NEDERLAND
in het afgeloopen jaar
1938 bracht.
Wat het Buitenland ons in
Terugziende op het jaar dat weldra weer
achter ons ligt, treffen de onzekerheid en
onrust, de spanning en bewogenheid, die
het gekenmerkt hebben. Het jaar 1937 had
gebracht wat men ervan verwacht had
een krachtige ontplooiing van het bedrijfs
leven. die echter, reeds op het einde van
dat jaar haar hoogtepunt had overschreden.
Daarbij allerwegen in de wereld groeiend
wantrouwen, netelige kwesties en drei
gende conflicten zoo was het onmoge
lijk, bij den aanvang van 1938 de toe
komst licht in te zien. Nuchter erop
voorbereid te moeten vechten voor het be
houd van wat in 1937 gewonnen was, ging
Nederland het nieuwe jaar in.
Spanning en jubel om Oranje.
Doch één ding was er, dat meer dan alle
politieke en economische prognosen ieders
gedachten bezighield de blijde gebeurte
nis, die in ons Vorstenhuis te gebeuren
stond. Onvergetelijk de spannende dagen
van Januari, toen uit Soestdijk, belegerd
door binnen- en buitenlandsche journalis
ten, het groote nieuws maar niet kwam.
Tot eindelijk, den laatsten dag der maand
de blijde mare rondginger is een Prin
sesje geborenVreugde en dankbaarheid
vervulden de harten en kwamen jubelend
tot uiting op den lsten Februari, den
nationalen feestdag, die met groote geest
drift door heel het land werd gevierd. Een
bijzondere verrassing bracht nog de naam
van de jonge Oranjetelg, Beatrix, zij die
geluk brengt. Dagen van innig medeleven
met het Prinselijk gezin, van verlangend
uitzien naar berichten over den toestand
van Moeder en Dochter volgden nu, de
«erste portretten werden besproken en be
wonderd, tot nogmaals de diepe vreugde
Üver het ontluiken van jong leven in het
oude Oranjehuis gelegenheid kreeg los te
barsten, toen den 12den Mei Prinses Bea-
örix in de Groote Kerk te 's-Gravenhage
plechtig ten doop werd gehouden. Ontroerd
zullen velen geluisterd hebben naar het
jonge stemmetje, dat zich tijdens de plecht
statige handeling voor heel het land liet
hooren.
Niet uitsluitend op het Prinselijk gezin
concentreerde zich echter de belangstel
ling. H.M. de Koningin, verjongd als het
ware door het geluk van Haar kinderen,
legde dit jaar een bijzondere activiteit aan
den dag. In Vlissingen onthulde Zij het
standbeeld van Prins Hendrik, in Amster
dam het gedenkteeken voor Koningin
Emma, in Groningen het gedenkraam ter
gelegenheid van het jubileum der hooge-
school aldaar, terwijl Zij temidden der
drukke jubileumfeesten in September in
de hoofdstad nog het nieuwe m.s. „Oranje"
plechtig te water liet en daarnaast ook
blijk gaf van Haar belangstelling voor de
geestelijke stroomingen van dezen tijd door
daadwerkelijk deel te nemen in de stich
ting „Nationaal Centrum" tot versterking
van het nationaal bewustzijn en later ook
door den steun van haar Vorstelijk woord
te geven aan de beweging voor geestelijke
Ook het afgeloopen jaar heeft weer,
evenals de beide voorafgaande, ge
heel in het teeken gestaan van den
strijd om een nieuw evenwicht der
krachten, die zoowel in West als in
Oost ten deele met diplomatieke, ten
deele met militaire middelen gestre
den wordt. Ook de laatste restjes van
de vredesverdragen verloren hun
kracht, in Europa verdween een staat
geheel van de landkaart, een tweede
werd sterk geamputeerd, een derde
wacht op het oogenblik hetzelfde lot,
zonder dat de wereld daarover nog
in spanning geraakt en in het Verre
Oosten verslindt de Japansche
schrokop steeds nieuwe, reusachtige
Chineesche gebieden. En nog is het
einde van den algemeenen strijd, hoe
snel wjj ook leven, niet in zicht en
al evenmin is het mogelijk een alge
meen geldig oordeel over dit histo
risch gebeuren uit te spreken. Dat
zal de taak zijn van den geschied
schrijver der toekomst.
