BRUSSEL EEN OUDE NEDERLANDSCHE STAD Van hieruit begon de victorie der Nederlandsche vrijheid J7EN officieel bezoek van Koningin Wiihelmiiia aan Koning Leopold Dl! Een Oranje begaf zich naar Brussel; dat roept herinneringen wakker aan een grootsch, historisch verleden, waarin de Noordelijke Nederlanden en het Huis van Oranje zoo hecht verbonden waren met de stad Brussel, eens residentie van Willem den Zwijger, hoewel als zoodanig door Philips II niet officieel erkend, toch in feite de leidsman van de „Twaalf Provinciën". Op dien gedenkwaardigen 23sten Septem ber van het jaar 1577 werd Willem van Oranje geestdriftig ingehaald; nu was het i een telg van denzelfden Oranjestam, die feestelijk in het versierde Brussel werd binnengehaald. De verbondenheid van Brussel met het Huis van Oranje kwam ook later nog tot uitdrukking onder het bewind van Koning Willem I, toen de Noor delijke en Zuidelijke Nederlanden vereenigd waren tot één geheel. Nu opnieuw door wederzijdsche bezoeken van de vorstelijke personen de banden van vriendschap nauwer aangehaald worden, kan het dienstig zijn in de volgende regels het historisch contact van Noord- Nederland en Brussel, van den roemruchten tijd der gilden tot heden, in bijzonderheden na te gaan. Het Koninklijk Palels in Brussel waar Hare Majesteit '-.V' DE eerste geschiedenis van Noord- en Zuid-Nederland van deze namen was aan het begin van onze jaartelling natuur lijk geen sprake gaat hand in hand. En dit is begrijpelijk, omdat voor deze „laghe landen bi der see", zooals ze in de oude kronieken veelal genoemd worden, dezelfde levensvoorwaarden golden. In die eerste eeuwen was van steden natuurlijk geen sprake. De landen werden bewoond door zwervende volksstammen en hun neder zettingen waren ternauwernood te verge lijken met gehuchten of dorpen van tegen woordig. Zoo hooren wij van Brussel voor het eerst in het jaar 600. Dan namelijk sticht de Heilige Gaugericus een kapel. De plaats het St. Gooriksplein in het hartje van Brussel kan men tegenwoordig nog aan wijzen. Om dit geestelijk middelpunt con centreerden de menschen zich; zoo ont stond de nederzetting Bruxsella. En wan neer vier eeuwen later dus omstreeks het jaar 1000 de Neder-Lotbaringer Karei zijn „borch" op deze plaats bouwt, begint men zich hier meer en meer te ves tigen, om tegen de aanvallen van vijanden profijt te trekken van deze veste. Overi gens was Bruxsella heel moeilijk te be reiken het lag te midden van de moe rassen. In 1040 werd de nederzetting door wallen omgeven en kon men dus voor het eerst van een stad spreken. Bruxsellaop het kruispunt van handelswegen Dat Brussel ontstond op de plaats waar het nu ligt, is geen toevalligheid. Hier im mers kruisten elkaar de handelswegen van Noord naar Zuid en van Brugge naar Keu len. Het gevolg was dat vele Noord-Neder- landsche en Keulsche kooplieden en laken wevers zich vestigden in Brussel en er de Oudste zegel van Brussel met Nederlandsch randschrift. markt en de schepenbank stichtten, verder een zegel en een keure rijk werden. In de twaalfde eeuw begint Brussel meer en meer in aanzien te stijgen. De burcht wordt verlegd naar den Koudenberg, het tegen woordige „Koninklijke Plein". De hand werkslieden gaan zich organiseeren in de ?ilden, die in korten tijd een aanzienlijke nacht verwerven. Een klein voorbeeld laar van. Toen Johanna, hertogin van Brabant, n het huwelijk trad met den hertog Wen- :el, een vreemdeling, vreesden de inwoners tan het hertogdom dat het met de oude voorrechten en vrijheden gedaan zou zijn. Het standbeeld van Willem den Zwijger op den Kleinen Zavel te Brussel. De feodaliteit heerschte nog machtig in Luxemburg, vanwaar Wenzel kwam, en het was in Brabant traditie dat de her togen bij het aanvaarden van het bewind een algemeene formule uitspraken, waarin zij beloofden de aloude vrijheden en cos- tuymen te eerbiedigen. Toen nu de vreem deling kwam, staken de gildebesturen de koppen bij elkaar en stelden een gedetail leerde, tot in finesses omschreven tekst op, een soort eedsformule, die de rechten en vrijheden ook onder den hertog van Wenzel en diens nazaten zou waarborgen; dat was de zoogenaamde „Blijde incomste", het eerste en eenige geschreven charter. Nadien hebben alle Brabantsche hertogen trouw gezworen aan deze „Blijde incomste". Eenig