de plecht statige handeling voor heel het land liet hooren. Niet uitsluitend op het Prinselijk gezin concentreerde zich echter de belangstel ling. H.M. de Koningin, verjongd als het ware door het geluk van Haar kinderen, legde dit jaar een bijzondere activiteit aan den dag. In Vlissingen onthulde Zij het standbeeld van Prins Hendrik, in Amster dam het gedenkteeken voor Koningin Emma, in Groningen het gedenkraam ter gelegenheid van het jubileum der hooge- school aldaar, terwijl Zij temidden der drukke jubileumfeesten in September in de hoofdstad nog het nieuwe m.s. „Oranje" plechtig te water liet en daarnaast ook blijk gaf van Haar belangstelling voor de geestelijke stroomingen van dezen tijd door daadwerkelijk deel te nemen in de stich ting „Nationaal Centrum" tot versterking van het nationaal bewustzijn en later ook door den steun van haar Vorstelijk woord te geven aan de beweging voor geestelijke Ook het afgeloopen jaar heeft weer, evenals de beide voorafgaande, ge heel in het teeken gestaan van den strijd om een nieuw evenwicht der krachten, die zoowel in West als in Oost ten deele met diplomatieke, ten deele met militaire middelen gestre den wordt. Ook de laatste restjes van de vredesverdragen verloren hun kracht, in Europa verdween een staat geheel van de landkaart, een tweede werd sterk geamputeerd, een derde wacht op het oogenblik hetzelfde lot, zonder dat de wereld daarover nog in spanning geraakt en in het Verre Oosten verslindt de Japansche schrokop steeds nieuwe, reusachtige Chineesche gebieden. En nog is het einde van den algemeenen strijd, hoe snel wjj ook leven, niet in zicht en al evenmin is het mogelijk een alge meen geldig oordeel over dit histo risch gebeuren uit te spreken. Dat zal de taak zijn van den geschied schrijver der toekomst. I zien ten einde spoedende jaar dan it ongetwijfeld een nieuwe versterking n de positie der z.g. totalitaire staten gebracht, hoewel anderzijds, als reactie op deze groeiende machtspositie, ook de de mocratische mogendheden zich op hun kracht en rijke hulpbronnen beginnen te bezinnen. De enorme bewapeningspro gramma's van Engeland en Amerika be wijzen, dat Londen, Parijs en Washington niet van zins zijn, den driehoek Duitsch- land-Italië-Japan onbeperkt zijn gang te laten gaan. Er zullen tenslotte bepaalde grenzen getrokken worden; of deze nu bij Tunis, Corsica, Nice of Dzjiboeti, bij Spanje, de Oekraine of bij het Tequisiet, genaamd „open deur" in China, zullen lig gen, kan op het oogenblik nog met geen mogelijkheid gezegd worden. Vast staat slechts, dat een overschrijden van deze grenzen een oorlog tengevolge zal hebben, een oorlog, die wel is waar door geen volk gewenscht wordt, maar desondanks zeer wel kan uitbreken; daarover make men zich geen illusies. De groote vraag is, of deze grenzen, die, naar in het afgeloopen jaar gebleken is, zeer ver schijnen te lig gen Oostenrijk en Tsjechoslowakije kunnen er van meespreken inderdaad overschreden zullen worden. Velen zijn er vast van overtuigd, de meerderheid echter gelooft, dat een dergelijke catastrophe alsnog vermeden kan worden en tenslotte een verzoening tusschen democratische en autoritaire groote mogendheden mogelijk zal zijn. De belangrijkste exponent van deze laatste meening is de Engelsche mi nister-president Chamberlain, die dan ook inderdaad in dit jaar een politiek van ver zoening gevoerd heeft, waarvan wel het belangrijkste resultaat is geweest, dat een fn September dreigende oorlog voorkomen Trouwens geen jaar welhaast was zoo overladen met feestelijkheden en plechtig heden rondom het Vorstenhuis als 1938. Hun bekroning vonden zij in de grootsche herdenking van het veertigjarig regee- ringsjubileum, die één apotheose werd van liefde voor en verknochtheid aan het Huis van Oranje. De feestweek van 5-12 Sep tember, voorafgegaan door de komst der Indische