De Internationale toestand - Deze week Het Portret De Wereld SPANJE GFWNAD4 CAKTAGcnA C/iDIZ IBR/UT4 ETOTAW MAROKKO AVW0KK0 IN DE AFGELOOPEN WEEK Vele instellingen van voor den oor log, die men na den wereldstrijd om bepaalde redenen afschafte, zijn in de laatste jaren weer in eere her steld. Daartoe behoort ook die der geheime diplomatie, waarover na 1918 de banvloek werd uitgesproken, wijl zij naar veler overtuiging mede een der oorzaken van de catastrofe van 1914 zou zijn geweest. Op deze meening is men in den loop der jaren weer teruggekomen, men heeft in gezien, dat ook een te veel aan pu bliciteit zijn nadeelen heeft en zoo kan het op het oogenblik gebeuren, dat een intense diplomatieke activi teit gepaard gaat aan een inacht neming van de grootst mogelijke dis cretie. Daar zijn in de eerste plaats de onder handelingen, die Londen met Rusland en Turkije voert en waarvan tot nog toe niets vaststaands is uitgelekt. Het is bekend, dat Engeland ook deze staten in zijn vredes- Cront wenscht op te nemen. Beide landen pchijnen niet ongeneigd te zijn, aan dit Engelsche verlangen toe te geven, maar er lloen zich een aantal moeilijkheden voor, die in het Russische geval van de zijde van polen en Roemnië komen, de twee buur landen van de Sovjet-Unie, die een be paalde vrees voor de achtergronden van Ivioskou's buitenlandsche politiek hebben en onder geen beding willen toestaan, dat Russische troepen hun gebied passeeren. In dit geval is het natuurlijk moeilijk een eventueele Russische hulp effectief te maken. Desondanks blijft men ijverig zoe ken naar een mogelijke oplossing. Anders weer is de kwestie in het geval Turkije. Tegen de opname van Turkije in het Engelsche vredesfront heeft geen enkele andere partner een bezwaar. Maar dit land, dat met het Duitsche rijk goede econo mische betrekkingen onderhoudt en op den Balkan bepaalde verplichtingen heeft, schijnt vooralsnog huiverig te zijn, zich al te openlijk aan Engeland te binden. Daar bij komt nog, dat alvorens het daartoe kan overgaan, eerst de posities op den Balkan zich duidelijker moeten af teekenen. Zuid- Slavië, misschien wel het voornaamste lid van de Balkan-Entente, komt na het be zoek van zijn minister van buitenlandsche zaken aan Venetië en Berlijn meer en meer onder den invloed van de spil te staan, een omstandigheid, die hoofdzakelijk voort vloeit uit zijn geografische ligging. Als tegenwicht zou men nu gaarne Boelgarije in de Balkan-Entente opnemen, maar dit land, dat in den wereldoorlog aan de zijde van de verliezers stond en door de vredes verdragen zwaar getroffen werd, heeft vele onbevredigde verlangens, welke zich in hoofdzaak tegen Roemnië en in mindere mate ook tegen Griekenland, dus tegen twee leden van de Balkan-Entente richten. Ankara stelt thans alles in het werk om de tegenstellingen tusschen Sofia, Boeka rest en Athene te overbruggen. Men meent, dat Boelgarije zich voor de nieuwe plannen zou laten winnen, indien Roemenië een deel van de Dobroedzja wil afstaan. Hoe ver de onderhandelingen op den Balkan Groothertogin Charlotte van Luxemburg1 met Prins Felix op weg naar de herden kingszitting in het Parlement. Rechts de troonopvolger, Groothertog Jan. intusschen reeds gevorderd zijn, is met geen mogelijkheid vast te stellen; dat be hoort tot de geheimen der geheime diplo matie Ook Londen zal thans eerst een bepaald resultaat dezer besprekingen moeten af wachten, alvorens het aan de nieuwe ban den, die het met Turkije wenscht aan te knoopen een meer definitieven vorm kan geven. Dat kan wellicht nog eenige dagen duren, maar