JU
De Internationale toestand
Deze week
Het Portret
r
De Wereld
IN DE AFGELOOPEN WEEK
IN NEDERLAND
V
ItJSmèg
ÊmMmÊl
VAN DE WEEK
IN KAART
De Eerste Lord der Britsche Admi
raliteit, Winston Churchill, heeft
wederom een radiorede gehouden. In
schrille tegenstelling met het hoogst
merkwaardige „praatje bij de haard",
was dit tweede betoog zeer gematigd.
Alleen al reeds het feit, dat Churchill het
niet voor de tweede maal heeft gewaagd
den neutralen ongevraagde adviezen te ver
strekken en aanmerkingen te maken op
hun onzijdigheids- en zelfstandigheidspoli-
tiek, mag men afleiden, dat de storm van
verontwaardiging, verbazing en tegen-cri-
tiek, welke door heel de neutrale pers is
gegaan, niet nagelaten heeft in Engeland en
wel zeer speciaanl in Downingstreet in
druk te maken.
Met geen enkel woord heeft Churchill
zich Zaterdag te Manchester tot de neu
trale mogendheden gewend. Voor de zoo-
veelste maal sedert het uitbreken van den
oorlog vernam de luisterende schare, dat
Engeland nog steeds de wereldzeeën be-
heerscht, dat de convooieering geheel naar
wensch verloopt, dat de import van levens
middelen weinig nadeel ondervindt van den
zee-oorlog en dat de ergste aanvallen van
de Duitsche duikbooten achter den rug zijn.
Het convooi-systeem wordt steeds sneller
en beantwoordt steeds beter aan het doel.
Interessant was het uitvoerige overzicht,
dat Churchill gaf van de organisatie der
Engelsche oorlogsindustrie. Een opmerke
lijk feit, dat niet onvermeld mag blijven, is,
dat Engeland, ondanks den enormen opgang
in de industrieën en de ver doorgevoerde
mobilisatie, nog steeds een millioen drie
honderdduizend werkloozen heeft te onder
houden.
Italianen bombardeeren Kroonstad.
Eenige malen zijn reeds berichten opge
doken over het optreden van Italiaansche
vrijwilligers aan het front in Finland. In
het bijzonder werd de naam der Italianen
genoemd bij verschillende luchtaanvallen
op Russische marine- en vliegtuigbases,
namelijk Kroonstad en Baltiskiport, de
Estlandsche Oostzeehaven. Te Tallinn wer
den al deze geruchten en soms zelfs vrij
positief klinkende berichten categorisch
tegengesproken en zelfs van officieele zijde
gedementeerd.
Thans brengen Italiaansche bladen licht
in de duisternis door te melden, dat de aan
vallende vliegers inderdaad Italiaansche
vrijwilligers zijn geweest. Deze piloten zijn
eerst kort geleden in Finland aangekomen.
Zij schijnen over hypermoderne machines
te beschikken. Nader verluidt, dat ook de
Zweedsche piloten een bijzonder goeden in
druk hebben gemaakt. Zij waren vooral
in het Hooge Noorden zeer actief.
Uit Helsinki wordt gemeld, dat de Rus
sen troepen concentreeren bij het Ladoga-
meer, zoodat men in dezen sector van het
front een nieuw offensief verwacht. Uit
andere berichten blijkt, dat de troepen
welke de Russen thans in den strijd wer
pen, niet meer behooren tot de zoogenaam
de „4e-rangs-infanterie", doch voor het
meerendeel uit goed uitgeruste en goed ge
trainde soldaten bestaan. De aanvallen door
deze troepen ingezet, zijn op een deerlijke
mislukking uitgeloopen. Op alle fronten
hielden de Finnen stand.
Rust in het Westen.
Reeds weken lang heerscht aan het Wes
telijk front men zou haast zeggen een
onheilspellende rust. De legerberichten van
Duitsche en Fransche zijde zijn dagelijks
Na een Russischen luchtaanval op een Fi nsch dorp. Slechts de schoorsteenen steken
nog nit de brandende en rookende puinhoopen overeind.
gelijkluidend, namelijk „Er valt niets te
vermelden" en „Geen bijzondere gebeurte
nissen".