I zien ten einde spoedende jaar dan
it ongetwijfeld een nieuwe versterking
n de positie der z.g. totalitaire staten
gebracht, hoewel anderzijds, als reactie op
deze groeiende machtspositie, ook de de
mocratische mogendheden zich op hun
kracht en rijke hulpbronnen beginnen te
bezinnen. De enorme bewapeningspro
gramma's van Engeland en Amerika be
wijzen, dat Londen, Parijs en Washington
niet van zins zijn, den driehoek Duitsch-
land-Italië-Japan onbeperkt zijn gang te
laten gaan. Er zullen tenslotte bepaalde
grenzen getrokken worden; of deze nu bij
Tunis, Corsica, Nice of Dzjiboeti, bij
Spanje, de Oekraine of bij het Tequisiet,
genaamd „open deur" in China, zullen lig
gen, kan op het oogenblik nog met geen
mogelijkheid gezegd worden. Vast staat
slechts, dat een overschrijden van deze
grenzen een oorlog tengevolge zal hebben,
een oorlog, die wel is waar door geen volk
gewenscht wordt, maar desondanks zeer
wel kan uitbreken; daarover make men
zich geen illusies. De groote vraag is, of
deze grenzen, die, naar in het afgeloopen
jaar gebleken is, zeer ver schijnen te lig
gen Oostenrijk en Tsjechoslowakije
kunnen er van meespreken inderdaad
overschreden zullen worden. Velen zijn er
vast van overtuigd, de meerderheid echter
gelooft, dat een dergelijke catastrophe
alsnog vermeden kan worden en tenslotte
een verzoening tusschen democratische en
autoritaire groote mogendheden mogelijk
zal zijn. De belangrijkste exponent van
deze laatste meening is de Engelsche mi
nister-president Chamberlain, die dan ook
inderdaad in dit jaar een politiek van ver
zoening gevoerd heeft, waarvan wel het
belangrijkste resultaat is geweest, dat een
fn September dreigende oorlog voorkomen
Trouwens geen jaar welhaast was zoo
overladen met feestelijkheden en plechtig
heden rondom het Vorstenhuis als 1938.
Hun bekroning vonden zij in de grootsche
herdenking van het veertigjarig regee-
ringsjubileum, die één apotheose werd van
liefde voor en verknochtheid aan het Huis
van Oranje. De feestweek van 5-12 Sep
tember, voorafgegaan door de komst der
Indische vorsten en ingeleid met wapen
schouw en vlootrevue, culmineerde in de
plechtige herdenking ia de Nieuwe Kerk
te Amsterdam, waar de dank der natie
voor het zegenrijk bewind van H.M.
Koningin Wilhelmina op indrukwekkende
wijze werd vertolkt.
Het regeeringswerk in 1938.
Aan parlementaire daden bracht het
jaar 1938 allereerst in Januari een grond
wetsherziening, waarvan de belangrijkheid
niet evenredig was aan de plechtigheid,
waarmee zij in Maart d.a.v. gelijktijdig in
alle gebiedsdeelen van het Rijk dit om
de Rijkseenheid te accentueeren werd
afgekondigd. Een negatieve regeerings-
daad, echter niet zonder beteekenis, was
de intrekking van het wetsontwerp tot
herziening van de burgerlijke en militaire
pensioenen, dat in 1936 was ingediend.
Een definitieve streep werd ook gezet
onder de kwestie-Vrijman. De Eerste
Kamer nam de zaak van den vroegeren
rijksbouwmeester opnieuw in behandeling
en sloot zich aan bij de conclusie van de
commissie van onderzoek, dat den heer
Vrijman alsnog eervol ontslag moest wor
den verleend.
De gespannen internationale toestand
maakte, eerst in Maart, later nogmaals in
September verschillende buitengewone
voorzieningen noodzakelijk. Een lange
reeks wetsontwerpen, door beide Kamers
in recordtijd aangenomen, behoefde even
wel gelukkig geen dienst te doen.