nog geenszins behoeft men daaruit te concludeeren, dat de nieuwe Engelsche politiek dreigt te mislukken. Dienstplicht in Engeland. Inderdaad doet Londen alles om aan te toonen, dat het met de nieuwe anti-agres- siepolitiek ernstig meent. Op het aandrin gen van zijn bondgenooten Frankrijk, Polen, Roemnië en Griekenland heeft En geland zijn traditioneel verzet tegen den dienstplicht opgegeven. Dit is een maat regel, die vooral in Frankrijk groote vreugde heeft opgewekt. De Franschen zul len zich thans niet langer in de positie voelen van lieden, die geheel alleen onder groet bloedverlies den eersten stoot moe ten opvangen. Hitler's rede in voorbereiding. Ook aan de andere zijde, die der spil- mogendheden, zit men niet stil. Hitier be reidt zijn groote rede, die als antwoord op de Boodschap van Roosevelt moet dienen zeer zorgvuldig voor en daartoe zijn nog vele diplomatieke besprekingen en acties noodig gebleken. Dezer dagen werd Mar- kowitsj, die zoo juist de belangrijke be sprekingen met graaf Ciano in Venetië had gehad, te Berlijn ontvangen, waaruit op nieuw de steeds nauwere toenadering tus schen de spil-partners en Zuid-Slavië bleek. Verder heeft Berlijn aan de in de Boodschap van Roosevelt genoemde staten een aantal vragen gesteld, waarvan de be langrijkste is, of „zij zich bedreigd voelen". Vele regeeringen hebben daar met „neen" op geantwoord, andere lieten zich op deze vraag minder rechtstreeks uit. De Engelsche bladen kennen aan deze antwoorden wei nig waarde toe. Zij wijzen er op, dat het ten slotte voor geen regeering mogelijk is, openlijk te verklaren, dat zij zich bedriegd acht. De feiten echter spreken een andere taal. Geen klein neutraal land zal zonder reden de uitgaven voor zijn defensie enorm verhoogen. En juist dit is het, wat men op het oogenblik ziet gebeuren, waaruit de Engelsche en Amerikaansche pers conclu deert, dat deze landen zich wel degelijk bedreigd achten. Veel opzien heeft het gebaard, dat de Engelsche ambassadeur te Berlijn, Neville Henderson, plotseling naar zijn standplaats is teruggekeerd. Oorspronkelijk wilde men daarin een zwakheid van Engeland zien. Naderhand lekte echter uit, dat Londen nog voor de rede van Hitier aan het Duit sche staatshoofd wilde laten weten, dat Londen in zijn nieuwe politiek onwankel baar is. Tot nog toe heeft Henderson ech ter nog geen gelegenheid gekregen, dit mede te deelen. Naar men uit Berlijn hoort, heeft Von Ribbentrop hem op het matje laten staan. En aldus zal Hitier zijn rede afsteken, zonder nog eerst met de Engel- schen in contact te hebben gestaan. IN NEDERLAND Werkloozen vervangen dienstplichtigen. Het plotseling onttrekken van een groot Bantal werkkrachten aan de samenleving neeft uiteraard in tal van gevallen ern stige moeilijkheden doen ontstaan. Niet ledereen kan in zijn werk gemist worden; vooral met personen, die leidende functies vervullen, ontstaan hierdoor dikwijls ern- jtige bezwaren. Zooals wij reeds in een vorig overzicht schreven, kan er evenwel voorloopig van zakenverlof nog geen jprake zijn en het is daarom, dat de regee- iing naar een andere oplossing van deze moeilijkheden heeft gezocht. Er is thans ten regeling m voorbereiding, waarbij aan pen die in de burgermaatschappij noode gunnen worden gemist, groot verlof zal gorden verleend, waarna deze personen rervangen zullen worden door werklooze Jienstplichtigen. Op deze wijze zal de auidige sterkte der troepen behoorende tot ie grens- en kustbeveiliging kunnen wor- len gehandhaafd, zonder dat het particu- iere bedrijfsleven al te zeer wordt ont- vricht. De opgeroepen K.L.M.