idee kan men krijgen van de macht der gilden, wanneer men nu staat voor de rijk versierde gevels der gilde- huizen aan de Groote Markt te Brussel. Gelukkig zijn deze pronkjuweelen uit vroeger jaren, die vertellen van een voor bije glorie, van een grootsch verleden, uit stekend bewaard gebleven; zij zijn nog heden de trots van de rechtgeaarde Brus selaars, die in deze gebouwen de stille getuigen van een grootsch verleden zien. Zij zijn karakteristiek, deze bouwwerken, want hoe trotsch ook, zij slaan den be schouwer niet met stomme verbazing; in tegendeel deze ervaart welk een schat het is de stilte en de rust van voorbije eeuwen. In dat teeken staat de veel geprezen Groote Markt van Brussel, elk ander deel is schoon Gildeliuizen op Groote Markt in Brussel. Van links naar rechtsde Vos, de Hoorn (Schippersgildehuis), de Wolvin en de Zak, en te zamen vormen deze een harmonieuze schoonheid, die geen klatergoud behoeft om indruk op den toerist te maken. Een bloeiperiode onder de Bourgondiërs. Keeren wij echter terug tot de middel- eeuwsche gilden. Zooals reeds uit boven aangehaald voorbeeld het Charter de Blyde Inkomst is gebleken, oefenden de gilden veel macht uit buiten hun am bacht. Zij hadden deel aan het bestuur van de stad, al bleven zij dikwijls achter de schermen. Een verbitterden strijd voerden zij met den adel, de zoogenaamde opper machtige „geslachten"; van het begin der veertiende eeuw tot 1423 hebben zij ge streden om hun idealen te verwezenlijken. Door hun toedoen werd het bestuurssta- tuut in democratischen zin herzien, welk statuut, gelijk bekend, eerst in 1795 werd vernietigd. Zonder de gilden zou Brussel niet de intens levende wereldstad zijn geworden, die het nu is. Het gulden tijdperk voor Brussel was ongetwijfeld de vijf tiende eeuw, toen de kunstlie vende Bourgondiërs de stad maakten tot het middelpunt der Nederlanden. Brussel telde in die dagen reeds 40.000 inwo ners. Daar leefden de heinde en verre befaamde „steenbicke- leren", de bouwers van het be roemde stadhuis uit de eerste helft van deze eeuw. Jaarlijks hadden hier de schitterende schiet- en steekspelen plaats, als mede de luisterrijke „ommeganc". We zijn inmiddels met ons overzicht genaderd tot de zestien de eeuw, die in het teeken stond van het verzet tegen de Spaan- sche dwingelandij. Brussel vorm de het middelpunt van die ver- zetactie. Nog altijd is BrusSel het centrum van de Nederlandsche gewesten en binnen zijn muren woont de groote Oranje, Yfillem de Zwijger. Hier lieten Egmont, Hoorne en vele andere edellieden, te goed van vertrouwen jegens de Spanjaarden, op het schavot hun leven. Egmont en Hoorne werden juist onthoofd, omdat Philips II, wiens imperialistische, persoonlijke ver langens haast geen grenzen ken den, een voorbeeld wilde stel len. Beide edelen genoten groot aanzien in de Noordelijke Nederlanden en hun terechtstelling wekte dan ook een niet geringe ontzetting onder de vrienden en aanhangers van deze beide edelen en hun lotgenooten, die eveneens ten offer vielen aan het genadelooze beulszwaard van Philips. Gelukkig dat in een periode van verdrukking als deze de man is opgestaan, die in de geschiedenis van Nederland de eigenlijke vrijheidsheld isWillem de Zwijger. Hoewel zijn doel hen duidelijk voor oogen stond, was hij meer politicus dan Egmont en Hoorne. Hij wist op het juiste oogenblik zijn kans te benutten: „the right man in the right place; de juiste man op de juiste plaats". Zijn naam is onver brekelijk verbonden aan Brussel, welke relatie nog heden levendig vertolkt wordt door het standbeeld, dat in Brussel te zijner nagedachtenis is opgericht. De princelijcke stadt Brussel veranderde onder de Spaan- sche heerschappij van voorkomen, de meeste houten gevels verdwenen, nieuwe straten werden aangelegd. Residentie van vele vorsten Brussel was vroeger eigenlijk de eenige stad in de Nederlandsche gewesten. Brugge had als handelsplaats beteekenis, maar Brussel heeft van ouds de allures van een stad, van een belangrijk centrum gehad. Brussel was als residentie van vele stad houders en vorsten van het verbonden Noord- en Zuid-Nederlandsche rijk de plaats waar de zenuwen van het landsbe stuur samen kwamen. In de Middeleeuwen hebben hier de hertogen van Brabant ge woond, later de hertogen van