De Internationale toestand
IN DE AFGELOOPEN WEEK
Het Portret
VAN DE WEEK
v
De W'ereld
IN KAART
Deze week
IN NEDERLAND
De ramp van de „Simon Bolivar" is
zoowel door Berlijn als door Londen
gebruikt als propagandawapen. Van
Engelschc zijde wordt gezegd, dat de
mijn, waarop het Nederlandsche
schip is geloopen, van Duitsche
makelij was en in de Wilhelmstrasse
schuift men de schuld op het „on
verantwoordelijke" optreden van de
Engelsche mijnenleggers.
De meening van het Britsche propa-
gandadepartement is thans overgenomen
door de regeering, welke Dinsdag bij
monde van minister-president Chamber-
lain in het Lagerhuis nieuwe represaille
maatregelen aankondigde in verband met
de uitbreiding der Duitsche mijnenvelden
en de „vele schendingen van het inter
nationale recht en de meedoogenlooze ruw
heid der Duitsche methoden".
Engeland zal hiertegen optreden met
maatregelen van economischen aard, welke
den Duitschen uitvoer zullen treffen.
In Nederlandsche en Belgische scheep
vaartkringen heeft Chamberlains verkla
ring ernstige ongerustheid gewekt. Aan de
toch reeds zwaar getroffen scheepvaart van
beide landen zullen nieuwe slagen worden
toegebracht en algemeen verwacht men in
reederskringen, dat Italië van dezen toe
stand zal profiteeren en een groot deel van
den handel tot zich zal trekken. Zoowel in
politiek als in economisch opzicht zal de
verklaring van den Britschen premier ver
strekkende consequenties met zich brengen.
De bomaanslag te München opgelost.
Blijkens een officieele mededeeling van
het Duitsche Nieuwsbureau is de dader van
den bomaanslag in den Burgerbierkelder
te München gearresteerd. Het is de 36-
jarige Georg Eiser, een arbeider uit Mün
chen, die volgens zijn verklaringen reeds
weken van te voren aan de voorbereidin
gen van den aanslag had gewerkt.
Zijn arrestatie geschiedde toen hij in den
nacht van 8 November met een valsche
pas over de Zwitsersche grens trachtte te
vluchten. Tegelijkertijd met Èlser zijn aan
de Nederlandsche grens nog twee agenten
van den Britschen Geheimen Dienst aan
gehouden, toen zij trachtten naar Duitsch-
land te reizen. Men zai zich nog wel de
schietpartij herinneren, welke bij deze ar
restatie plaats had.
De oorlog ter zee.
Het aantal getorpedeerde en op mijnen
geloopen schepen is de laatste dagen
schrikbarend gestegen. Vele vaartuigen
deelden Zaterdag, Zondag, Maandag en
Dinsdag het lot van de „Simon Bolivar".
Onder hen bevond zich ook het groote
Japansche passagiersschip „Terukuni Ma-
roe", dat op de Noordzee op een mijn liep.
Mysterieus is de ondergang van een
koopvaardijschip, dat voor de kust van
IJsland door een oorlogsschip in brand ge
schoten werd. Van Engelsche zijde wordt
gezegd, dat het een Duitsch koopvaardij
schip was, dat onder vreemde vlag voer
en dat de achtervolger een Britsche oor
logsbodem was. De Duitschers beweren
daarentegen, dat zij den ondergang van het
schip bewerkstelligden.
Voorts werden Dinsdag nog drie Engel
sche trawlers getorpedeerd en voorzoo
ver tot nu toe althans bekend meer dan
twaalf schepen liepen op mijnen.
De luchtoorlog kenmerkt zich nog steeds
door het groote aantal verkenningsvluch
ten, dat aan beide zijden van het front
wordt ondernomen. Van het Westfront
wordt nog steeds geringe activiteit en licht
artillerievuur gemeld.
De Fransche begrooting.
De financieele commissie van de Fran
sche Kamer heeft de eerste begrooting,
welke na het uitbreken der vijandelijk
heden is ingediend, in studie genomen. De
gepubliceerde cijfers hebben niet nagelaten
een diepen indruk te maken. Natuurlijk
had men niet anders dan een groote ver
meerdering der geldelijke behoeften van
het land werwacht. De thans bekend ge
maakte cijfers overtreffen echter de ver
wachtingen van de pessimisten. Zonder de
militaire uitgaven zijn de eindcijfers reeds
twintig procent hooger dan in 1939.
