PORTRET
r i
DE INTERNATIONALE TOESTAND
DEZE WEEK
IN NEDERLAND
DE WERELD
IN KAART
VAN DE WEEK
.-.^V^'oMakde
-tfvtnta/oo'
Gondar Sakota0^ Di'cfhav o jp.
TAMAtEgfiT <SV t,r;'
Awasj 'A
A. Harar
"\S
In de politieke overzichten, die om
streeks da jaarwisseling in de inter
nationale pers verschenen en waar
in getracht werd, ook een blik voor
uit te werpen, was de toon vrij pes
simistisch. Wel gelooft men nog niet
aan oorlog, maar anderzijds meent
men toch, dat zich reeds te vele con
flictstoffen in de wereld hebben op
gehoopt om dit jaar tot een tijdperk
van vrede en wederzijdsch vertrou
wen te maken.
Veel optimistischer zijn de voor
spellingen der economische over
zichtschrijvers. Zij meenen, dat 1939
een herstel van den wereldhandel,
een stijging van de prijzen der
grondstoffen en een daling der
werkloosheid zal brengen indien
tenminste de politieke ontwikkeling
geen roet in het eten gooit Als sti-
muleerende factoren noemt men de
bewapening en de verbetering der
conjunctuur in de Vereenigde Staten.
Een dergelijk optimistisch geluid
mag in dezen tijd van groeiend pes
simisme niet onvermeld blijven.
Daladiers reis naar Corsica en Tunis.
Het gevolg, dat de Italiaansche eischen
;en aanzien van Tunis, Corsica, Dzjiboeti
sn het Suezkanaal hebben gehad, is slechts,
iat de Franschen, tot op dat oogenblik
verdeeld, plotseling de eensgezindheid heb-
aen gevonden, waaraan het hun zoo lan
gen tijd schortte. Van uiterst inks tot
uiterst rechts geeft men te kennen, dat
men aan Italië geen duimbreed van het
Fransche territorium zal afstaan, hoewel
men niet ongeneigd schijnt te zijn, be
paalde voorrechten aan de in Tunis wo
nende Italianen toe te staan, de Suez-
canaal-rechten ietwat te verlagen en aan
ïenige Italiaansche verlangens in Dzjiboeti
tegemoet te komen. Maar dit alles moet
dan tusschen Parijs en Rome besproken
worden. Bemiddeling van wien dan ook,
„Met gematigd optimisme kan
Nederland het jaar 1939 ingaan". Dit
ongeveer was de strekking van een
Nieuwjaarsrede, waarmede de voor
zitter van de Rotterdamsche Kamer
van Koophandel de eerste vergade
ring van die Kamer in dit jaar
opende en deze kwalificatie geeft
wel juist den toestand weer. Opti
misme, omdat er voor handel en be
drijfsleven nog wel eenige perspec
tieven zijn, doch gematigd, getem
perd als het ware door de tevens
allerwegen heerschende politieke
dreigingen.
Want nog altijd blijft de politiek den
economischen toestand beheerschen en
wanneer de politieke problemen in vreed
zame samenwerking konden worden afge
wikkeld, zou de economische toestand
daarvan onmiddellijk den gunstigen weer
slag ondervinden. Afhankelijk als ons land
van het buitenland is, geldt de overal
heerschende politieke en economische on
zekerheid ook voor ons land. De voorzie
ningen voor de weermacht zullen eener
zij ds meer bedrijvigheid veroorzaken,
anderzijds echter het land zware lasten
opleggen, terwijl ook de verdere plannen
tot oplossing van het werkloosheidsvraag
stuk groote offers zullen blijven vragen.
Doch dat in den economischen toestand in
den laatsten tijd geen verderen achteruit
gang, eerder een opgaande tendentie valt
waar te nemen, is anderzijds weer grond,
de toekomst niet ól te somber in te zien.
