Steden te groot voor servet, maar te
klein voor tafellaken
Riga en Reval
wonderlijk mengsel van grijze
historie en Amerikaansch Q
modernisme
Overal ontdekt men sporen van eeuwen
oude betrekkingen met Nederland
en België
De zoogenaamde randstaten: Estland, Letland en Litauen
hebben zich tot voor kort niet bepaald mogen verheugen in een
overgroote belangstelling van de West Europeesche bevolking. Zij
waren voor ons te klein en te ver af om eenige nadere bestudee
ring ie wettigen. En hieruit mag wel weer de waarde van het
goed vaderlandsche spreekwoord „Onbekend maakt onbemind"
blijken, want in elk opzicht loochenen de randstaten in het
Oostzeebekken deze stelling. De afstanden zijn er in de eerste
plaats veel grooter dan wij ons over het algemeen voorstellen,
bovendien kunnen deze landen bogen op een oude cultuur, die
terugreikt tot de Middeleeuwen, terwijl hun geschiedenis zeker
even bewogen is als die van de „Lage Landen bij de Zee". Onze
verslaggever vat in het onderstaande enkele indrukken samen
van de schilderachtige steden Riga en Reval, die volkomen te
recht beschouwd kunnen worden als de parels van het Oostzee
bekken. Hollander en Vlaming, die hier op onderzoek mochten
uitgaan, zullen er menige verrassende vondst doen omtrent het
contact dat in den roemruchten Hanzetijd heeft bestaan tusschen
deze landen aan den Westrand van het vroegere tsaristische rijk
en de landen in het Westen van Europa.
Estland met Reval verkocht voor 19.000
mark aan den leider van de Duitsche Orde.
Dan is Reval reeds lang lid van de Hanze
en de handelsbetrekkingen van dit land met
de andere Hanzesteden, maar ook met Hol
land, Engeland en Spanje zijn zeer leven
dig. In deze periode ontwikkelde de stad,
die in den tijd van de Broeders van het
Zwaard ontstaan was, aan den voet van
den burcht, haar eigen karakter. Maar deze
vredige ontwikkeling heeft niet lang ge
duurd. De beeldenstorm ten tijde van de
Reformatie en de inval van de Russen on
der Iwan den Verschrikkelijken brachten
nieuwe moeilijkheden en gevaren. De Liv-
landsche Statenbond viel uiteen en Reval
kwam in 1561 aan Zweden.
Anderhalve eeuw hebben de Zweden den
scepteT gezwaaid over Estland. Na de ne
derlagen en den dood van hun dapperen
koning Karei XII moest de stad den 26sten
September van 1710 capituleeren voor het
leger van Peter den Grooten. Daarmede be
gon de meer dan tweehonderdjarige over-
heersching van Rusland. Estland wordt een
deel van het Russische
Rijk en Reval versteld
tot een provinciaal stad
je. Dit alle9 kon even
wel niet verhinderen,
dat de eigen Estnische
geest bewaard bleef en
het ontwaken van de
nationale gedachte kon
door welke dwangmaat
regelen ook van de Rus
sische tsaren niet wor
den onderdrukt. Het
slot kent men. De We
reldoorlog brak uit. Het
tsarenrijk verviel. Est
land verwierf eindelijk
de zoo lang verbreide
zelfstandigheid.
De oude stadsmuur in Reval met zijn merk
waardige versterkingen. Ridderorden en de
Hanze hebben Reval doen ontstaan.
Overzicht van de stad
Riga met in het mid
den den toren van de
St. Peterskerk. Riga
heeft haar oorsprong
te danken aan kooplie
den uit Bremen, die
hier in het jaar 1201 ko
loniseerden. De ge
schiedschrijvers spraken
reeds in de dertiende
eeuw over het Oostelij
ke deel van de Oostzee
al* d* Baltische Zee.
F,en eldorade voor den historicus.
VAN dit verleden vindt men allerwege
in Reval nog de getuigenissen. Over
al stuit men, gaande door de mooie,
maar nauwe straten op historische monu
menten. Door de oude poort komt men in
de Langstraat; aan beide rijen de schilder
achtige gevels van oude patriciërshuizen.
