PORTRET r i DE INTERNATIONALE TOESTAND DEZE WEEK IN NEDERLAND DE WERELD IN KAART VAN DE WEEK .-.^V^'oMakde -tfvtnta/oo' Gondar Sakota0^ Di'cfhav o jp. TAMAtEgfiT <SV t,r;' Awasj 'A A. Harar "\S In de politieke overzichten, die om streeks da jaarwisseling in de inter nationale pers verschenen en waar in getracht werd, ook een blik voor uit te werpen, was de toon vrij pes simistisch. Wel gelooft men nog niet aan oorlog, maar anderzijds meent men toch, dat zich reeds te vele con flictstoffen in de wereld hebben op gehoopt om dit jaar tot een tijdperk van vrede en wederzijdsch vertrou wen te maken. Veel optimistischer zijn de voor spellingen der economische over zichtschrijvers. Zij meenen, dat 1939 een herstel van den wereldhandel, een stijging van de prijzen der grondstoffen en een daling der werkloosheid zal brengen indien tenminste de politieke ontwikkeling geen roet in het eten gooit Als sti- muleerende factoren noemt men de bewapening en de verbetering der conjunctuur in de Vereenigde Staten. Een dergelijk optimistisch geluid mag in dezen tijd van groeiend pes simisme niet onvermeld blijven. Daladiers reis naar Corsica en Tunis. Het gevolg, dat de Italiaansche eischen ;en aanzien van Tunis, Corsica, Dzjiboeti sn het Suezkanaal hebben gehad, is slechts, iat de Franschen, tot op dat oogenblik verdeeld, plotseling de eensgezindheid heb- aen gevonden, waaraan het hun zoo lan gen tijd schortte. Van uiterst inks tot uiterst rechts geeft men te kennen, dat men aan Italië geen duimbreed van het Fransche territorium zal afstaan, hoewel men niet ongeneigd schijnt te zijn, be paalde voorrechten aan de in Tunis wo nende Italianen toe te staan, de Suez- canaal-rechten ietwat te verlagen en aan ïenige Italiaansche verlangens in Dzjiboeti tegemoet te komen. Maar dit alles moet dan tusschen Parijs en Rome besproken worden. Bemiddeling van wien dan ook, „Met gematigd optimisme kan Nederland het jaar 1939 ingaan". Dit ongeveer was de strekking van een Nieuwjaarsrede, waarmede de voor zitter van de Rotterdamsche Kamer van Koophandel de eerste vergade ring van die Kamer in dit jaar opende en deze kwalificatie geeft wel juist den toestand weer. Opti misme, omdat er voor handel en be drijfsleven nog wel eenige perspec tieven zijn, doch gematigd, getem perd als het ware door de tevens allerwegen heerschende politieke dreigingen. Want nog altijd blijft de politiek den economischen toestand beheerschen en wanneer de politieke problemen in vreed zame samenwerking konden worden afge wikkeld, zou de economische toestand daarvan onmiddellijk den gunstigen weer slag ondervinden. Afhankelijk als ons land van het buitenland is, geldt de overal heerschende politieke en economische on zekerheid ook voor ons land. De voorzie ningen voor de weermacht zullen eener zij ds meer bedrijvigheid veroorzaken, anderzijds echter het land zware lasten opleggen, terwijl ook de verdere plannen tot oplossing van het werkloosheidsvraag stuk groote offers zullen blijven vragen. Doch dat in den economischen toestand in den laatsten tijd geen verderen achteruit gang, eerder een opgaande tendentie valt waar te nemen, is anderzijds weer grond, de toekomst niet ól te somber in te zien. De Rijksfinanciën. Het Centraal Bureau voor de Statistiek bracht ons als gebruikelijk Nieuwjaarsge schenk weer zijn statistiek van de Rijks financiën 1938, die van jaar tot jaar im- ooneerender cijfers vertoont. De gewone 'ijksuitgaven stegen in de laatste 38 jaar v n 149 millioen in 1900 tot 565 millioen PETROLEUMBRONNEN IN AUSTRALIË. Men zal zich herinneren, dat on langs bij Newnes in Australië petro leum m den grond is ontdekt. Met de exploitatie van deze petroleum- velden is inmiddels een aanvang ge maakt. Volgens een desbetreffende verklaring van den minister-presi dent van Nieuw Zuid-Wales, Stevens, is aan opsporings- en