De Internationale toestand
Het Portret
VAN DE WEEK
IN NEDERLAND
De Wereld
IN KAART
TH HET AFGELOOPEN JAAR
MAARSCHALK MANNERHEIM
werd geroepen om aan het hoofd van de
Finsche legers tegen de Russische invallers
te strijden.
Wie een terugblik moet werpen over het
jaar 1939, ziet zich voor een uiterst moei*
iijke taak geplaatst. De gebeurtenissen van
groote beteekenis zijn elkaar met onver
wachte snelheid gevolgd. Haar ware aard
en achtergrond is dikwijls nog moeilijk te
herkennen. En hoe graag men ook op licht
punten zou willen wijzen die hoop geven
op een betere toekomst, het valt buiten
gewoon moeilijk, die te vinden. Een relaas
van de gebeurtenissen in 1939 kan weinig
anders zijn dan een- opsomming van men-
schelijke ellende en weedom.
Reeds in het begin van het jaar pakten
zich de donkere wolken boven Europa
samen. De bewapeningswedloop was in
vollen gang. Engeland, zoowel als Frank
rijk, gaven astronomische bedragen uit
voor de bewapening te land, op zee en in
de lucht.
15 Maart werd de president van
lsjecho-Slovakije naar Berlijn ontboden.
Terwijl hij onderweg was, rukten deDuit-
sche troepen zijn land binnen. Tsjechië
werd geheel bij Groot-Duitschland inge
lijfd, Slovakije bleef „zelfstandig" onder
Duitsch protectoraat. De Karpathen-
Oekraïne kwam aan Hongarije.
De reactie in Europa was, zooals van-
zeil' spreekt, hevig. Voor het eerst was een
niet-Duitsch volk door Hitier bij het zijne
ingelijfd, hoewel hij vroeger meermalen
had betoogd, dat hij niet bij den Tsjecho-
Slovaakschen staat was geïnteresseerd.
Enkele dagen later besloot Litauen het
Mernelgebied aan Duitschland terug te
geven (22 Maart).
Algemeen werd nu verwacht dat de
eerstvolgende stap zou zijn, dat van Polen
de teruggave van Danzig en den zoogenaam-
den Corridor zou worden geëischt. In dit
land zelf toonde men zich vastberaden en
piet van zins, zijn rechten op Danzig af te
staan.
Toen kwam 31 Maart de verklaring van
Chamberlain in het Britsche Lagerhuis, dat
Engeland en Frankrijk geen verdere agres
sie van Duitsche zijde zouden dulden, en
indien de Poolsche onafhankelijkheid zou
worden bedreigd, onverwijld maatregelen
zouden nemen om allen mogelijken bij
stand te verleenen.
De maanden Juni en Juli gingen voorbij,
zonder dat het tot oorlog kwam. Er werd
eenerzijds gewerkt, om alsnog een gewa
pend conflict te voorkomen, anderzijds
versterkten beide partijen zich. 7 Augustus
ging een Engelsch-Fransche militaire missie
naar Moskou met het doel de onderhande
lingen tot een einde te brengen. De heeren
werden echter opnieuw aan het lijntje ge
houden, en toen kwam als een donderslag
23 Augustus de publicatie van het niet-
aanvalsverdrag tusschen Duitschland en
Rusland, dat de machtsverhoudingen in
Europa met één slag tot in den grond
wijzigde. Daarna volgden de gebeurtenis
sen elkaar snel op. Duitschland, dat nu
wist, dat zijn Oostgrens veilig was, trad
steeds heftiger op tegen Polen. 1 Septem-
HITLER,
die ook in 1939 weer een zeer voorname
rol speelde en eenige malen groote ver
anderingen in de kaart van Europa bracht.
ber proclameerde gouwleider Forster den
terugkeer van Danzig tot het Rijk. Polen
had reeds 20 Augustus de mobilisatie af
gekondigd. 1 September deed Frankrijk
hetzelfde. Duitschland viel Polen binnen.