Men vraagt zich thans af, of het bij Rijn,
Moezel, Saar en Nied wel ooit tot een wer-
kelijken slag zal komen en of er geen
mogelijkheden bestaan, dat een der strij
dende partijen met een verrassend snel
strategisch plan uit de bus zal komen. Na
tuurlijk bestaan dergelijke kansen. Frank
rijk en Engeland zullen wellicht overwe
gen, nu zij inzien, dat het niet zoo eenvou
dig is om de wasch te gaan ophangen aan
de „Siegfriedlinie", het slagveld naar
andere oorden te verplaatsen en Duitsch-
land zal op zijn beurt wel het noodige
respect hebben voor de Maginotlinie, zoo
dat ook deze partij genoodzaakt zal zijn
naar andere wegen of middelen te zoeken,
welke de overwnning kunnen brengen.
Zoo is er dus aan het Westelijk front
sprake van een gewapend evenwicht, dat
voorloopig wel niet verstoord zal worden.
Wat gebeurt er in Voor-Azië
Wij spraken hierboven van de mogelijk
heid, dat de oorlogstooneelen naar andere
zones verplaatst zouden worden. In dit ver
band is het dienstig nogmaals te wijzen op
de omvangrijke concentraties van Engel
sche en Fransche koloniale troepen in
Syrië. Ruim 150.000 man zouden, volgens
vrij betrouwbare bronnen, ten Zuiden van
Turkije verzameld zijn en daar onder op
perbevel van den grijzen, Franschen gene
raal Weygand, de komende gebeurtenissen
afwachten. Deze concentratie beteekent in
de eerste plaats natuurlijk een bedreiging
der Zuid-Westelijke grenzen van de
Sovjet-Unie, waar onder meer de zeer rijke
petroleumgebieden van Bakoe en Batoem
liggen. In de tweede plaats zal men bij
eventueele gebeurtenissen op den Balkan
deze zijn overigens niet te verwachten
hiermee rekening moeten houden.
De zonderlinge wereld
Hoe raar de politieke balletjes kunnen
rollen, bleek deze week weer toen bekend
werd, dat Duitschland de handelsbespre
kingen metTurkije hervat had. Men
zal zich herinneren, dat eenige maanden
geleden bij de totstandkoming van den
Bond van Drie (Turkije, Engeland en
Frankrijk) deze besprekingen abrupt wer
den afgebroken. Thans schijnen Ankara en
Berlijn elkander weer op de grillige paden
der handelspolitiek ontmoet te hebben, het
geen bij de geallieerden ongetwijfeld eenige
verbazing zal wekken.
Onrust in Zuid-Afrika.
Uit de schaarsche berichten, die uit het
Zuidelijkste puntje van het Zwarte wereld
deel tot ons doordringen, blijkt, dat het in
Zuid-Afrika broeit. Nog heeft generaal
Smuts in het parlement de meerderheid,
doch steeds sneller groeit de oppositie
tegen zijn beleid. Generaal Hertzog en dr.
Malan hebben hun partijen thans ver-
eenigd en vormen in het parlement een
machtig blok. Het is zelfs niet onwaar
schijnlijk, dat beide volksleiders bij de
aanstaande verkiezingen de meerderheid
zullen behalen, zoodat „Slim Jannie Smuts"
dan gedwongen zal worden om af te
treden.
Alvorens het echter zoover is, kan men
drastische maatregelen van Engelsche zijde
verwachten, daar zoowel Hertzog als Malan
voorstanders zijn van een republikeinsch
Zuid-Afrika, gescheiden van de Britsche
Kroon.
Geen nachtelijk grensverkeer.
Sedert eenigen tijd heeft Duitschland,
tcoals men weet, na 8 uur 's avonds tot
7 uur 's morgens de grens met ons land
gesloten voor alle verkeer, behalve spoor
wegverkeer. In verband daarmede heeft
nu ook de Nederlandsche regeering beslo
ten, de grenskantoren aan deze zijde, ge
legen aan de landwegen, met ingang van
12 Februari a.s. van 8 uur 's avonds tot
6 uur 's morgens gesloten te houden. De
Blagboomen op deze wegen aangebracht en
later ook die, welke er nog bij zullen
komen, worden tusschen de genoemde uren
niet geopend, behalve dan voor het spoor
wegverkeer. Er zal dus voortaan langs de
landwegen naar Duitschland geen nachte
lijk grensverkeer meer zijn.
De „Mamura" beschadigd.