ontgmnings- werkzaamheden op de olievelden van Newnes tot dusverre 75.000 pond ten koste gelegd. Tegen einde 1940 hoopt men de productie van dit olie- gebied tot 70.000 liter petroleum en 180 ton stookolie per dag te hebben opgevoerd. Verder worden momen teel nog olie-exploraties met staats subsidie in Gippsland in den staat Victoria verricht. zelfs van Chamberlain, wijst men in Frankrijk van de hand. Conferenties la München wenscht men in dit geval, nu Frankrijks directe belangen op het spel staan, niet. Parijs beschouwt de geheele kwestie met Italië het üefst als een soort locale aangelegenheid, zulks geheel in tegenstelling met Rome, dat niet ten on rechte meent, dat er op een conferentie, waar ook Duitschers en Engelschen aan zitten, meer voor Italië te halen zal zijn. Het Fransche standpunt schijnt echter on wrikbaar te zijn en aldus heeft men ook kunnen vernemen, dat Chamberlain te Rome de onderwerpen Tunis, Dzjiboeti en Suezkanaal slechts terloops zal aanroeren. Het Fransche voornemen om geen gebied aan Italië af te staan, komt ook tot uiting in het zenden van militaire versterkingen naar Dzjiboeti en de reis, die minister-president Daladier naar Cor sica en Tunis heeft gemaakt. Zoowel op Corsica als in Tunis werd de Fransche minister-president met veel enthousiasme ontvangen en in ieder geval is wel ten duidelijkste gebleken, dat de Corsicanen geenszins brandend van verlangen zijn om bij het Italiaansche imperium te worden ingelijfd. In Tunis is de toestand natuur lijk eenigszins anders. Inderdaad woont daar een groot contingent Italianen, maar zeker is wel, dat ook dit niet voor de volle 100 procent onder het bestuur van Rome wenscht te komen. Worden den Italianen in Tunis bepaalde rechten toegekend, dan zal Parijs hen naar alle waarschijnlijkheid wel tevreden kunnen stellen. Overigens zullen wij op de Fransch- Italiaansche betrekkingen in den loop van het jaar nog dikwijls genoeg moeten terug komen, zoodat wij het voor dit keer hier bij willen laten. Even slecht als de betrekkingen tus schen Frankrijk en Italië dreigen ook die tusschen de Angelsaksische landen en Duitschland te worden. Terwijl de Ameri- kaansche staatslieden voortgaan zich in 1936, 664 millioen in 1937, om voor 1938 op 704 millioen te worden geraamd. Tegen over deze aanzienlijke stijging der uitgaven staat echter ook een, zij het niet even redige vermeerdering der inkomsten. Voor al de opbrengst der belastingen is enorm toegenomen. Met inbegrip van de in het Verkeersfonds gestorte belastingen werd voor 1938 een opbrengst geraamd van 576 millioen, terwijl de opbrengst over 1900 niet meer dan 120 millioen bedroeg. De nationale schuld was sedert het begin dezer eeuw aan sterke schommelingen onder hevig. Op 1 Januari 1900 slechts 1147 mil lioen bedragend, steeg zij tot 2916 mill. op 1 Jan. 1925, om snel te dalen tot 2338 millioen op 1 Januari 1932. Dit was echter het laagste punt; sindsdien nam de schuld bijna voortdurend toe, om op 1 Januari 1939 een geraamde hoogte te zullen berei ken van ongeveer 3200 millioen. Voorspoed bij de Post. Vroolijker klanken gaf de directeur- generaal van de Posterijen, dr. ir. M. H. Damme, in zijn gebruikelijke Nieuwjaars rede te hooren. De post heeft aldus de heer Damme om het huiselijk te zeg gen, goed geboerd. De opbrengst in Octo- ber 1938 was gelijk aan die van October 1936 2.9 millioen waaruit blijkt, dat de tariefsverlaging geen nadeeligen in vloed heeft gehad op de opbrengst. Voor 1939 staan echter geen nieuwe tariefsver lagingen van belang op het programma. Wel zullen enkele kleine veranderingen worden ingevoerd, terwijl ten behoeve van de postbestelling op het platteland maat regelen zijn te verwachten. Ook bij de tele graaf bleek de tariefsverlaging een succes. Over het eerste halfjaar van '38 werden 130.000 telegrammen meer verzonden dan in de