Frankrijk en Engeland stelden een ultima
tum en eischten, dat Hitier zijn troepen
uit Polen zou terugtrekken vóór 3 Sep
tember en dien dag om 11.15 des morgens
trad de oorlogstoestand in.
Wij kunnen slechts uiterst beknopt zijn.
De tegenstand der Polen tegen de Duitsche
overmacht was van den aanvang af hope
loos; nog ernstiger werd de toestand, toen
16 September de Russen van het Oosten
binnen vielen. Reeds enkele dagen later
hadden beide legers elkaar ontmoet. 2 Oc-
tober trokken de Duitschers Warschau
binnen. Polen was verloren en werd door
de beide bondgenooten verdeeld.
De verwachting, dat de oorlog nu in al
zijn woede zou losbarsten, werd niet be
waarheid. Slechts op zee vielen honderden
schepen ten prooi aan mijnen en duik-
booten.
RuslandFinland.
Steeds meer bleek na de totstandkoming
van het Duitsch-Russisch verdrag, dat
Hitier belangrijke concessies had moeten
doen om in den rug gedekt te zijn. Rusland
begon althans reeds spoedig zijn invloeds
sfeer in de Oostzee uit te breiden zonder
dat het Duitsche Rijk, dat hierbij toch het
allereerst was betrokken, zich erom scheen
te bekommeren. Achtereenvolgens werden
verdragen van wederzijdschen bijstand ge
sloten met Estland op 20 September, met
Letland op 5 en met Litauen op 10 Oc-
tober. Deze landen moesten noodgedwon
gen kiezen tusschen toegeven en oorlog
met de Sovjet-Unie.
Toen kwam Finland aan de beurt. Al
dadelijk bleek, dat dit wel concessies wilde
doen, maar zijn onafhankelijkheid niet liet
aantasten. Tot verontwaardiging van vrijwel
de geheele beschaafde wereld, overschre
den 30 November de Russen de Finsche
grens. Het cynismë aan Sovjet-zijde, de
dappere vastberaden houding van de Fin
nen wekten afkeer en respect.
De Vereenigde Staten
volgden met aandacht en belangstelling de
gebeurtenissen in Europa. President Roo-
sevelt deed zijn reeds genoemde poging
om den oorlog te voorkomen; toen deze
toch uitbrak, werd de Neutraliteitswet, die
nog slechts kort van kracht was geweest,
gewijzigd, door het embargo op wapens
en munitie af te schaffen. De oorlogvoe
renden practisch echter alleen de ge
allieerden, kunnen deze oorlogsbehoeften
nu dus koopen, mits zij zelf voor de ver
scheping zorgen en contant betalen. De
Wereldtentoonstelling te New York werd
31 October gesloten; zij boekte circa 36
millioen, de helft van het gehoopte aantal
bezoekers en was uit financieel oogpunt
geen succes. Nederland had er een van de
meest attractieve stands.
STALIN,
de Roode Tsaar, "Wiens toenadering tot
Duitschland zeer veel opzien baarde. Hij
werd 21 December zestig jaar.
OUDJAAR 1939.
Wanneer, zooals nu, aan het eind van
1939 alles om ons heen zoo donker is, is
er geen noodlottiger gevaar, dan dat wij
vergeten, dat het licht er tóch is, en
dat het sterker is dan alle duisternis. Wan
neer ge op een morgen komt in een kamer,
waar de gordijnen gedurende den nacht
waren gesloten, behoeft ge die slechts met
één ruk open te schuiven, en op hetzelfde
oogenblik is de duisternis wég en is het
licht doorgedrongen tot in alle hoeken. Het
licht is veel sterker dan het donker. Het
licht vlucht niet voor de duisternis, maar
de duisternis is bang voor het licht.