Een nieuw slachtoffer maakte de oorlog
deze week onder de Nederlandsche koop
vaardijvloot. Het motortankschip „Mamu
ra", 8245 ton groot, eigendom van een der
dochtermaatschappijen van de Koninklijke,
werd buiten Duins door een explosie ge
troffen. Of de oorzaak een mijn, dan wel
een torpedo was, staat nog niet vast. Het
schip werd beschadigd, doch kon op eigen
kracht naar Duins doorvaren. Latere be
richten spraken het vermoeden uit, dat het
schip, dat op weg was van Curagao naar
Rotterdam, op een mijn was gestooten.
Weer een kustvaartuig op een mijn.
Nog een tweede schip had het deze week
met de mijnen te kwaad. Het kwam er
minder fortuinlijk af dan de „Mamura",
waarvan slechts het anker werd afgerukt,
terwijl het schip volkomen onbeschadigd
bleef, maar toch is het gelukkig nog niet
verloren. Het was het 299 br. ton metende
B.s. „Nora", dat aan de Zuidoostkust van
Engeland op een mijn liep, doch ondanks
de ernstige averij die het daarbij opliep,
pog op het strand gezet kon worden. Dit is
DE DROEVE LIJST VAN DEZE
WEEK.
Onderstaande schepen vonden de
afgeloopen week een graf in de
golven
„Exmouth" 1475 t., torpedoj., Britsch.
„Baltanglia", 1523 t., vrachtsch., Br.
„Pluto", 1598 t., vrachtsch., Noorsch.
„Sydfold", 2433 t., vr.sch., Noorsch.
„Parkhill", 600 t., vrachtsch., Britsch.
„Newhaven", 300 t., trawler, Br.
„Meuse", vrachtschip, Belgisch.
„Gudveid", 1300 t., vr.sch., Deensch,
„Songa", vrachtschip, Noorsch.
„Nora", 299 t., vrachtschip, Nederl.
(niet gezonken).
„Tautmila", 3724 t., vr.sch., Letsch.
„England", 2319 t., vr.schip, Deensch.
„Faro", 844 t., vr.schip, Noorsch.
„Hosanger", 1591 t., vr.sch., Noorsch.
„L'Alsacien", 3319 t., vr.sch., Fransch
„Tourny", 2769 t., vr.schip, Fransch.
Voorts zfjn op de Noordzee twaalf
Britsche koopvaardijschepen aange
vallen. Nadere bijzonderheden over
hun lot ontbreken.
het derde Nederlandsche kustvaartuig, dat
in dezen oorlog het slachtoffer van het
mijnengevaar werd. Later is het schip bij
hoog water afgedreven en doordat de ach
tersteven vernield was, half gezonken,
doch ten tweede male kon het naar de kust
worden gesleept. Van de bemanning is bij
deze ramp niemand omgekomen of gewond.
De rede van minister Van Kleffens.
Bij de behandeling van de begrooting
van Buitenlandsche Zaken in de Tweede
Kamer heeft minister Van Kleffens een
groote rede uitgesproken, die belangrijk
was, omdat daarin krachtig stelling werd
genomen tegen verschillende in het buiten
land heerschende opvattingen ten aanzien
van ons land. Met groote beslistheid kwam
de minister op tegen de van buitenland
sche zijde geuite bewering, dat de Neder
landsche regeering niet zelfstandig handelt
en niet straf genoeg optreedt tegen inbreu
ken op onze neutraliteit. Het tegendeel is
waar en zelfs gaat de regeering zoover, dat
zij, zoodra zij kennis krijgt van voornemens
van oorlogvoerende regeeringen, welke haar
strijdig voorkomen met 's lands rechten of
wettige belangen, niet nalaat terstond een
waarschuwend geluid te doen hooren, op
dat haar naderhand niet kan worden ver
weten, niet tijdig bezwaren te hebben voor
gedragen. Dat Nederland buiten den oor
log blijft, noemde de minister niet alleen
landsbelang, maar Europeesch belang. Dit
doet echter niets af aan onze vastbesloten
heid ons tegen een eventueele aantasting
van onze onafhankelijkheid met de wape
nen te verweren. Dat Nederland zijn on
afhankelijkheid wel degelijk waard is, daar
het een gezonde, levenskrachtige natie
vormt in sommige buitenlandsche krin
gen is in den laatsten tijd het tegendeel
beweerd verdedigde de minister met te
wijzen op onzen ondernemingsgeest en onze
werkzaamheid, onze vooruitstrevendheid
op het gebied van wetenschap en kunst, op
verschilende groote werken (de inpolde
ring der Zuiderzee o.m.), die een klein land
als het onze tot stand heeft gebracht. Ter
leering van het buitenland haalde minister
Van Kleffens in dit verband nog enkele
treffende feiten aan. Onze bevolkings
dichtheid is grooter dan die van Frankrijk,
Duitschland en Engeland, n.1. 618 menschen
per vierkante mijl. Het kleine Nederland
moet 8.5 millioen menschen voeden op een
oppervlakte, die slechts 4 millioen in het
leven kan houden. Dat wij tot dit „kunst
stuk", zooals de minister het terecht noem
de, in staat zijn, danken wij aan onzen
handel, aan onze scheepvaart, aan onze
rol van middelaar tusschen de volken. Het
is noodig, dat het buitenland beter gaat in
zien, dat deze dingen inderdaad voor ons
land een levensbelang zijn, opdat de oor
logvoerenden in hun onderlinge bestrijding
er niet toe over zullen gaan, ons in die be
langen doodelijk te treffen;< „Wij moeten
varen, wij moeten handel drijven, wij moe
ten anderen diensten bewijzen", dat is
als het ware het parool, door minister Van
Kleffens voor de naaste toekomst uitge
geven. Dat de oorlogvoerenden met die
noodzaak rekening mogen houden
Het Leeningsfonds.