De Rijksfinanciën.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek
bracht ons als gebruikelijk Nieuwjaarsge
schenk weer zijn statistiek van de Rijks
financiën 1938, die van jaar tot jaar im-
ooneerender cijfers vertoont. De gewone
'ijksuitgaven stegen in de laatste 38 jaar
v n 149 millioen in 1900 tot 565 millioen
PETROLEUMBRONNEN IN
AUSTRALIË.
Men zal zich herinneren, dat on
langs bij Newnes in Australië petro
leum m den grond is ontdekt. Met
de exploitatie van deze petroleum-
velden is inmiddels een aanvang ge
maakt. Volgens een desbetreffende
verklaring van den minister-presi
dent van Nieuw Zuid-Wales, Stevens,
is aan opsporings- en ontgmnings-
werkzaamheden op de olievelden
van Newnes tot dusverre 75.000 pond
ten koste gelegd. Tegen einde 1940
hoopt men de productie van dit olie-
gebied tot 70.000 liter petroleum en
180 ton stookolie per dag te hebben
opgevoerd. Verder worden momen
teel nog olie-exploraties met staats
subsidie in Gippsland in den staat
Victoria verricht.
zelfs van Chamberlain, wijst men in
Frankrijk van de hand. Conferenties la
München wenscht men in dit geval, nu
Frankrijks directe belangen op het spel
staan, niet. Parijs beschouwt de geheele
kwestie met Italië het üefst als een soort
locale aangelegenheid, zulks geheel in
tegenstelling met Rome, dat niet ten on
rechte meent, dat er op een conferentie,
waar ook Duitschers en Engelschen aan
zitten, meer voor Italië te halen zal zijn.
Het Fransche standpunt schijnt echter on
wrikbaar te zijn en aldus heeft men ook
kunnen vernemen, dat Chamberlain te
Rome de onderwerpen Tunis, Dzjiboeti en
Suezkanaal slechts terloops zal aanroeren.
Het Fransche voornemen om geen
gebied aan Italië af te staan, komt
ook tot uiting in het zenden van militaire
versterkingen naar Dzjiboeti en de reis,
die minister-president Daladier naar Cor
sica en Tunis heeft gemaakt. Zoowel op
Corsica als in Tunis werd de Fransche
minister-president met veel enthousiasme
ontvangen en in ieder geval is wel ten
duidelijkste gebleken, dat de Corsicanen
geenszins brandend van verlangen zijn om
bij het Italiaansche imperium te worden
ingelijfd. In Tunis is de toestand natuur
lijk eenigszins anders. Inderdaad woont
daar een groot contingent Italianen, maar
zeker is wel, dat ook dit niet voor de volle
100 procent onder het bestuur van Rome
wenscht te komen. Worden den Italianen
in Tunis bepaalde rechten toegekend, dan
zal Parijs hen naar alle waarschijnlijkheid
wel tevreden kunnen stellen.
Overigens zullen wij op de Fransch-
Italiaansche betrekkingen in den loop van
het jaar nog dikwijls genoeg moeten terug
komen, zoodat wij het voor dit keer hier
bij willen laten.
Even slecht als de betrekkingen tus
schen Frankrijk en Italië dreigen ook die
tusschen de Angelsaksische landen en
Duitschland te worden. Terwijl de Ameri-
kaansche staatslieden voortgaan zich
in 1936, 664 millioen in 1937, om voor 1938
op 704 millioen te worden geraamd. Tegen
over deze aanzienlijke stijging der uitgaven
staat echter ook een, zij het niet even
redige vermeerdering der inkomsten. Voor
al de opbrengst der belastingen is enorm
toegenomen. Met inbegrip van de in het
Verkeersfonds gestorte belastingen werd
voor 1938 een opbrengst geraamd van 576
millioen, terwijl de opbrengst over 1900
niet meer dan 120 millioen bedroeg. De
nationale schuld was sedert het begin dezer
eeuw aan sterke schommelingen onder
hevig. Op 1 Januari 1900 slechts 1147 mil
lioen bedragend, steeg zij tot 2916 mill.
op 1 Jan. 1925, om snel te dalen tot 2338
millioen op 1 Januari 1932. Dit was echter
het laagste punt; sindsdien nam de schuld
bijna voortdurend toe, om op 1 Januari
1939 een geraamde hoogte te zullen berei
ken van ongeveer 3200 millioen.