vorsten en ingeleid met wapen schouw en vlootrevue, culmineerde in de plechtige herdenking ia de Nieuwe Kerk te Amsterdam, waar de dank der natie voor het zegenrijk bewind van H.M. Koningin Wilhelmina op indrukwekkende wijze werd vertolkt. Het regeeringswerk in 1938. Aan parlementaire daden bracht het jaar 1938 allereerst in Januari een grond wetsherziening, waarvan de belangrijkheid niet evenredig was aan de plechtigheid, waarmee zij in Maart d.a.v. gelijktijdig in alle gebiedsdeelen van het Rijk dit om de Rijkseenheid te accentueeren werd afgekondigd. Een negatieve regeerings- daad, echter niet zonder beteekenis, was de intrekking van het wetsontwerp tot herziening van de burgerlijke en militaire pensioenen, dat in 1936 was ingediend. Een definitieve streep werd ook gezet onder de kwestie-Vrijman. De Eerste Kamer nam de zaak van den vroegeren rijksbouwmeester opnieuw in behandeling en sloot zich aan bij de conclusie van de commissie van onderzoek, dat den heer Vrijman alsnog eervol ontslag moest wor den verleend. De gespannen internationale toestand maakte, eerst in Maart, later nogmaals in September verschillende buitengewone voorzieningen noodzakelijk. Een lange reeks wetsontwerpen, door beide Kamers in recordtijd aangenomen, behoefde even wel gelukkig geen dienst te doen. De werkloosheid bleef ook in 1938 een der moeilijkste problemen, waarmee de regeering had te worstelen. De middelen ter bestrijding daarvan werden opnieuw verhoogd; 30 millioen meer werd voor het Werkfonds aangevraagd en verkregen. In- polderingswerken, wegenaanleg, bebos- sching en ontginning werden met kracht voortgezet, terwijl eind October een nieuw plan voor werkverschaffing werd inge diend door ir. J. Th. Westhoff, dat beoogt, met een minimum aan materiaalkosten een maximum aan arbeiders te werk te stellen bij landontginningen, waardoor 85.000 ha cultuurgrond zal kunnen worden gewonnen. De economische erf financieele toestand. Onzeker en weinig bemoedigend als de vooruitzichten in den aanvang van het jaar waren, verdient des te meer bewon dering de activiteit, die het bedrijfsleven in deze eerste maanden wist te ontplooien. De 38ste Jaarbeurs te Utrecht werd een groot succes; zij onderscheidde zich van werd, zij het ook onder het brengen van zware offers aan de zijde van het demo cratische bloc. Ook had Chamberlains politiek tot gevolg, dat een zekere toe nadering tusschen Engeland en Italië eenerzijds en Frankrijk en Duitschland anderzijds kon worden bewerkstelligd. Daartegenover staat echter weer, dat Frankrijk en Italië, Duitschland en Enge land op het oogenblik feller tegenover elkaar staan dan ooit sinds den wereld oorlog en dat ondanks den z.g. vrede van München. Werpen wij thans, na deze algemeene beschouwing, een korten terugblik op de gebeurtenissen, die in het afgeloopen jaar de aandacht op zich gevestigd hebben en beginnen wij daartoe, met de dichtst bij ons liggende groote mogendheid Duitschland. Voor onze Oosterburen is 1938, machts politiek gezien, wel een uiterst succesvol jaar geweest. Hitier toonde zich een waren „uitbreider des rijks" en hij, van wien dat gezegd kan worden dat wist Bismarck reeds kan op de vereering van het Duitsche volk rekenen, ongeacht het re gime, dat hij uitoefent. Oostenrijk viel het eerst aan den Duit- schen drang naar expansie ten offer, waarbij echter niet over het hoofd mag worden gezien, dat een groot deel der Duitsch-Oostenrijksche bevolking den „Anschluss" wenschte. Deze „Anschluss" voltrok zich op 13 Maart, nadat de Oosten- rijksche bondskanselier Schuschnigg, die nog steeds een gevangene van de Gestapo is, zijn laatsten noodsprong, het uitschrij ven van een volksreferendum, door een Duitsch ultimatum zag mislukken. Lang rust gunde Duitschland Europa na de opwindende dagen van Oostenrijk niet. Onmiddellijk daarop werd de Tsjecho- slowaaksche