Een en ander zal tot gevolg hebben, dat
de belastingbetaler zich van een nieuwe
aderlating zal moeten onderwerpen. Daar
bij komt dan nog, dat de vermeerdering
met twintig procent slechts zeer betrekke
lijk is. In werkelijkheid bedraagt de stij
ging van het budget, wanneer men de
militaire uitgaven mederekent, vijf en
veertig procent.
Op het doode spoor.
De impasse, welke de vorige week in de
Finsch-Russische besprekingen is ingetre
den, is nog niet geëindigd. Het heeft er wel
iets van weg, dat men op het oogenblik
geen haast maakt om van het doode spoor
af te komen en nieuwe wegen te zoe.ken
voor een oplossing der meeningsverschil-
len. Volgens de laatste berichten heeft het
leven in Helsinki zijn normalen gang weer
genomen. Ook in Rusland en aan de
Finsch-Russische grens is de toestand niet
verontrustender dan tot nu toe het geval
was. De Russische bladen zijn daarentegen
begonnen met het publiceeren van artike
len, waarin Finland „onverzoenlijkheid" en
den Finschen regeerders een „sinister spel"
verweten wordt, dat moet leiden tot den
economischen ondergang van het land.
„HOOGE" ASPIRATIES VAN
LETLAND.
Het is merkwaardig, dat in Letland een
zekere voorliefde bestaat voor Frankrijk.
In Riga treft men dan ook een Fransch
gymnasium aan. Ook voelen de Letten
veel voor archiectonisch schoon; en het
moet worden erkend, dat verschillende
hunner bouwwerken in hun soort zeer ge
slaagd zijn. Karakteristiek is ook, dat men
vóór de gebeurtenissen van de laatste
maanden in Letland voornemens was, een
echt Amerikaansche wolkenkrabber in
Riga te bouwen, die den toren van den
St. Pieter in Riga, welke 138 meter hoog
is, in de schaduw zou stellen. Intusschen
zal dit denkbeeld voorloopig wel niet wor
den verwezenlijkt.
DE BALT1SCHE VOLKEN.
Zoowel naar afstamming als landaard
bestaat er een zeer groot verschil tusschen
de drie volken, wier landen gp woon lijk
worden aangeduid onder den verzamel
naam „Baitische Staten". Letten en Litau-
ers behooren tot den Noord-Oostelijksten
tak van de Indogermaansche volksgemeen
schap; de Esten evenwel beschouwen zich
als behoorend tot de Oeral-Altaische volks
groep en zijn nabij verwant aan de Fin
nen. Deze Finsch-Oegrische volksstammen
hebben vroeger het geheele Noorden van
Europa bevolkt; tot ver in de Middel
eeuwen bijvoorbeeld werden zij nog aan
getroffen in de omgeving van Moskou.
Zij werden echter meer en meer verdron
gen niet zoozeer door oorlogen, als wel
door den kinderrijkdom der Russen, die
zich onder hen hadden nedergezet. Dit
zelfde was trouwens ook het geval met de
Letten.
DE AFGROND OPENT ZICH VOOR
EUROPA.
Reeds vaak heeft men hooren verkondi
gen, dat er in een nieuwen oorlog geen
sprake meer zal zijn van overwinnaars en
overwonnenen, doch alleen van overwon
nenen, onverschillig wie zich als overwin
naars beschouwen. Dit zal ongetwijfeld be
waarheid worden in dezen oorlog, dien wij
zich voor onze oogen zien afspelen in
dien het ongeluk niet wil, dat wij er op
een kwaden dag zelf in worden betrokken.
Deze onzinnige oorlog zal een enorme
krachtsinspanning vergen van allen, die er
bij betrokken zijn; en niet alleen van de
oorlogvoerenden, maar ook van de neutra
len, die er thans reeds den terugslag van
gevoelen en voor wie de financieele lasten
op den duur eveneens ondraaglijk zullen
worden, om niet te spreken van de zenuw
achtige spanning, waarin zij wie weet hoe
lang zullen verkeeren en die op den duur
afmattend moet werken.