Voorspoed bij de Post.
Vroolijker klanken gaf de directeur-
generaal van de Posterijen, dr. ir. M. H.
Damme, in zijn gebruikelijke Nieuwjaars
rede te hooren. De post heeft aldus de
heer Damme om het huiselijk te zeg
gen, goed geboerd. De opbrengst in Octo-
ber 1938 was gelijk aan die van October
1936 2.9 millioen waaruit blijkt, dat
de tariefsverlaging geen nadeeligen in
vloed heeft gehad op de opbrengst. Voor
1939 staan echter geen nieuwe tariefsver
lagingen van belang op het programma.
Wel zullen enkele kleine veranderingen
worden ingevoerd, terwijl ten behoeve van
de postbestelling op het platteland maat
regelen zijn te verwachten. Ook bij de tele
graaf bleek de tariefsverlaging een succes.
Over het eerste halfjaar van '38 werden
130.000 telegrammen meer verzonden dan
in de overeenkomstige periode van '37. De
radiotelefonische verbinding met Indië
ondervond eenig nadeel van de belangrijke
verlaging tusschen Engeland en het over-
zeesche Engelsche gebied. Het is niet ge
makkelijk een belangrijke tariefsverlaging
op de Nederlandsche verbinding tot stand
te brengen. Een poging tot verlaging zal in
1939 worden gedaan, maar of zij verkre
gen zal worden staat nog geenszins vast.
Het luchtpostvervoer gaat nog altijd in
stijgende lijn. Wanneer in 1940 de snellere
toestellen in gebruik genomen worden, zal
de post in ongeveer 2% dag in Indië kun
nen zijn. Om deze snellere verbinding
spoedig tot stand te kunnen brengen, moet
de K.L.M. belangrijke afschrijvingen doen'
op de thans nog gebruikte toestellen en
de P.T.T. zullen in de kosten daarvan bij
dragen. De vorm waarin dit gebeuren zal,
staat nog niet vast, doch de Indische en
de Nederlandsche P.T.T. zullen hiertoe in
ieder geval samenwerken.
Crescendo ging het ook met de telefoon.
De laatste elf maanden van het jaar
brachten \2Vz duizend nieuwe aansluitin
gen. Met de automatiseering werden goede
vorderingen gemaakt; het aantal geauto
matiseerde centrales steeg tot 321. Binnen-
landsche tarief verlaging zal er waarschijn
lijk evenmin als in 1938 komen, maar wel
bestaat de mogelijkheid, dat voor buiten-
landsche gesprekken een kleine verlaging
tot stand zal komen. Zoo gaat dit belang
rijke staatsbedrijf bloeiend en gezond het
nieuwe jaar in.
Naweeën van de vorstperiode.
Nog dagen na de intrede van het nieuwe
jaar deden zic& de onaangename gevolgen
van de vorstperiode gelden. Urk was nog
scherp over het Duitsche regime uit te
laten en anderzijds de Duitsche pers tegen
Amerika een felle perscampagne is be
gonnen, is men in Engeland op het oogen
blik zeer ontsticht over het Duitsche voor
nemen, de vloot van duikbooten te bren
gen op de tonnage van d*e der Britten.