De werkloosheid bleef ook in 1938 een
der moeilijkste problemen, waarmee de
regeering had te worstelen. De middelen
ter bestrijding daarvan werden opnieuw
verhoogd; 30 millioen meer werd voor het
Werkfonds aangevraagd en verkregen. In-
polderingswerken, wegenaanleg, bebos-
sching en ontginning werden met kracht
voortgezet, terwijl eind October een nieuw
plan voor werkverschaffing werd inge
diend door ir. J. Th. Westhoff, dat beoogt,
met een minimum aan materiaalkosten
een maximum aan arbeiders te werk te
stellen bij landontginningen, waardoor
85.000 ha cultuurgrond zal kunnen worden
gewonnen.
De economische erf financieele toestand.
Onzeker en weinig bemoedigend als de
vooruitzichten in den aanvang van het
jaar waren, verdient des te meer bewon
dering de activiteit, die het bedrijfsleven
in deze eerste maanden wist te ontplooien.
De 38ste Jaarbeurs te Utrecht werd een
groot succes; zij onderscheidde zich van
werd, zij het ook onder het brengen van
zware offers aan de zijde van het demo
cratische bloc. Ook had Chamberlains
politiek tot gevolg, dat een zekere toe
nadering tusschen Engeland en Italië
eenerzijds en Frankrijk en Duitschland
anderzijds kon worden bewerkstelligd.
Daartegenover staat echter weer, dat
Frankrijk en Italië, Duitschland en Enge
land op het oogenblik feller tegenover
elkaar staan dan ooit sinds den wereld
oorlog en dat ondanks den z.g. vrede van
München.
Werpen wij thans, na deze algemeene
beschouwing, een korten terugblik op de
gebeurtenissen, die in het afgeloopen jaar
de aandacht op zich gevestigd hebben en
beginnen wij daartoe, met de dichtst bij
ons liggende groote mogendheid
Duitschland.
Voor onze Oosterburen is 1938, machts
politiek gezien, wel een uiterst succesvol
jaar geweest. Hitier toonde zich een waren
„uitbreider des rijks" en hij, van wien dat
gezegd kan worden dat wist Bismarck
reeds kan op de vereering van het
Duitsche volk rekenen, ongeacht het re
gime, dat hij uitoefent.
Oostenrijk viel het eerst aan den Duit-
schen drang naar expansie ten offer,
waarbij echter niet over het hoofd mag
worden gezien, dat een groot deel der
Duitsch-Oostenrijksche bevolking den
„Anschluss" wenschte. Deze „Anschluss"
voltrok zich op 13 Maart, nadat de Oosten-
rijksche bondskanselier Schuschnigg, die
nog steeds een gevangene van de Gestapo
is, zijn laatsten noodsprong, het uitschrij
ven van een volksreferendum, door een
Duitsch ultimatum zag mislukken.
Lang rust gunde Duitschland Europa na
de opwindende dagen van Oostenrijk niet.
Onmiddellijk daarop werd de Tsjecho-
slowaaksche kwestie aangesneden, die de
wereld in een nog veel grooter spanning,
ja aan den rand van den oorlog zou bren
gen. In September kon men het schouw
spel beleven, dat in alle landen van Europa
uitgebreide militaire maatregelen werden
genomen en de burgerbevolking in allerijl
schuilloopgraven tegen luchtaanvallen
schiep. Gelukkig kon de dreigende oor
log op het allerlaatste oogenblik door het
ingrijpen van Chamberlain, waarop onder
het hoofd Tsjecho-Slowakije wordt terug
gekomen, worden verhinderd, maar
Tsjecho-Slowakije zag daarbij waardevolle
gebieden aan Duitschland, Polen en Hon
garije verloren gaan.
Slechts in de koloniale kwestie kon nog
geen succes worden bereikt, niet in de
laatste plaats tengevolge van Duitschlands
eigen houding na München. De Jodenver
volging in November verwekte in de ge-
hee.e wereld zoo'd beroering, dat zoowel
Engeland als Frankrijk verklaarden, dat
er over een teruggave der koloniën thans
niet meer te spreken was. waarbij men
zich overigens mag afvragen, of zij het
plan daartoe wel ooit gehad hebben.
de nieuwe Beatnxhai door Z.K.H. Prins
Bernhard, waarin voor de eerste maal de
Nederlandsche machine-industrie waardig
voor den dag kon komen. Ook in ander
opzicht nam de Prins een werkzaam aan
deel in het economische leven; in Maart
werd hij plechtig geïnstalleerd als lid van
den Economischen Raad.