Zeg nu niet, dat dit een schoone theorie
en slechts ten halve waar is, en dat het
zeker niet geldt voor onzen tijd. Juist nu,
ook in het oude, moede jaar 1939, schoot
telkens een lichtstraal door de sombere
wolken. Juist nu is er méér liefde, onbaat
zuchtigheid en bereidheid, zich voor den
naaste te offeren dan ooit in d.e geschiede
nis der wereld. Talloos zijn de gezinnen,
de vrouwen en kinderen, die verdreven
zijn en met geweld gescheiden van al, wat
hun dierbaar en vertrouwd was; maar zou
er wel één onder zijn, die niet ervaren
heeft, dat overal in de wereld menschen
zijn, die hen wilden helpen en troosten
Waar komt de zelfopoffering meer tot
uiting dan waar gestreden wordt tusschen
menschen, die zichzelf willen handhaven
Bij elke scheepsramp offeren zich moe
ders voor haar kinderen, matrozen voor
hun collega's, mannen voor vrouwen, op.
Op elk slagveld gaan zusters en broeders
van het Roode Kruis vol zelfopoffering
rond om de slachtoffers te verplegen en
te troosten.
In het afgeloopen jaar kwam de kreet
om geestelijke en moreele herbewapening
op, juist omdat alle volken nog slechts heil
schenen te zien in militaire wapens. Deze
beweging stelde tegenover de kritiek op
den ander die uitliep op oorlog, de nood
zakelijkheid, met onze kritiek te beginnen
bij onszelf. Terwijl de wereld scheen onder
te gaan in egoïsme, werd krachtig en steeds
luider gezegd, dat liefde, onbaatzuchtig
heid, eerlijkheid en reinheid deze arme en
verarmende wereld zouden kunnen red
den, en het geloof uitgesproken, dat zij
daardoor ook inderdaad gered zal worden.
Het is zeer vér van ons, te bepleiten,
dat wij onze oogen op den Oudejaarsavond
zouden sluiten voor de stroomen van bloed
en tranen, die over de wereld vloeien en
onze ooren zouden toestoppen voor het
geweld der bommen en granaten. Zeker,
die realiteit is er en wij willen haar zien
in al haar sombere duisternis.
Maar zoo zeker als na eiken winter de
zomer volgt, en wij weten, dat overeenige
maanden de zon ons weer zal verwarmen,
de lucht weer vervuld zal zijn van vogel
gezang en reine bloemen zullen te voor
schijn komen ipt deze dood schijnende
aarde, zoo zeker komt eens de tijd van den
opbouw.
Wat deert het ons, in het licht van die
taak, of wij nog een moeilijken tijd tege
moet gaan Laten wij ons er reeds nu op
voorbereiden, en niet met gebogen hoofd
en slappe knieën het jaar 1940 tegemoet
gaan, maar dapper en onweerstaanbaar
onzen plicht doen tegenover alle men
schen; laat ons de toekomst inzien om met
het oude profetenwoord te spreken
„Sterk en vol goeden moed
ant. fokker.
Onze landgenoot Anton H. G. Fok
ker, die Zaterdagmorgen op 49-
jarigen leeftijd te New York is over
leden, werd in 1890 in Neder-
landsch-Indië geboren. Als jongen
kwam hij met zijn ouders naar
Nederland. De familie Fokker ves
tigde zich te Haarlem en in deze
stad was het, dat Anton op twintig
jarigen leeftijd zijn eerste vliegtuig
begon te bouwen. Met behulp van
een paar stukken hout, een paar bui
zen, een rol ijzerdraad en ettelijke
vierkante meters linnen vervaardig
de de jonge onstructeur een won
derlijk apparaat, dat meer op een
driewielige fiets dan op een vlieg
tuig leek. Toch vloog het ding en
daarmede was Fokkers carrière ge
maakt. Eenige jaren tobde hij nog
met financieele moeilijkheden. Mede
werking van de Nederlandsche re
geering kon hij niet krijgen en ook
de Engelsche autoriteiten hadden
geen belangstelling voor zijn pro
ducten. In 1912 kreeg Fokker echter
zijn kans. De Duitsche regeering
stelde hem in de gelegenheid zijn
plannen ten uitvoer te brengen en
zoo verrees in Schwerin (Meelden-
burg) de eerste groote Fokkerfabriek.