-vliegers. Bij de K.L.M. heeft het plotseling onder |e wapenen moeten komen van een groot lantal piloten reeds tot een ernstig conflict jeleid. Voor de K.L.M., die toch reeds te tampen heeft met tekort aan ervaren vlie gers, was het plotseling verlies van een 13-tal piloten natuurlijk een ernstige aandicap. Daarbij bestond in het geheel |een zekerheid ten aanzien van den duur Fan den militairen diensttijd. De directie jesloot daarom, de opgeroepen vliegers een naand na aanvang van den werkelijken lienst op non-actief te stellen, zoodat dan le uitbetaling der salarissen ophoudt. Voor le vliegers beteekent dit een zeer ernstige f N CINCAR MARKOWITSJ. De Zuid-Slavische minister van buitenlandsche zaken Cincar Mar- kowitsj heeft zijn ambt als opvolger van dr. Stojadinowitsj op 6 Februari 1939 aanvaard. Hij is 50 jaar en de zoon van een Servisch officier. On middellijk na den oorlog ving zijn diplomatieke Loopbaan aan. Hij maakte deel uit van de Zuid-Slavi sche delegatie op de Vredesconfe rentie van Versailles, waar de eerste grondslagen voor het Europa van na den oorlog werden gelegd. Sedert 1924 was Markowitsj als legatieraad in Ankara, Boedapest, Parijs, Sofia, VVeenen en Rome werkzaam. Reeds in 1933 tot gezant te Sofia benoemd, heeft hij zich zeer verdienstelijk gë- maakt bij het overwinnen van de moeilijkheden tusschen Zuid-Slavië en Bulgarije. Daarop volgde zijn be noeming tot gezant van Zuid-Slavië te Berlijn, waar hij drie jaar werk zaam was. financieele tegenslag, want niet alleen mis sen zij een maand van hun vaste salaris, maar daarenboven de vergoeding voor ge maakte vlieguren. Wat zij als militair ver dienen kan hiertegen natuurlijk niet op wegen. Naar verluidt, worden thans even wel onderhandelingen tusschen de K.L.M. en de regeering gevoerd om tot een spe ciale regeling voor dit belangrijke natio nale bedrijf te komen. De huisvesting der vluchtelingen. De maatregelen tot huisvesting van de Joodsche vluchtelingen in ons land zijn thans vastgelegd in een wetsontwerp, dat bij de Tweede Kamer is ingediend en waarin wijziging en verhooging van de begrooting van Binnenlandsche Zaken wordt voorgesteld. De vluchtelingen, die thans zijn ondergebracht in een 26-tal te huizen, zullen in één centraal kamp wor den gehuisvest. Dit beteekent een aanmer kelijke vereenvoudiging in de administra tie, terwijl het verder uniformiteit in de behandeling en een betere controle waar borgt. Volgens den voorloopigen opzet zal het kamp een oppervlakte van 70 a 80 ha beslaan, terwijl gedacht is aan een levens duur van 15 jaar. De kosten, aan de op richting verbonden, worden ruw geschat op 400 per persoon; het kamp is bestemd voor 2500 personen, zoodat de bouwkosten globaal geschat, op 1 millioen gulden zullen komen, met welk bedrag de begrooting van Binnenlandsche Zaken dan ook ver hoogd zal moeten worden. De kosten van verzorging der vluchtelingen zullen even als tot dusverre het geval is, uit bijdragen van -particulieren worden bestreden. Daar onder vallen ook de kosten van rente en afschrijving van de oprichtingskosten van het te stichten kamp. De opzet is vrij royaal en op eventueele uitbreiding be rekend. Er zal gelegenheid zijn voor uit oefening der verschillende godsdiensten, terwijl recreatietereinen, scholen en terrei nen voor het geven van landbouwonder wijs noodig zullen zijn voor ontspanning en bezigheid der vluchtelingen. Monopolieheffing voor aardappelen en suikerbieten. Gedurende eenigen tijd worden proeven genomen, ten einde na te gaan in hoeverre gedroogde