Op reportage in het Oosten: Langs de jongste grens van EUROPA OP DEN DREMPEL VAN HET BOLSJEWISME Ook de Oekraiener krijgt zijn zout, meel, suiker en petroleum „op de bon" Kasjoeben^ *r In gesprek met Sovjet-officieren. Wij hebben een tocht ondernomen door dezen Zuid Oosthoek, tezamen met een ver* bindingsofficier en een Russisch tolk van de weermacht. De aanleiding daartoe was een gesprek met den Russischen comman dant op de grensbrug voor de districtsstad Lisko, die thans gelegen is op Sovjet-Rus sisch grondgebied. Betrekkelijk snel heeft de auto ons langs boschwegen gevoerd, die zoo goed en zoo kwaad als dat mogelijk was in gereedheid gebracht zijn voor snelver keer. Op de brug is men juist druk in de weer om de prikkeldraadversperring op te rui men. Van het midden van de brug werd de Russische post op den anderen oever ge waarschuwd, dat men zijn commandant wilde spreken. Na eenigen tijd verschenen twee officieren van de Russische grens wacht in de grijsgroene uniformen en met donkergroene mutsen. Dom te Krakau. SANOK, einde Januari '40. Midden op een houten brug, welke door genietroepen is geslagen, eindigt onze weg. Een prikkeldraadversperring verhindert ons de rivier over te trekken. De versperring is precies op het midden aangebracht; deze rivier de Sau vormt voor een be langrijk gedeelte de natuurlijke grens tus- schen Rusland en het Groot Duitsche Rijk. Aan de andere zijde van de Sau, die bedekt Is met een dikke laag ijs, loopt langs den oever, zoover het oog reikt, het splinter nieuwe, nog glanzende prikkeldraad, tus- schen palen, die hier nog slechts enkele we ken tevoren ingeheid werden. Alleen waar aan de overzijde de brug eindigt, wordt deze gordel van staaldraad onderbroken door een roodgroen geschil derd gebouwtje. Daarachter patrouilleert Baast zijn in gelijke kleuren geschilderd wachthuisje, een schildwacht met de bajo net op het geweer. Daarginds strekt zich Sowjet Rusland uit; het is een schrede na der gekomen in Westelijke richting, maar het is of hier een onverbiddelijk halt weer klinkt. Tocht door de Beskiden. Het was een lange omslachtige reis 0111 hier te komen. Wij zijn gegaan over Beu- then en Kattowitz, over de grens, die thans is uitgewischt. Maar grenzen zijn onzicht baar en men merkt er dan ook niet zoo heel veel van; natuurlijk is er geen douane om u er aan te herinneren, dat ge hier een ander land betreedt. Uit Silezië zijn we vervolgens aangekomen in het generale gouvernement, hebben het aan torens rijke Krakau achter ons gelaten en zijn de Bes kiden ingereden. Bij eiken bocht van den straatweg openen zich nieuwe, weidsche vergezichten^. Voorzoover hier op het plat teland verwoestingen aangericht zijn, wordt de aanblik verzacht door de dikke laag sneeuw, die over het land ligt gespreid. De sneeuw heeft van de jonge dennen kleine, witte torentjes gemaakt; ze bedekt trou wens ook de ernstige gebreken van het „plaveisel", welke hier overigens naar ver houding betrekkelijk gering zijn. Wanneer we door een dorpje komen, zijn de sporen van den veldtocht nog duidelijk te zien; kapot geschoten huizen, waarin mitrail leurs waren opgesteld; heele gehuchten en bruggen zijn door de Polen verbrand. Een paar soldatengraven liggen dicht bij den weg. Het karakter van het landschap, dat wij nu doorkruisen, wisselt naar den aard der bewoners. Wij komen onder meer door het gebied, dat bewoond wordt door den wil den bergstam der Goralen. De mannen dragen nauwe witte viltbroeken, afgezet met breede, violetroode biezen. Men groet ons, ietwat gesloten, maar niettemin vrien delijk. Hun ver uit elkaar gelegen huisjes zijn gebouwd van keurig „geschilde" boom stammetjes, de voegen er tusschen heeft men volgesmeerd met leem en klei. Het leem en de kozijnen zijn wit, maar in de meeste gevallen blauw, want beweren de Goralen: „blauw is goed tegen de geesten". De Poolsche dorpen het valt ons sterk op zijn wezenlijk anders dan de neder zettingen van deze stammen. Ze zijn be nauwd en lang niet zoo