kwestie aangesneden, die de wereld in een nog veel grooter spanning, ja aan den rand van den oorlog zou bren gen. In September kon men het schouw spel beleven, dat in alle landen van Europa uitgebreide militaire maatregelen werden genomen en de burgerbevolking in allerijl schuilloopgraven tegen luchtaanvallen schiep. Gelukkig kon de dreigende oor log op het allerlaatste oogenblik door het ingrijpen van Chamberlain, waarop onder het hoofd Tsjecho-Slowakije wordt terug gekomen, worden verhinderd, maar Tsjecho-Slowakije zag daarbij waardevolle gebieden aan Duitschland, Polen en Hon garije verloren gaan. Slechts in de koloniale kwestie kon nog geen succes worden bereikt, niet in de laatste plaats tengevolge van Duitschlands eigen houding na München. De Jodenver volging in November verwekte in de ge- hee.e wereld zoo'd beroering, dat zoowel Engeland als Frankrijk verklaarden, dat er over een teruggave der koloniën thans niet meer te spreken was. waarbij men zich overigens mag afvragen, of zij het plan daartoe wel ooit gehad hebben. de nieuwe Beatnxhai door Z.K.H. Prins Bernhard, waarin voor de eerste maal de Nederlandsche machine-industrie waardig voor den dag kon komen. Ook in ander opzicht nam de Prins een werkzaam aan deel in het economische leven; in Maart werd hij plechtig geïnstalleerd als lid van den Economischen Raad. Naast groeiende moeilijkheden voor onzen uitvoer o.m. werden de kaas- en haringexport naar België bedreigd waren er evenwel ook enkele gunstige symptomen te bespeuren: de Najaarsbeurs te Utrecht telde weer meer deelnemers dan in 1937, het 10.000ste schip kwam in Augustus 13 dagen eerder te Rotterdam aan dan het jaar tevoren, het aantal fail lissementen over het eerste halfjaar was minder dan in de overeenkomstige periode van 1937. De overheidsbemoeiing met het bedrijfs leven bleef noodzakelijk en werd nog uit gebreid. Na het vestigingsverbod van '37 voor het slagers- en bakkersbedrijf, volgde nu eenzelfde regeling voor de schoenen branche. Meer dan vorige jaren trek de regeering zich het lot van den Midden stand aan, ofschoon ook nu nog de be strijding van het cadeaustelsel van de hand werd gewezen. Op zwaarder lasten werd de bevolking overigens reeds weer voorbereid door de aankondiging van een nieuwe inkomsten- en winstbelasting. Dat de economische en financieele poli tiek van de regeering niet ieders instem ming heeft, bewees het z.g.n. „Adres der negen mannen", waarin vooraanstaande landgenooten scherpe critiek op het re- geeringsbeleid oefenden. Kampvechters voor deze laatste stonden echter weldra op en bestreden niet minder fel deze cri tiek in een „Adres der veertien". Merkwaardig was in het afgeloopen jaar de ontwikkeling op financieel gebied. Het goudembargo, in September 1936 uitge vaardigd, werd in Augustus opgeheven, een bewijs, dat een overvloed van dit metaal ons land was toegestroomd. Op de kapitaalsmarkt nam de geldruimte over dadige afmetingen aan als gevolg van den onzekeren internationalen toestand en den steeds dalenden rentestandaard. Kleine en groote beleggers lieten veer na veer, tot de laatsten, beducht voor verdere daling der rente, de hoofden bij elkaar staken en het z.g.n. „beleggingsfront" vormden, dat zijn veto uitsprak over lichamen welke binnen een jaar tot hernieuwde conversie van leeningen zouden overgaan, alsmede over emissies beneden het 3 rentetype. De actie had onmiskenbaar succes ver scheidene laag rentende gemeenteleenin- gen mislukten zeer ten ongenoege van de emissiehuizen, die ten slotte met een kleine 2% leening Haarlem een bres in het front poogden te schieten. De betrekkingen met het buitenland. Ten aanzien vsfti onze betrekkingen met het buitenland bracht het jaar 1938 enkele belangrijke wijzigingen. De verhouding tot Italië werd weer normaal; te Rome werd een gezant benoemd en daarmede was