Op de vraag, eenige weken vóór den
oorlog gedaan aan Henderson, den Engel-
schen gezant in Berlijn „Wie zal in den
volgenden oorlog winnen antwoordde
hij „In het Oosten Japan, in het Westen
Amerika". Het staat te vreezen, dat hij
juist heeft gezien. Terwijl de Europeesche
naties elkaar verscheuren en uitputten,
zien Amerika en Japan toe, gereed om ten
tooneele te verschijnen, zoodra het pleit
in Europa beslecht is en ons werelddeel
nog slechtsoverwonnenen zal tellen.
De enorme krachtsinspanning, welke de
oorlogvoerenden zich zullen moeten ge
troosten, de ongelooflijke financieele offers,
die de strijd zal vergen, zullen tot onver
mijdelijk gevolg hebben, dat Europa voor
langen tijd de kracht zal missen, zich te
herstellen. En terwijl alle landen hulpeloos
en machteloos terneder zullen liggen,
vriend zoowel als vijand, zullen Amerika
in het Westen en Japan in het Oosten, ge
lijk Henderson voorspelde, profiteeren van
den chaos, waarin alle landen van de Oude
Wereld, neutralen zoowel als belligerenten,
zijn medegesleept, om hun eigen doelwit
na te jagen.
Zijn de verantwoordelijke regeeringen
zoodanig verblind door den haat, dat zij
de onvermijdelijke catastrophe niet zien
naderen Zij hebben voor een deel slechts
zeer matige waardeering aan den dag ge
legd voor de brug, welke het bemidde
lingsaanbod van Koningin Wilhelmina en
Koning Leopold voor hen bedoelde te slaan,
voordat het onherroepelijk te laat is.
Amerika heeft de neutraliteitswet ge
wijzigd, het embargo op het oorlogsmate-
riala opgeheven, maar tegelijkertijd na
drukkelijk verklaard, dat de Vereenigde
Staten zich beslist buiten inmenging in het
Europeesche conflict zullen houden. Het
goud der Engelsche belastingbetalers zal
in ontelbare, millioenen naar de overzijde
van den Oceaan vloeien. De Amerikaan
sche industrie zal een onmetelijke vlucht
nemen, terwijl Engeland en daarmede
Europa verarmt.
In het Oosten is het Japan, dal zich
eveneens buiten het conflict houdt, om zijn
krachten te bewaren tot het oogenblik
waarop het zijn expansiezucht zal kunnen
bevredigen, zonder de vrees te koesteren,
dat het, zooals tot dusverre, op taaien
tegenstand zal stuiten. De Europeesche be
langen zullen geklemd zitten tusschen een
tang, die ze van Oost naar West en van
West naar Oost steeds vaster zal omvatten.
Europa is bezig, zichzelf uit te schake-
DR. EMIL HACHA.
De gebeurtenissen in het Duitsche
protectoraat hebben de aandacht
weer even gevestigd op de figuur
van dr. Emil Hacha, den tegenwoordi-
gen staatspresident, die eenige dagen
geleden in een radiotoespraak net
Tsjechische volk tot kalmte maande.
Emil Hacha werd 12 Juli 1872 te
Trhove Sviny in Zuid-Bohemen ge
boren. Te Praag en te Weenen stu
deerde hij rechten. Hij maakte een
speciale studie van de rechtstoestan
den m Duitschland, Frankrijk, Italië
en Engeland, terwijl hij tegelijkertijd
zijn talenkennis buitengewoon ont
wikkelde. Van 1924 tot 1938 was hij
president van het opperste admini
stratieve gerechtshoi te Praag. Daar
voor had hij zich in Oostenrijk als
rechtsgeleerde verdienstelijk ge
maakt. Zijn arbeid als rechtsgeleerde
geniet zeer groote bekendheid, mede
door het feit dat hij een der voor
aanstaande medewerkers is aan een
groot woorctenboek over pubiiek
recht. Op 30 November 1938 werd
Hacha tot president van den toen- -
maligen Tsjechoslowaakschen staat
gekozen. Na het uiteenvallen van
Tsjechoslowakije in de^ protectoralen
Böhmen en Mahren en* het onafhan
kelijke Slowakije, bleef Hacha staats
president over het protectoraatsge-
bied.