Naast groeiende moeilijkheden voor
onzen uitvoer o.m. werden de kaas- en
haringexport naar België bedreigd
waren er evenwel ook enkele gunstige
symptomen te bespeuren: de Najaarsbeurs
te Utrecht telde weer meer deelnemers
dan in 1937, het 10.000ste schip kwam in
Augustus 13 dagen eerder te Rotterdam
aan dan het jaar tevoren, het aantal fail
lissementen over het eerste halfjaar was
minder dan in de overeenkomstige periode
van 1937.
De overheidsbemoeiing met het bedrijfs
leven bleef noodzakelijk en werd nog uit
gebreid. Na het vestigingsverbod van '37
voor het slagers- en bakkersbedrijf, volgde
nu eenzelfde regeling voor de schoenen
branche. Meer dan vorige jaren trek de
regeering zich het lot van den Midden
stand aan, ofschoon ook nu nog de be
strijding van het cadeaustelsel van de
hand werd gewezen. Op zwaarder lasten
werd de bevolking overigens reeds weer
voorbereid door de aankondiging van een
nieuwe inkomsten- en winstbelasting.
Dat de economische en financieele poli
tiek van de regeering niet ieders instem
ming heeft, bewees het z.g.n. „Adres der
negen mannen", waarin vooraanstaande
landgenooten scherpe critiek op het re-
geeringsbeleid oefenden. Kampvechters
voor deze laatste stonden echter weldra
op en bestreden niet minder fel deze cri
tiek in een „Adres der veertien".
Merkwaardig was in het afgeloopen jaar
de ontwikkeling op financieel gebied. Het
goudembargo, in September 1936 uitge
vaardigd, werd in Augustus opgeheven,
een bewijs, dat een overvloed van dit
metaal ons land was toegestroomd. Op de
kapitaalsmarkt nam de geldruimte over
dadige afmetingen aan als gevolg van den
onzekeren internationalen toestand en den
steeds dalenden rentestandaard. Kleine en
groote beleggers lieten veer na veer, tot
de laatsten, beducht voor verdere daling
der rente, de hoofden bij elkaar staken
en het z.g.n. „beleggingsfront" vormden,
dat zijn veto uitsprak over lichamen welke
binnen een jaar tot hernieuwde conversie
van leeningen zouden overgaan, alsmede
over emissies beneden het 3 rentetype.
De actie had onmiskenbaar succes ver
scheidene laag rentende gemeenteleenin-
gen mislukten zeer ten ongenoege van
de emissiehuizen, die ten slotte met een
kleine 2% leening Haarlem een bres in
het front poogden te schieten.
De betrekkingen met het buitenland.
Ten aanzien vsfti onze betrekkingen met
het buitenland bracht het jaar 1938 enkele
belangrijke wijzigingen. De verhouding tot
Italië werd weer normaal; te Rome werd
een gezant benoemd en daarmede was de
erkenning van het Italiaansche Imperium,
d.i. van de verovering van Abessinië, een
voldongen feit. Ook met het rechtsche
Spanje werden banden aangeknoopt door
de benoeming van van Panhuys to^
Tsjecho-Slowakije.