overeenkomstige periode van '37. De radiotelefonische verbinding met Indië ondervond eenig nadeel van de belangrijke verlaging tusschen Engeland en het over- zeesche Engelsche gebied. Het is niet ge makkelijk een belangrijke tariefsverlaging op de Nederlandsche verbinding tot stand te brengen. Een poging tot verlaging zal in 1939 worden gedaan, maar of zij verkre gen zal worden staat nog geenszins vast. Het luchtpostvervoer gaat nog altijd in stijgende lijn. Wanneer in 1940 de snellere toestellen in gebruik genomen worden, zal de post in ongeveer 2% dag in Indië kun nen zijn. Om deze snellere verbinding spoedig tot stand te kunnen brengen, moet de K.L.M. belangrijke afschrijvingen doen' op de thans nog gebruikte toestellen en de P.T.T. zullen in de kosten daarvan bij dragen. De vorm waarin dit gebeuren zal, staat nog niet vast, doch de Indische en de Nederlandsche P.T.T. zullen hiertoe in ieder geval samenwerken. Crescendo ging het ook met de telefoon. De laatste elf maanden van het jaar brachten \2Vz duizend nieuwe aansluitin gen. Met de automatiseering werden goede vorderingen gemaakt; het aantal geauto matiseerde centrales steeg tot 321. Binnen- landsche tarief verlaging zal er waarschijn lijk evenmin als in 1938 komen, maar wel bestaat de mogelijkheid, dat voor buiten- landsche gesprekken een kleine verlaging tot stand zal komen. Zoo gaat dit belang rijke staatsbedrijf bloeiend en gezond het nieuwe jaar in. Naweeën van de vorstperiode. Nog dagen na de intrede van het nieuwe jaar deden zic& de onaangename gevolgen van de vorstperiode gelden. Urk was nog scherp over het Duitsche regime uit te laten en anderzijds de Duitsche pers tegen Amerika een felle perscampagne is be gonnen, is men in Engeland op het oogen blik zeer ontsticht over het Duitsche voor nemen, de vloot van duikbooten te bren gen op de tonnage van d*e der Britten. Wel is waar hebben de Duitschers daartoe volgens het Engelsch-Duitsche vlootver- drag het recht, maar in Londen had men steeds gehoopt, dat Berlijn, om van zijn goeden wil blijk te geven, van dit recht geen gebruik zou maken. Nu het dit toch doet komt Engeland eenigszins in moei lijkheden te verkeeren, want daar de Duitschers veel kleinere duikbooten bou wen, dan de Engelschen bezitten, zal het Derde Rijk in de toekomst over een aan zienlijk grooter aantal onderzeeërs te be schikken krijgen. Aan Engelsche zijde schijnt men thans van plan te zijn een groot aantal kleine escorteschepen op stapel ■te zetten, die de koopvacrrdijschepen tegen aanvallen van onderzeeërs moeten ver dedigen. Inderdaad, de lieden die meenen, dat de bewapening ook in 1939 tot de sti— muleerende factoren van het economisch leven zullen blijven behooren, schijnen geen ongelijk te hebben. Anderzijds blijft het echter te betreuren, dat een zekere economische welvaart op zoo'n gevaarlijke basis moet worden gebaseerd. Franco's offensief. Franco zet zijn offensief aan het Cata- laansche front met alle hem ter beschik king staande middelen voort. Het is dui delijk, dat hij thans alles op alles zet om een beslissende overwinning te kunnen behalen. Nog nooit in den burgeroorlog heeft hij zooveel manschappen in den strijd geworpen en zou hij thans niet zijn doel bereiken, dan moet hij in de toe komst op groote moeilijkheden rekenen. Ook in het achterland van Franco gist het en in het bijzonder schijnt men hoe langer hoe minder gesteld te zijn op de Italiaan sche bondgenooten. Anderzijds gaat het ook bij de republi keinen om het er op of er onder. Stort het Catalaansche front ineen, dan zijn de dagen van de repubhkeinsche regeering geteld. De eindspurt in Spanje schijnt te zijn begonnen. Over eenige weken zullen wij weten, wie van beide partijen de overwin ning zal behalen. De gebeurtenissen in het Verre Oosten. Ook in het Verre Oosten vragen eenige gebeurtenissen de