len; en als het einde dóór is, zal het mav
teloos moeten toezien dat anderen de plaai-
sen zullen bezetten van alle Europeesche
volken, zonder onderscheid. Na zooveel
eeuwen lijkt het, of er een nieuwe Cato is
opgestaan, die onophoudelijk„Delenda
CarthagoCarthago moet verwoest
worden, laat hooren. Europa is bezig, zich
zelf te verwoesten, even meedoogenloos,
even grondig als dit met Carthago het ge
val was. Ontbreken dan in onzen verlich
ten tijd de heldere hoofden, die niet waar
schuwen voor den afgrond, die zich voor
het Oude Werelddeel opent Oost en West
wachten geduldig, tot Europa zich er vrij
willig heeft in gestort
Het door de Franschen verlaten terrein aan het Westelijk front
wordt door speciale Duitsche troepen van landmijnen gezuiverd.
LAND 5'
HOUGAAUE.
DE SITUATIE OP DEN BALKAN.
De Groep der Balkanstaten, welke in
den wereldoorlog een groote rol speelde,
heeft m het nuidige conflict nog geen stel
ling genomen en het is ook niet te voor
zien, dat dit in de toekomst zal gebeuren.
De herinnering aan de ellende van 1914-
Italiaansche leiding is gekomen, geen zelf
standige rol meer. Joegoslavië staat even
eens sterk onder Italiaanschen invloed,
Hongarije helt over naar Duitsche zijde,
doch blijft neutraal en Boelgarije heeft ook
de houding van een onzijdig toeschouwer
aangenomen.
Toch is er bij al deze neutraliteit wel
sprake van eenige spanning. De Boelgaren
kunnen het nog steeds niet verkroppen, dat
Roemenië in het bezit van de Dobroedsja
is gekomen en dat het geen haven heeft
aan de Aegeïsche Zee, Hongarije heeft ook
week vond de schending plaats in het
luchtruim. Een twee-motorige Duitsche
bommenwerper, bij Schiermonnikoog bo
ven Nederlandsch grondgebied vliegend,
werd door een Nederlandsche patrouille
achternagezet en onder vuur genomen.
Ook dit toestel beantwoordde het vuur,
evenals een Duitsche vliegboot den dag
tevoren had gedaan. De achtervolging had
evenwel het gewenschte resultaatde
bommenwerper verdween in Oostelijke
richting boven de Waddenzee. Andermaal
heeft onze regeering te Berlijn gepro
testeerd tegen deze dubbele overtreding
en het is te hopen, dat de Duitsche vlie
gers na dit tweede voorval strenge orders
zullen krijgen, om,'zoo zij al bij vergissing
boven Nederlandsch grondgebied komen,
in geen geval terug te schieten, indien zij
zooals Duitschland zelf verwacht dat wij
met vreemde vliegtuigen boven ons land
zullen doen door luchtdoelgeschut of
jachtvliegtuigen onder vuur worden ge
nomen.
Wat de storm aanrichtte.
Het zou een lang relaas worden van
ontwortelde en afgeknapte boomen, van
afgerukte daken, op drift geraakte schepen
en kranen, van in nood verkeerende vis-
schersvaartuigen en belemmerd treinver
keer, wilde men gaan opsommen, wat de
storm, die Zaterdag en een deel van den
Zondag boven ons land woedde, op ver
schillende plaatsen voor schade heeft aan
gericht. Doch ook persoonlijke slachtoffers
heeft deze late Noordwester in zijn bruut
geweld gemaakt. En het is niet onwaar
schijnlijk, dat als indirect gevolg van dezen
storm nog meer slachtoffers zullen vallen.
Want langs de geheele kust, niet alleen
van ons land, maar ook van België en
langs de Engelsche kust, waar het toch al
verre van veilig was, zijn door de fel op
gejaagde golven verscheidene mijnen van
hun ankers losgeslagen, waardoor het ge
vaar voor de scheepvaart weer aanmerke
lijk is vergroot. Reeds meldden Zweedsche
en Noorsche schepen op de Noordzee veel
mijnen te hebben waargenomen, terwijl
een Letlandsch schip er een buiten Hoek
van Holland signaleerde.
De R.V.B. in nieuwe behuizing.
