PORTRET DE INTERNATIONALE TOESTAND DEZE WEEK IN NEDERLAND VAN DE WEEK Het geheel uiteenvallen van het geen er nog over was van een Mid- den-Europeeschen staat, tijdens de besprekingen van Versailles mis schien wat haastig ineengezet door staatslieden, die meer blijk gaven van haatgevoelens dan van een vooruitzienden blik dat is het re sultaat van de elkaar snel opvol gende gebeurtenissen der laatste dagen, welke opnieuw wijziging zul len brengen in de sedert 1914 sterk mishandelde kaart van ons wereld deel. Het zou overdreven zijn, te zeggen dat de gebeurtenissen, zooals zij zich thans hebben ontwikkeld, de wereld hebben verrast. Na het ac- coord van München moest de onder linge verdeeldheid der overgebleven volksdeelen in Tsjecho-Slowakije bijna noodwendig tot deze „ont leding" leiden. Wel is waar werden de grenzen van hetgeen er van het Tsjeclio-Slowaaksche rijk was over gebleven, gegarandeerd tegen niet- uitgelokte aanvallen doch van een niet-uitgelokten aanval kon in dat geval in den letterlijken zin des woords niet worden gesproken, zoo dat de Westersche mogendheden zich, zü het dan met zeer gemengde gevoelens, moesten beperken tot de rol van werkelooze toeschouwers. Inderdaad zou men hier de houding kun- ften begrijpen van den belijder van den Islam, die bij alles wat er gebeurt, berus- ^nd zegt: „Het stond geschreven". Het lot van het Tsjechische volk mag, met dat al, tragisch worden genoemd. Het ziet zich ^ruggebracht tot wat voortaan vrijwel zal —Jon beschouwd als „quantité négli- geable". Het zal geen stem meer hebben in het concert der Europeesche mogendheden. De ontknooping van deze tragische episode in de geschiedenis van Midden-Europa is sterk verhaast door den drang van Slo wakije, om zijn algeheele vrijheid te ver overen, onafhankelijk te staan tegenover Tsjechië. De loop'der gebeurtenissen is be kend. Slowakije heeft zich losgemaakt van het broedervolk, zijn dorst naar onafhan kelijkheid is gelescht. Zal het later blijken, een Pyrrhus-overwinning te hebben be haald? Het is thans niet de tijd om zich te wagen aan voorspellingen, welke voorbarig zouden zijn; alleen de tijd kan het leeren. Voor het oogenblik kan men niet anders zeggen dan dat de onafhankelijkheid van Slowakije blijft binnen zekere grenzen, bepaald door factoren, waarvan men thans de draagwijdte nog niet geheel kan over zien. Immers, hoewel dit deel van het voor malige Tsjecho-Slowakije thans een eigen regeering bezit, welke de binnenlandsche aangelegenheden zal regelen, waarbij even wel naar het zich laat aanzien rekening zal moeten worden gehouden met de wenschen der Duitsche hooge commissarissen, die aan de regeering zijn toegevoegd als ge volg van Tiso's beroep op Hitier. Men zal moeten afwachten of deze tusschenkomst zal worden bezegeld door een tol- en valuta unie, zooals door velen wordt voorspeld en waardoor de zoo vurig begeerde vrijheid en onafhankelijkheid een vrijwel denk beeldig bezit zouden vormen. Het lot van Roethenië. Hoe zal de beslissing ten aanzien van Roethenië luiden? Dit probleem is nog in gewikkelder dan dat van Tsjechië en Slo wakije. Nu Tsjechië een vrijwel gelijke ge- DE TROEBELEN IN TSJECHO-SLOWAKIJE. Gevaarlijke incidenten hebben de spanning in Tsjecho-Slowakije in de laatste dagen zeer verscherpt. Een opgewonden menigte demonstreert in de straten van Bratislava. dragshjn heeft gevolgd als Slowakije, in dien zin, dat het zich eveneens tot het Der de Rijk heeft gewend, omdat de Tsjechische regeering dit beschouwde als de beste weg om den toestand te redden, met het gevolg dat men de Duitsche troepen liet binnenrukken, is aller aandacht gevestigd op het kleine stuitje der kaart van Europa, waarvan in de naaste toekomst wellicht zooveel zal afhangen: Roethenië. Hier komen verschillende belangensferen met elkaar in botsing, terwijl weder andere elkaar zoeken. Al werd de strijd niet open lijk gestreden, toch werd van