JU De Internationale toestand Deze week Het Portret r De Wereld IN DE AFGELOOPEN WEEK IN NEDERLAND V ItJSmèg ÊmMmÊl VAN DE WEEK IN KAART De Eerste Lord der Britsche Admi raliteit, Winston Churchill, heeft wederom een radiorede gehouden. In schrille tegenstelling met het hoogst merkwaardige „praatje bij de haard", was dit tweede betoog zeer gematigd. Alleen al reeds het feit, dat Churchill het niet voor de tweede maal heeft gewaagd den neutralen ongevraagde adviezen te ver strekken en aanmerkingen te maken op hun onzijdigheids- en zelfstandigheidspoli- tiek, mag men afleiden, dat de storm van verontwaardiging, verbazing en tegen-cri- tiek, welke door heel de neutrale pers is gegaan, niet nagelaten heeft in Engeland en wel zeer speciaanl in Downingstreet in druk te maken. Met geen enkel woord heeft Churchill zich Zaterdag te Manchester tot de neu trale mogendheden gewend. Voor de zoo- veelste maal sedert het uitbreken van den oorlog vernam de luisterende schare, dat Engeland nog steeds de wereldzeeën be- heerscht, dat de convooieering geheel naar wensch verloopt, dat de import van levens middelen weinig nadeel ondervindt van den zee-oorlog en dat de ergste aanvallen van de Duitsche duikbooten achter den rug zijn. Het convooi-systeem wordt steeds sneller en beantwoordt steeds beter aan het doel. Interessant was het uitvoerige overzicht, dat Churchill gaf van de organisatie der Engelsche oorlogsindustrie. Een opmerke lijk feit, dat niet onvermeld mag blijven, is, dat Engeland, ondanks den enormen opgang in de industrieën en de ver doorgevoerde mobilisatie, nog steeds een millioen drie honderdduizend werkloozen heeft te onder houden. Italianen bombardeeren Kroonstad. Eenige malen zijn reeds berichten opge doken over het optreden van Italiaansche vrijwilligers aan het front in Finland. In het bijzonder werd de naam der Italianen genoemd bij verschillende luchtaanvallen op Russische marine- en vliegtuigbases, namelijk Kroonstad en Baltiskiport, de Estlandsche Oostzeehaven. Te Tallinn wer den al deze geruchten en soms zelfs vrij positief klinkende berichten categorisch tegengesproken en zelfs van officieele zijde gedementeerd. Thans brengen Italiaansche bladen licht in de duisternis door te melden, dat de aan vallende vliegers inderdaad Italiaansche vrijwilligers zijn geweest. Deze piloten zijn eerst kort geleden in Finland aangekomen. Zij schijnen over hypermoderne machines te beschikken. Nader verluidt, dat ook de Zweedsche piloten een bijzonder goeden in druk hebben gemaakt. Zij waren vooral in het Hooge Noorden zeer actief. Uit Helsinki wordt gemeld, dat de Rus sen troepen concentreeren bij het Ladoga- meer, zoodat men in dezen sector van het front een nieuw offensief verwacht. Uit andere berichten blijkt, dat de troepen welke de Russen thans in den strijd wer pen, niet meer behooren tot de zoogenaam de „4e-rangs-infanterie", doch voor het meerendeel uit goed uitgeruste en goed ge trainde soldaten bestaan. De aanvallen door deze troepen ingezet, zijn op een deerlijke mislukking uitgeloopen. Op alle fronten hielden de Finnen stand. Rust in het Westen. Reeds weken lang heerscht aan het Wes telijk front men zou haast zeggen een onheilspellende rust. De legerberichten van Duitsche en Fransche zijde zijn dagelijks Na een Russischen luchtaanval op een Fi nsch dorp. Slechts de schoorsteenen steken nog nit de brandende en rookende puinhoopen overeind. gelijkluidend, namelijk „Er valt niets te vermelden" en „Geen bijzondere gebeurte nissen". Men vraagt zich thans af, of het bij Rijn, Moezel, Saar en Nied wel ooit tot een wer- kelijken slag zal komen en of er geen mogelijkheden bestaan, dat een der strij dende partijen