Na herhaalde aankondiging is thans bij
de Tweede Kamer het wetsontwerp tot in
stelling van een Leeningsfonds ingediend.
De buitengewone uitgaven, waartoe de oor
logstoestand de regeering verplicht, kunnen
niet uit de gewone middelen worden be
streden. Hiertoe zal het Leeningsfonds
moeten dienen. Zooals men weet, zullen de
middelen van het fonds in de eerste plaats
gevonden worden uit de baten, verkregen
door de herwaardeering van het goud der
Nederlandsche Bank; verder uit de op
brengst van niet meer benoodigde en daar
om verkochte uitrustingstukken en ten slotte
nog uit de opbrengst van de in voorberei
ding zijnde oorlogswinstbelasting. Het dan
nog bestaande tekort zal bestreden worden
uit de opbrengst van af te sluiten geldlee-
ningen, terwijl verder nog gedacht wordt
aan heffingen, ter nadere regeling waarvan
een wetsontwerp zal worden ingediend.
Regeling der werkloosheidsverzekering.
In zijn Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer op de begrooting van Sociale
Zaken kondigde minister Van den Tempel
een wettelijke regeling der werkloosheids
verzekering aan. De minister acht het
daarom niet noodig in te gaan op de be
zwaren tegen den huidigen vorm van werk
loosheidsverzekering. Aan de noodzakelijk
heid van verhooging van het subsidie voor
de werkloozenkassen, gelooft de minister
blijkens deze Memorie niet. Het thans daar
voor uitgetrokken bedrag lijkt hem vol
doende. Wanneer besturen van werkloo
zenkassen thans tot verhooging van uit-
keeringen zouden willen overgaan, zou dit
leiden tot verhooging van de bijdragen
voor de werkloozenkassen. Indien daartoe
wordt overgegaan, zal de vraag, of in ver
band daarmede verhooging van den desbe-
treffenden begrootingspost noodig is, nader
onder de oogen kunnen worden gezien.
„De Hooge Vuursche" afgebrand.
Een geweldige brand, waarvan de blus-
sching door de strenge vorst bovendien
zeer werd bemoeilijkt, riep Vrijdagnacht de
gezamenlijke brandweren van Baarn en
Hilversum in het geweer. Het bekende
kasteel „De Hooge Vuursche" stond in
vlammen en brandde, op enkele vertrek
ken na, geheel uit. Persoonlijke ongevallen
deden zich niet voor.
PRINSESJES-VERJAARDAG.
Ons Prinsesje viert haar tweeden ver
jaardag; dodi op verzoek van haar Ouders
gaat deze dag voorbij zonder openbare
feestelijkheden. En inderdaad, onder de ge
geven omstandigheden is dit het beste.
Doch ook zonder openlijk vertoon is ons
hart bij de aanvallige kleine Prinses, die
zich nog niet bewust is van den ernst des
levens. En gelukkigDat stelt haar ten
minste in staat, als een echt kind te ge
nieten, vroolijk en onbezorgd.