Te Amsterdam vond onder groote be
langstelling de plechtige opening plaats
van het nieuwe gebouw der Rijksverzeke
ringsbank door den minister van Sociale
Zaken, dr. J. van den Tempel. De minister
schetste in zijn openingsrede de geschiede
nis van deze belangrijke sociale instelling,
die in den betrekkelijk korten tijd van haar
bestaan zij werd in 1901 opgericht is
uitgegroeid tot een omvangrijk bedrijf, dat
thans in het nieuwe, monumentale kan
toorgebouw van architect Roosenburg een
passende en waardige behuizing heeft ge
vonden.
Maastricht noodlijdend.
Het aantal noodlijdende gemeenten in
ons land is weer met een vermeerderd en
met een provinciale hoofdstad nog wel.
Maastricht is er bij gekomen. Dit blijkt uit
de door B. en W. dier stad ingediende ge-
meentebegrooting. Rooskleurig zag het er
met Maastrichts financiën in de laatste
jaren toch al niet uit. Sedert 1937 genoot
de gemeente reeds een speciale uitkeering
uit het werkloosheidssubsidiefonds, doch
thans zal Maastricht bovendien moeten ver
zoeken om een rijksbijdrage ingevolge de
wet van 22 December 1933 tot steun aan
noodlijdende gemeenten. Dat de Limgurg-
sche hoofdstad er zoo slecht voor staat, is
een gevolg van de verscherpte economi
sche moeilijkheden, voortvloeiende uit den
oorlogstoestand, die de voor een groot deel
weinig draagkrachtige bevolking zwaar
hebben getroffen.
Het grensincident te Blerik.
Voor de geheimzinnige schietpartij en
ontvoering op 9 November j.1. bij Venlo is
thans van officieele Duitsche zijde een ver
klaring gegeven. In de auto, die volgens
de officieele Nederlandsche lezing over de
grens werd gevoerd, zouden zich de beide
leiders hebben bevonden van een West-
Europeesche centrale van den Britschen
Intelligence Service, welke te Den Haag
gevestigd zou zijn. Deze centrale moet in
den laatsten tijd getracht hebben, complot
ten te smeden in Duitschland en zou zich
daartoe met Duitsche officieren van ver
meende revolutionnaire gezindheid in ver
binding hebben gesteld. Op 9 November
wilden deze beide leiders nu de grens over
zien te komen en zijn daarbij door de
Gestapo gearresteerd. Of zich de ontvoe
ring op Nederlandsch of Duitsch grondge
bied heeft afgespeeld, wordt nog onder
zocht.
Tijdsbeeld uit de haven van Londen.
Tallooze vrachtschuiten liggen thans
werkeloos in de haven, nu de aan
voeren van overzee zijn geslonken.
AMERIKA EN DE OORLOGS
LEVERANTIES.
Nu de wet op de neutraliteit ls gewij
zigd, begint men in de Vereenigde Staten
geleidelijk een voorzichtiger houding aan
te nemen. In de pers wordt nog altijd druk
geschermd met enorme kooporders uit
1918 en de na-oorlogsche jaren is nog lang
met vervaagd en bovendien is een deel der
Balkanstaten onder andere invloeden ge
komen.
Turkije, Griekenland en Roemenië heb
ben verdragen en garanties van Engeland
en Frankrijk, Albanië speelt, sinds het onder
nog met de Roemenen een klein appeltje
te schillen en ook Rusland heeft op den
Balkan groote belangen. Zoo is dus Roe
menië ingesloten door Boelgarije, Hongarije
en Rusland en Boelgarije is ingesloten door
de met de Geallieerden samenwerkende
staten Roemenië, Griekenland en Turkije
Europa. Men beweert, dat binnen zeer
korten tijd voor meer dan een milliard
dollar aan opdrachten zal binnenkomen.
Zoowel de regeering als handel en in
dustrie leggen evenwel een zekere terug
houdendheid aan den dag. Men is in die
kringen van oordeel, dat Engeland en
Frankrijk zoo maar niet in het wilde weg
oorlogsmateriaal zullen bestellen, doch dat
er allerlei besprekingen aan zullen voor
afgaan.