Na den wereldoorlog kwam Fokker
weer naar Nederland waar hij de
Nederlandsche Vliegtuigenfabriek
oprichtte. Om zijn groote doel het
tot stand brengen van een trans-
oceanischen luchtdienst te berei
ken, vertrok de ondernemende Ne
derlander daarna naar Amerika, al
waar hij de Fokker Aircraft Cor
poration stichtte. Sedert dien is de
naam Fokker wereldberoemd ge
worden. Op meer dan 44 luchtlijnen
worden de Fokkerproducten gebruikt.
HET AFGELOOPEN JAAR
Onze Minister-president heeft in zijn
radio-rede van 13 November herinnerd
aan het versje „Een mensch lijdt dikwijls
't meest, deor 't lijden dat hij vreest, en
dat nooit op komt dagen." Wij willen de
waarheid daarvan allerminst bestrijden,
maar dat ook voor ons volk veel van het
lijden, dat men op 1 Januari 1939 vreesde,
wel degelijk is komen opdagen, zal nie
mand kunnen ontkennen, ook al is het
ergste, n.1. dat Nederland in den oorlog be
trokken werd, ons bespaard gebleven.
Reeds op 7 April, toen Italië Albanië
binnen viel en in enkele dagen veroverde,
zag onze regeering zich genoodzaakt, mili
taire voorzorgsmaatregelen te nemen; de
verloven werden ingetrokken, en 10 April
werden een aantal troepen ter beveiliging
van onze grenzen en kusten opgeroepen.
Hoewel al spoedig duidelijk werd, dat het
gevaar voor een groot Europeesch conflict
van andere zijde dreigde, werden deze
maatregelen niet meer ingetrokken. Op 4
Mei keurde de Tweede Kamer met alge-
meene stemmen, behalve die van de
N.S.B., 8 noodwetten goed.
Een indirect gevolg van de steeds toe
nemende uitgaven voor de bewapening en,
hoewel in mindere mate voor Sociale
Zaken, die ook in ons land noodzakelijk
werden geacht, was het aftreden op 19
Mei van den minister van Financiën, Mr.
J. A. de Wilde en de tijdelijke vervulilng
van dit ambt door den minister van Alge-
meene Zaken en Premier Dr. H. Colijn.
Ook door de zaak-Oss, waarin op 10 Juni
de Kamercommissie uitspraak deed, een
uitspraak, die minister Goseling's beleid
niet dekte, werd de kracht van het minis-
terie-Colijn verminderd. Er kon geen
overeenstemming worden bereikt over de
bezuinigingen, die in de begrooting voor
1940 moesten worden toegepast, en het
geheele kabinet nam 29 Juni ontslag. Dr.
Colijn vormde zijn vijfde ministerie (25
Juli), dat echter reeds 3 dagen later door
een motie van Dr. Deckers weer naar huis
werd gezonden. Jhr. de Geer slaagde erin,
op 9 Augustus een ministerie samen te
stellen, waarin voor de eerste maal in
onze geschiedenis ook twee sociaal-demo
craten, de heeren Albarda en Van den
Tempel, zitting hadden.
28 Augustus werd de algemeene mobili
satie van leger en vloot afgekondigd. Dien
zelfden dag werd Luitenant-generaal I. H.
Reynders tot opperbevelhebber van land
en zeemacht benoemd, werden een aantal
uitvoerverboden en andere verbodsbepa
lingen afgekondigd. Des avonds hield H.M.
de Koningin een radio-rede tot ons volk,
om de mobilisatie te verklaren en op te
wekken tot eenheid en kalmte. De Neder
landsche Bank verhoogde het disconto van
2 op 3
Maar niet alleen op het behoud van den
vrede voor het eigen land was onze regee-
Jhr. D. J. DB GEER*
do man, die *aï trachten ons schip van
staat heelhuids door de woelige haren der
wereldpolitiek te sturen. In Augustus
vormde hl) na een vrij langdurige kabinets
crisis een nieuwe regeering.