minstens drie verschillende zijden hard gewerkt, om te zorgen dat de tegenpartij geen voordeel en van belang zou kunnen behalen. De be langhebbenden waren in twee kampen ver deeld: eenerzijds Duitschland, anderzijds Polen en Hongarije. Laatstgenoemde beide staten wenschten elkaar via het betwiste gebied de hand te reiken door het schep pen van een gemeenschappelijke grens een verlangen, dat werd tegengewerkt door Duitschland. Naar veler opvatting wenschte Duitschland daar de handen vrij te houden om dit hoekje van Europa te bezigen als springplank naar de zooveel grootere Pool- sche en Russische Oekraine, welker enorme bodemschatten het uitstekend te stade zou den komen. Daar stonden de West-Euro- peesche mogendheden vrij onverschillig tegenover, omdat een conflict tusschen Duitschland en de Sovjetrepubliek Londen en Parijs niet onwelgevallig zou zijn. Naar den huidigen toestand oordeelende, zou men geneigd zijn te meenen, dat Duitschland momenteel een meer passieve houding gaat aannemen tegenover de Poolsch-Hongaarsche wenschen in deze ge bieden; doch daaruit vallen nog geen be paalde gevolgtrekkingen te maken. Er is thans in Midden-Europa een gisting ont staan, welke Duitschland's aandacht op- eischt. De Opmarsch naar het Oosten. Onverschillig in welken vorm de toe stand zich verder zal ontwikkelen: dit is zeker, dat Duitschland door het gebeurde zijn belangensfeer in de richting van het Oosten aanmerkelijk heeft uitgebreid en niet zal nalaten, zijn stellingen naar die zijde krachtig te consolideeren. Wij her halen het: het zou voorbarig zijn, op dit oogenblik reeds bepaalde gevolgtrekkingen te willen maken. Een eerste vereischte voor het verkrijgen van een helderder inzicht in den stand van zaken en de gevolgen daar van is, dat de rust wederweert. Wapenge kletter is niet de aangewezen sfeer, om daarin de meest tegenstrijdige en meestal overdreven geruchten aan de waarheid te toetsen. Daartoe behoort meer geduld. Waarop wij hier evenwel willen wijzen is dit: Duitschland ziet zich thans de ge legenheid geopend om zijn expansiedrang naar het Oosten te bevredigen. Het con centreert zich geheel daarop, en dit leidt op weldadige wijze zijn aandacht af van het Westen, waardoor ook ons land de moeilijkheden blijven bespaard, welke vele Nederlanders vreezen. En al mogen ook Londen en Parijs niet bijster in hun schik zijn met de nieuwste ontwikkeling van den toestand in Midden-Europa toch zal hun wellicht dit intermezzo, waarbij zij niet rechtstreeks betrokken zijn of kunnen worden, niet geheel onwelgevallig zijn, daar het 't zwaartepunt der politieke be langstelling van het Westen naar het Oos ten heeft verplaatst. De veertigste Jaarbeurs. Met de opening van de veertigste Jaar beurs te Utrecht is een mijlpaal bereikt, die voor het geheele Nederlandsche zaken leven van groote beteekenis is. Veertig handelsbeurzen in het hart van het land gehouden, steeds toenemend in omvang en belangrijkheid, hebben op overtuigende wijze het nut van het jaarbeursinstituut foor het Nederlandsche bedrijfsleven be wezen. Op- en neergang van de wereld economie hebben zich in de 22 jaar, dat de jaarbeurs bestaat, in de resultaten weer spiegeld, maar gelijken tred met de inter nationale economische ontwikkeling heeft zij toch niet gehouden; integendeel, haar ontwikkeling kenmerkte zich door een ge- stadigen groei uit eigen innerlijke kracht en noodzaak. Als gewoonlijk hield de secre taris-generaal van de jaarbeurs op den openingsdag een inleidende rede, die dit maal in verband met het jubileum niet al leen toekomstverwachtingen gaf, doch zich ook bez-ighield met het verleden en daar door een belangwekkend overzicht van het Nederlandsche zakenleven der laatste 22 jaar inhield. Wat de toestand van het oogenblik betreft, is volgens den heer Graadt van Roggen weinig positiefs te zeg gen. Men krijgt algemeen den indruk, dat het op het oogenblik met de zeiken wel