>ogenblikkeftffee rootstc belang, ;ntrale bij hel en burger van rijke rol hierbij hoofdzakelijk niek onder de ken met zijn jurlijk het ver- belangrijke mten, stations, /en, bruggen ook een be- janval,moet den op de be- anvallen. Hoe is met de ge- bedreigen bij cal de uitwer- ement uit de rmingsorgani- end alarmee- t nuttig effect lanvallen ver- einen en hem verwegen al- >ten aan een •t paraat-zijr» dus preve ti tels zeer be id toch altijd jrmede heel kosten ge- »ren al weet voorbereid veiligheids- kan nemen, :oo licht tot zicht geven erbevolking eigen. ►QOLMAN. De Televisie staat momenteel wel zeer in de be langstelling van het groote publiek, zoowel in het buitenland als in ons eigen land. Het is jammer, dat de berichten, welke hieromtrent in de diverse bladen verschijnen, zoo'n fantastisch beeld geven en daardoor tot verkeerde gevolg trekkingen leiden. Waf is nl. de zoak. Men doet het voorkomen, dat de stand der techniek thans zoover gevorderd is, dof het een klein kunstje is de Televisie te brengen. Niets is minder waar en het kan geen kwaad eens iets dieper in te gaan op de ontwikkeling en de experimenteer-periode der Televisie. Het spreekt vanzelf, dat de Radio-Centrales meer dan gewone belangstelling voor dit probleem hebben, daar algemeen kan worden aangenomen, dat, als eens in Nederland Televisie zal worden toegepast, de Radio-Centrales daarin een groote rol zullen spelen. Als men nagaat, dat op dit moment een complete televisie-ontvanger voorzien is van minstens 24 tot 36 radio- en andere lampen, dan komt duidelijk uit, dof het nog een zeer kostbaar apparaat is en nog niet economisch verantwoord is voor de groote massa. Het stroomverbruik is ook zeer groot en daarom wordt er naar gestreefd de ontwikkeling zoodanig te leiden, dat men het geluid en het beeld apart kan ontvangen, waardoor de Radio-Centrale reeds een groot deel van het apparaat kan vervangen; zoo zou men dan via de Radio-Centrale de bOlijk- ste methode van Televisie kunnen verkrijgen. In Amerika bestaan reeds televisie-ontvangers, die alleen het beeld weergeven, terwijl dan het geluid via „bestaande apparaten" wordt weergegeven. Daar echter in ons land deze apparaten niet in den handel zijn, zal het nog wel even duren alvorens daarvan gebruik gemaakt kan worden. Teneinde nu eens aan te toonen, wat er al zoo aan Televisie vastzit, lijkt het ons niet ongewenscht in groote trekken aon te geven wat op dit gebied tot nu toe geëxperimenteerd en uitgevonden is. Men zal vreemd opkijken, als men verneemt, dat feitelijk in 1817 reeds de eerste stap op dit gebied gedaan is, nl. toen Baron Jöns Jacob Berzelius de seleniumcel ontdekte, terwijl in 1873 een employé van een telegraafmaatschappij constateerde, dat het mogelijk was licht in electriciteit om te zetten. Reeds in 1873 fabriceerde Sir William Crookes een lamp, die de tegenwoordig gebruikte cathode- straalbuis nabij kwam, terwi|l in 1883 Edison vast stelde, dat T mogelijk was een electrischen stroom via een tusschenruimte over te brengen van een lamp op een metalen plaat. Direct daarop, in 1884, nam Paul Nipkow patent op zijn beroemde schijf, welke jarenlang werd toegepast. Toen in 1888 de photo-electrische cellen Konden worden gemaakt, was men weer een stap verder, terwijl »n 1906 door Lee de Forest de 3-electrodenlamp werd vervaardigd, welke een algeheele toepas sing van de Radio (en Televisie in de toekomst) mogelijk moakte. De grootste uitvinding op dit gebied werd echter gedaan door Vladimir K. Zworykin, die werkzaam was bij de groote Westinghouse Co. en sedert 1929 bij de R.C.A. (Radio-Corporation of America), doordat hij de eerste moderne televisie-camera (de „Iconoscope") samenstelde. In 1925 werd door C. F. Jenkins in Washington