Wel is waar hebben de Duitschers daartoe
volgens het Engelsch-Duitsche vlootver-
drag het recht, maar in Londen had men
steeds gehoopt, dat Berlijn, om van zijn
goeden wil blijk te geven, van dit recht
geen gebruik zou maken. Nu het dit toch
doet komt Engeland eenigszins in moei
lijkheden te verkeeren, want daar de
Duitschers veel kleinere duikbooten bou
wen, dan de Engelschen bezitten, zal het
Derde Rijk in de toekomst over een aan
zienlijk grooter aantal onderzeeërs te be
schikken krijgen. Aan Engelsche zijde
schijnt men thans van plan te zijn een
groot aantal kleine escorteschepen op stapel
■te zetten, die de koopvacrrdijschepen tegen
aanvallen van onderzeeërs moeten ver
dedigen. Inderdaad, de lieden die meenen,
dat de bewapening ook in 1939 tot de sti—
muleerende factoren van het economisch
leven zullen blijven behooren, schijnen
geen ongelijk te hebben. Anderzijds blijft
het echter te betreuren, dat een zekere
economische welvaart op zoo'n gevaarlijke
basis moet worden gebaseerd.
Franco's offensief.
Franco zet zijn offensief aan het Cata-
laansche front met alle hem ter beschik
king staande middelen voort. Het is dui
delijk, dat hij thans alles op alles zet om
een beslissende overwinning te kunnen
behalen. Nog nooit in den burgeroorlog
heeft hij zooveel manschappen in den
strijd geworpen en zou hij thans niet zijn
doel bereiken, dan moet hij in de toe
komst op groote moeilijkheden rekenen.
Ook in het achterland van Franco gist het
en in het bijzonder schijnt men hoe langer
hoe minder gesteld te zijn op de Italiaan
sche bondgenooten.
Anderzijds gaat het ook bij de republi
keinen om het er op of er onder. Stort het
Catalaansche front ineen, dan zijn de dagen
van de repubhkeinsche regeering geteld.
De eindspurt in Spanje schijnt te zijn
begonnen. Over eenige weken zullen wij
weten, wie van beide partijen de overwin
ning zal behalen.
De gebeurtenissen in het Verre
Oosten.
Ook in het Verre Oosten vragen eenige
gebeurtenissen de aandacht. Daar is in de
eerste plaats de boodschap van Wang
Tsjing-wei, den vice-voorzitter van den
Kwomintang, waarin verklaard werd, dat
hij de Japansche vredesvoorstellen wel
aannemelijk achtte. De oorzaak van
Wang's boodschap schijnt intusschen ge
kwetste ijdelheid te zijn en het antwoord
van Tsjiang Kai-sjek op Wang's verkla
ring is dan ook geweest, dat Wang uit de
Kwomintang gestooten is. Groote betee-
kenis wordt in het Verre Oosten aan
Wang's verklaring niet gehecht.
In de Japansche regeering schijnen zich
weer moeilijkheden voor te doen. Konoje
zal naar alle waarschijnlijkheid als minis
ter-president aftreden en vervangen wor
den door den veel radicaleren Hiranoema.
Voor de belangen van derden in China
beduidt dat weinig goeds. Dat thans b.v.
nog de open-deur-politiek gehandhaafd
-7^1 - HHi\'f»ri gfhiint wp! iliIpo-doten.
steeds niet dan met groote moeite te be
reiken. De postboot „VonGeusau" raakte
weer vast in het ijs, zoodat opnieuw de
post met de ijsvlet naar het eiland ge
bracht moest worden. In verschillende
rivieren begon do ijsgang gevaar op te
leveren. Zoo in den IJssel bij Deventer,
waar een der ijsbrekers van de schipbrug
onder den druk van het ijs bezweek. In
het Hollandtch Diep werd het scheepvaart
verkeer, dat reeds weer hersteld was,
plotseling opnieuw door het drijf ijs ge
stremd, zoodat tal van vrachtschepen de
wijk moesten nemen naar de haven van
Moerdijk, waar een ongewone drukte
heerschte.
Voor den tuinbouw blijkt de vorst nog
grootere schade op te leveren dan aan
vankelijk werd gevreesd. Want niet alleen
hebben de wintergroenten sterk geleden,
maar de jonge aanplant voor het aan
staand voorjaar is geheel vernietigd De
kweekers hebben nu in allerijl nieuw zaad
moeten inkoopen om opnieuw te zaaien.