goed gaat en dat de naaste toekomst nog wel het een en ander hoopvols in petto heeft, maar de kansen op duurzame verbetering zijn toch maar matig. Vooral de export ziet de toekomst met bezorgdheid in, daar men vreest, dat de voorgestelde nieuwe invoerbelemmeringen in het buiten land haar terugslag zullen vinden ten na- deele van onzen export. Toch ziet de heer Graadt van Roggen voor de naaste toe komst nog wel mogelijkheid van partieelen KIPPEN WORDEN „PANKLAAR" GEFOKT. Wanneer de voorspellingen van de landbouwwetenschappelijke faculteit van de Cornell Universiteit in de Ver- eenigde Staten juist zijn, zal de huis vrouw der toekomst, wanneer zij 'n ge braden kippetje op tafel wil brengen, zich geen zorgen meer om het pluk ken behoeven te maken. Twee jaar geleden ontdekte men namelijk in een broed twee kippen, die volkomen kaal waren en die ook kaal bleven. Een van de kale dieren ging dood, maar het andere groeide op tot een gezonde en overigens normale kloek. Toen deze na verloop van tijd haar eerste eieren uitbroedde, bleken de kuikens voor de helft kaal te zijn. De afwijkende eigenschap van de moeder was dus op de helft der na komelingschap overgegaan. Deze on- beveerde kippen konden alle in het leven worden gehouden en thans be schikt de Cornell Universiteit reeds over een heelen hoenderhof van kip pen zonder veeren. vooruitgang, maar alleen onder het parool: hard werken en aanpakken Minister Steenberghe over zijn reis. Teruggekeerd van zijn vierdaagsch ver blijf in Duitschland, heeft de minister van Economische Zaken, mr. M. P. L. Steen- berghe, zijn indrukken over dit bezoek weergegeven. De Leipziger Messe is vol gens den minister inderdaad een centrum, dat op groote schaal aan kooplieden in de geheele wereld de nieuwste producten op velerlei gebied laat zien. Wat de Neder landsche inzending betreft, deze had uit gebreider kunnen zijn, teneinde Duitsch land en het overige buitenland een beteren indruk te geven van wat ons land te bieden heeft. Over de ontvangst door de Duitsche autoriteiten had de minister niets dan lof. Zoowel de ontvangst door de Deutsch- Niederlandsche Gesellschaft als de offi- cieele receptie van minister Funk waren zeer hartelijk en luisterrijk. „Op beide ont vangsten", aldus minister Steenberghe, „heb ik door ongedwongen gesprekken op nieuw kunnen vaststellen, hoeveel goede vrienden ons land in Duitschland heeft". Zonder twijfel heeft dit bessoek, dat van weerskanten menig misverstand heeft kun nen wegnemen, een gunstige basis gelegd voor de verdere Duitsch-Nederlandsche handelsbesprekingen. De bevroren wintertarwe. Op de audiëntie, waarin de minister van Economische Zaken de voorzitters van de drie landbouworganisaties heeft ontvangen, om hun wenschen ten aanzien van het landbouwbeleid te vernemen, is behalve de vleeschpositie en de kwestie der fabrieks aardappelen ook de tarwe ter sprake ge bracht. De deputatie zette uiteen, hoe de tarwesituatie op het oogenblik is. Zeker 90 pet van de wintertarwe is bevroren. Van het grootste belang is, dat nu zomer- tarwe wordt gezaaid. Zoowel in het belang van de voedselvoorziening is dit noodig, als met het oog op de moeilijkheden die zullen ontstaan, indien op het tarwe-areaal andere vruchten worden verbouwd. Daar de landbouwcrisiswet als doel heeft, ver goeding van de onmisbare productiekosten, is er reden den richtprijs te verhoogen. Door de in het algemeen minstens 20 pet lagere opbrengst van zomertarwe liggen de productiekosten van deze tarwe belangrijk hooger dan die van wintertarwe. Een ver hooging van den prijs van 10 tot 11 gulden per 100 kg, op overigens dezelfde voor waarden, is een uitermate bescheiden wensch, welks inwilliging naar het oordeel der landbouworganisaties niet mag worden afgewezen. De minister zegde toe te zullen onderzoeken, of inderdaad van hoogere productiekosten van ecnige beteekenis sprake is, doch hij stelt zich op het stand