zindelijk. Het auto rijden is hier buitengewoon onaangenaam. De menschen bewegen zich over straat als kippen, die ook vlak voor den wagen nu Duidelijk is hierop aangegeven de ethnolog schen juist de meest onverwachte bewegingen maken. Vrachtwagens komen overrompe lend snel in draf uit zijstraatjes of boeren hoeves te voorschijn en er is nauwelijks een paard, dat niet schichtig is. Hoe verder wij naar het Oosten komen, hoe gemengder de bevolking schijnt te worden. Men ziet hier vele Joden, mannen, vrouwen en kinderen, met den witten band op den arm met de blauwe Zionistenster. Nog kort geleden verkeerden velen van hen in welstand; nu brengen ze moe hun hand naar de vuile bontmuts. Het doorgestane leed staat de ze menschen op het gezicht geschreven. De aanblik van de steden en dorpen wordt weer iets opwékkender, naarmate men verder naar het Zuidoosten komt. Over groote afstanden begeleiden ons aan weerszijden van den weg de boortorens van de petroleum veld en. Het winnen en raffi- neeren van dezen kostelijken delfstof ver schaft aan het grootste deel van de bevol- Wat in Polen verifield werd, moet weer worden opgebouwd. Onder meer was de brug bij Dirschau opgeblazen* In Allerijl werdhet contact besteld door het slaan van een noodbrug. r v - ische verdeeling van den voormaligen Pool- staat. king een karig bestaan. Het Poolsche ele ment in de bevolking wordt hier minder met elke kilometer, die men aflegt, het Oekrainsche treedt meer op den voorgrond. De winkels hebben geschriften in het Ky- rillische alfabet. In plaats van de Roomsch Katholieke kerken ziet men hier eigenlijk alleen de Grieksch Katholieke, welke on middellijk zijn te herkennen aan de karak teristieke uivormige torens. Boven den in gang der kerk prijkt in vele plaatsen de blauwe vlag van het land. De Oekrainer is een uitstekend patriot en zeer gehecht aan zijn vaderland. Het grensdistrict Sanok, waar wij ten slotte aankomen, wordt voor ongeveer 70 procent bewoond door Oekrainers. De Duitsche militaire en burgerlijke autoritei ten, die hier thans den scepter zwaaien, staan in dit land met z'n merkwaardige ver houdingen eiken dag weer voor nieuwe problemen. De mentaliteit van de Wester lingen is zoozeer verschillend van den geest, welke leeft in dit Slavische volk, dat in ieder geval vele tientallen jaren noodig zullen zijn voor men van eenige vermen ging zal kunnen spreken, zoo dit ooit het geval zal zijn. Want de Oekrainer, die het buiten zijn ras zoekt, wordt bestempeld als een ontrouwe. Het aantal Duitschers is hier wel erg dun gezaaid. In Sanok woonden er niet meer dan een goede honderd, zoodat men zelfs ternauwernood van een minder heid kan spreken. De taal, die zij spreken is verbasterd door vele Poolsche woorden en uitdrukkingen hetgeen begrijpelijk is, om dat zij de jongeren althans na den Wereldoorlog slechts in de gelegenheid wa ren Poolsche scholen te bezoeken. Sanok is karakteristiek voor alle plaats jes, die men aantreft langs de kersversche Sovjet RussischeDuitsche grens. Als bij tooverslag zijn uit .deze voor kort nog pro vinciale gehuchten, flinke dorpen, ja zelfs kleine stadjes gegroeid. Zij bieden daardoor een specifiek ander aspect dan de plaatsjes, welke meer in het hartje van het land zijn gelegen. De plaatsen zijn op het oogenblik over vol van mannen. Oude herbergjes, die vroe ger nauwelijks een bestaan hadden, zijn tot de laatste plaats bezet. Op een doorreis heeft men de grootste moeite een bed voor den nacht te veroveren. Het wemelt hier van de Duitsche beambten, die hier sedert enkele maanden hun beroep uitoefe nen. De douanebeambten bijvoorbeeld zijn in keurige grijsgroene costuums gestoken. Hier en daar ziet men de Oekrainsche vrou wen in hun bonte kleederdrachten, met de dikke; handgeweven schorten, welke dik- Dit is de behuizing van den gemiddelden Poolschen boer. Deze uit ruwe boomstam- men samengestelde hut moet onderdak bieden aan een groot boerengezin. Het is be grijpelijk dat hun ellende, waarin zij langzaam