Daarenboven blijft het een open vraag,
in hoeverre de Amerikaansche industrie
in staat zal blijken, vlug te leveren. De
leveringen aan het Amerikaansche leger,
die natuurlijk voorgaan, alsook de door
neutrale staten en Zuid-Amerika gedane
bestellingen zijn reeds thans oorzaak, dat
de vliegtuigfabrieken onder hoogen druk
werken. De in uitzicht gestelde orders uit
Engelsche en Fransche bron zijn wel is
waar zeer aanlokkelijk, maar wie weet,
hoe kort de hoogconjunctuur zal duren
vraagt men zich in Amerika af.
GAS IN PLAATS VAN BENZINE.
In Duitschland is men er thans toe over
gegaan, speciale tankstations in te richten,
waar het gas wordt afgeleverd. Groote
tankwagens, met een inhoud van 8000 tol
9000 kilogram, vervoeren het gas naar de
tankinrichting. Hier wordt het bewaard in
groote, onderaardsche tanks, Vanwaar eei
buis leidt naar de ruimte, waar de stalen
flesschen worden gevuld. Bij een tempera
tuur van 15 graden worden deze laatste,
die elk ongeveer 30 kg kunnen bevatten,
gevuld met een mengsel van propan-butan-
gas. Binnen zeer korten tijd kan een motor,
die elk ongeveer 30 kg kunnen bevatten, ge
vuld met een mengsel van propaan-butaan-
gas. De kosten van dit ombouwen schijnen
niet te hoog te zijn. Deze worden buiten
dien geleidelijk ingehaald door de kosten
van de gebruikte brandstof, daar het gai
35 goedkooper i°
Na de ramp met de „Simon Bolivar".
Aan de onrust en spanning, waarin
velen hier te lande verkeerden ten aanzien
van het lot der opvarenden van het voor
de Engelsche kust op een mijn geloopen
passagiersschip „Simon Bolivar" werd be
gin der week een einde gemaakt door het
verschijnen van de officieele lijst der ge
redden. Daaruit bleek, dat van de 265, over
drie klassen verdeelde passagiers, 198 zijn
gered; 67 worden vermist en deze zullen
fyis helaas wel als verloren moeten worden
geschouwd. Van de bemanning, die uit
J27 personen bestond, zijn volgens de laat-
jte berichten 108 personen gered. De
mogelijkheid bestaat echter, dat het totale
verliescijfer nog iets zal dalen, aangezien
het niet zeker is, of alle geredde Britsche
passagiers zich wel hebben aangemeld.
Een aantal der Nederlandsche overleven
den van de ramp keerde reeds naar het
vaderland terug. Ongeveer 60 gewonden
konden de ziekenhuizen reeds weer ver
laten; slechts vier personen werden ern
stig gewond. Wat de materieele schade
betreft, deze strekt zich ook uit tot de om
vangrijke post, welke de „Simon Bolivar"
aan boord had en die geheel als verloren
wordt beschouwd.
Weer vreemde vliegtuigen boven
ons grondgebied.
De verdedigers van onze neutraliteit
hadden ook deze week weer ongewenschte
Indringers te weren; evenals de vorige
HET BEGEERIG OOG DER
NATIES
Roemenië wordt, zeer terecht, in
den regel de voorraadschuur van
den Balkan genoemd. Het is een
rijk land, zoowel wat betreft de
bodemcultuur als hetgeen de aarde
er onder de oppervlakte verbergt.
Deze bodemrijkdom levert echter
ook schaduwzijden op voor het land,
dat er niet geheel en al naar eigen
goeddunken over kan beschikken.
Slechts een vierde van het in de
industrie belegde kapitaal is Roe-
meensch, de rest werd gefourneerd
door Engeland, Frankrijk, Amerika,
België en, voor een zeer klein deel,
door Duitschland.
De groote chemische trust, I. G.
Farben, legde beslag op het mono
polie van den sojaboonen-oogst. Ook
petroleum ging in steeds grootere
hoeveelheden naar Duitschland, tot
3'/2 millioen ton toe, d.vv.z. de helft
der totale productie. Ditzelfde was
het geval met den uitvoer van ijzer,
mangaan, pyriet en bismuth, terwijl
deze uitvoer naar andere landen
voortdurend daalde. Sedert het uit
breken van den oorlog begint deze
toestand een gevoel van onbehaag
lijkheid in Roemenië wakker te
roepen.