Hsl POLEN ROEMENIE, De Wereld Het Portret De Internationale toestand AFRIKA ZWEDI .ctIand ■ITTAUEJf'1 BEIGIË IN NEDERLAND een ratio- IN KAART FRONTEN TEEKENEN ZICH AF. Londen moge verklaren, dat het door Chamberlain op de been gebrachte anti- agressiefront zich tegen niemand richt, heeft Italië het kleine Albanië geheel onder zijn invloed gebracht. Hongarije en Spanje, twee onderteekenaars van het anti-Kominternpact, maken wel is waar nog geen deel uit van het militaire ver bond van de spil, maar kunnen toch ge voegelijk bij het „blok van het midden" worden gerekend. Weinig duidelijk blijft de positie van Zuid-Slavië, dat op het oogenblik nauw met de spil samenwerkt. Desondanks kan worden aangenomen, dat VAN DE WEEK ISMET INÖNTJ. Turkije heeft zijn vele jaren ge volgde neutraliteitspolitiek opgegeven om deel uit te gaan maken van het door Londen gevormde z.g. anti- agressiefront. Voor Engeland en Frankrijk is dit een feit van de grootste beteekenis; het vernieuwde Turkije bezit in het Oosten van de Middellandsche Zee een groote macht, terwijl het bovendien de ver binding tusschen de Middellandsche Zee en de Zwarte Zee beheerscht. Begrijpelijk is ook de teleurstel ling, waaraan de landen van de „spil" uiting geven. Daar had men nog steeds gehoopt, dat Ankara de neutraliteitspolitiek van den grooten Ataturk ook na zijn overlijden trouw zou zijn gebleven en richt men bit tere verwijten tegen den nieuwen heerscher van Turkije, Ismet Inönu. Is deze werkelijk afgeweken van de door Kemal Ataturk uitgestippelde lijneji? Het is moeilijk een antwoord op dez^ vraag te geven. Er is sinds het overlijden van Ataturk veel in de wereld veranderd en men kan het begrijpen, dat sommige landen zich genoodzaakt voelen hun politiek -te herzien. Ismet Inönu is steeds een groot vriend van Kemal Ataturk ge weest en men kan nauwelijks aan nemen, dat hij het nieuwe Turkije zal leiden in. banen, die de stichter van den staat niet gewenscht zou hebben. Onder Ataturk was het tegenwoordige staatshoofd vele malen minister-president en hij moet zich dus een goed denkbeeld kunnen vor men van de maatregelen, die Ata turk, zoo hij nog leefde, onder de huidige omstandigheden juist zou hebben geacht. IN DE AFGELOOPEN WEEK Samenwerking: of over heers c h i n g Dat is de vraag, die Chamberlain en Daladier in hun groote redevoeringen over de buiten- landsche politiek van hun landen op denzclfden dag aan de wereld heb ben gesteld. En men kan er niet aan twijfelen, dat zoo de wereld werkeijk een antwoord op deze vra3g zou kunnen geven, dit zou luiden: wij willen samenwerking. Geen volk ter wereld wenscht den oorlog, de ge- hecle menscbheid wil den vrede. En desondanks heerscht er alom de grootste onrust en hebben velen reeds alle hoop ongegeven. Naar de ver klaring van dit fenomeen behoeft men niet iang te zoeken; het is oud als de wereld. YVat immers de een als samenwerking beschouwt, be- sc'iouwt de ander als overheersching e;i omgekeerd. Het is niet moeilijk, dat aan de hand Van actueele voorbeelden te bewijzen. Londen verwijt aan Duitschland, dat het continentaal Europa, aan Japan, dat het bet Verre Oosten wil overheerschen. Neen, zegt men echter in Berlijn en Tokio, dat Is juist de ware samenwerking. Gij Engel- •ichen bezit een uitgestrekt koloniaal rijk, flat U veroorlooft een groot deel van den Wereldhandel te beheerschen. Geeft ons nu tet recht met bepaalde landen bijzondere ivereenkomsten te sluiten; dan alleen is er ten werkelijke samenwerking. En de En- gelschen dienen dan weer van repliek door er op te wijzen, dat dergelijke speciale overeenkomsten de vrije medezeggenschap en onafhankelijkheid van andere volken aantasten, zooals