de erkenning van het Italiaansche Imperium, d.i. van de verovering van Abessinië, een voldongen feit. Ook met het rechtsche Spanje werden banden aangeknoopt door de benoeming van van Panhuys to^ Tsjecho-Slowakije. Was 1938 voor Duitschland een succes, voor Tsjecho-Slowakije was het niets minder dan een catastrofe. Bedrogen in zijn vertrouwen in Frankrijk en Rusland, zag het belangrijke gebiedsdeelen verloren gaan. Waar is, dat de regeering-Benesj' vertrouwende op haar bondgenootschappen, de onderhandelingen met de Sudeten- Duitschers traineerde en aarzelde recht vaardige eischen in te willigen. Was zij daartoe tijdig overgegaan, wellicht dat nog veel had kunnen worden vermeden. Nu werden de tegenstellingen tusschen Praag en Berlijn grooter en grooter, tegenstellin gen, die ook door den door Engeland ge zonden waarnemer, lord Runciman, niet meer uit de wereld konden worden ge holpen. Het geduld van Berlijn raakte uitgeput, openlijk werd met een inter ventie gedreigd en wellicht ware het daar toe ook gekomen, indien Chamberlain niet over alle bezwaren heenstappend naar Berchtesgaden ware getrokken om daar een onderhoud met Hitier te hebben. Het resultaat van dit onderhoud was, dat Tsjecho-Slowakije werd aanbevolen het Sudetenland onder bepaalde voorwaarden aan Duitschland af te staan. Een week later bracht Chamberlain zijn tweede be zoek aan Hitier, ditmaal te Godesberg, dat echter een minder bevredigend verloop nam. Praag had intusschen gemobiliseerd, Duitschland zond zijn troepen naar de grens en stelde een\ultimatum, een wereld oorlog scheen voor de deur te staan. In dezen hoogsten nood besloot Chamberlain in overeenstemming -met Daladier, Mus- solini om bemiddeling te vragen. Het ge volg daarvan was de bekende bijeenkomst te München op 29 September, waarbij Hitier, Mussolini, Chamberlain en Dala dier overeenkwamen, dat Duitschland van 1 October af het Sudetenland mocht be zetten. Voorts werd te München overeen gekomen, dat ook Polen en Hongarije de ontnomen deelën van Tsjecho-Slowakije terug zouden krijgen. Aldus is het ook gegaan. Benesj trad af, het zoo; geamputeerde land werd gereor ganiseerd en bestaat thans uit drie auto nome deelen, Tsjechenland, Slowakije en de Karpatho-Oekraine. Dit laatste auto nome land wordt door de Duitschers be schouwd als de kern van een toekomstigen onafhankelijken Oekrainscben staat van ongeveer 40 millioen inwoners, die zich tot aan de grenzen van de Zwarte Zee zou uitstrekken. Deze staat, zooals bekend een graanschuur, rijk aan kolen, ijzer- en mangaanertsen zou, onder een soort pro tectoraat van Duitschland, moeten tot stand komen ten koste van Polen en de Sovjet- Unie. Dit heeft tot gevolg gehad, dat War schau en Moskou aan het eind van het jaar toenadering tot elkaar zochten en ook vonden. Engeland. Wenden wij ons thans tot Engeland, dat op den loop der gebeurtenissen in het af geloopen Jaar zoo'n grooten invloed heeft uitgeoefend. Wanneer men op het oogen blik Engelsche politiek zegt, zegt men Chamberlain. Het is, zooals reeds gezegd, een politiek die naar verzoening streeft, naar het wegnemen van de onrechtvaar digheden der vredesverdragen. Daarom moest ook, reeds in he>t begi« ^gc da anti-fascistische Eften als ministo daarentegen werd de band met de Scan dinavische staten. De Oslo-conventie, welke in Juli afliep, werd niet verlengd, ofschoon de samenwerking niet geheel werd opgegeven. Op de conferentie te Kopenhagen, waar een en ander werd be sproken, stelden al deze kleine staten nog eens nadrukkelijk hun vrijheid van hande len ten aanzien van art. 16 van het Vol kenbondsstatuut in het licht. De betrekkingen met België waren dit jaar wel van bijzonder hartelijken aard. De gezantschapspost te Brussel, na de be noeming van mr. J. A. N. Patijn tot minis ter nog vrij gebleven, werd bezet door baron van Harinxma thoe