punt, dat in het algemeen oogstrisico's niet voor rekening van het landbouwcrisisfonds kunnen zijn. Prijsregeling voor landbouwproducten gevraagd. Het bestuur van den Nationalen Bond Landbouwmaatschappij heeft zich in een adres tot de Eerste Kamer gewend met het verzoek ertoe mede te werken, dat de over heid prijsregelend zal optreden ten behoeve van den afzet van landbouwproducten en wel door middel van regelingen aan de grens, zonder dat in de bedrijfsvrijheid van den individueelen boer al te zeer wordt ingegrepen. De prijzenpolitiek door de re geering ten opzichte van de agrarische producten in de laatste maanden gevolgd, is volgens adressant in lijnrechten strijd met de opheffing der wanverhouding, die tusschen de belooning van landbouw- en anderen arbeid is ontstaan, omdat door verhooging der prijzen van landbouwpro ducten de koopkracht van de plattelands bevolking zal toenemen, waardoor om twee redenen bijgedragen zal worden tot ver mindering van de werkoosheid in ons land. Ten eerste, omdat de bewerking van den bodem intensiever zou worden en dus ar beidskrachten in het productieproces in den landbouw zouden worden opgenomen. Ten tweede, omdat de verhoogde koop kracht vermeerdering van het gebruik van industrieproducten zou meebrengen. Drie groote branden. In enkele dagen tijds vonden in ons land drie hevige branden plaats. Terwijl de stationsbrand nog versch in het geheugen ligt, werd de Stichtsche hoofdstad opnieuw geteisterd, thans door een feilen brand in een der grootste warenhuizen, dat tot den grond toe afbrandde. Daarop was Den Haag aan de beurt, waar een ernstige bin nenbrand in een der groote hotels, het historische „Oude Doelen", groote ver woestingen aanrichtte, terwijl ten slotte als derde in deze sombere reeks het prachtige oude kasteel Bergh te 's-Heerenberg, dat uit de dertiende eeuw dateerde en een tostbare verzameling kunstschatten be vatte, door het vuur werd vernield. EEN NIEUWE PARAPLUIE VOOR CHAMBERLAIN. Drie duizend oude jongejuffrouwen in Engeland, die zich aaneengesloten hebben in de „Nationale Vereeniging van pensioen gerechtigde ongehuwde vrouwen", hebben het voornemen opgevat, den Britschen minister-president Chamberlain met zijn verjaardag op 18 Maart a.s. een bijzondere verrassing te bereiden. Met een telegrafi- schen gelukwensch zullen zij den premier een nieuwe parapluie zenden, en daarbij de verwachting uitspreken, dat hij dit on misbare attribuut ook in zijn komende levensjaar „beschermend over Groot-Brit- tannië zal uitbreiden". Een nieuwe variant op de ontelbare parapluie-grappen. DEMONSTRATIES IN SLOWAKIJE. BEHOUD VAN HET DUITSCHE AFZETGEBIED. Er zijn In de wereld nu eenmaal heel wat onbegrijpelijke dingen; die zijn er al tijd geweest en ze zullen er vermoede lijk ook wel altijd blijven. Een van die onbegrijpelijkheden is, dat wij bij onzen invoer bij voorkeur die landen begunsti gen, welke van hun kant zoo weinig moge lijk het principe van wederkeerigheid toe passen. Bij menschen zoowel als bij landen geldt overigens over het algemeen nog steeds de regelvóór wat hóórt w..t. Alleen wij Nederlanders, goedig als we nu eenmaal van nature zijn, trekken ons er niets van aan wanneer landen, die aardig aan ons verdienen, dien regel met voeten treden. Nog zeer onlangs hadden wij het over de onsympathieke houding van de Vereenigde Staten, die op z r doeltreffende wijze van hün standpiv 1 bezien onzen zuivel- export naar Amerika belemmeren, hoewel de Amerikanen véél ieer aan ons verdie nen, door de artikel die z'j naar Neder land uitvoeren, dan wij aan de Amerika nen. Wij beschouwen dat als een in de hoogste mate onsympathieke ceste. Om dichter bij huis te blijven: Engeland, Frankrijk, België. Deze landen voeren een economische politiële, welke eveneens neer komt op het beknotten van onzen uitvoer naar die landen alsmede naar de Engel- sche Dominions, welke zich naar het moe derland richten. Wij