suikerbieten en gedroogde aard appelen als veevoeder ingang zouden kun nen vinden, waarvan een vergrooting van de afzetmogelijkheid van aardappelen en suikerbieten wordt verwacht. Het is ge bleken, dat dergelijke proefnemingen ook in het buitenland plaats hebben en dat daar zelfs reeds vrij groote hoeveelheden van deze artikelen worden vervaardigd. Aangezien de import hier te lande van deze en dergelijke producten, welke een zeer gunstige voedingswaarde hebben, vrij van monopolieheffingen is, bestaat er reden voor de vrees, dat zij ook op onze markt zullen worden aangeboden. Bovendien zou de uit den vermelden vrijen invoer voort vloeiende zeer voordeelige positie tegen over de als veevoeder gebezigde granen nadeel voor den graanhandel en voor het Landbouwcrisisfonds teweegbrengen. Met het oog op een en ander is thans een wets voorstel ingediend, waarbij de als vee voeder te gebruiken gedroogde hakvruch- ten met een monopolieheffing worden be last. Een nieuwe gemeente. De regeling van het bestuur van Neder lands jongste „provincie", de Wieringer- meerpolder, heeft nog niet geheel haar be slag gekregen. Eenigen tijd geleden dien den Gedeputeerde Staten van Noord-Hol land een voorstel in tot instelling van een gemeente Wieringermeer op 1 Januari 1941. In de dezer dagen gehouden vergade ring van de bestuurscommissie voor de Wieringermeer is thans het advies op dit voorstel vastgesteld, dat aan den minister zal worden gezonden. Hierin geeft de be stuurscommissie als haar oordeel te ken nen, dat, hoewel op dien datum de samen stelling der bevolking nog niet is vastge steld en het saamhoorigheidsgevoel nog niet voldoende tot ontwikkeling zal zijn gekomen, de datum van instelling der ge meente toch niet langer behoeft te worden verschoven, omdat psychologische fac toren, n.1. de drang van de bevolking naar een eigen bestuur, hier zwaarder wegen dan de bestaande bezwaren. ENERGIEVERBRUIK VAN EEN TYPISTE. Een Zwitsersch geneesheer, dr. Schroe- der, heeft een onderzoek ingesteld naar het energieverbruik van een tikkende typiste. Hij kwam daarbij tot de verrassende con clusie, dat reeds drie minuten werken op de schrijfmachine een energie van 2 calo rieën vereischt. Rekening houdend met het onvermijdelijk verminderen der werkkracht in den loop van een achturigen werkdag schat hij het energieverbruik van een stenotypiste, aangenomen dat zij den ge- heelen dag onafgebroken werkt, op 900 calorieën. Zooals men weet is een calorie de hoeveelheid warmte, noodig om een liter water een graad in temperatuur te doen stijgen. Een EEN DRASTISCHE LUCHTBESCHER MINGSOEFENING. Een voor afbraak bestemde wijk in een van Londens voorsteden werd tot object van een luchtbeschermingsoefening ge kozen. De huizen werden in brand gestoken en daarna werd het vuur gebluscht. EEN PRINSES VERJAART. De vlaggen in top Door geen buitenlandsche politiek, door geen geruchten over bedreiging met oor log, door geen loopgraven aan de grenzen, door geen alarmeerende berichten uit andere landen zal het Nederlandsche volk zich laten weerhouden om met opgewekt heid den verjaardag te vieren van onze beminde Prinses Juliana, die naast haar vorstelijke Moeder en Nederland's popu lairste baby, de kleine prinses Beatrix, een eoo groote plaats inneemt in de harten van alle vaderlanders. Opnieuw zal het feestgedruisch onze straten vullen, zullen in alle kerken dank en zegenbeden opstijgen voor onze Prinses, die in stralende gezondheid haar verjaar dag viert. Niet alleen om de zegeningen van het blijde voorjaar na den somberen winter is de maand April