Slooten; be sprekingen over spoorwegaangelegenheden werden gevoerd tusschen den Ned. minis ter van Waterstaat en zijn Belgischen ambtgenoot van Verkeerswezen, maar het hoogtepunt in de betrekkingen met onze Zuiderburen vormde toch het driedaagsch bezoek van Z.M. Koning Leopold aan ons land, dat tot een bewuste onderstreping van de vriendschap tusschen beide landen is geworden, die vooral de Vlamingen te pas kan komen in hun strijd tegen de Waals che onderdrukking. De verhouding tot onze Oosterburen was van ietwat stroever karakter. Na lange onderhandelingen kwam niettemin in Sep tember het nieuwe transfer- en clearing- verdrag met Duitschland tot stand, dat een kleine vermindering van rente voor de houders van Duitsche waardepapieren be- teekende; ook de handelsbetrekkingen ondervonden nog steeds de rem van dit in gewikkelde betalingssysteem. De herhaalde grenswijzigingen, alsook de anti-semitische campagne van het Duitsche Rijk deden een zoodanigen stroom van vluchtelingen naar ons land ontstaan, dat de regeering de grenzen moest sluiten, om vervolgens onder strenge controle de toelating te regelen. Misverstand omtrent de bedoelin gen van een verbod van Rotterdams bur gemeester tot het houden van den voet balwedstrijd Nederland-Duitschland was oorzaak, dat het Duitsche Rijk de sport- betrekkingen met ons land verbrak. Eenige vermindering van ons werkloozenheir be zorgde ons Duitschland, door duizenden Nederlandsche landarbeiders werk te ver schaffen; hetzelfde effect zal wellicht ook de terugtrekking der Duitsche dienstboden uit ons land hebben, een maatregel welke in de laatste maand van het jaar werd aangekondigd. Vermindering der werk loosheid streefde de regeering ook na door met Argentinië en Australië besprekingen te voeren nopens kolonisatie van Neder landers in deze landen. Rest ons nog de onmiskenbare toenadering tot onze broe ders in de Unie van Zuid-Afrika te ver melden, die zich na jarenlange onderdruk king, uitbuiting en achterstelling door de Engelschen weer vrijer zijn gaan voelen. Een tastbaar bewijs van onze warme ge voelens voor de stamgenooten in Zuid- Afrika was de vlucht van de „Reiger" naar Kaapstad ter gelegenheid van het Eeuw feest van den Grooten Trek. Wat ieder bezig hield in *38. Naast de groote gebeurtenissen in het Vorstelijk Huis, waarmee het geheele land intens meeleefde, waren er nog tal van wederwaardigheden en kwesties, welke in me»r of minder breeden kring de gemoe- t^fen 'n beroering brachten. Allereerst de buitenlandsche zaken vallen en vervangen worden door lord Halifax. Of Chamber lains politiek, die op het oogenblik op alle fronten wordt toegepast, inderdaad de ver wachte resultaten zal opLeveren, kan nog met geen mogelijkheid gezegd worden. Er zijn in Engeland menschen, zooals Eden, Churchill, Lloyd George, Duff Cooper enz., die beweren, dat alle concessies uit den booze zijn, wijHB^ügchland, Italië en Japan toch nim'ierreS bevredigen zullen zijn. Wanneer ^nen Duitschlands streven inzake de Oekraine, Itamg's eischen ten aanzim van Tunis, CorsicaV Dzjiboeti en zelf' Nice, het Japansche omT^en. in. het Ve.'re Oosten beschouwt, kan men dez£— moming inderdaad niet eenvoudig van de hmd wijzen. Maar ook Chamberlain zet net alles op een kaart en heeft aan Enge- hnd het grootste bewapeningsprogramma sinds den wereldoorlog gegeven, om op alle eventualiteiten voorbereid te zijn. Frankrijk. Voor Frankrijk was de belangrijkste buitenlandsche politiek in 1938 natuurlijk de Tsjechoslowaaksche crisis. Parijs had een militair bondgenootschap met Praag en had dus voor de Tsjechen den oorlog moeten ingaan, een oorlog, die in Frank rijk alles behalve populair bleek te zijn. De bereikte oplossing van dit geschil be- beteekende voor Frankrijk dan ook een enorme opluchting en daaraan heeft Dala dier, de huidige minister-president een groote mate van