Bourgondië, die voor de uitwendige verfraaiing van Brussel ontzaglijk veel gedaan hebben. Karei V, vorst over een zoo uitgestrekt ge bied, dat de zon er nooit onderging, verhief het tot hoofdstad van het land. Brussel mocht zich trouwens verheugen in de bij zondere voorliefde van dezen wereldheer- scher een Zuid-Nederlander van ge boorte en zoo zag Brussel ook binnen zijn muren het gedenkwaardige feit ge- De majestueuze Kathedraal van St. Goedele, een der schoonste en oudste kerken van Europa. beuren dat Karei V afstand deed van den troon. Later was Brussel weer de residentie van de vorsten uit het Huis Oostenrijk, van Philips II van Spanje, de residentie van Willem van Oranje, van aartshertog Al- brecht en zijn gemalin Isabella, tenslotte van een reeks stadhouders tot de bezetting van Brussel door de Franschen. In de zestiende eeuw noem de men deze door haar voor name schoonheid op den voor grond tredende stad gaarne: „de nobele" in Guichar- din's in 1567 in druk ver schenen: „Des- crittione di tritti i Paesi Bassi" kon men de volgende vleiende karak teristiek lezen ,,een voor hof houdingen en residentie van groote monar- Rank verrijst de slanke toren van het monumentale raadhuis ge bouwd van 1402— 1454 door de „steenbickelercn" —dat het beeld van de Groote Markt geheel be- heerscht. chen als het ware voorbestemde plaats". „Men ziet daar," aldus Guichardin „een menigte groote heeren, hooge poten taten en machtige edelheden, die door hun aanwezigheid en hun trotsche karossen de glorie der stad verhoogen." Volgens in d- zeventiende eeuw opgezette plannen vo< de stadsuitbreiding bezat Brussel reeds tot breede straten en pleinen, die opgeluistei werden door fraaie fonteinen factoren die ook in vroeger eeuwen reeds van groo- ten invloed waren op het „toerisme" dier dagen. Ziehier een kwalificatie die noodde tot een bezoek aan Brussel; de stad bezat een overvloed aan fonteinen, was van een zeldzame schoonheid en had binnen haar muren de aUerschitterendste gebouwen. Ook werd het oog van den be zoeker getroffen door de fraaie parken, die de woonhuizen omgaven. De Senne, een zijstroom van de Schelde, stroomde in tal- looze kronkels en bochten door de stad. waarvan het grootste gedeelte thans over brugd is, hoewel de oudere inwoners van Brussel zich ongetwijfeld dit schilderach tige, maar niet reukelooze stroompje zullen herinneren. Een Vlaamsche eerezaak. Sedert de Belgische Omwenteling van 1830, waarbij de scheiding voltrokken werd tusschen Noord- en Zuid-Nederland is een eeuw verloopen. In die eeuw is hel karakter van Brussel veel veranderd. Eens een oude, door en door Nederlandsche stad, met recht een burcht van de Nederland sche taal in het Zuiden, werd Brussel na de Omwenteling vrijwel geheel verfranscht. De tijden zijn voorbij dat men in Brussel als vreemdeling alleen met Fransch terecht kon. Voor de Vlamingen was en is hel vanzelfsprekend nog steeds een eerezaak het verfranschte Brussel terug te winnen. Want deze stad zal in de geschiedenis altijd aangemerkt worden als de stad van waar uit de victorie der Nederlanden op de Spaansche dwingelandij bevochten werd. Door het bezoek van Koningin Wilhel- mina is de aandacht weer op dezen strijd gericht. De Vlamingen zullen niet rusten voor zij Brussel, deze historische Neder landsche stad, geheel hebben teruggewon nen. Dat zal de kroon zijn op het werk der „Vlaamsche Beweging". Wij denken aan mannen als Blommaert, een Jan Frans Willems, den vader der Vlaamsche Be weging, die zich geroepen voelden hel Vlaamsche volk op te heffen. De leuze „in Vlaanderen Vlaamsch" is de laatste jaien eenigszins gewijzigd. Nu is het wachtwoord „in Vlaanderen Nederlandsch", welke leuze berust op de historische verbondenheid uit vroeger eeuwen. Het mag verheugend heeten, dat Koning Leopold III in belang rijke mate gebroken heeft met de traditie van zijn Fransch georiënteerde voorzaten. Dat hij zijn kinderen naar Noord wijk heeft gezonden, dat hij bovendien zelf het Neder landsch machtig is, het zijn even zoovele bewijzen van zijn verlangen den Vlamin gen recht te doen. Ten slotte is er de warme sympathie, die zij het ook onzichtbaar Noord- en Zuid-Nederland bindt. Wilhelmina officieel ontvangen werd Koningin

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1939 | | pagina 12