De jonge groente zal dit jaar dus laat
komen en dan duur zijn. Tenzij een nieuwe
vorstperiode ook dezen aanplant doet mis
lukken, hetgeen voor de reeds zwaar ge
troffen tuinders niet te hopen is.
De Dingaansvliegers weer thuis.
Onder groote belangstelling keerde het
K.L.M.-vliegtuig „Reiger" op den laatsten
dag van het jaar van zijn verre vlucht
naar het stamverwante Zuid-Afrika be
houden in het vaderland terug. De minis
ter-president dr. H. Colijn was ter be
groeting aanwezig en bracht in zijn wel
komstwoord den dank der regeering over
aan den Nederlandschen vertegenwoordi
ger jhr. Beelaerts van Blokland en verder
aan K.L.M.-bemanning en passagiers, aan
wier samenwerking en steun het te dan
ken is, dat deze voor de samenbinding van
den Nederlandschen stam zoo belangrijke
vlucht in alle opzichten geslaagd is.
HET WEDDELLMEER HEELEMAAL
GEEN MEER?
Te Londen is groot opzien gewekt door
een aanval van den Amerikaanschen pro
fessor William Hobbs op de wetenschap
pelijke verdiensten van den Engelschen
Zuidpoolonderzoeker James Weddell, die
in 1823 met twee zeilschepen tot het Zuid
poolgebied doordrong, heeft de wereld op
een dwaalspoor geleid, zoo beweerde Hobbs
op het Congres van Amerikaansche geo
grafen te Cambridge in den staat Massa-
chusetts. Het zoogenaamde Weddellmeer
aan de Zuidpool is gebleken geen meer te
zijn, maar een met eeuwig pakijs bedekt,
onbevaarbaar gebied. Verder beweert pro
fessor Hobbs, dat Weddell zijn zeekaart
samenstelde naar een reeds bestaande
kaart uit het Hydrografische Bureau van
de Engelsche Admiraliteit.
Over dezen aanval van den Amerikaan
schen geleerde is nu in Engeland een ware
„geografenoorlog" ontbrand. Prof. Hobbs'
beweringen worden bestreden door den
leider van den wetenschappelijken staf van
de Shackleton-expeditie van 1914 tot 1917,
J. M. Wordie. Volgens dezen is Shackleton
met de „Endurance" 250 mijl verder het
Weddellmeer opgevaren dan Weddell zelf.
Commander Bemacchi, die eveneens in
het Zuidpoolgebied is geweest, verklaarde,
dat vele Engelschen, Duitschers en Scan-
dinaviërs ontdekkingsreizigers zoowel als
robbenvangers het omstreden meer heb
ben bevaren»
NOORD- EN ZUID-NEDERLAND.
Is het wel noodig, dat w^J er aan her
inneren, dat er niet alleen ten Noorden
van onze grenzen beneden den Moerdijk
Nederlandsch wordt gesproken, doch ook
ten Zuiden daarvan? En dat niet door
tien- of honderdduizenden, doch door mil-
li oenen
Wij herdenken steeds met warmte onze
stamverwanten in andere werelddeelen, in
Oost en West, in Afrika; des te meer
reden, om ook onze volle sympathie te
schenken aan de Vlamingen. En dit te eer,
waar wij weten, welk een zwaren strijd
zij hebben te strijden voor het gebruik
van hun taal, die ook de onze ishet
Nederlandsch.
Wie onzer kent niet den naam Gram
mens, den naam van den man, die overal
op de bres staat voor de rechten van zijn
mede-Vlamingen Wij ,-nnen misschien
niet allen tot in bijzond -heden den om
vang van zijn actie Ve. i /eten weinig
meer van hem, dan dat hij de man is, die
zich naam heeft verworven door met de
verfkwast er op uit te trekken, om in de
Vlaamsche steden en dorpen, waar het
recht op de eigen taal bij de wet is erkend,
doch met wordt toegepast, de Fransche
straatnamen van de bordjes op de hoeken
der straten te doen verdwijnen. Doch reeds
dit feit alleen is voldoende, om ons, Neder
landers, te doen zien, tot welke middelen
onze stamverwanten in Vlaanderen hun
toevlucht moeten nemen om hun wettig
doel te bereiken.