in het Tsjechische geval. En aldus staat men in bijna alle groote vraagstukken tegenover elkaar en noemt de een samenwerking, wat de ander overheer sching noemt. Het is duidelijk, dat de huidige toestand niet voort kan duren. De wereld leeft in een permanenten oorlogstoestand, mil har den worden uitgegeven voor de bewape ning, millioenen jonge mannen staan onder de wapenen en allen staan onder den druk van een permanente spanning, welke nie mand op den duur kan verdragen. Daar aan zal een einde komen, hetzij door over leg tusschen de staten, dat tot een bevre digend resultaat leidt, hetzij door een oorlog. Helaas zijn voor wat de eerste mogelijk heid betreft de uitzichten alles behalve gunstig, al ontbreken bepaalde lichtpunten dan ook niet. Chamberlain heeft nog eens getracht duidelijk te maken, dat zijn nieuwe politiek geen oorlogswil tegen Duitschland beteekent. Hij blijft een min nelijke regeling voor Danzig mogelijk ach ten. Anderzijds wijst hij de gedachte van een conflict, voor het geval Duitschland een gewelddadige oplossing zou trachten te forceeren, niet van de hand. Er zal rust moeten komen in de wereld en in het bijzonder in Europa; dat is de basis van de redevoeringen van Chamber lain en Daladier. En zij trachten op hun wijze de maatregelen te nemen, welke naar hun opvatting tot den terugkeer van die rust zouden kunnen bijdragen. Het Britsch-Turksche accoord. Tet verzekering van den vrede willen de Britten een zoo sterk anti-agressiefront vormen, dat iedere machtsgroep, die ten slotte met de gedachte zou spelen, een probleem met geweld op te lossen, daar voor zoy moeten terugschrikken. In dit op zicht heeft de Britsche diplomatie met welwillende medewerking van anderen in de laatste maanden vele aanwinsten kunnen boeken. De Britsche betrekkingen met de non-agressiestaten zijn thans als volgt geregeld Wederkeerige garanties in Europa en de Middellandsche Zee; Frankrijk, Polen, Portugal en Egypte. Eenzijdige garanties: hulpverleening tegen agressie beloofd aan Roemenië, Grie kenland en Bulgarije. Andere belangen de verdediging van Nederland als onderdeel van de lage lan den, is een van Groot-Brittanje's histori sche belangen. Zwitserlands neutraliteit zal onder in ternationale garantie staan. Het z.g. anti-agressiefront is nu intus- schen weer uitgebreid met Turkije. Hoe wel de overeenkomst met Turkije nog niet geheel uitgewerkt is, heeft Chamberlain, naar gezegd wordt op aandrang van An kara, een verklaring over het reeds be reikte resultaat afgelegd. Men is in begin sel besloten, elkaar in geval van oorlog wederzijdschen bijstand te verleenen en zulks in het Middellandsche Zeegebied. Daarbij mag echter aangenomen worden, dat de werkingssfeer van de overeenkomst niet tot deze zee beperkt blijft. Ook bij een aanval tegen gegarandeerde Balkan- staten zelfs bij een conflict om Polen, zou het pact in werking kunnen treden. En tevens zou aan de Engelschen het door- tochtrecht door de Dardanellen verzekerd worden, iets, wat met het oog op de garan tie aan Roemenië van het grootste strate gische belang is. De onderhandelingen met Rusland. Naast de onderhandelingen met Turkije vragen die met Moskou de aandacht. Ge bleken is wel, dat het heengaan van Lit- winoff geen verandering in de buitenland- sche politiek der Sovjets gebracht heeft. Waaraan intusschen de langzame gang van zaken bij de onderhandelingen te danken is, weten wij thans door de openhartigheid van de „Izwestia", het Russische regee- ringsblad. Londen en Parijs hadden gaarne de beslissing over oorlog en vrede aan zich gelaten. Zij hadden voorgesteld, dat Rus land onmiddellijk te hulp zou komen, in dien Engeland en Frankrijk