met een verrassend snel strategisch plan uit de bus zal komen. Na tuurlijk bestaan dergelijke kansen. Frank rijk en Engeland zullen wellicht overwe gen, nu zij inzien, dat het niet zoo eenvou dig is om de wasch te gaan ophangen aan de „Siegfriedlinie", het slagveld naar andere oorden te verplaatsen en Duitsch- land zal op zijn beurt wel het noodige respect hebben voor de Maginotlinie, zoo dat ook deze partij genoodzaakt zal zijn naar andere wegen of middelen te zoeken, welke de overwnning kunnen brengen. Zoo is er dus aan het Westelijk front sprake van een gewapend evenwicht, dat voorloopig wel niet verstoord zal worden. Wat gebeurt er in Voor-Azië Wij spraken hierboven van de mogelijk heid, dat de oorlogstooneelen naar andere zones verplaatst zouden worden. In dit ver band is het dienstig nogmaals te wijzen op de omvangrijke concentraties van Engel sche en Fransche koloniale troepen in Syrië. Ruim 150.000 man zouden, volgens vrij betrouwbare bronnen, ten Zuiden van Turkije verzameld zijn en daar onder op perbevel van den grijzen, Franschen gene raal Weygand, de komende gebeurtenissen afwachten. Deze concentratie beteekent in de eerste plaats natuurlijk een bedreiging der Zuid-Westelijke grenzen van de Sovjet-Unie, waar onder meer de zeer rijke petroleumgebieden van Bakoe en Batoem liggen. In de tweede plaats zal men bij eventueele gebeurtenissen op den Balkan deze zijn overigens niet te verwachten hiermee rekening moeten houden. De zonderlinge wereld Hoe raar de politieke balletjes kunnen rollen, bleek deze week weer toen bekend werd, dat Duitschland de handelsbespre kingen metTurkije hervat had. Men zal zich herinneren, dat eenige maanden geleden bij de totstandkoming van den Bond van Drie (Turkije, Engeland en Frankrijk) deze besprekingen abrupt wer den afgebroken. Thans schijnen Ankara en Berlijn elkander weer op de grillige paden der handelspolitiek ontmoet te hebben, het geen bij de geallieerden ongetwijfeld eenige verbazing zal wekken. Onrust in Zuid-Afrika. Uit de schaarsche berichten, die uit het Zuidelijkste puntje van het Zwarte wereld deel tot ons doordringen, blijkt, dat het in Zuid-Afrika broeit. Nog heeft generaal Smuts in het parlement de meerderheid, doch steeds sneller groeit de oppositie tegen zijn beleid. Generaal Hertzog en dr. Malan hebben hun partijen thans ver- eenigd en vormen in het parlement een machtig blok. Het is zelfs niet onwaar schijnlijk, dat beide volksleiders bij de aanstaande verkiezingen de meerderheid zullen behalen, zoodat „Slim Jannie Smuts" dan gedwongen zal worden om af te treden. Alvorens het echter zoover is, kan men drastische maatregelen van Engelsche zijde verwachten, daar zoowel Hertzog als Malan voorstanders zijn van een republikeinsch Zuid-Afrika, gescheiden van de Britsche Kroon. Geen nachtelijk grensverkeer. Sedert eenigen tijd heeft Duitschland, tcoals men weet, na 8 uur 's avonds tot 7 uur 's morgens de grens met ons land gesloten voor alle verkeer, behalve spoor wegverkeer. In verband daarmede heeft nu ook de Nederlandsche regeering beslo ten, de grenskantoren aan deze zijde, ge legen aan de landwegen, met ingang van 12 Februari a.s. van 8 uur 's avonds tot 6 uur 's morgens gesloten te houden. De Blagboomen op deze wegen aangebracht en later ook die, welke er nog bij zullen komen, worden tusschen de genoemde uren niet geopend, behalve dan voor het spoor wegverkeer. Er zal dus voortaan langs de landwegen naar Duitschland geen nachte lijk grensverkeer meer zijn. De „Mamura" beschadigd. Een nieuw slachtoffer maakte de oorlog deze week onder de Nederlandsche koop vaardijvloot. Het motortankschip „Mamu ra", 8245 ton groot, eigendom van een der dochtermaatschappijen