Hier leven de Middeleeuwen voort. In den
toren ziet men nog het oude valhek en links
de „dikke Margaretha" een lage, maar ge
weldige bastiontoren. Daarnaast prachtige
parken, met een schitterend uitzicht op de
zee. Daar, in het Rosarium zaten eeuwen
geleden de burgers van Reval, genoten er
van het mooie uitzicht envan een goe
den dronk. De Langstraat en de daarmede
parallel loopende Breestraat vertellen nog
van den welstand der deftige geslachten uit
vervlogen eeuwen. Hier staat ook de mach
tige Gotische St. Olaikerk, welke wij reeds
in een oorkonde van 1267 vermeld vinden
en die waarschijnlijk door den Noorman
nenvorst Erik is gesticht. Van haar toren,
eens de hoogste van het geheele Russische
Rijk, kan men bij helder weer de Finsche
kust zien.
Het raadhuis maakt op het eerste gezicht
een merkwaardigen indruk. Het moet een
middeleeuwsche bouw zijn uit de eerste
helft van de veertiende eeuw, waarin vele
historische documenten, in hoofdzaak archi
valia, zijn ondergebracht. De slanke toren,
welke oprijst uit een der smalle gevels, doet
min of meer aan als een Oostersche mina
ret en is er eerst veel later bijgebouwd. Het
raadhuis is omgeven door een plein, om
zoomd met oude gevels, die als coulissen
afsteken tegen den matten hemel.
De Nicolaikerk met haar Renaissancehelm
drukt haar stempel op het oude deel van
de stad, welke samengedrongen, ligt aan
den voet van den Domberg. Ook deze kerk
i3 oeroud; precies heeft men de jaren van
ontstaan uit de documenten niet kunnen
vaststellen, maar stijl en ornamentiek ver
raden dat men hier te doen heeft met
bouw op zijn laatst uit het einde van de
dertiende eeuw. Zeer kunstzinnige vleugel
altaren en enkele graven zijn zeer de moei
te van het bekijken waard.
Maar wie zijn oogen sluit voor de beko
ring van den Domberg of kortweg Dom
genoemd heeft geen zin voor het speu
ren in de historie. Ik geloof niet dat het
mogelijk is in het Oostzeebekken, met uit
zondering dan van Danzig, elders een oord
aan te wijzen, waar de historie zoo weelde
rig haar sporen heeft achtergelaten als dat
het geval is in deze bovenstad. Hoog zich
verheffend beheerscht de Dom zoowel stad
als land. Da oude burcht, dien wij reeds
Marktdag in Reval.
noemden, met zijn toren „Langen Herman"
genoemd, zijn eigenlijk de symbolen.
Van diplomaten en het
stroomlijnprincipe
DE oude Domkerk is daarentegen opge
trokken in Gothischen stijl. Bescha
duwd door boomen, droomt dit bede
huis van het noodlot dat het moest onder
gaan. Door koning Walddemar verheven tot'
bisschoppelijke kathedraal was het gedu
rende eeuwen de kerk van de Estnische rid
derschap. Praalgraven uit een grijs verle
den, verweerde vlaggen, die zacht heen en
weer bewegen in het halfschemer en de
wapens van de Estnische adellijke geslach
ten, spreken een duidelijke taal. In 1925
werd de kerk het domicilie van den Estni-
schen bisschop. Wanneer op donkere herfst
avonden de weerhaan van de kerk knar
send om zijn spil draait en de lantaarns hun
spaarzaam flakkerend licht uitwiegelen,
herleeft de geschiedenis van den schilder-
achtigen Dom.
De toegang tot den Dom is romantisch
en betooverend. Te voet kan men er slechts
komen door over talrijke trappen naar bo
ven te klimmen, maar wanneer men een
maal boven aangekomen is, geniet men ook
van een onvergelijkelijk schoon uitzicht
over de stad en zee. Maar er zijn nu even
eens keurig aangelegde asfaltwegen, waar-
"angs de luxe limousines van hooge regee-
ingsfunctionarissen hun weg omhoog vin
den. Immers bijna het geheele staatsappa
raat is hier op den Dom geconcentreerd.
Waar de historie rondwaart, wordt ook de
geschiedenis van het oogenblik gemaakt.
Maar behalve zijn historische bouwwer
ken vindt men in Reval een elegant en
mondain leven. De café's aan 't Plein van
de Vrijheid zijn modern, de dames dragen
hoedjes, die veel overeenkomst vertoonen
met tuiltjes bloemen. Wat de auto's betreft
is het stroomlijnprincipe hier ook reeds
lang doorgevoerd. De danslokalen zijn
mondain en de Fransche wijnen niet duur
en zeer in trek. Een stad met een merk
waardig aspect van tegelijk historisch en
hypermodern-Amerikaansch te zijn. Een
stad, die te groot is voor servet, maar te
klein voor tafellaken.