ten gevolge van hun garantie aan Polen in een oorlog verwikkeld zouden worden. Niet echter was voorgesteld, dat wanneer Rusland in verband met z ij n garanties aan Polen en Roemenië in oorlog zou geraken, ook Engeland en Frankrijk onmiddellijk hulp zouden bieden. Het Engelsch-Fransche voorstel mist wederkeerigheid, verklaren de Russen niet ten onrechte. En dat wenscht Moskou niet. Men wil meepraten en niet het werktuig zijn in handen van andere staten. Men mag overigens aannemen, dat de Britten, aan wie de Russische openhartig heid wel wat zwaar op den maag gevallen zal zijn, thans zooveel mogelijk aan het Russische standpunt tegemoet zullen ko men, te meer wijl de Fransche bondgenoot in dien zin druk op Londen uitoefent. bereiding, namelijk de geleidelijke intrek king der korting op de pensioenen. Het des betreffende wetsontwerp tot wijziging van de Pensioenwet voor de spoorwegambte naren van 1926 is reeds bij de Tweede Kamer ingediend. De opheffing der kor ting zal geleidelijk plaats hebben, zoodat zij op 1 Januari 1944 geheel tot het ver leden zal behooren. Volgens het thans in gediende wetsontwerp zal de machtiging tot invoering van verdere korting bij Kon. Besluit terstond worden ingetrokken en de korting op de pensioenen beneden 500 met ingang van 1 Juli 1939. Voor de overige kortingen zal te beginnen met 1 Januari 1940 het maximum van 10 pet. ieder jaar met 2 pet. worden verminderd, zoodat deze kortingen dus op 1 Januari 1944 geheel zullen zijn afgeloopen. DE BOSSCHEN VAN WOLFHEZE IN GEVAAR Welk rechtgeaard Nederlander, met ge voel voor natuurschoon, kent niet de prachtige bosschen van Wolfheze, welke ook zoovele schilders hebben geïnspireerd? De geheele omgeving van Arnhem en Ren- kum vormt- een geliefkoosd vacantieoord, waar jaarlijks duizenden en duizenden komen genieten van onze Nederlandsche natuur, welke zich hier in haar schoonsten vorm aan het oog vertoont. Doch meer en meer grijpt, ook hier, de menschenhand in. De bouwwoede is schier onverzadelijk; en vele van de uitgestrekte landgoederen zijn er reeds aan ten offer gevallen, zoodat het Geldersche landschap gaandeweg van zijn natuurschoon wordt beroofd. Zoo is ook van de beroemde bos schen van Wolfheze in den loop der jaren door de hand over hand toenemende be bouwing in het Noordwesten reeds veel verloren gegaan. Thans loopt helaas ook de aloude kern van het lustoord gevaar, n.1. het beeklandschap en de boschen nabij den welbekenden duizendjarigen den en de be roemde Wodanseiken, welker behoud ook aan die kern is gebonden. Er is reeds zooveel veranderd en ver loren gegaan, dat de trots van het Neder landsche landschap uitmaakte! Groote landgoederen worden verkaveld en van hun bosschen beroofd, om plaats te maken voor vaak weinig smaakvolle behuizingen. Geen wonder dus, dat de Vereeniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Neder land krachtige pogingen in het werk stelt, om het dreigende onheil van de bosschen van Wolfheze af te wenden, door ze van de tegenwoordige eigenaars voor een rede lijken prijs over te nemen. Zij doet daartoe een beroep op den financieelen steun van iederen natuurliefhebber in Nederland. Wij maken ons gaarne tot tolk van dit prijzens waardige streven en herinneren er aan, dat het adres der Vereeniging is; Heerengracht 540, Amsterdam, gironummer 32391, ZWITSERSCHE HIMALAYA- EXPEDITIE. Een Zwitsersche expeditie, bestaande uit vier personen, zal 22 Mei te Bombay aan komen, om vandaar uit een aanval op den Himalaya te doen. De expeditie staat onder leiding van ingenieur André Roch uit Ge- nève, die indertijd reeds heeft deelgenomen aan de internationale Himalaya-expeditie van professor