aandacht. Daar is in de eerste plaats de boodschap van Wang Tsjing-wei, den vice-voorzitter van den Kwomintang, waarin verklaard werd, dat hij de Japansche vredesvoorstellen wel aannemelijk achtte. De oorzaak van Wang's boodschap schijnt intusschen ge kwetste ijdelheid te zijn en het antwoord van Tsjiang Kai-sjek op Wang's verkla ring is dan ook geweest, dat Wang uit de Kwomintang gestooten is. Groote betee- kenis wordt in het Verre Oosten aan Wang's verklaring niet gehecht. In de Japansche regeering schijnen zich weer moeilijkheden voor te doen. Konoje zal naar alle waarschijnlijkheid als minis ter-president aftreden en vervangen wor den door den veel radicaleren Hiranoema. Voor de belangen van derden in China beduidt dat weinig goeds. Dat thans b.v. nog de open-deur-politiek gehandhaafd -7^1 - HHi\'f»ri gfhiint wp! iliIpo-doten. steeds niet dan met groote moeite te be reiken. De postboot „VonGeusau" raakte weer vast in het ijs, zoodat opnieuw de post met de ijsvlet naar het eiland ge bracht moest worden. In verschillende rivieren begon do ijsgang gevaar op te leveren. Zoo in den IJssel bij Deventer, waar een der ijsbrekers van de schipbrug onder den druk van het ijs bezweek. In het Hollandtch Diep werd het scheepvaart verkeer, dat reeds weer hersteld was, plotseling opnieuw door het drijf ijs ge stremd, zoodat tal van vrachtschepen de wijk moesten nemen naar de haven van Moerdijk, waar een ongewone drukte heerschte. Voor den tuinbouw blijkt de vorst nog grootere schade op te leveren dan aan vankelijk werd gevreesd. Want niet alleen hebben de wintergroenten sterk geleden, maar de jonge aanplant voor het aan staand voorjaar is geheel vernietigd De kweekers hebben nu in allerijl nieuw zaad moeten inkoopen om opnieuw te zaaien. De jonge groente zal dit jaar dus laat komen en dan duur zijn. Tenzij een nieuwe vorstperiode ook dezen aanplant doet mis lukken, hetgeen voor de reeds zwaar ge troffen tuinders niet te hopen is. De Dingaansvliegers weer thuis. Onder groote belangstelling keerde het K.L.M.-vliegtuig „Reiger" op den laatsten dag van het jaar van zijn verre vlucht naar het stamverwante Zuid-Afrika be houden in het vaderland terug. De minis ter-president dr. H. Colijn was ter be groeting aanwezig en bracht in zijn wel komstwoord den dank der regeering over aan den Nederlandschen vertegenwoordi ger jhr. Beelaerts van Blokland en verder aan K.L.M.-bemanning en passagiers, aan wier samenwerking en steun het te dan ken is, dat deze voor de samenbinding van den Nederlandschen stam zoo belangrijke vlucht in alle opzichten geslaagd is. HET WEDDELLMEER HEELEMAAL GEEN MEER? Te Londen is groot opzien gewekt door een aanval van den Amerikaanschen pro fessor William Hobbs op de wetenschap pelijke verdiensten van den Engelschen Zuidpoolonderzoeker James Weddell, die in 1823 met twee zeilschepen tot het Zuid poolgebied doordrong, heeft de wereld op een dwaalspoor geleid, zoo beweerde Hobbs op het Congres van Amerikaansche geo grafen te Cambridge in den staat Massa- chusetts. Het zoogenaamde Weddellmeer aan de Zuidpool is gebleken geen meer te zijn, maar een met eeuwig pakijs bedekt, onbevaarbaar gebied. Verder beweert pro fessor Hobbs, dat Weddell zijn zeekaart samenstelde naar een reeds bestaande kaart uit het Hydrografische Bureau van de Engelsche Admiraliteit. Over dezen aanval van den Amerikaan schen geleerde is nu in Engeland een ware „geografenoorlog" ontbrand. Prof. Hobbs' beweringen worden bestreden door den leider van den wetenschappelijken staf van de Shackleton-expeditie van 1914 tot 1917, J. M. Wordie. Volgens dezen is Shackleton met de „Endurance" 250 mijl verder het Weddellmeer opgevaren dan Weddell zelf. Commander Bemacchi, die eveneens in het Zuidpoolgebied is geweest, verklaarde, dat vele Engelschen, Duitschers en Scan- dinaviërs ontdekkingsreizigers