Evenals Estland heeft Letland een ge
schiedenis, die eeuwen en eeuwen terug
reikt. Wij kunnen daarop niet diep ingaan,
maar geven voor een goed begrip het vol
gende beknopte historische overzicht.
In het begin van de 13de eeuw werden
de Letten onderworpen door de Orde der
Duitsche Zwaardbroeders en gekerstend.
Deze „Broeders van het Zwaard" vereenig-
den zich in 1237 met de reeds genoemde
Duitsche Orde, die in de Oostzeestaten
vroeger een zoo gewichtige rol heeft ge
speeld. Toen deze in den aanvang van de
16de eeuw zich afscheidde van de Katholie
ke Kerk, werd ook Letland Luthersch. Voor
Zweden veroverde Gustaaf Adolf het groot
ste deel van het land. In 1712 ging het over
in Russische handen. Peter de Groote be
loofde den Duitschers de handhaving van
de Duitsche taal. De Russische politiek van
later jaren wees echter meer en meer in de
richting om den Duitschen invloed terug te
dringen. De bevolking werd vrijwel geheel
gerussificieerd en bekeerd tot de Grieksche
Kerk. Gedurende den Wereldoorlog bezet
ten de Duitschers Koerland. Toen het Duit
sche Rijk in 1918 ineen stortte, kon de Let-
tische Boerenbond onder voorzitterschap
van den lateren president dr. Karlis Ulma-
nis de onafhankelijkheid uitroepen.
De musea van Riga.
HET zou ondoenlijk zijn hier van Let
lands hoofdstad Riga, een eenigszins
volledig exposé te geven. Daarom
bepalen wy ons ditmaal tot de musea, die
het beste als de tolk van de bewogen ge
schiedenis van dit gebied kunnen worden
beschouwd.
Onder de musea van de hoofdstad van
Letland zyn in de eerste plaats drie te noe
men, wier roep ver over de grenzen is door
gedrongen: de Kunstverzameling van
Staatswege, het Stedelijk Museum van
Sc.hoone Kunsten en het Theatermuseum.
De kunstcollectie van den Staat is onder
gebracht in een deel van het slot van Riga,
welks andere vleugels dienst doen als resi
dentie van den President der Lettische Re
publiek. Deze rijke verzameling, waarover
de bekende beeldhouwer Dzenis aangesteld
is als conservator is ondergebracht in eeni
ge hooge, zeer lichte zalen en verder in
kleinere vertrekken. Men vindt daar ette
lijke schilderijen van Lettische Meesters;
vooral de schilders van thans zijn sterk ver
tegenwoordigd, aangezien de Staat getracht
heeft door het aankoopen van nieuwe wer
ken de kunstontwikkeling van Letland
gunstig te beïnvloeden. Aan de hand van
de groote collectie schilderijen kan men de
ontwikkeling van de verschillende repre
sentatieve schilders nagaan van jaar tot
jaar. Getracht is van ieder een zoo volledig
mogelijk beeld te geven. Een aparte zaal is
bijvoorbeeld gewijd aan het werk van Ma-
derniek; daar kan men zijn ontwerpen van
tapijten en andere weefsels bewonderen,
welke bekend zijn geworden door hun kleu
renpracht en harmonische samenstelling.
Van de kunst uit het buitenland, dienen wij
speciaal die van de Nederlandsche en
Vlaamsche kunstenaars te memoreeren. Het
groote stadsmuseum van Riga heefl een
respectabele collectie werken van Holland-
sche en Vlaamsche meesters in haar bezit.
Daar hangen de stillevens van een d'Iionde-
coeter, een landschap van Pieter Molijn, een
vroolijk tafereel van Harmen Hals. een
meesterlijke copie van Rembrandts zelfpor
tret, waarvan het origineel in het bezit is
van den Schotschen Lord Kennard. Voorts
ziet men er werken van Ruysdael, Wouwer
man, Steen, Dusara, Molenaar, Dirk van
Oostzanen, Pieter Aertsen, Aert Pietersz,
Esaias van de Velde, Nicolaas Maes, Kas-
per Netscher en van de Vlamingen van
Dijck, Josse de Momper en vele anderen.
Zeer duidelijk komt in dit rijke kunstbe
zit de vroegere band tusschen Nederland en
Letland tot uiting.