Dyhrenfurth. De expeditie, die o.m. fotogrammetrische opnamen wil maken, heeft ten doel, het gebied waar de Ganges ontspringt, Garhwal-Himalaya, ten Westen van Nepal, te doorvorschen. Gezicht op Stuttgart, waar op het oogenblik een zeer omvangrijke tuinbouwten toonstelling wordt gehouden. der werden nog finalncieele bezwaren tegen het plan van minister Van Boeyen te berde gebracht. De berekende exploita tiekosten van 500 per vluchteling oor deelden vele leden te hoog. Betoogd werd, dat dit in de vrije samenleving veel goed- kooper kan en dat er ook om deze reden naar gestreefd moet worden, de vluchte lingen zooveel mogelijk in gezinnen te doen opnemen. Algemeen werd dan ook het feit afgekeurd, dat reeds een directeur voor het centrale kamp is benoemd, nog voordat de Kamer aan het plan tot stichting van dit kamp haar goedkeuring heeft gehecht. Op nieuw, evenals onlangs bij den voorbarig begonnen bouw van een administratiege bouw voor de Artillerieinrichtingen een maatregel, die zonder voorkennis van de Staten-Generaal is tot stand gekomen. Ten slotte werd ook de nieuw gekozen plaats van vestiging Westerbork in Drente, op 11 km afstand van Assen niet gunstig geacht wegens den geringen afstand van Beileroord, waar 400 krankzinnigen in ge zinsverpleging zijn. Tot de stemming zag het er dan ook voor het regeeringsplan weinig hoopgevend uit. Nadat minister Van Boeyen echter de concessie had gedaan, dat kinderen beneden de 13 jaar en 'vol wassenen boven de 50 niet in het centrale kamp zullen worden geïnterneerd, doch elders onder behoorlijk toezicht zullen worden ondergebracht, bleek de Kamer beseid over haar talrijke bezwaren heen te stappen en zoo werd het regeeringsvoor- stel ten slotte toch aangenomen, zij het met een meerderheid van 49 tegen 31 stemmen en nadat een motie tot uitstel met 43 tegen 38 stemmen was verworpen. Bestrijding der jeugdwerkloosheid. Behalve dit groote, voor 2500 personen bestemde vluchtelingenkamp zal de regee ring binnenkort nog andere kampen op te richten en te besturen krijgen, namelijk een aantal werkkampen in het kader der maatregelen tot bestrijding der werkloos heid onder de jeugd. Hiertoe werd bij de Tweede Kamer een wetsontwerp ingediend tot wijziging en verhooging van de begroo- ling van Sociale Zaken 1939. Aangevraagd wordt een bedrag van ƒ5.275.000 voor de stichting van 9 nieuwe jongenskampen en 4 meisjeskampen naast de bestaande 20 kampen. Hierdoor zal het aantal in de jeugdkampen beschikbare plaatsen voor jongens op 2 3000 worden gebracht en voor meisjes op 240, hetgeen beteekent, dat in 1939 circa 12.000 jongens en 480 meisjes een kampperiode van 2 tot 3 maanden zul len kunnen meemaken. Ten einde beter overzicht te hebben op de werkzaamheid van het mannelijk deel der jeugdige werk- loozen wil de minister van Sociale Zaken levens een „staat-van-dienstboekje" voor jongemannen beneden de 21 jaar invoeren, waarop alle verrichte arbeid, hetzij 'in dienst van een werkgever of in eenige door de regeering geschapen werkgelegenheid, zooals werkkampen, cursussen, enz., moet worden aangeteekend. Het desbetreffende wetsontwerp, dat reeds bij de Tweede Kamer is ingediend, stelt invoering van dit staat-van-dienstboekje voor voor alle niet-leerplichtige, binnen het rijk wonen de, mannelijke personen beneden den leef tijd van 21 jaar, terwijl de mogelijkheid wordt opengelaten, deze leeftijdsgrens uit te breiden tot 25 jaar. De korting der spoorwegpensioencn. Voor de oud-spoorwegambtenaren heeft de regeering een aardige verrassing in voor- Stemmen bij volmacht. Bij de a.s. gemeenteraadsverkiezingen zou zich de moeilijkheid voordoen, dat vele onder dienst zijnde militairen, die geen