Was 1938 voor Duitschland een succes,
voor Tsjecho-Slowakije was het niets
minder dan een catastrofe. Bedrogen in
zijn vertrouwen in Frankrijk en Rusland,
zag het belangrijke gebiedsdeelen verloren
gaan. Waar is, dat de regeering-Benesj'
vertrouwende op haar bondgenootschappen,
de onderhandelingen met de Sudeten-
Duitschers traineerde en aarzelde recht
vaardige eischen in te willigen. Was zij
daartoe tijdig overgegaan, wellicht dat nog
veel had kunnen worden vermeden. Nu
werden de tegenstellingen tusschen Praag
en Berlijn grooter en grooter, tegenstellin
gen, die ook door den door Engeland ge
zonden waarnemer, lord Runciman, niet
meer uit de wereld konden worden ge
holpen. Het geduld van Berlijn raakte
uitgeput, openlijk werd met een inter
ventie gedreigd en wellicht ware het daar
toe ook gekomen, indien Chamberlain niet
over alle bezwaren heenstappend naar
Berchtesgaden ware getrokken om daar
een onderhoud met Hitier te hebben. Het
resultaat van dit onderhoud was, dat
Tsjecho-Slowakije werd aanbevolen het
Sudetenland onder bepaalde voorwaarden
aan Duitschland af te staan. Een week
later bracht Chamberlain zijn tweede be
zoek aan Hitier, ditmaal te Godesberg, dat
echter een minder bevredigend verloop
nam. Praag had intusschen gemobiliseerd,
Duitschland zond zijn troepen naar de
grens en stelde een\ultimatum, een wereld
oorlog scheen voor de deur te staan. In
dezen hoogsten nood besloot Chamberlain
in overeenstemming -met Daladier, Mus-
solini om bemiddeling te vragen. Het ge
volg daarvan was de bekende bijeenkomst
te München op 29 September, waarbij
Hitier, Mussolini, Chamberlain en Dala
dier overeenkwamen, dat Duitschland van
1 October af het Sudetenland mocht be
zetten. Voorts werd te München overeen
gekomen, dat ook Polen en Hongarije de
ontnomen deelën van Tsjecho-Slowakije
terug zouden krijgen.
Aldus is het ook gegaan. Benesj trad af,
het zoo; geamputeerde land werd gereor
ganiseerd en bestaat thans uit drie auto
nome deelen, Tsjechenland, Slowakije en
de Karpatho-Oekraine. Dit laatste auto
nome land wordt door de Duitschers be
schouwd als de kern van een toekomstigen
onafhankelijken Oekrainscben staat van
ongeveer 40 millioen inwoners, die zich
tot aan de grenzen van de Zwarte Zee zou
uitstrekken. Deze staat, zooals bekend een
graanschuur, rijk aan kolen, ijzer- en
mangaanertsen zou, onder een soort pro
tectoraat van Duitschland, moeten tot stand
komen ten koste van Polen en de Sovjet-
Unie. Dit heeft tot gevolg gehad, dat War
schau en Moskou aan het eind van het
jaar toenadering tot elkaar zochten en ook
vonden.
Engeland.
Wenden wij ons thans tot Engeland, dat
op den loop der gebeurtenissen in het af
geloopen Jaar zoo'n grooten invloed heeft
uitgeoefend. Wanneer men op het oogen
blik Engelsche politiek zegt, zegt men
Chamberlain. Het is, zooals reeds gezegd,
een politiek die naar verzoening streeft,
naar het wegnemen van de onrechtvaar
digheden der vredesverdragen. Daarom
moest ook, reeds in he>t begi« ^gc
da anti-fascistische Eften als ministo
daarentegen werd de band met de Scan
dinavische staten. De Oslo-conventie,
welke in Juli afliep, werd niet verlengd,
ofschoon de samenwerking niet geheel
werd opgegeven. Op de conferentie te
Kopenhagen, waar een en ander werd be
sproken, stelden al deze kleine staten nog
eens nadrukkelijk hun vrijheid van hande
len ten aanzien van art. 16 van het Vol
kenbondsstatuut in het licht.
De betrekkingen met België waren dit
jaar wel van bijzonder hartelijken aard.
De gezantschapspost te Brussel, na de be
noeming van mr. J. A. N. Patijn tot minis
ter nog vrij gebleven, werd bezet door
baron van Harinxma thoe Slooten; be
sprekingen over spoorwegaangelegenheden
werden gevoerd tusschen den Ned. minis
ter van Waterstaat en zijn Belgischen
ambtgenoot van Verkeerswezen, maar het
hoogtepunt in de betrekkingen met onze
Zuiderburen vormde toch het driedaagsch
bezoek van Z.M. Koning Leopold aan ons
land, dat tot een bewuste onderstreping
van de vriendschap tusschen beide landen
is geworden, die vooral de Vlamingen te
pas kan komen in hun strijd tegen de
Waals che onderdrukking.