Dr. H. COLIJN
trad, na langen tijd aan het hoofd der
regeering te hebben gestaan, af.
ring bedacht. H.M. de Koningin en Z.M.
de Koning der Belgen deden op 30 Augus
tus een aanbod van goede diensten ten
einde een uitweg te vinden uit de crisis,
aan de daarbij onmiddellijk betrokken lan
den. Het aanbod werd door alle partijen
op prijs gesteld, maar had geen direct re
sultaat.
Ons volk droeg de gevolgen van het
uitbreken van de vijandelijkheden op voor
beeldige wijze. Van tooneelen voor levens
middelenwinkels als in Augustus 1914 was
geen sprake. Wel speelden zich geestdrif
tige tooneelen af bij de komst van het
Prinselijk Paar in de Residentie op 1 Sep
tember. Het was de eerste maal, dat Den
Haag in de gelegenheid werd gesteld, de
op 5 Augustus geboren Prinses, die den
symbolischen naam Irene kreeg, met eigen
oogen te zien.
Behalve tegen het hamsteren trad de re
geering krachtig op tegen prijsopdrijving.
Verschillende hoewel gelukkig slechts
weinige personen, die meenden, uit
de omstandigheden een slaatje te
kunnen slaan, moesten tot hun schade
ondervinden, dat het maken van oorlogs
winst niet zoo gemakkelijk meer was als in
1914-1918.
De rede over „Geestelijke en Moreele
Herbewapening" door H.M. de Koningin op
27 Januari voor de beide radio-zenders
gehouden en Haar oproep tot samenwer
king en onderlingen steun en waardeering
was het sein voor velen, om zich af te
vragen, wat deze nieuwe instelling tegen
over den naaste voor het practische leven
tengevolge moest hebben.
Een gevolg van dezen nieuwen geest was
ook de zeer hartelijke verhouding tot Bel
gië, die in het jaar 1939 herhaaldelijk op
zeer gelukkige wijze tot uiting kwam. De
beide nabuurlanden hebben in veel op
zichten gelijke belangen en dezelfde opvat
tingen. Vandaar ook de nieuwe vredesstap,
die op 7 November werd ondernomen door
onze Koningin en den Koning der Belgen.
Opnieuw werd aan de oorlogvoerende
partijen een aanbod van goede diensten
gedaan, om het vinden van factoren voor
een te treffen aecoord te vergemakkelijken.
Op volkomen informeele wijze bleek Koning
Albert in Den Haag te zijn aangekomen,
om het initiatief der beide vorsten te be
spreken. De aanwezigheid ten Paleize van
de ministers Van Kleffens en Spaak be
wees, dat de beide regeeringen met dezen
stap volkomen accoord gingen. Dat ook
deze poging om tot vrede te geraken, geen
direct succes had, doet aan de waarde
daarvan niets af.
Zij werd gedaan aan het begin van een
week van groote spanning, waaraan pas
een einde werd gemaakt, toen de minister
president 13 November zijn boven reeds
genoemde radio-rede uitsprak. De aanlei
ding tot de onrust onder ons volk was
tweeërleide verloven van de militairen
werden ingetrokken en allerlei andere maat
regelen in verband met onze verdediging
genomen, terwijl in de buitenlandsche pers
zeer sensationeele berichten verschenen
omtrent troepenconcentraties aan onze
Gen. L H. REYNDERS,
de Opperbevelhebber van Land- en
Zeemacht.
DRIE STATEN VERDWENEN IN 1939.
De landkaart van Europa
heeft in 1939 zeer in
grijpende wijzigingen
ondergaan. De Tsjecho-
slowaaksche staat ver
dween. Het voormalige
Tsjechië werd door Duit
sche troepen bezet en
werd het Duitsche pro
tectoraat Bohemen en
Moravië. Het Slowaak-
sche deel van het land
kreeg de zoo lang be
geerde autonomie en
vormt thans onder lei
ding van mgr. Tisso een
nieuwen staat.
De republiek Polen
onderging hetzelfde lot.
Het Westelijk deel werd
door Duitsche troepen,
het Oostelijk deel door
de Russische legers be
zet. Het centrum van het
land werd een Duitsch
protectoraat met aan het
hoofd den gouverneur-
generaal dr. Frank.