verlof kunnen krijgen, niet aan de stem ming zouden kunnen deelnemen. Met het oog hierop werd bij de Tweede Kamer een wetsontwerp ingediend, waarbij een rege ling wordt getroffen om militairen bij vol macht te doen stemmen. Zij zuilen daartoe een aanvrage moeten richten aan den bur gemeester van de plaats hunner inwoning met vermelding van een persoon, dien zij als gevolmachtigde bij de stemming wen- schen te zien optreden. Na de noodige for maliteiten wordt deze persoon als zoodanig aangewezen en kan, voorzien van een door den burgemeester gewaarmerkt document, in plaats van den onder dienst zijnden militair stemmen. Het wetsontwerp werd, In verband met de urgentie van deze rege- 4ng, reeds enkele dagen na de indiening door de Kamer aangenomen. Het vluchtelingenkamp. In dezelfde parlementszitting, waarin het wetsontwerp betreffende het stemmen bij volmacht door militairen werd aange nomen, kwam ook het voorstel tot het stichten van een vluchtelingenkamp in de provincie Drente aan de orde. Van ver schillende zijden werden tegen het plan, alle politieke vluchtelingen, onverschillig hun godsdienstige gezindte en leeftijd, in één centraal kamp bijeen te brengen, be denkingen geopperd. Van een gedwongen samenleving van zoo heterogene elementen verwachten velen niets dan ellende, vooral ook omdat in het voorgestelde kamp de kinderen zullen opgroeien temidden van volwassenen wier levens verwoest zijn. Men wilde vooral de kinderen liever in ge zinsverband gehuisvest zien en ook werd het beter geacht eeen aantal kleinere kam pen te stichten voor de verschillende gods dienstige gezindten, hetgeen bovendien het voordeel heeft, dat de vluchtelingen in een gemoedelijker sfeer zouden leven dan in één centraal kamp mogelijk zal zijn. Ver- WIST U DAT DE AALANDS- EILANDEN een hoogst belangrijk strategisch punt vormen in de Oostzee, dat deze keten van graniet als het ware een natuurlijke brug is tusschen Finland en Scandinavië, dat men hier meer dan 6000 eilandjes geteld heeft, waarvan sommige nog nooit door menschen zijn betreden, dat deze archipel neutraal en autonoom, maar tevens de negende provincie van Finland is, dat de visschersbe- volking, die hier woont, rechtstreeks afstamt van de roemruchte Vikin gen, dat de bewoners geen Finsch spreken, maar een oud Zweedsch dialect, dat het land in vele opzich ten doet denken aan het Nederland sche weidelandschap, dat hier mo lentjes staan, die een getrouwe copie konden zijn van onze zoogenaamde wipmolens EXPORT DOOR PROPAGANDA. Maakt Nederland in het buitenland vol doende propaganda voor zijn producten 1 Dit is in dezen tijd een vraag van het grootste belang. Over het algemeen ge noten en genieten onze zuivel- en land bouwproducten buiten onze grenzen een goede reputatie; doch de dagen zijn voor bij, dat men met het volste vertrouwen beweerde: goede wijn behoeft geen krans. De moderne tijd is een tijd van reclame, op elk gebied; en wie daaraan niet mee doet of niet wenscht mee te doen, wordt onverbiddelijk op zij gedrongen en op den achtergrond geschoven. Nu staat het er met onzen export over het algemeen niet best voor. Wij willen hier vooral wijzen op het feit, dat de uit voer van onze hoogwaardige dierlijke en plantaardige producten, met uitzondering van gecondenseerde melk, een aanmerke- lijken achteruitgang vertoont. Hierin moe ten wij trachten verbetering te brengen. Van zeer veel belang achten wij, dat in het buitenland stelselmatig economische propaganda wordt gemaakt voor ons land. Dit kan niet anders dan aan onzen export ten goede komen. Hoewel begrijpelijk, is het toch verkeerd dat men in landbouwkringen vaak zeer pessimistisch is gestemd ten aanzien van