zoowel als robbenvangers het omstreden meer heb ben bevaren» NOORD- EN ZUID-NEDERLAND. Is het wel noodig, dat w^J er aan her inneren, dat er niet alleen ten Noorden van onze grenzen beneden den Moerdijk Nederlandsch wordt gesproken, doch ook ten Zuiden daarvan? En dat niet door tien- of honderdduizenden, doch door mil- li oenen Wij herdenken steeds met warmte onze stamverwanten in andere werelddeelen, in Oost en West, in Afrika; des te meer reden, om ook onze volle sympathie te schenken aan de Vlamingen. En dit te eer, waar wij weten, welk een zwaren strijd zij hebben te strijden voor het gebruik van hun taal, die ook de onze ishet Nederlandsch. Wie onzer kent niet den naam Gram mens, den naam van den man, die overal op de bres staat voor de rechten van zijn mede-Vlamingen Wij ,-nnen misschien niet allen tot in bijzond -heden den om vang van zijn actie Ve. i /eten weinig meer van hem, dan dat hij de man is, die zich naam heeft verworven door met de verfkwast er op uit te trekken, om in de Vlaamsche steden en dorpen, waar het recht op de eigen taal bij de wet is erkend, doch met wordt toegepast, de Fransche straatnamen van de bordjes op de hoeken der straten te doen verdwijnen. Doch reeds dit feit alleen is voldoende, om ons, Neder landers, te doen zien, tot welke middelen onze stamverwanten in Vlaanderen hun toevlucht moeten nemen om hun wettig doel te bereiken. Deze aangelegenheid kan ons, Noord- Nederlanders, niet koud laten; en zij laat ons ook niet koud. Het gaat er voor ons om, onze schoone taal te beschermen tot ver over onze grenzen, ja, tot in het Noor den van Frankrijk. Deze beweging kan en mag ons niet koud laten; daartoe zijn de cultureele banden, welke beide volksdee- len binden, te sterk. De Vlaming voelt Nederlandsch ver geten wij dat niet; welaan, laten wij ons dan ock één voelen met de Vlamingen. Wij, Noord-Nederlanders, hebben er een even groot belang bij, dat het Neder landsch in Vlaanderen onuitroeibaar wor tel schiet, als de Vlamingen zelf. Wij prijzen het in de Boeren in Zuid-Afrika, dat zij zich door geen dwingelandij, door geen onderdrukking, door geen vervolging hebben laten bewegen tot het loslaten van hunne, van ónze taal het Nederlandsch. Vernedering, vrijheidsberooving, brood roof, verguizing zijn vaak het deel geweest dergenen, die niet hebben opgehouden om met nadruk het gebruik van de Fransche taal, officieel en niet-officieel, in Vlaande ren in den ban te doen. De vijand, dien zij te bestrijden hebben, is sterk, doch niet onoverwinnelijk. Dat hebben ^ij, Gram mens en zijn medewerkers, bewezen, ten koste val veel leed, van ontelbare persoon lijke offers. Doch zij gaan uit van de stelling: waar een wil is, daar is ook een weg. Een moei lijke, een ongebaande xveg, bezaaid met distels en doornen doch zij hebben niet geaarzeld, dien te betreden, vervuld van het vertrouwen, dat de overwinning hun niet kan ontgaan; vervuld van het ver trouwen in de rechtvaardigheid van de zaak, welke zij verdedigen; vervuld van het heilige vuur, dat hun de kracht ver leent, om niet te versagen. Wij aarzelen niet, om dezen dapperen strijders voor de uitbreiding van het Nederlandsche taalge- DZJIBOETL De heete en slaperige negerhaven Dzji boeti is sedert de verovering van Abes- sinië door Italië een ernstig probleem in de wereldpolitiek geweest, vooral nadat Rome het Lavalpact van Januari 1936 had opgezegd. Het Fransche Dzjiboeti is de eenige open toegangspoort tot het Italiaan sche Ethiopië; daar begint de spoorlijn, die naar het Abessijnsche hoogland, naar Addis Abeba voert. In de jaren 1935 en 1936 zijn de in komsten van de haven en de spoorlijn van ca. 5 millioen goudfrs. tot 60 millioen ge stegen. Om zich onafhankelijker van Dzjiboeti te maken, sloot Italië met Enge land een verdrag, dat Italië het recht gaf 1000 ton per maand over Zeila en Berbera