van de Koninklijke, werd buiten Duins door een explosie ge troffen. Of de oorzaak een mijn, dan wel een torpedo was, staat nog niet vast. Het schip werd beschadigd, doch kon op eigen kracht naar Duins doorvaren. Latere be richten spraken het vermoeden uit, dat het schip, dat op weg was van Curagao naar Rotterdam, op een mijn was gestooten. Weer een kustvaartuig op een mijn. Nog een tweede schip had het deze week met de mijnen te kwaad. Het kwam er minder fortuinlijk af dan de „Mamura", waarvan slechts het anker werd afgerukt, terwijl het schip volkomen onbeschadigd bleef, maar toch is het gelukkig nog niet verloren. Het was het 299 br. ton metende B.s. „Nora", dat aan de Zuidoostkust van Engeland op een mijn liep, doch ondanks de ernstige averij die het daarbij opliep, pog op het strand gezet kon worden. Dit is DE DROEVE LIJST VAN DEZE WEEK. Onderstaande schepen vonden de afgeloopen week een graf in de golven „Exmouth" 1475 t., torpedoj., Britsch. „Baltanglia", 1523 t., vrachtsch., Br. „Pluto", 1598 t., vrachtsch., Noorsch. „Sydfold", 2433 t., vr.sch., Noorsch. „Parkhill", 600 t., vrachtsch., Britsch. „Newhaven", 300 t., trawler, Br. „Meuse", vrachtschip, Belgisch. „Gudveid", 1300 t., vr.sch., Deensch, „Songa", vrachtschip, Noorsch. „Nora", 299 t., vrachtschip, Nederl. (niet gezonken). „Tautmila", 3724 t., vr.sch., Letsch. „England", 2319 t., vr.schip, Deensch. „Faro", 844 t., vr.schip, Noorsch. „Hosanger", 1591 t., vr.sch., Noorsch. „L'Alsacien", 3319 t., vr.sch., Fransch „Tourny", 2769 t., vr.schip, Fransch. Voorts zfjn op de Noordzee twaalf Britsche koopvaardijschepen aange vallen. Nadere bijzonderheden over hun lot ontbreken. het derde Nederlandsche kustvaartuig, dat in dezen oorlog het slachtoffer van het mijnengevaar werd. Later is het schip bij hoog water afgedreven en doordat de ach tersteven vernield was, half gezonken, doch ten tweede male kon het naar de kust worden gesleept. Van de bemanning is bij deze ramp niemand omgekomen of gewond. De rede van minister Van Kleffens. Bij de behandeling van de begrooting van Buitenlandsche Zaken in de Tweede Kamer heeft minister Van Kleffens een groote rede uitgesproken, die belangrijk was, omdat daarin krachtig stelling werd genomen tegen verschillende in het buiten land heerschende opvattingen ten aanzien van ons land. Met groote beslistheid kwam de minister op tegen de van buitenland sche zijde geuite bewering, dat de Neder landsche regeering niet zelfstandig handelt en niet straf genoeg optreedt tegen inbreu ken op onze neutraliteit. Het tegendeel is waar en zelfs gaat de regeering zoover, dat zij, zoodra zij kennis krijgt van voornemens van oorlogvoerende regeeringen, welke haar strijdig voorkomen met 's lands rechten of wettige belangen, niet nalaat terstond een waarschuwend geluid te doen hooren, op dat haar naderhand niet kan worden ver weten, niet tijdig bezwaren te hebben voor gedragen. Dat Nederland buiten den oor log blijft, noemde de minister niet alleen landsbelang, maar Europeesch belang. Dit doet echter niets af aan onze vastbesloten heid ons tegen een eventueele aantasting van onze onafhankelijkheid met de wape nen te verweren. Dat Nederland zijn on afhankelijkheid wel degelijk waard is, daar het een gezonde, levenskrachtige natie vormt in sommige buitenlandsche krin gen is in den laatsten tijd het tegendeel beweerd verdedigde de minister met te wijzen op onzen ondernemingsgeest en onze werkzaamheid, onze vooruitstrevendheid op het gebied van wetenschap en kunst, op verschilende groote werken (de inpolde ring der Zuiderzee o.m.), die een klein land als het onze tot stand heeft gebracht. Ter leering van het buitenland haalde minister Van Kleffens in dit verband nog enkele treffende feiten aan. Onze bevolkings dichtheid is grooter dan die van Frankrijk, Duitschland en Engeland, n.1. 