willen alleen een feit vaststellen, dat ons landsbelang ten sterkste raakt, name lijk dat onze invoer uit de landen, welke onzen uitvoer (om welke reden dan ook) belemmeren, niet daalt dikwijls is het tegendeel waar. Dat wil dus in voor ieder verstaanbare taal zeggen dat wij ons goede geld besteden bij anderen, die hoe langer hoe minder van hun eigen geld in óns land besteden. Daarentegen doet zich aan den anderen kant het niet minder merkwaardige en betreurenswaardige feit voor dat wij naar het schijnt te weinig aandacht be steden aan een ander groot land, dat steeds tot onze beste afnemers heeft behoord en ook wil blijven behooren Duitschland. Nu is het waar, dat ook Duitschland's streven er op is gericht, zooveel mogelijk zélf in de behoeften van zijn bevolking te voorzien wij herhalen het: bij ieder volk een zeer loffelijk streven. Doch wij verklappen volstrekt geen geheim, wan neer wij hier neerschrijven, dat het nog lang niet in de mogelijkheid verkeert, dit voornemen te verwerkelijken. Met andere woorden: Duitschland moet nog steeds importeeren zelfs véél im porteeren; en wel hoofdzakelijk agrarische producten, voedingsmiddelen in den meest uitgebreiden zin. Deze behoefte heeft het sinds onheuglijke tijden voor een zeer groot deel gedekt in Nederland. Zullen wij nu zoo dwaas zijn om dit belangrijke afzet gebied langzamerhand óók te verliezen? Wanneer wij den toestand nuchter en zakelijk beschouwen, moeten wij eerlijk bekennen dat wij daartoe reeds leelijk op weg zijn. En wanneer wij het verloren ter rein willen terugwinnen, wordt het hoog tijd. Doch ons volk in al zijn geledingen zal dienen mede te werken èn door zich niet meer te buiten te gaan aan de door Dr. FERDINAND DURCANSKY. Een man, die bij de laatste gebeur tenissen in Tsjecho-Slowakije onge twijfeld een uiterst belangrijke rol gespeeld heeft, is de minister van Arbeid in de regeering Tiso, dr. Ferdinand Durcansky. Durcansky behoorde tot de radicale Slowaken, die reeds onder pater Hlinka voor de volledige zelfstandigheid van Slowakije streden. Geen wonder dan ook, dat ook tegen hem de Tsjechen bij hun poging, tenminste ncgeenige eenheid in den staat te bewaren, een arrestatiebevel uitvaardigden. Dur cansky wist echter aan den greep der Tsjechische militairen te ontkomen en nam de wijk naar Weenen, waar de Duitschers den rijkszender te zijner beschikking stelden. Door middel van de radio bleef Durcansky met het Slowaaksche volk in contact, spoorde bij zijn menschen tot verder verzet aan en protesteerde hij tegen het optreden der Praagsche regee ring. Naast Tiso hebben de Slowaken hun nieuwe zelfstandigheid in de eerste plaats aan Durcansky te dan ken de oude Tsjecho-Slowaaksche republiek echter haar uiteenspatting. onverantwoordelijke elementen kunstmatig aangekweekte Hetze, èn door den invoer uit Duitschland naar ons land te bevor deren, want men kan moeilijk van Duitsch land verlangen dat het in Nederland zal koopen, wanneer daar geen tegenprestatie tegenover staat. Laten wij bedenken dat wij er meer belang bij hebben om, terwilla van het behoud van een belangrijk afzet gebied, tal van artikelen, waaraan ons land behoefte heeft, in Duitschland te koopen, dan ons daartoe te wenden tot landen, die als afzetgebied voor onzen handel van weinig of geen belang meer zijn. SALAMANCA TARRA G ON A TE RiJ SI PALMA vALENCIA l/DADRFAL A09N MAU0RCA ALICANTT URCIAO C0RD08A •SEVILIA M0TRIC ADRA CADIZ. ivimLAC GIBRALTAR iSd 350 IiimT Bereden politie drijft de demonstranten in Bratislava uiteen. BLOKKADE VAN HET SPAANSCHE REPUBLIKEINSCHE GEBIED. Franco treft op het oogenblik de laatste voorbereidingen voor de beslissing teeen Madrid en Valencia. De volledige inslui ting van het republikeinsche gebied is daarbij zijn doel, hoewel Londen en Parijs een langeren wapenstilstand hebben voor gesteld, om aan de republikeinsche leiders de mogelijkheid te geven, een goed heen