ons lief; neen, vooral ook omdat wij daarin den geboortedag vieren van de eenige Vorstendochter, die het huwelijk van Koningin Wilhelmina en wijlen Prins Hendrik ons heeft geschonken. Dertig jaar is het geleden, dat het ge beier der klokken en de donder van het kanon ons de geboorte aankondigden van een Vorstelijke telg, van onze Prinses Juliana. Dertig jaarThans in den vollen bloei van het leven, zelf gelukkige echtgenoote en moeder van een klein prinsesje, dat zich op haar beurt reeds in een zoo groote populariteit verheugt Zoo nauwe banden binden ons aan het Oranjehuis, dat elke bijzonderheid van dien geluksdag, 30 April 1909, ons nog levendig voor den geest staat. Een geheel volk wachtte.En toen kwam, vroeg in den morgen, de blijde mare, die zich snel voortplantte, van stad tot stad, van dorp tot dorp, van Oost tot West, tot in het verste hoekje van ons land en van onze koloniën „Heden is ons een Prinses ge boren Juliana Louise Emma Maria Wilhelmina, Prinses van Oranje-Nassau, Hertogin van Mecklenburg zoo luidt haar officieele titel. Maar voor ons is zij en zal zij blijven: Juliaantje. Het is voor ons een geliefde, vertrouwde naam geworden. Het leven is haar welgezind geweest. Omringd door de teedere zorgen van een liefhebbende moeder en grootmoeder, een trotschen vader en gansch een toegewijd volk, zijn de dagen, de jaren voor haar vergleden zonder groote emoties, behalve de twee zware slagen, die haar kort na elkaar troffenhet overlijden van haar beminde Grootmoeder, Koningin Emma, en van haar betreurden Vader, Prins Hendrik. Weder is de dag gekomen, dat onze Prinses een nieuwen jaarkring intreedt; en weder hernieuwen zich de zegenwenschen, die haar worden gebracht bij dezen ver jaardag. Klokken luiden, muziek weer klinkt, zangen stijgen op, vlaggen wap peren in den voorjaarswind, in de straten verdringt zich een jubelende menigte.... het is feest, Oranjefeest, in geheel het land, overal op aarde waar de Nederlandsche driekleur zich ontplooit. Een Prinses verjaart; ónze Prinses ver jaart Deze blijde gedachte dringt by ons al het andere op den achtergrond. Op dezen gedenkwaardigen dag is er voor niets anders plaats in ons hart. Uit het geheele Nederlandsche volk stijgt één hartelijke, welgemeende gelukwensch op„Prinses Juliana, wij feliciteeren U En van harte hopen wij, dat wij dezen gelukwensch nog tientallen jaren zullen mogen doen hooren! VAN DE WEEK "B ■,0'd PRINS-REGENT PAUL VAN ZUID-SLAVIË. Zuid-Slavië, Frankrijks oude bond genoot, lid van de vroegere Kleine Entente en lid van de Balkan-En tente, schijnt langzamerhand over geheveld te worden naar de as Ber- lijn-Rome, waardoor in het bijzonder aan de Balkan Entente een gevoe lige slag dreigt te worden toege bracht. Te Venetië hebben zoo juist belangrijke besprekingen plaats ge had tusschen de ministers van bui tenlandsche zaken van Italië en Zuid-Slavië en het resultaat daar van schijnt de ommezwaai in Zuid- Slavië's politiek te bevestigen. Hoe wel Belgrado nog geen gevolg heeft gegeven aan den wensch van Rome en Berlijn tot onderteekening van het anti-Komintern-verdrag, zal toch in de tweede helft van Mei Prins-regent Paul een officieel bezoek aan Italië brengen en bij deze gelegenheid zal Zuid-Slavië naar alle waarschijnlijk heid uit den Volkenbond treden. Dat Belgrado onder leiding van Prins-regent Paul tegenwoordig een politiek van toenadering tot Berlijn en Rome voert, kan overigens geen wonder baren. In geval van een con flict met deze landen immers, zou het van twee zijden zeer snel onder den voet kunnen worden