De verhouding tot onze Oosterburen was
van ietwat stroever karakter. Na lange
onderhandelingen kwam niettemin in Sep
tember het nieuwe transfer- en clearing-
verdrag met Duitschland tot stand, dat een
kleine vermindering van rente voor de
houders van Duitsche waardepapieren be-
teekende; ook de handelsbetrekkingen
ondervonden nog steeds de rem van dit in
gewikkelde betalingssysteem. De herhaalde
grenswijzigingen, alsook de anti-semitische
campagne van het Duitsche Rijk deden een
zoodanigen stroom van vluchtelingen naar
ons land ontstaan, dat de regeering de
grenzen moest sluiten, om vervolgens
onder strenge controle de toelating te
regelen. Misverstand omtrent de bedoelin
gen van een verbod van Rotterdams bur
gemeester tot het houden van den voet
balwedstrijd Nederland-Duitschland was
oorzaak, dat het Duitsche Rijk de sport-
betrekkingen met ons land verbrak. Eenige
vermindering van ons werkloozenheir be
zorgde ons Duitschland, door duizenden
Nederlandsche landarbeiders werk te ver
schaffen; hetzelfde effect zal wellicht ook
de terugtrekking der Duitsche dienstboden
uit ons land hebben, een maatregel welke
in de laatste maand van het jaar werd
aangekondigd. Vermindering der werk
loosheid streefde de regeering ook na door
met Argentinië en Australië besprekingen
te voeren nopens kolonisatie van Neder
landers in deze landen. Rest ons nog de
onmiskenbare toenadering tot onze broe
ders in de Unie van Zuid-Afrika te ver
melden, die zich na jarenlange onderdruk
king, uitbuiting en achterstelling door de
Engelschen weer vrijer zijn gaan voelen.
Een tastbaar bewijs van onze warme ge
voelens voor de stamgenooten in Zuid-
Afrika was de vlucht van de „Reiger" naar
Kaapstad ter gelegenheid van het Eeuw
feest van den Grooten Trek.
Wat ieder bezig hield in *38.
Naast de groote gebeurtenissen in het
Vorstelijk Huis, waarmee het geheele land
intens meeleefde, waren er nog tal van
wederwaardigheden en kwesties, welke in
me»r of minder breeden kring de gemoe-
t^fen 'n beroering brachten. Allereerst de
buitenlandsche zaken vallen en vervangen
worden door lord Halifax. Of Chamber
lains politiek, die op het oogenblik op alle
fronten wordt toegepast, inderdaad de ver
wachte resultaten zal opLeveren, kan nog
met geen mogelijkheid gezegd worden. Er
zijn in Engeland menschen, zooals Eden,
Churchill, Lloyd George, Duff Cooper enz.,
die beweren, dat alle concessies uit den
booze zijn, wijHB^ügchland, Italië en
Japan toch nim'ierreS bevredigen zullen
zijn. Wanneer ^nen Duitschlands streven
inzake de Oekraine, Itamg's eischen ten
aanzim van Tunis, CorsicaV Dzjiboeti en
zelf' Nice, het Japansche omT^en. in. het
Ve.'re Oosten beschouwt, kan men dez£—
moming inderdaad niet eenvoudig van de
hmd wijzen. Maar ook Chamberlain zet
net alles op een kaart en heeft aan Enge-
hnd het grootste bewapeningsprogramma
sinds den wereldoorlog gegeven, om op
alle eventualiteiten voorbereid te zijn.
Frankrijk.
Voor Frankrijk was de belangrijkste
buitenlandsche politiek in 1938 natuurlijk
de Tsjechoslowaaksche crisis. Parijs had
een militair bondgenootschap met Praag
en had dus voor de Tsjechen den oorlog
moeten ingaan, een oorlog, die in Frank
rijk alles behalve populair bleek te zijn.
De bereikte oplossing van dit geschil be-
beteekende voor Frankrijk dan ook een
enorme opluchting en daaraan heeft Dala
dier, de huidige minister-president een
groote mate van populariteit te danken,
die hij ook zeer wel gebruiken kan.
Zooals elk jaar, zag Frankrijk ook dit
maal weer verschillende kabinetten komen
en gaan. Na Chautemps kwam Blum voor
de tweede maal aan het bewind om daarna
door Daladier te worden vervangen. Het
volksfront zag door zijn hoog opgeschroef
de eischen de gezonde deelen van het
Fransche volk tegen zich opstaan en zich
in het defensief dringen.