in Britsch Somaliland naar Abessinië te vervoeren, maar deze concessie was met toereikend. Daarom werd reeds met den aanleg van een spoorlijn van Assab (Eritrea) naar het hart van het nieuwe keizerrijk begonnen. De haven van Mas- saoea wordt vergroot. Een spoorlijn Assab- Millé is in aanleg en gedeeltelijk reeds in gebruik. Van Millé uit zal het bergland vol kloven en ravijnen tot Dessié over een lengte van ongeveer 100 km door een kabelzweefspoor worden overbrugd. Doch al deze communicatiemiddelen kunnen de spoorlijn van Dzi^- nipt vpr1 LORD HALIFAX. Chamberlain en zijn minister van buitenlandsche zaken Lord Halifax staan op het punt hun zoo uiterst belangrijke reis naar Rome te maken. Daar Chamberlain reeds vele malen ten voeten uit geteekend is, is het wellicht niet oninteressant ditmaal eens iets van zijn rechterhand in de buitenlandsche politiek, lord Halifax, te vertellen. De lange schrale Halifax, ziet er met zijn zwarte jas, onafscheideliike bolhoed, stijve boord en zwarte das ongeveer uit als een begrafenis ondernemer. Inderdaad is hii steeds zeer stemmig en naar den vorrc wat echter niet uitsluit, dat hii toegeef lijk is. wat de bijzaken betreft. Deze eigenschaDpen maakten hem tot een uitstekend bewindsman en na een schitterende parlementaire carrière werd hii dan ook op 46-iarwren leef tijd in 1926 onderkoning van Indië. Bekend ziin. zijn onderhandelingen met Gandhi, waarbii ziin groote voorliefde voor compromissen bleek die hem ook thans nog niet verlaten schijnt te hebben. Nog steeds houdt hij niet van snelle beslissineen. en een overeenkomst, die verschillende mogelijkheden openlaat, geniet bii hem de voorkeur. Men zegt van hem, dat zijn groote doel isvrede voor het imnerium Geen opoffering zou hem daarvoor te groot toeschiinen: na Oostenrijk en Tsjecho-Slowakiie. desnoods ook Spanje en Rusland Zii alle ziin van ondergeschikte heteekenis. wanneer het om den vrede van het Rritsrhe weroldriik gaat bied hier het eeresaluut te brengen, waar op zij zoo ten volle aanspraak kunner maken In Frankrijk heeft men zeer goed inge zien, dat met het toenemende Italiaansche transport rekening gehouden moest wor den. De haven wordt vergroot, nieuwe kaden worden gebouwd en men heeft net wrak van de „Fontainebleau", dat den in gang versperde, in de lucht laten vliegen. De Franschen meer.en hiermede voldoende aan de Italiaansche verlangens te hebben voldaan. In hoeverre dit juist is, valt van verre niet te beoordeelen. Maar Itaiië's voornaamste grief, dat Frankrijk wachtet is aan de toegangspoort tot zijn koloniën, blijft met dat al natuurlijk bestaan. Bij het verdrag van Londen van April 1915 kreeg Italië van Frankrijk en Enge land plechtig koloniale schadeloosstelling toegezegd. Ingevolge deze belofte heel' Engeland het kleine Dzoebaland (gren zend aan Kenia) afgestaan, terwijl Fr.i: rijk bij het Lavalpact slechts een herziening van de grenzen van L.ibië en Eritrea u uitzicht stelde, üp deze toezegging m grondt Italië zijn eischen ten opzichte var Dzjiboeti, terwijl het ook terugkomt op d< in 1915 beloofde koloniale schadeloosstel ling, waaraan noch Engeland, noch Frank rijk volgens Itaiië's opvatting hebben vol daan. EEN POOLSCHE HLMALAYA- EXPEDITIE. Ook Polen gaat zich met de Himalaya bezighouden. In de eerste maanden var het jaar zal een Poolsche Alpinisten-expe ditie naar dit Aziatische hooggebergte ver trekken. De expeditie stelt zich ten doel. den nog niet beklommen top „K2" van de Karakorumgroep, na den Mount Evere* op een na de hoogste bergtop der narde, to i Lijgen. Op Oudejaarsdag werden te Marseil.'e Senegaleesehe^troepen ingescheept ter verster- ordat MASSAOEA "I AMfe/u'T Waruf Sk' - O» V/l 'sna V Debra y. Markets O s <1. ifcL- Ol_. ■Zeila- Hailoe ADDIS f Diredaoe Ankober Jijiga

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1939 | | pagina 4