Het Stedelijk Museum voor Schoone
Kunsten, dat geleid wordt door den begaaf
den landschapsschilder Purvit, is onderge
bracht in een paleis in het centrum vjn
Riga. Hier vinden wij naast belangr e
werken van oude en nieuwe schilders c:
prachtige grafische verzameling en een r ,-
ke bibliotheek. Verscheidene malen ;r
jaar worden hier kunsttentoonstellingen
organiseerd, welke door de ontwikkelde
kringen van Riga druk worden bezocht c
die zoo centra van het kunstleven vorm-
Genoemd moet nog worden het Riga'fbe-
Theatermuseum dat aanschouwelijk ta.i
beeld geeft van de Lettische gas?' s
der dramatische kunst. Uit alle eer. kan
men hier dikwijls zeer kleurige c. ms
bewonderen en het aantal bezoekers is dan
ook bevredigend. Wie in de gelegenheid is
Riga te bezoeken, kan in de musea, die wij
hier noemden een vruchtbar ?oe-
kingsterrein vinden.
De Narva ln Estland. Deze rivier was in de Middeleeuwen de grens tusschen het Slavi
sche gedeelte en Centraal Europa. Op den linkeroever staat de Hermansburch^
den rechteroever ziet men de tsarenvesting Iwangorod.
Zweedsche kerk op het eiland Runö. Runö
is tezamen met Oesel en Dagë een van de
belangrijkste strategische punten in den
Golf van Riga.
IK herinner me nog als den dag van gis
teren dat de postbode in Reval mij een
brief overhandigde, waarvan het adres
luidde: Reval, Estland in Rusland. De man
trok een mismoedig gezicht. Als goed pa
triot ging het hem blijkbaar aan zijn hart,
dat er nog menschen op de wereld te vin
den waren, die er in letterlijken zin derge
lijke vooroorlogsche ideëen op na hielden.
Ik heb gemoedelijk met hem gesproken en
de onwetendheid van mijn briefschrijver
gos-gepraat met het feit, dat hij zeer oud
■vas en dus met zijn gedachten nog ver-
vi,ii_e bij het Estland van ruim twintig jaar
iCi-..en, toen het inderdaad nog een pro-
.Ji3 was van het groote tsarenrijk. Maar
u se in die laatste jaren is zoo enorm veel
/eranderd in het Oostzeebekken. De zooge
naamde randstaten werden zelfstandig, Est-
lano is van een der vele provincies, waaruit
het Russische rijk van voor den oorlog be-
Bv.on<*, geworden tot een zelfstandige, souve-
reme staat; Reval heeft zich ontwikkeld van
eer aardig provinciestadje tot een hoofd
stad, die er wezen mag en waarvan men
ais rechtgeaard bewoner allerminst zou
wenschen dat zij weer overgeplant zou
worden naar Rusland. In mijn oogen was
dt mismoedige uitdrukking van den brie
venbesteller dan ook volkomen gerecht
vaardigd, temeer wanneer men de begrijpe
lijke trots van de Esten op hun vader
land in aanmerking neemt. Weinigen ken
nen Reval uit eigen aanschouwing en daar
om kan het van belang zijn hier eens een
ietwat uitvoeriger schildering van deze stad
er. haar historischen groei te geven.
Van Revele tot Reval.
STEIL oprijzend uit de zee staat daar
de Domberg. In vroeger tijden zal
het een eiland geweest zijn. Hier
huisden de Esten, die met de Denen suc
cesvol gestreden hebben om het bezit van
den berg. Zij hebben hem Lindanisse ge
noemd en deze aanduiding werd later ver
bonden met het nationale epos. Het omlig
gende land werd door de Denen Refele ge
doopt, waaruit zich ten slotte de naam Re-
Va] heeft ontwikkeld.
In 1219 landde hier de Denenkoning Wal-
derr.ar II en versloeg de Esten na een har
den strijd. Op den Domberg legde hij een
nieuwe vesting aan. Volgens een aardige
sage zou gedurende dien strijd een roode
vlag met wit kruis uit den hemel zijn ge
vallen de vlag der Denen, die hun de
overwinning bezorgd zou hebben. Het witte
kruis op een rood veld, de Deensche staats-
vlag is nog tegenwoordig in het wapen van
Reval.
De Denen moesten evenwel wijken voor
de Orde der Zwaardridders, die op de plaats
van de nieuwe vesting een prachtig kasteel
bouwden, hetzelfde kasteel dat met zijn
slanke torens ook nu nog het stadsbeeld
van Reval beheerscht. Het lot was hier wis
selvallig, want na hen kwamen de Denen
aan de macht. Meer dan een eeuw bleef de
stad in hun bezit, totdat de koning in 1436