Zij is in ons midden, zoo klein zij is,
reeds een populaire figuur geworden. Wij
hebben haar kunnen bewonderen en toe
juichen op d& film, wij zien haar op tal
rijke foto's, waarvan zeker een van de
aardigste die is, waar wij haar zien in de
arreslede met Prinses Juliana en Koningin
Wilhelmina. Wij kunnen ons vorstellen,
wat een pret zij zal hebben gehad over de
rinkelende bellen van de paarden, over het
zachte voortglijden door de blanke sneeuw.
Een heerlijke, onbezorgde jeugd dat
is het beste en het schoonste, wat wij kun
nen toewenschen aan ons prinsenkind, dat
thans haar tweeden verjaardag viert. Want
daarvan hangt veel af van de vorming
van de Beatrix, die een later geslacht mis
schien eenmaal zal begroeten als heersche-
res over het Koninkrijk der Nederlanden.
Onze hoop op betere en gelukkiger tijden
blijft. Eenmaal zal toch weder de oorlogs
vlam dooven en de wereld zich herstellen
van de wonden, die haar op dit oogenblik
worden geslagen. Dan zal ons niet meer de
kans boven het hoofd hangen, als een
zwaard van Damocles, dat wij in den strijd
der volkeren zullen worden betrokken en
dat de Oranjezon zal worden verduisterd
door wolken van kruitdamp.
Neen, dat moge de kleine Beatrix en ons
volk bespaard blijven. Omringd door de
zorgen van een teedere moeder, een lief
hebbenden vader, een wijze en lieftallige
grootmoeder moge zij verder opgroeien als
een frissche loot aan den ouden Oranje
stam, als een ware gelukbrengster voor ons
volle.
Ondanks den druk der tijden, ondanks
koude en oorlog, viert het Nederlandsche
volk dezen tweeden verjaardag van zijn
kleine Prinses in gedachten mede met het
Koninklijk gezin. Al is er geen uiterlijk
vertoon, de warmte van onze gelukwen-
schen is er niet minder om. En wij troos
ten ons met de gedachte, dat deze verjaar
dag naar wij hopen gevolgd zal worden
door vele, vele andere, onder gelukikger
omstandigheden.
Achter de wolken schijnt de zon en
zij zal eenmaal weder doorbreken, om een
wereld te aanschouwen, waar niet het
krijgsrumoer overheerscht, doch waar de
volken rust en vrede zullen kennen, de
grondslagen van het ware geluk. Wij heb
ben de pogingen toegejuicht die onze ge
liefde Vorstin, Koningin Wilhelmina, daar
toe heeft aangewend en onze vurigste
wensch is, dat deze vruchten zullen dragen
voordat het te laat is.
Eenmaal zal Prinses Beatrix trotsch zijn
op het bezit van een Grootmoeder, die de
wereld de Moreele Herbewapening heeft
voorgehouden als het zekerste middel, om
voorgoed een halt toe te roepen aan den
jammerlijken chaos, die de wereld dreigt
te overweldigen. Zij is het, die op deze
wijze het zaad heeft uitgestrooid voor een
gelukkiger samenleving.
Op dezen verjaardag van Prinses Bea-
trix uiten wij van harte den, wensch. dat
ADMIRAAL JONAI.
De nieuwe Japansche minister
president, admiraal Jonai, die enkele
weken geleden Abe opvolgde, is
eigenlijk een buitenbeentje. In
Japansche marinekringen was men
tot nu toe steeds voorstander van het
onderhouden van goede betrekkingen
met Engeland en de Vereenigde Sta
ten. Jonai is nu wel niet direct een
tegenstander, doch hij heeft op het
oogenblik toch meer belangstelling
voor de Aziatische vraagstukken.
De nieuwe premier behoort tot de
radicale groep en staat in Engelsche
diplomatieke kringen niet bepaald
gunstig aangeschreven. Zijn politiek
is gebaseerd op toenadering tot Rus
land en op expansie naar het Zuiden,
dat wil dus zeggen voortzetting van
de „expeditie" in China, zoolang niet
op andere wijze een overeenstem
ming wordt bereikt. De toenadering
tot Rusland is ons de laatste weken
reeds gebleken uit de verschillende
besprekingen. Het gevolg hiervan zal
natuurlijk zijn, dat Japan zich niet
verder in de richting van het Baikal-
meer zal bewegen, zoodat de Ooste
lijke grenzen van Aziatisch Rusland
van een onaangenamen druk bevrijd
zullen worden.
het haar gegeven moge zijn, die gelukkiger
Winston Churchill bij een van zijn bezoeken
aan Frankrijk in gesprek met eenige offi
cieren van den Franschen generalen staf.