populariteit te danken, die hij ook zeer wel gebruiken kan. Zooals elk jaar, zag Frankrijk ook dit maal weer verschillende kabinetten komen en gaan. Na Chautemps kwam Blum voor de tweede maal aan het bewind om daarna door Daladier te worden vervangen. Het volksfront zag door zijn hoog opgeschroef de eischen de gezonde deelen van het Fransche volk tegen zich opstaan en zich in het defensief dringen. In November vestigde de onderteeke- ning van de Duitsch-Fransche vriend schapsverklaring door Bonnet en Von Rib- bentrop de aandacht op zich- Aan de waarde van deze verklaring wordt door sommigen weliswaar getwijfeld, maar ge zegd kan toch worden, dat zij zoio zij niet baat, toch zeker ook niet schaadt. Italië. Veel slechter dan met Duitschland zijn de Fransche betrekkingen met Italië in dit jaar geweest. Daaraan vermocht ook het feit, dat Frankrijk tenslotte het Ita liaansche keizerrijk erkende en een am bassadeur naar Rome zond, geen verande ring te brengen. Italië, dat steeds trouw de verschillende Duitsche eischen gesteund heeft, maar daarbij zelf met leege banden bleef zitten, schijnt thans aan de beurt te komen om verschillende verlangens, daarbij dan natuurlijk gesteund door de spilgenoot, naar voren te brengen. Deze richten zich naar is komen vast te staan in hoofdzaak tegen Frankrijk, dat overigens ook al in Spanje belaDgen heeft, die recht tegen die van Italië ingaan. De Italiaansche eischen heeten: Tunis, Corsica, Dzjiboeti, Nice en medezeggenschap in de Suezkanaal-maat- schappij. Een omvangrijk lijstje zooals men ziet, dat zeker wel in staat is ook het komende jaar de spanning in Europa -tlo.mn weerslag der gebeurtenissen in het buiten land. Onnoodig de spanning der Maart- en Septemberdagen in herinnering te roepen. Te verscb ligt dat alles ons nog in hef geheugen. Het vluchtelingenvraagstuk lokte veel pennen- en woordenstrijd uit, daar velen de hulpverleening der regee ring te traag en te beperkt vonden, ande ren te vér gaand. Veel beroering verwekte voorts de zaak der Ossche marechaussee, die door den minister van Justitie van haai taak werd ontheven, terwijl niet minder heftig het pro en contra in den „wilde- bussenstrijd" werd bepleit. Kinderverlam ming'en mond- en klauwzeer brachten in breede kringen onrust en bezorgdheid dooi hun epidemisch optreden, terwijl de grootsch opgezette bergingspoging van net Lutmegoud weken lang het gansche lanc in spanning hield. Nog waren er andere brandende kwesties, waar velen voor voch ten: de verbetering der leerlingenschaal, opnieuw afgewimpeld; het noodlijdende Artis, nog steeds niet gered; het conflict in de haringvisscherij, na eindelooze Dnderhandelingen ten slotte toch bijgelegd; het vliegveldplan der regeering, dat be- Dogde het algemeen belang te dienen, doch slechts weinigen kon bevredigen, en zoo zou er meer te noemen zijn, doch onze plaatsruimte is beperkt. Volstaan wij daar om tot besluit met een korte opsomming van Droevige en blijde feiten. Bekende én geziene burgers verloor ons land dit jaar in: den dichter Willem Kloos, een der voormannen van de Beweging van Tachtig; Pastoor L. H. Perquin O.P., voor zitter van de K.R.O.; mr. C. Ridder van Rappard, den door een auto-ongeval nood lottig om het leven gekomen gezant te Berlijn; Rotterdams burgemeester mr. P. Droogleever Fortuyn en den bekenden hoogleeraar en kanselredenaar prof. dr. A. H. de Hartog. In de rampen, die ons land troffen, had als gewoonlijk de luchtvaart het grootste aandeel. „Ijsvogel" en „Ekster", alsmede drie bommenwerpers van de Indische en 3 toestellen van de Nederlandsche lucht macht, verongelukten en voerden ongeveer 20 menschen in den dood. Branden teis terden in de zomermaanden vele als gevolg van de langdurige droogte stad, bosch en heide, echter gelukkig zonder menschenlevens te eischen. De spoorwegen bleven voor ernstige treinrampen