In November vestigde de onderteeke-
ning van de Duitsch-Fransche vriend
schapsverklaring door Bonnet en Von Rib-
bentrop de aandacht op zich- Aan de
waarde van deze verklaring wordt door
sommigen weliswaar getwijfeld, maar ge
zegd kan toch worden, dat zij zoio zij niet
baat, toch zeker ook niet schaadt.
Italië.
Veel slechter dan met Duitschland zijn
de Fransche betrekkingen met Italië in
dit jaar geweest. Daaraan vermocht ook
het feit, dat Frankrijk tenslotte het Ita
liaansche keizerrijk erkende en een am
bassadeur naar Rome zond, geen verande
ring te brengen.
Italië, dat steeds trouw de verschillende
Duitsche eischen gesteund heeft, maar
daarbij zelf met leege banden bleef zitten,
schijnt thans aan de beurt te komen om
verschillende verlangens, daarbij dan
natuurlijk gesteund door de spilgenoot,
naar voren te brengen. Deze richten zich
naar is komen vast te staan in hoofdzaak
tegen Frankrijk, dat overigens ook al in
Spanje belaDgen heeft, die recht tegen die
van Italië ingaan. De Italiaansche eischen
heeten: Tunis, Corsica, Dzjiboeti, Nice en
medezeggenschap in de Suezkanaal-maat-
schappij. Een omvangrijk lijstje zooals
men ziet, dat zeker wel in staat is ook
het komende jaar de spanning in Europa
-tlo.mn
weerslag der gebeurtenissen in het buiten
land. Onnoodig de spanning der Maart- en
Septemberdagen in herinnering te roepen.
Te verscb ligt dat alles ons nog in hef
geheugen. Het vluchtelingenvraagstuk
lokte veel pennen- en woordenstrijd uit,
daar velen de hulpverleening der regee
ring te traag en te beperkt vonden, ande
ren te vér gaand. Veel beroering verwekte
voorts de zaak der Ossche marechaussee,
die door den minister van Justitie van haai
taak werd ontheven, terwijl niet minder
heftig het pro en contra in den „wilde-
bussenstrijd" werd bepleit. Kinderverlam
ming'en mond- en klauwzeer brachten in
breede kringen onrust en bezorgdheid dooi
hun epidemisch optreden, terwijl de
grootsch opgezette bergingspoging van net
Lutmegoud weken lang het gansche lanc
in spanning hield. Nog waren er andere
brandende kwesties, waar velen voor voch
ten: de verbetering der leerlingenschaal,
opnieuw afgewimpeld; het noodlijdende
Artis, nog steeds niet gered; het conflict
in de haringvisscherij, na eindelooze
Dnderhandelingen ten slotte toch bijgelegd;
het vliegveldplan der regeering, dat be-
Dogde het algemeen belang te dienen, doch
slechts weinigen kon bevredigen, en zoo
zou er meer te noemen zijn, doch onze
plaatsruimte is beperkt. Volstaan wij daar
om tot besluit met een korte opsomming
van
Droevige en blijde feiten.
Bekende én geziene burgers verloor ons
land dit jaar in: den dichter Willem Kloos,
een der voormannen van de Beweging van
Tachtig; Pastoor L. H. Perquin O.P., voor
zitter van de K.R.O.; mr. C. Ridder van
Rappard, den door een auto-ongeval nood
lottig om het leven gekomen gezant te
Berlijn; Rotterdams burgemeester mr. P.
Droogleever Fortuyn en den bekenden
hoogleeraar en kanselredenaar prof. dr. A.
H. de Hartog.
In de rampen, die ons land troffen, had
als gewoonlijk de luchtvaart het grootste
aandeel. „Ijsvogel" en „Ekster", alsmede
drie bommenwerpers van de Indische en
3 toestellen van de Nederlandsche lucht
macht, verongelukten en voerden ongeveer
20 menschen in den dood. Branden teis
terden in de zomermaanden vele als
gevolg van de langdurige droogte stad,
bosch en heide, echter gelukkig zonder
menschenlevens te eischen. De spoorwegen
bleven voor ernstige treinrampen gespaard,
doch zagen in den nacht van den 17den
December hun voornaamste zenuwcentrum,
het Centraal Station te Utrecht, aan het
vernielende vuur ten offer vallen.