de bevox-dering van onzen export. Het is nu eenmaal onmogelijk om ijzer met han den te breken. Men moet de pogingen waardeeren van de regeering, om alles in het werk te stellen ten einde dien export in stand te houden niet alleen, doch waar mogelijk ook te bevorderen. Dit is een buitengewoon zware taak. Niet alleen voor Nederland, doch ook voor andere landen. Een voorbeeld. Zooals men wellicht weet, is de verkoop van Nieuw- Zeelandsche boter in Engeland gecentrali seerd een systeem, dat over het alge meen voldoet. De Deensche boter onder vindt daarvan, naast de Nederlandsche, den terugslag. Deze nadeelige factor voor den Deenschen export wordt natuurlijk in Denemarken met leede oogen gadegeslagen niet alleen, doch men zint op middelen, om den slag te pareeren. Wat beval nu de heer Sörensen, de Deensche landbouwconsulent in Londen, daartoe in een radiorede aan? Hij gaf den raad, den afzet van Deensche boter te verbeteren in combinatie neele advertentiecampagne. Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht. Wat voor de Deensche boter aanbeveling ver dient, is ook aanbevelenswaardig voor onze Nederlandsche boter, kaas en andex'e goe deren welke vrij uitvoeren. Wat reclame doet Het terugloopen van onzen export naar Canada wordt toege schreven aanhet gebrek aan propa ganda van Nederlandsche zijdeBij het bewerkeix van de Canadeesche markt voor goederen, die over de toonbank woi-den verkocht, is het zaak te zorgen, dat deze goederen door een goed opgezette pi'opa- ganda algemeen bekend zijn in Canada. Of de pxdjzen wat hooger of wat lager zijn, is van veel minder belang. De goedkoopste waren zullen in Canada niet wox-den ver kocht als er niet een uitgebreide reclame voor wox-dt gemaakt. Wat uit de aangehaalde voorbeelden blijkt voor Engeland, Denemax-ken en Canada, geldt ook voor Nederland tegen over de buitenlandsche markten. Doel matige propaganda in verschillenden vorm is het krachtigste middel om onzen tanen den export nieuw leven in tte blazen. En dit is een taak die zoowel op de regeering als op de rechtsti'eeks belanghebbenden rust. duidelijk is het toch, dat de nieuwe Brit sche politiek uitloopt op de vorming van twee elkaar alles behalve vriendschap pelijk gezinde blokken, waardoor het steeds moeilijker wordt gemeenschappelijk over leg te plegen en er is dan ook alle reden de toekomst van Europa duister in te zien, ook al ontbreken wellicht eenige licht punten niet, Hoe zien nu de beide fronten, waarin ons werelddeel helaas verdeeld is, er uit? Op de hierbij afgedrukte kaart zijn de posities van de spil zwart gekleurd. Het machtsgebied van de spil strekt zich uit van de Noord- en Oostzee over Duitsch land en Italië naar de Middellandsche Zee en zet zich in Noord-Afrika in Libye voort. Aan de overzijde van de Adriatische Zee Belgrado niets liever wil dan xn geval van een conflict neutraal te blijven. Tegenover de macht van de spil hebben Engeland en Frankrijk hun militair ver bond in den laatsten tijd uitgebreid door wederzijdsche overeenkomsten met Polen en Turkije, terwijl het waarschijnlijk on danks bepaalde moeilijkheden wel geluk ken zal, ook Rusland in het Britseh- Fransche systeem te betrekken. Eenzijdige garanties zijn verleend aan Roemenië, Bul garije en Griekenland. Ten slotte zij nog vermeld, dat Engeland sinds eeuwen een militair verbond met Portugal heeft, dat nimmer opgezegd is. In geval van een conflict zou Londen er echter wel niet op staan, dat Portugal de uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtin gen nakomt. Het land zou dan een neutrale houding kunnp» nentuMTiö» "LiAh/cscxe Zie

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1939 | | pagina 4