618 menschen per vierkante mijl. Het kleine Nederland moet 8.5 millioen menschen voeden op een oppervlakte, die slechts 4 millioen in het leven kan houden. Dat wij tot dit „kunst stuk", zooals de minister het terecht noem de, in staat zijn, danken wij aan onzen handel, aan onze scheepvaart, aan onze rol van middelaar tusschen de volken. Het is noodig, dat het buitenland beter gaat in zien, dat deze dingen inderdaad voor ons land een levensbelang zijn, opdat de oor logvoerenden in hun onderlinge bestrijding er niet toe over zullen gaan, ons in die be langen doodelijk te treffen;< „Wij moeten varen, wij moeten handel drijven, wij moe ten anderen diensten bewijzen", dat is als het ware het parool, door minister Van Kleffens voor de naaste toekomst uitge geven. Dat de oorlogvoerenden met die noodzaak rekening mogen houden Het Leeningsfonds. Na herhaalde aankondiging is thans bij de Tweede Kamer het wetsontwerp tot in stelling van een Leeningsfonds ingediend. De buitengewone uitgaven, waartoe de oor logstoestand de regeering verplicht, kunnen niet uit de gewone middelen worden be streden. Hiertoe zal het Leeningsfonds moeten dienen. Zooals men weet, zullen de middelen van het fonds in de eerste plaats gevonden worden uit de baten, verkregen door de herwaardeering van het goud der Nederlandsche Bank; verder uit de op brengst van niet meer benoodigde en daar om verkochte uitrustingstukken en ten slotte nog uit de opbrengst van de in voorberei ding zijnde oorlogswinstbelasting. Het dan nog bestaande tekort zal bestreden worden uit de opbrengst van af te sluiten geldlee- ningen, terwijl verder nog gedacht wordt aan heffingen, ter nadere regeling waarvan een wetsontwerp zal worden ingediend. Regeling der werkloosheidsverzekering. In zijn Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer op de begrooting van Sociale Zaken kondigde minister Van den Tempel een wettelijke regeling der werkloosheids verzekering aan. De minister acht het daarom niet noodig in te gaan op de be zwaren tegen den huidigen vorm van werk loosheidsverzekering. Aan de noodzakelijk heid van verhooging van het subsidie voor de werkloozenkassen, gelooft de minister blijkens deze Memorie niet. Het thans daar voor uitgetrokken bedrag lijkt hem vol doende. Wanneer besturen van werkloo zenkassen thans tot verhooging van uit- keeringen zouden willen overgaan, zou dit leiden tot verhooging van de bijdragen voor de werkloozenkassen. Indien daartoe wordt overgegaan, zal de vraag, of in ver band daarmede verhooging van den desbe- treffenden begrootingspost noodig is, nader onder de oogen kunnen worden gezien. „De Hooge Vuursche" afgebrand. Een geweldige brand, waarvan de blus- sching door de strenge vorst bovendien zeer werd bemoeilijkt, riep Vrijdagnacht de gezamenlijke brandweren van Baarn en Hilversum in het geweer. Het bekende kasteel „De Hooge Vuursche" stond in vlammen en brandde, op enkele vertrek ken na, geheel uit. Persoonlijke ongevallen deden zich niet voor. PRINSESJES-VERJAARDAG. Ons Prinsesje viert haar tweeden ver jaardag; dodi op verzoek van haar Ouders gaat deze dag voorbij zonder openbare feestelijkheden. En inderdaad, onder de ge geven omstandigheden is dit het beste. Doch ook zonder openlijk vertoon is ons hart bij de aanvallige kleine Prinses, die zich nog niet bewust is van den ernst des levens. En gelukkigDat stelt haar ten minste in staat, als een echt kind te ge nieten, vroolijk en onbezorgd. Zij is in ons midden, zoo klein zij is, reeds een populaire figuur geworden. Wij hebben haar