Deze aangelegenheid kan ons, Noord-
Nederlanders, niet koud laten; en zij laat
ons ook niet koud. Het gaat er voor ons
om, onze schoone taal te beschermen tot
ver over onze grenzen, ja, tot in het Noor
den van Frankrijk. Deze beweging kan en
mag ons niet koud laten; daartoe zijn de
cultureele banden, welke beide volksdee-
len binden, te sterk.
De Vlaming voelt Nederlandsch ver
geten wij dat niet; welaan, laten wij ons
dan ock één voelen met de Vlamingen.
Wij, Noord-Nederlanders, hebben er een
even groot belang bij, dat het Neder
landsch in Vlaanderen onuitroeibaar wor
tel schiet, als de Vlamingen zelf. Wij
prijzen het in de Boeren in Zuid-Afrika,
dat zij zich door geen dwingelandij, door
geen onderdrukking, door geen vervolging
hebben laten bewegen tot het loslaten van
hunne, van ónze taal het Nederlandsch.
Vernedering, vrijheidsberooving, brood
roof, verguizing zijn vaak het deel geweest
dergenen, die niet hebben opgehouden om
met nadruk het gebruik van de Fransche
taal, officieel en niet-officieel, in Vlaande
ren in den ban te doen. De vijand, dien
zij te bestrijden hebben, is sterk, doch niet
onoverwinnelijk. Dat hebben ^ij, Gram
mens en zijn medewerkers, bewezen, ten
koste val veel leed, van ontelbare persoon
lijke offers.
Doch zij gaan uit van de stelling: waar
een wil is, daar is ook een weg. Een moei
lijke, een ongebaande xveg, bezaaid met
distels en doornen doch zij hebben niet
geaarzeld, dien te betreden, vervuld van
het vertrouwen, dat de overwinning hun
niet kan ontgaan; vervuld van het ver
trouwen in de rechtvaardigheid van de
zaak, welke zij verdedigen; vervuld van
het heilige vuur, dat hun de kracht ver
leent, om niet te versagen. Wij aarzelen
niet, om dezen dapperen strijders voor de
uitbreiding van het Nederlandsche taalge-
DZJIBOETL
De heete en slaperige negerhaven Dzji
boeti is sedert de verovering van Abes-
sinië door Italië een ernstig probleem in
de wereldpolitiek geweest, vooral nadat
Rome het Lavalpact van Januari 1936 had
opgezegd. Het Fransche Dzjiboeti is de
eenige open toegangspoort tot het Italiaan
sche Ethiopië; daar begint de spoorlijn,
die naar het Abessijnsche hoogland, naar
Addis Abeba voert.
In de jaren 1935 en 1936 zijn de in
komsten van de haven en de spoorlijn van
ca. 5 millioen goudfrs. tot 60 millioen ge
stegen. Om zich onafhankelijker van
Dzjiboeti te maken, sloot Italië met Enge
land een verdrag, dat Italië het recht gaf
1000 ton per maand over Zeila en Berbera
in Britsch Somaliland naar Abessinië te
vervoeren, maar deze concessie was met
toereikend. Daarom werd reeds met den
aanleg van een spoorlijn van Assab
(Eritrea) naar het hart van het nieuwe
keizerrijk begonnen. De haven van Mas-
saoea wordt vergroot. Een spoorlijn Assab-
Millé is in aanleg en gedeeltelijk reeds in
gebruik. Van Millé uit zal het bergland
vol kloven en ravijnen tot Dessié over een
lengte van ongeveer 100 km door een
kabelzweefspoor worden overbrugd. Doch
al deze communicatiemiddelen kunnen de
spoorlijn van Dzi^-
nipt vpr1
LORD HALIFAX.
Chamberlain en zijn minister van
buitenlandsche zaken Lord Halifax
staan op het punt hun zoo uiterst
belangrijke reis naar Rome te maken.