Op den Balkan veroorzaakte Italië in
het voorjaar veel opschudding. Op 7 April
landden Italiaansche troepen op de kust
van het kleine koninkrijk Albanië en bin
nen eenige dagen waren de legertjes van
koning Zogoe overweldigd. Albanië is thans
een integreerend deel van het Italiaansche
imperium geworden.
NOORD
EMENIE
TuRKy*
MAROKKO ALGIERS
Oostgrens en een voorgenomen inval van
Duitschland in Nederland. Bovendien wer
den plotseling alle openbare gebouwen
van bewaking voorzien. Dit alles was aan
leiding tot ontelbare geruchten waarvan
niemand de bron kende, en die wij hier
niet in de herinnering zullen ophalen.
Ook zonder dat wij rechtstreeks in het
conflict betrokken werden, waren de ge
volgen voor ons volk ernstig en werd leed
en rouw gebracht in vele gezinnen. Wij
herinneren aan den ondergang van de „Van
Ewijck", van de „Simon Bolivar" en de
vele andere schepen, die door mijnen of
torpedo's tot zinken werden gebracht. Wij
denken aan degenen van onze gemobili-
seerden, die bij het volbrengen van hun
plicht het leven moesten laten.
Van materieelen aard, maar toch ook
belangrijk was de schade die onze reede-
rijen van den oorlog ondervonden. De
blokkade, door Engeland en Frankrijk tegen
Duitschland afgekondigd, later nog vei"-
scherpt door de contra-blokkade, maakte
de normale scheepvaart bijna onmogelijk.
Onze schepen werden voor onderzoek door
Engeland naar Duins, door Duitschland
naar Warnemünde opgebracht, waar ze
dagen, soms weken, werden vastgehouden.
Zoo lang dit mogelijk is, wenschen wij
buiten den oorlog te blijven. Dat intus-
schen onze onafhankelijkheid met kracht
verdedigd zou worden, indien dit nood
zakelijk zou zijn, staat vast. Vele kunst
schatten zijn in veiligheid gebracht, de
actieve luchtafweer is georganiseerd, de
passieve luchtbescherming bracht in onze
straten en op onze pleinen de schuilplaat
sen tegen gevaar uit de lucht.
Hoewel onze mobilisatie schatten gelds
(ongeveer 1.7 millioer. pci dog) 'verslindt.
en wij in vele opzichten met groote moei
lijkheden hadden te kampen, was in het
afgeloopen jaar de toestand van onze voor
raden zóó, dat slechts in enkele gevallen
tot distributie moest worden overgegaan.
Suiker, erwten en veevoeder vallen onder
deze bepalingen. Het rijverbod, dat voor
eenige Zondagen werd uitgevaardigd ter
besparing van benzine, kon vrij spoedig
reeds weer worden opgeheven, al staat
bmnen afzienbaren tijd ook op dit terrein
distributie te wachten.
NEGENTIGDUIZEND LOTTA'S ZIJN
AANGETREDEN.
Het kleine Finland vindt bij zijn helden-
strijd tegen de Russische horden een
krachtigen steun in de 90.000 „Lotta's",
die onschatbare diensten bewijzen aan de
mannen aan het front.
Zooals Frankrijk zijn Jeanne d'Are heeft
gehad en nog vereert en zooals de Neder
landsche gewesten een Kenau Hasselaar
hebben gekend, zoo bezit ook Finland een
nationale heldinLotta Swaerdt. In den
oorlog tusschen Zweden en Rusland in
1808 streed zij aan de zijde van de Fin
nen, die zich onder de Zweedsche vanen
hadden geschaard. Zfj nam het zwaard
van haar gevallen echtgenoot, luitenant
Swaerdt, op en hielp de Russische indrin
gers verdrijven. Zij werd de nationale hel
din van Finland; en toen ruim 100 jaar
later, in 1918, het kleine Noordsche volk
opnieuw zijn onafhankelijkheid moest ver
dedigen tegen den Russischen geweldenaar,
volgden tal van vrouwen het voorbeek'
van de groote Lotta.