kunnen bewonderen en toe juichen op d& film, wij zien haar op tal rijke foto's, waarvan zeker een van de aardigste die is, waar wij haar zien in de arreslede met Prinses Juliana en Koningin Wilhelmina. Wij kunnen ons vorstellen, wat een pret zij zal hebben gehad over de rinkelende bellen van de paarden, over het zachte voortglijden door de blanke sneeuw. Een heerlijke, onbezorgde jeugd dat is het beste en het schoonste, wat wij kun nen toewenschen aan ons prinsenkind, dat thans haar tweeden verjaardag viert. Want daarvan hangt veel af van de vorming van de Beatrix, die een later geslacht mis schien eenmaal zal begroeten als heersche- res over het Koninkrijk der Nederlanden. Onze hoop op betere en gelukkiger tijden blijft. Eenmaal zal toch weder de oorlogs vlam dooven en de wereld zich herstellen van de wonden, die haar op dit oogenblik worden geslagen. Dan zal ons niet meer de kans boven het hoofd hangen, als een zwaard van Damocles, dat wij in den strijd der volkeren zullen worden betrokken en dat de Oranjezon zal worden verduisterd door wolken van kruitdamp. Neen, dat moge de kleine Beatrix en ons volk bespaard blijven. Omringd door de zorgen van een teedere moeder, een lief hebbenden vader, een wijze en lieftallige grootmoeder moge zij verder opgroeien als een frissche loot aan den ouden Oranje stam, als een ware gelukbrengster voor ons volle. Ondanks den druk der tijden, ondanks koude en oorlog, viert het Nederlandsche volk dezen tweeden verjaardag van zijn kleine Prinses in gedachten mede met het Koninklijk gezin. Al is er geen uiterlijk vertoon, de warmte van onze gelukwen- schen is er niet minder om. En wij troos ten ons met de gedachte, dat deze verjaar dag naar wij hopen gevolgd zal worden door vele, vele andere, onder gelukikger omstandigheden. Achter de wolken schijnt de zon en zij zal eenmaal weder doorbreken, om een wereld te aanschouwen, waar niet het krijgsrumoer overheerscht, doch waar de volken rust en vrede zullen kennen, de grondslagen van het ware geluk. Wij heb ben de pogingen toegejuicht die onze ge liefde Vorstin, Koningin Wilhelmina, daar toe heeft aangewend en onze vurigste wensch is, dat deze vruchten zullen dragen voordat het te laat is. Eenmaal zal Prinses Beatrix trotsch zijn op het bezit van een Grootmoeder, die de wereld de Moreele Herbewapening heeft voorgehouden als het zekerste middel, om voorgoed een halt toe te roepen aan den jammerlijken chaos, die de wereld dreigt te overweldigen. Zij is het, die op deze wijze het zaad heeft uitgestrooid voor een gelukkiger samenleving. Op dezen verjaardag van Prinses Bea- trix uiten wij van harte den, wensch. dat ADMIRAAL JONAI. De nieuwe Japansche minister president, admiraal Jonai, die enkele weken geleden Abe opvolgde, is eigenlijk een buitenbeentje. In Japansche marinekringen was men tot nu toe steeds voorstander van het onderhouden van goede betrekkingen met Engeland en de Vereenigde Sta ten. Jonai is nu wel niet direct een tegenstander, doch hij heeft op het oogenblik toch meer belangstelling voor de Aziatische vraagstukken. De nieuwe premier behoort tot de radicale groep en staat in Engelsche diplomatieke kringen niet bepaald gunstig aangeschreven. Zijn politiek is gebaseerd op toenadering tot Rus land en op expansie naar het Zuiden, dat wil dus zeggen voortzetting van de „expeditie" in China, zoolang niet op andere wijze een overeenstem ming wordt bereikt. De toenadering tot Rusland is ons de laatste weken reeds gebleken uit de verschillende besprekingen. Het gevolg hiervan zal natuurlijk zijn, dat Japan zich niet verder in de richting van het Baikal- meer zal bewegen, zoodat de Ooste lijke grenzen van Aziatisch Rusland van