gespaard, doch zagen in den nacht van den 17den December hun voornaamste zenuwcentrum, het Centraal Station te Utrecht, aan het vernielende vuur ten offer vallen. Mogen enkele blijdere klanken dit over zicht besluiten. De oudste der jubilarissen welke ons land dit jaar telde, was Geer- truidenberg, dat zijn 725-jarig bestaan herdacht, onmiddellijk gevolgd door Ber gen op Zoom, dat zijn 650-jarig markie- zaatsbestaan vierde. Het 350-jarig bestaan herdacht de Raad van State in April, ter wijl in November de Kon. Militaire Aca demie haar 120-jarig jubileum vierde. Honderdjarigen waren het Burgerlijk Wet boek en de bekende Haarlemsche fabriek van tram- en spoorwegmaterieel J. J. leynes N.V.; zilveren jubilarissen de Ned. dei de Mij. en het Concertgebouw te Am sterdam, terwijl de K.N.A.C. en het Alg. Ned. Verbond od 40 jaren konden terug zien. - België. Van de gebeurtenissen in de kleinere staten willen wij slechts op die van ons buurland België wat nader ingaan. Met Spaak kreeg dit land voor de eerste maal in zijn geschiedenis een socialistischen premier, die overigens terzijde wordt ge staan door katholieke en liberale minis ters. Spaak voerde overigens een zeer ge lukkige politiek. Hij wist met steun van den koning, België verder naar de neutra liteit te leiden en het van het Zuiden, Frankrijk, naar het Noorden, Nederland, te oriënteeren. Dat kwam tot uiting in het bezoek, dat koning Leopold III aan ons landbracht. De Spaansche burgeroorlog» Het jaar 1938 heeft niet het einde van den verschrikkelijken burgeroorlog in Spanje mogen brengen. Wel echter is deze strijd vooral door Engelands toedoen veel minder gevaarlijk voor de internationale vrede geworden. Het Britsche plan tot terugtrekking der vrijwilligers werd aan vaard en inderdaad zijn zoowel Barcelona als Franco daartoe ten deele overgegaan Over den oorlog zelve kan nog gezegd woi-den, dat Franco na verschillende groote successen in het begin van hec jaai^ niet tot een beslissende overwinning is kunnen komen. De strijd in het Verre Oosten. China zag in den strijd tegen het over machtige Japan opnieuw belafcjrijke steden, zooais Kanton en Hankou ver loren gaan, maar Tsjiang Kai-sjek denkt er niet over zijn verzet te staken. Hij heeft het centrum zijner regeering thans nog verder het binnenland in verlegd, >1 naar Joennan en hoopt de Japanners ten slotte in dezen oorlog te kunnen uitputten. Of hij daarin zal slagen? Inderdaad doen zich voor Japan groote financieele moei lijkheden voor, maar onpartijdige waar nemers zijn toch van oordeel, dat het land den strijd nog minstens een jaar zal kun nen voortzetten. Rusland. Slechts een oogenblik scheen het, alsof de strijd in het Verre Oosten een geheel ander karakter zou krijgen, door het in grijpen van Rusland. Dat was tijdens het z.g. incident van Tsjang-Koefeng. Inder daad werd in dit deel van Mantsjoerije eenige dagen lang een formeele strijd tus schen Russen en Japanners geleverd. Ten slotte kon het incident echter toch nog bijgelegd worden. Amerika. Ook Amerika is in het afgeloopen jaar gaan deelnemen aan den geweldigen be wapeningswedstrijd, die zich op het oogen blik in de wereld afspeelt. Dat deze be wapening tegen de autoritaire staten is ge richt, verheimelijkt men in Washington niet, Voor Engeland en Frankrijk beteekent deze bewapening een flinken steun in den rug. Bovendien werpen de Vereenigde Staten zich op ais verdediger van het geheele Amerikaansche continent, zooals men ook op de pan-Amerikaansche conferentie van Lima heeft kunnen waarnemen. Tot een militair accoord met de landen van Mid den- en Zuid-Amerika is het echter niet gekomen. In het bijzonder de landen van Zuid-Amerika onderhouden handelsbe trekkingen met bepaalde Europeesche lan den, die men liever niet -turen ziet

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1938 | | pagina 2