Daar Chamberlain reeds vele malen
ten voeten uit geteekend is, is het
wellicht niet oninteressant ditmaal
eens iets van zijn rechterhand in de
buitenlandsche politiek, lord Halifax,
te vertellen.
De lange schrale Halifax, ziet er
met zijn zwarte jas, onafscheideliike
bolhoed, stijve boord en zwarte das
ongeveer uit als een begrafenis
ondernemer. Inderdaad is hii steeds
zeer stemmig en naar den vorrc wat
echter niet uitsluit, dat hii toegeef
lijk is. wat de bijzaken betreft. Deze
eigenschaDpen maakten hem tot een
uitstekend bewindsman en na een
schitterende parlementaire carrière
werd hii dan ook op 46-iarwren leef
tijd in 1926 onderkoning van Indië.
Bekend ziin. zijn onderhandelingen
met Gandhi, waarbii ziin groote
voorliefde voor compromissen bleek
die hem ook thans nog niet verlaten
schijnt te hebben. Nog steeds houdt
hij niet van snelle beslissineen. en
een overeenkomst, die verschillende
mogelijkheden openlaat, geniet bii
hem de voorkeur.
Men zegt van hem, dat zijn groote
doel isvrede voor het imnerium
Geen opoffering zou hem daarvoor
te groot toeschiinen: na Oostenrijk
en Tsjecho-Slowakiie. desnoods ook
Spanje en Rusland Zii alle ziin van
ondergeschikte heteekenis. wanneer
het om den vrede van het Rritsrhe
weroldriik gaat
bied hier het eeresaluut te brengen, waar
op zij zoo ten volle aanspraak kunner
maken
In Frankrijk heeft men zeer goed inge
zien, dat met het toenemende Italiaansche
transport rekening gehouden moest wor
den. De haven wordt vergroot, nieuwe
kaden worden gebouwd en men heeft net
wrak van de „Fontainebleau", dat den in
gang versperde, in de lucht laten vliegen.
De Franschen meer.en hiermede voldoende
aan de Italiaansche verlangens te hebben
voldaan. In hoeverre dit juist is, valt van
verre niet te beoordeelen. Maar Itaiië's
voornaamste grief, dat Frankrijk wachtet
is aan de toegangspoort tot zijn koloniën,
blijft met dat al natuurlijk bestaan.
Bij het verdrag van Londen van April
1915 kreeg Italië van Frankrijk en Enge
land plechtig koloniale schadeloosstelling
toegezegd. Ingevolge deze belofte heel'
Engeland het kleine Dzoebaland (gren
zend aan Kenia) afgestaan, terwijl Fr.i:
rijk bij het Lavalpact slechts een herziening
van de grenzen van L.ibië en Eritrea u
uitzicht stelde, üp deze toezegging m
grondt Italië zijn eischen ten opzichte var
Dzjiboeti, terwijl het ook terugkomt op d<
in 1915 beloofde koloniale schadeloosstel
ling, waaraan noch Engeland, noch Frank
rijk volgens Itaiië's opvatting hebben vol
daan.
EEN POOLSCHE HLMALAYA-
EXPEDITIE.
Ook Polen gaat zich met de Himalaya
bezighouden. In de eerste maanden var
het jaar zal een Poolsche Alpinisten-expe
ditie naar dit Aziatische hooggebergte ver
trekken. De expeditie stelt zich ten doel.
den nog niet beklommen top „K2" van de
Karakorumgroep, na den Mount Evere* op
een na de hoogste bergtop der narde, to i
Lijgen.
Op Oudejaarsdag werden te Marseil.'e Senegaleesehe^troepen ingescheept ter verster-
ordat
MASSAOEA
"I AMfe/u'T Waruf Sk' - O» V/l
'sna V
Debra y.
Markets
O s <1.
ifcL-
Ol_.
■Zeila-
Hailoe
ADDIS
f Diredaoe
Ankober
Jijiga