Mogen enkele blijdere klanken dit over
zicht besluiten. De oudste der jubilarissen
welke ons land dit jaar telde, was Geer-
truidenberg, dat zijn 725-jarig bestaan
herdacht, onmiddellijk gevolgd door Ber
gen op Zoom, dat zijn 650-jarig markie-
zaatsbestaan vierde. Het 350-jarig bestaan
herdacht de Raad van State in April, ter
wijl in November de Kon. Militaire Aca
demie haar 120-jarig jubileum vierde.
Honderdjarigen waren het Burgerlijk Wet
boek en de bekende Haarlemsche fabriek
van tram- en spoorwegmaterieel J. J.
leynes N.V.; zilveren jubilarissen de Ned.
dei de Mij. en het Concertgebouw te Am
sterdam, terwijl de K.N.A.C. en het Alg.
Ned. Verbond od 40 jaren konden terug
zien. -
België.
Van de gebeurtenissen in de kleinere
staten willen wij slechts op die van ons
buurland België wat nader ingaan. Met
Spaak kreeg dit land voor de eerste maal
in zijn geschiedenis een socialistischen
premier, die overigens terzijde wordt ge
staan door katholieke en liberale minis
ters. Spaak voerde overigens een zeer ge
lukkige politiek. Hij wist met steun van
den koning, België verder naar de neutra
liteit te leiden en het van het Zuiden,
Frankrijk, naar het Noorden, Nederland,
te oriënteeren. Dat kwam tot uiting in het
bezoek, dat koning Leopold III aan ons
landbracht.
De Spaansche burgeroorlog»
Het jaar 1938 heeft niet het einde van
den verschrikkelijken burgeroorlog in
Spanje mogen brengen. Wel echter is deze
strijd vooral door Engelands toedoen veel
minder gevaarlijk voor de internationale
vrede geworden. Het Britsche plan tot
terugtrekking der vrijwilligers werd aan
vaard en inderdaad zijn zoowel Barcelona
als Franco daartoe ten deele overgegaan
Over den oorlog zelve kan nog gezegd
woi-den, dat Franco na verschillende
groote successen in het begin van hec jaai^
niet tot een beslissende overwinning is
kunnen komen.
De strijd in het Verre Oosten.
China zag in den strijd tegen het over
machtige Japan opnieuw belafcjrijke
steden, zooais Kanton en Hankou ver
loren gaan, maar Tsjiang Kai-sjek denkt
er niet over zijn verzet te staken. Hij
heeft het centrum zijner regeering thans
nog verder het binnenland in verlegd, >1
naar Joennan en hoopt de Japanners ten
slotte in dezen oorlog te kunnen uitputten.
Of hij daarin zal slagen? Inderdaad doen
zich voor Japan groote financieele moei
lijkheden voor, maar onpartijdige waar
nemers zijn toch van oordeel, dat het land
den strijd nog minstens een jaar zal kun
nen voortzetten.
Rusland.
Slechts een oogenblik scheen het, alsof
de strijd in het Verre Oosten een geheel
ander karakter zou krijgen, door het in
grijpen van Rusland. Dat was tijdens het
z.g. incident van Tsjang-Koefeng. Inder
daad werd in dit deel van Mantsjoerije
eenige dagen lang een formeele strijd tus
schen Russen en Japanners geleverd. Ten
slotte kon het incident echter toch nog
bijgelegd worden.
Amerika.
Ook Amerika is in het afgeloopen jaar
gaan deelnemen aan den geweldigen be
wapeningswedstrijd, die zich op het oogen
blik in de wereld afspeelt. Dat deze be
wapening tegen de autoritaire staten is ge
richt, verheimelijkt men in Washington niet,
Voor Engeland en Frankrijk beteekent deze
bewapening een flinken steun in den rug.
Bovendien werpen de Vereenigde Staten
zich op ais verdediger van het geheele
Amerikaansche continent, zooals men ook
op de pan-Amerikaansche conferentie van
Lima heeft kunnen waarnemen. Tot een
militair accoord met de landen van Mid
den- en Zuid-Amerika is het echter niet
gekomen. In het bijzonder de landen van
Zuid-Amerika onderhouden handelsbe
trekkingen met bepaalde Europeesche lan
den, die men liever niet -turen ziet