DUITSCHLANDS ACHTERLAND.
In de eerste phase van den oorlog heeft
Duitschland het eerste doel in drie weken
tijds bereikt. Wilde het Derde Rijk name-
diverse staten in Zuid-Oost en Zuid-Europa
is het Duitschland thans gelukt den oorlog
terug te brengen tot een één-frontoorlog.
Op bijgaand kaartje ziet men alle
spoorwegverbindingen door Polen naar
Rusland en naar den Balkan. Aansluitend
bij dit spoorwegnet zal een uitgebreid
kanalennet worden aangelegd. Onder meer
staat een groot kanaal van de Zwarte Zee
naar de Oostzee op het programma.
leningrad
LiRENSOVLRGANGEN WR H£T SP00RWL6.
VLRXEER- DUITSCHLAND - SOVJET-Rujianr
voouNAAMtrt spoorwc&en l
Russische grins.
■'V.OAu&AvPieiSgs
ZEN MAN ANDERE LAN-
Siauliai
Kilometer
K3un d
STt/U't
omet Koersh
Utovvsk
\S,ed'ctkJ
KHAKAU
C I V^NowoZagc
xBoeda
e n ne
naar Boektret*
*J$èEoSLAYiË/*x NBar-Beldrecfo
lijk eenige kans maken, dan was het ook
absoluut noodzakelijk, dat het zijn tegen
standers de mogelijkheid om Duitschland
te omsingelen ontnam.
Door de overweldiging van Polen, de
vriendschappelijke verhouding met de
Sovjet-Unie en door de handelsrelaties met
Hoewel het ondoenlijk is om import en
export over de zeewegen te vervangen door
goederenvervoer over land, beteekent de
handelsvrijheid, welke Duitschland zich in
Oost- en Zuid-Oost-Europa heeft veroverd,
toch een zeer belangrijke versterking van
zijn oorlogseconomie.
HET DORP DER BLINDE MENSCHEN.
In opdracht van de Mexicaansche regee
ring heeft de Medische Club van Mexico
een expeditie uitgerust met het doel in het
binnenland een onderzoek te gaan instel
len naar het geheim van Tiltepee. Deze
Indiaansche nederzetting, welke in het
hartje der Mexicaansche oerwouden is ge
legen, bewaart een even groot als tragisch
geheim.
De bewoners van Tiltepee zijn een tak
van het eens zoo beschaafde Maya-volk.
Alle levende wezens van het dorp men
schen zoowel als huisdieren missen het
gezichtsvermogen, doch zij zijn desalniet
temin in staat met verbluffende zekerheid
hun weg door het dichte oerwoud te vin
den. Toen de onderzoekers het dorp be
traden, geloofden zij hun oogen eerst niet.
Zij zagen een vrij drukke dorpsstraat,
waarin de menschen zich allen tastend,
doch zeer snel bewogen. De pupillen van
hun oogen waren wit. Natuurlijk heeft men
getracht het raadsel van deze algemeene
blindheid te ontsluieren. Het is echter nog
steeds niet gelukt. Wel vond men in het
bindvlies van eenige Indianen kleine
wormpjes, doch deze kunnen niet de oor
zaak van de ziekte zijn.
AMERIKA „ZWEMT" IN HET GOUD.
De Vereenigde Staten leveren het bewijs,
dat geld niet altijd geluk brengt. Integen
deel, het feit, dat 75 van al het goud,
dat op de wereld in omloop is, zijn weg
heeft gevonden naar de Vereenigde Staten,
baart in financieele kringen buitengewone
zorg. Sedert de Amerikaansche dollar zes
jaar geleden werd gestabiliseerd, is de
goudvoorraad in de Vereenigde Staten met
elf milliard dollar toegenomen. De goud
schat bedraagt thans niet minder dan bijna
achttien milliard dollar, d.w.z. meer dan
drie kwart van den geheelen zichtbaren
goudvoorraad der wereld. De toestand
wordt in financieele kringen met bezorgd
heid gadegeslagen. Nog zeer onlangs heb
ben de presidenten van de grootste twee
Amerikaansche banken bij gelegenheid
van de algemeene vergadering van hun
instellingen gewezen op de gevaren, ver
bonden aan deze ongehoorde opeenhooping
van goud in de kelders der banken.