geloopen. Inderdaad zou Zuid-Slavië, voerde het een andere politiek, het meest bedreigde land van Europa worden. Dat weet men ook in Londen en Parijs zeer goed en het is waar schijnlijk geen toeval, dat wel Roe menië en Griekenland een garantie ontvingen, "maar Zuid-Slavië niet. Daar zou hulp van Engeland en Frankrijk steeds te laat moeten komen. IN KAART GEVAAR AAN DEN INGANG DER MIDDELLANDSCHE ZEE Er zijn vele lieden, die de volgende Europeesche „verrassing" aan den ingang der Middellandsche Zee verwachten en wel met name te Gibraltar en te Tanger. Inderdaad zijn er eenige verontrustende symptomen, die een dergelijke verwach ting zouden kunnen rechtvaardigen: de leden was de stad voortdurend een twist appel tusschen de mogendheden en net zwakke Spanje vermocht daarbij weinig invloed op den gang van zaken uit te oefenen. Óm aan het eeuwige geharrewar een einde te maken, werd de stad m 1903 te Algeciras lot neutraal gebied verklaard. Het z.g. Tangerstatuut dateert daaren tegen van het jaar 1923. Het werd in 1928 gewijzigd bij het Protocol van Parijs. Spanje heeft het verlies van Tanger nooit goed kunnen verkroppen en oo' de Italianen hebben steeds een begeerig oog op deze belangrijke stad gehad. Intusschen is de toestand zoo, dat er van de ongeveer 11.000 Europeesche inwoners 10.000 Span jaarden zijn, terwijl de stad met umlig- 0 mededeeling van het nationalistische Spanje, dat ook dit land onrechtvaardig heden uit het verleden weer goedgemaakt wil zien, de nog steeds in Spanje ver blijvende Italiaansche en Duitsche vrijwil ligers en bepaalde vlootbewegingen der groote mogendheden. Daartegenover staan echter minstens even zoovele geruststellende factoren. Hoewel men de uitwerking van de lucht macht op een vesting als die van Gibraltar nog niet kent, blijft toch elke aanval op dit Britsche steunpunt, dat de Engelschen in de 18e eeuw veroverden en sindsdien twee maal met succes verdedigden, een gevaarlijk avontuur, waaraan een andere mogendheid zich niet spoedig zal wagen, te meer niet, wijl het eerste schot op de rotsen van Gibraltar naar alle waarschijn lijkheid een algemeenen oorlog zou in leiden. Eenigszins anders staan de zaken in Tanger, sinds 1906 met omgeving neutraal gebied en overigens geheel omgeven door Spaansch-Marokkaansch territorium. Deze zone van Tanger heeft op het oogenblik geen militaire beteekenis meer zij is geheel gedemilitariseerd maar een des te grootere rvici In hQt ver gend gebied geografisch ongetwijfeld tot Spaansch-Marokko behoort. Overigens heeft Franco dezer dagen verklaard, dat Spanje geen aanval op Tanger in den zin heeft en dat de buiten landsche vrijwilligers na de groote over winningsparade op 15 Mei te Madrid teruggetrokken zullen worden. En aldus kan men in Londen en Parijs, waar men zeer bevreesd is, dat Tanger wel eens in handen zou kunner vallen van de spil- partners en hun aanhang, in ieder geval voorloopig gerust zijn. AMERIKA'S CIVIELE LUCHTVAART. Op 1 Januari 1939 telde de civiele lucht vaart van de Vereenigde Staten van Ame rika volgens officieele cijfers 8.322 vliegtuigen tegenover 9.248 in het vorig jaar. Slechts 6.339 eigenaars van deze toe stellen zijn in het bezit van de noodige papieren, welke hun het recht geven hun machines regelmatig te gebruiken. 13 949 Piloten bezitten een brevet. In de V.S. zijn 668 vliegterreinen en 24 luchthavens voor watervliegtuigen, welke des nachts de noodige verlichtingen hebben, zoodat het mogelijk is ook gedurende de duisternis veilig te IznJ -

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1939 | | pagina 17