komen te zoeken. Voor dit doel hebben de Engelschen reeds schepen ter beschik king gesteld. Franco heeft echter de vol ledige blokkade van de republikeinsche kust afgekondigd, waarbij hem geen moei lijkheden in den weg staan, wijl de repu blikeinsche vloot zich zooals bekend tn Tunesisch Bizerta heeft laten ontwaDenen. In het bijzonder in Engeland interesseert men zich zeer voor deze blokkade, die men ongaarne ziet. Men bestrijdt, dat het natio nalistische Spanje de rechten van oorlog voerende zou hebben en meent bovendien, dat een blokkade slechts rechtsgeldig is, wanneer zij werkeijk effectief is. Zij zou niet gelden, wanneer een of ander schip door de blokkade heenkomt. Het is duidelijk welk schip hier bedoeld wordt. De Engeli sche kruiser „Devonshire" ligt voor Gandia en zal verder als „onderhandelingsschip" dienst doen. Hoe kan Franco het wagen een blokkade af te kondigen, wanirïer hij weet, dat een Engelsch schip "voor de, te blokkeeren kust ligt? Zooiets neemt .men hem in Londen zeer kwalijk, te meer, wijl deze blokkade aantoont, dat de Engelsch- Fransche politiek -ten aanzien van Spanje toch nog geen onverdeeld succes oplevert. Ongetwijfeld heeft men in Londen en Parijs gedacht, dat na de zending van am bassadeurs, de samenwerking met Franco een gemakkelijker verloop zou hebben, dan zulks tot nog toe het geval was. In Parijs ziet men de toekomst ten aanzien van Spanje dan ook weer somberder in. Men is daar sterk onder den indruk van het vermoeden, dat Italië uit zijn Spaan- sche posities toch nog munt voor een ver-« vulling van zijn tegen Frankrijk gerichte aspiraties zal trachten te slaan. Onder deze omstandigheden mag men met spanning af wachten, wat na Slowakije de nieuwste verrassing in Europa zal zijn. HET BLOEMENHOSPITAAL OP DE SCILL Y-EILANDEN. Verreweg het grootste deel van de bloe men, die in Engeland verkocht worden, komen van de Scilly-eilanden, de eilanden groep in het verlengde van de Zuidwest punt van Cornwall. De Londensche markt wordt bijna uitsluitend door de Scilly- eilanden voorzien. De omvang en de be teekenis van den bloemenexport is ook wel de reden, dat op de Scilly-eilanden een groot „bloemenziekenhuis" bestaat. Van de bloemen hangt voor een groot deel het wel en wee van de eilandbewoners af. Wan neer een bloem dan ook verschijnselen van ziekte vertoont, wordt zij door den kwee- ker onmiddellijk naar het ziekenhuis ge bracht. Daar wordt de kwaal grondig be studeerd. Want een epidemie onder de bloemen zou voor de Scilly-eilanden een economische ramp beteekenen. DE EZELBRUILOFT VAN POONA. Poona behoort geenszins tot de interes santste Britsch-Indische steden in elk ge val niet naar Europeesche begrippen. Maar de inwoners van Poona zijn vroolijke lui. Zij nemen iedere gelegenheid te baat, om schitterende feesten te vieren. En als er geen aanleiding is, dan scheppen zij er een. Zoo heeft men het dezer dagen in Poona kunnen beleven, dat er vroolijk bruiloft werd gevierd, omdat twee ezels met elkan-« der in den echt werden vereenigd. Dq dieren werden feestelijk versierd naar het bureau van den burgerlijken stand geleid. Natuurlijk was deze wonderlijke plechtig heid aanleiding tot groote feestelijkheden, waarbij muziek, spijs en drank niet werden gespaard. Om de ezels bekommerde zich na de plechtigheid geen mensch meer. Zij waren slechts middel tot het doel geweest ZEE-OLIJVEN ALS V/EERPROFEET. Aan de Noordkust van Afrika beweert men, dat Afrika en Europa een lange, mooie zomer te wachten staat. De Noord- Af rikaanders zijn tot deze conclusie ge komen op grond van den toestand der zee olijven, die dit jaar in buitengewoon gt oote hoeveelheid aan de kust gevonden worden. Deze zee-olijven zijn merkwaar dige vruchten van zeeplanten. In onrijpen toestand spoelen zij, groen van kleur, aaa het strand aan, waar zij dan spoedig zwarl worden.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1939 | | pagina 4