een apparaat gedemonstreerd, waarmede het mogelijk was beelden over te brengen, die op afstand werden opgenomen. Men noemde dit zgn. „shadowgraphs". In Engeland begon men zich toen ook voor de Televisie te interesseeren en het was J. L. Baird, die in 1926 het eerst een demonstratie gaf. Deze heer heeft een aantal jaren met de grootste inspanning zijn systeem naar voren gebracht en niettegenstaande hij veel tegenwer- Icina ondervond en zijn ideeën min of meer be lachelijk werden gemaakt, hield hij vol. In 1927 werd tusschen New York en Washington door de Bell Telephone Co. via een kabel Televisie overgebracht, hetgeen later in Berlijn eveneens werd toegepast. Men kon nl. vanuit Berlijn naar Leipzig telefoneeren en den persoon zien, die zich aan het andere toestel bevond. In 1928 werd 't eerste televisie-drama uitgezonden door de W. G. Y.'s Studio's te Schenectady, terwijl dezelfde Zworykin voor de R.C.A. in 1929 een televisie-ontvanger samengestelde, die zonder beweegbare mechanische deelen functionneerde, hetgeen een groote verbetering opleverde. In 1930 werd voor hef eerst in New York Televisie in een theater vertoond, en wel een programma van de R.C.A.-studio (411 Fifth Avenue) naar hef R. K. O. Proctor's Theater (58fh street). In 1931 deed de R.C.A. alle mogelijke proeven omtrent ontvangstmogelijkheden, met welk doel voor de eerste maal een inrichting werd geplaatst in de Empire State-building te New York. Dit is het hoogste gebouw ter wereld met haar 102 ver diepingen. Thans bevinden zich de televisie-studio's von de R.C.A. in Rockefeller Centre, en wel in de ,zgn. Radio-City. Hier worden van 's morgens 10 tot 's nachts 11 uur doorloopend demonstraties ge houden over hef hoe en waarom, teneinde het groote publiek „televisierijp" te maken. Tegen be taling van $0,55 kan men een rondleiding mede maken. Bij dezen tour zijn inbegrepen voorlichting omtrent de voorgeschiedenis en tevens opname en weergave van de bezoekers zelf, waarvoor een kleine studio is ingericht, terwijl in een ruimte daarnaast de weergave-ontvangers staan opge steld. Brengt men daar dus een bezoek met meer dere kennissen, dan bestaat de mogelijkheid, dat men die ziet en hoort via de Televisie. Een volgenden keer iets meer over den huidigen stand van zaken bij de Televisie. E Jt' M éi No. 17. DE THUISVAART. „Hallo, hallo, hier „De Zeemeermin". Wij hebben U een reportage gegeven van het leven bij ons aan boord en varen nu weer huistoe. Wij danken U voor uw belangstelling en hopen binnenkort weer in het vaderland te zijn. Goeden ovond, dames en heeren!" Met deze woorden besloot Rampit zijn radiopraatje voor de micro foon van „De Zeemeermin Thuis in Holland had juffrouw Roddel ook mee geluisterd en toen ze hoorde, dat Rampit en z'n vrienden op weg waren naar huis, kon ze het thuis niet meer uithouden. Onrustig liep ze de komende dagen langs het strand bij de havenpier, op den uitkijk naar het rookwolkje, dot de komst von „De Zeemeermin" zou aankondigen. Eindelijk, na dagen wachten, kwam werkelijk de lang verbeide rookpluim aan den horizont „Dat is „De Zeemeermin"," zei ze bij zichzelf. Nu gauw naar huis om Rampit en z'n vrienden een gezellig onthaal te bereiden! En toen „De Zeemeermin" aan de kade gemeerd lag en Rampit z'n vrienden had uitgenoodigd dien avond gezellig bij hem afscheid te komen nemen, bleef er niet eentje achter. Bikkel, Jacob Muis, Pluisbaard en alle andere vrienden maakten er een vroolijken avond van, terwijl Rampit aan een ieder, die het hooren wilde, opnieuw veel van z'n avonturen vertelde. En tot slot zongen ze allemaal gezamenlijk: „Lang leve „De Zeemeermin"!" en „Tot de vol gende reis!"...» (Slot.)

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1939 | | pagina 10