een onaangenamen druk bevrijd zullen worden. het haar gegeven moge zijn, die gelukkiger Winston Churchill bij een van zijn bezoeken aan Frankrijk in gesprek met eenige offi cieren van den Franschen generalen staf. DUITSCHLANDS ACHTERLAND. In de eerste phase van den oorlog heeft Duitschland het eerste doel in drie weken tijds bereikt. Wilde het Derde Rijk name- diverse staten in Zuid-Oost en Zuid-Europa is het Duitschland thans gelukt den oorlog terug te brengen tot een één-frontoorlog. Op bijgaand kaartje ziet men alle spoorwegverbindingen door Polen naar Rusland en naar den Balkan. Aansluitend bij dit spoorwegnet zal een uitgebreid kanalennet worden aangelegd. Onder meer staat een groot kanaal van de Zwarte Zee naar de Oostzee op het programma. leningrad LiRENSOVLRGANGEN WR H£T SP00RWL6. VLRXEER- DUITSCHLAND - SOVJET-Rujianr voouNAAMtrt spoorwc&en l Russische grins. ■'V.OAu&AvPieiSgs ZEN MAN ANDERE LAN- Siauliai Kilometer K3un d STt/U't omet Koersh Utovvsk \S,ed'ctkJ KHAKAU C I V^NowoZagc xBoeda e n ne naar Boektret* *J$èEoSLAYiË/*x NBar-Beldrecfo lijk eenige kans maken, dan was het ook absoluut noodzakelijk, dat het zijn tegen standers de mogelijkheid om Duitschland te omsingelen ontnam. Door de overweldiging van Polen, de vriendschappelijke verhouding met de Sovjet-Unie en door de handelsrelaties met Hoewel het ondoenlijk is om import en export over de zeewegen te vervangen door goederenvervoer over land, beteekent de handelsvrijheid, welke Duitschland zich in Oost- en Zuid-Oost-Europa heeft veroverd, toch een zeer belangrijke versterking van zijn oorlogseconomie. HET DORP DER BLINDE MENSCHEN. In opdracht van de Mexicaansche regee ring heeft de Medische Club van Mexico een expeditie uitgerust met het doel in het binnenland een onderzoek te gaan instel len naar het geheim van Tiltepee. Deze Indiaansche nederzetting, welke in het hartje der Mexicaansche oerwouden is ge legen, bewaart een even groot als tragisch geheim. De bewoners van Tiltepee zijn een tak van het eens zoo beschaafde Maya-volk. Alle levende wezens van het dorp men schen zoowel als huisdieren missen het gezichtsvermogen, doch zij zijn desalniet temin in staat met verbluffende zekerheid hun weg door het dichte oerwoud te vin den. Toen de onderzoekers het dorp be traden, geloofden zij hun oogen eerst niet. Zij zagen een vrij drukke dorpsstraat, waarin de menschen zich allen tastend, doch zeer snel bewogen. De pupillen van hun oogen waren wit. Natuurlijk heeft men getracht het raadsel van deze algemeene blindheid te ontsluieren. Het is echter nog steeds niet gelukt. Wel vond men in het bindvlies van eenige Indianen kleine wormpjes, doch deze kunnen niet de oor zaak van de ziekte zijn. AMERIKA „ZWEMT" IN HET GOUD. De Vereenigde Staten leveren het bewijs, dat geld niet altijd geluk brengt. Integen deel, het feit, dat 75 van al het goud, dat op de wereld in omloop is, zijn weg heeft gevonden naar de Vereenigde Staten, baart in financieele kringen buitengewone zorg. Sedert de Amerikaansche dollar zes jaar geleden werd gestabiliseerd, is de goudvoorraad in de Vereenigde Staten met elf milliard dollar toegenomen. De goud schat bedraagt thans niet minder dan bijna achttien milliard dollar, d.w.z. meer dan drie kwart van den geheelen zichtbaren goudvoorraad der wereld. De toestand wordt in financieele kringen met bezorgd heid gadegeslagen. Nog zeer onlangs heb ben de presidenten van de grootste twee Amerikaansche banken bij gelegenheid van de algemeene vergadering van hun instellingen gewezen op de gevaren, ver bonden aan deze ongehoorde opeenhooping van goud in de kelders der banken.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1940 | | pagina 2