wegteerden, vormen aannam, welko elk begrip van Westersche voorstelling te boven ging. Rechtsr Herder uit de Oekraïne in zijn merkwaardigen dracht. Wanneer eén mensch zwaar gekwetst is bij een ongeluk, volgt dikwijls een langdurig ziekbed voor het herstel zich geheel heeft voltrokken. Dien indruk krijgt men onwillekeurig wanneer men reist door Polen, dat geen Polen meer is. Eens een nationaliteitcnstaat, thans een ge desorganiseerde en gehalveerde staat. De slagen in Polen zijn raak geweest. Hoewel reeds veel opruimingswerk is verricht, ziet men in de groote steden nog allerwege de ruïnes van half verwoeste, ineenge storte en dikwijls zwart gerookte, door brand verteerde gebouwen, kerken, juweelen van oude bouwkunst, getuigenissen van een rustiger en grootsch verleden, thans de stille getuigen van het verwoestende oorlogsvuur, dat enkele maanden dit land heeft geteisterd. Een be trekkelijke korte spanne tijds, maar voldoende om veel onherstelbare schade en niet te lenigen leed aan te richten. Het Polen van thans maakt ondanks het feit, dat de rust weergekeerd is, een zeldzaam de- soSaten indruk. Het is als een groot vraagteeken, dat slechts wil zeggen: Wat zal de naaste toekomst brengen? Het land schijnt zwaar te ademen onder de slagen, die het geraamte ervan half verbrijzeld hebben. Door dit land en dan speciaal langs de onlangs vastgestelde Sovjet Russisch- Duitsche grens voerde de tocht van een bijzonderen medewerker. wijls van een prachtige kleur zijn. En daartusschen ook de Joden met den witten band om den arm. Ongeveer negentig pro cent van den handel was vroeger in hun handen. Maar daarin is groote, noodge dwongen verandering gekomen. Hun win keltjes, die dikwijls zoo klein waren dat zij juist genoeg ruimte boden voor een regaal en een tafel, zijn grootendeels' ge sloten; de grootste zijn in andere handen overgegaan en de meeste dragen de be kende Duitsche waarmerken als „Arische zaak", „Oekrainsch-Arische zaak". Toch zijn er nog verscheidene Joodsche winkels, dP naar men ons verzekerde, gehandhaafd zullen blijven om te voorzien in de be hoeften van de Joodsche bevolking. "Want hoewel een gedeelte van hen is gevlucht, blijken velen minstens even goede patriot ten te zijn, die als den Oekrainer gehecht zijn aan den bodem, waarop zij werden ge boren. Het tegenwoordige Duitsche regiem heeft zelfs een Joodsche hulpactie in het leven geroepen, die geleid wordt door een onder toezicht staand comité. Evenzoo heeft men tot de Polen een oproep gericht tot steun aan hun behoeftige volksgenooten. Ook voor de Oekrainers, die zelf dikwijls in hoogst armoedige omstandigheden leef den, zooals dat trouwens sedert eeuwen het geval was schijnt veel gedaan te wor den. Alleen locale distributie. Het verzekeren van de voedselvoorzie ning is een van de vele opgaven, waarvoor de nieuwe autoriteiten zich zien gesteld. Hoewel vele deskundigen derwaarts zijn gedirigeerd, zijn de moeilijkheden maar niet met een pennestreek uit den weg te ruimen. De transporten per spoorweg zijn natuurlijk in deze districten, die enkele we ken geleden nog oorlogsterrein waren, al les behalve gemakkelijk te organiseeren. Daarom zijn plaatselijk waar noodig distributiekaarten uitgegeven voor zout, suiker en petroleum. Aan de agrarische producten, die in deze streken geproduceerd worden, is uiteraard geen tekort. Vooral de vleeschvoorziening laat niets te wenschen over, hoewel de be hoeften, door de militaire bezetting, van zelfsprekend belangrijk gestegen zijn in vergelijking met voor den oorlog. Zoo zijn er maximumprijzen door de overheid vast gesteld. De samenwerking met de vroegere plaatselijke autoriteiten schijnt goed te vlotten. Zoo zijn de Pool sche politiebeambten, zon der speciale volmachten te bezitten, weer in dienst ge nomen. Zij dragen op hun burgerkleeding een band, waarop duidelijk staat te lezen: „Poolsche politie." Behalve politieke en juri dische moeilijkheden heb ben de overheden te kam pen met de enorme uitge strektheid van deze ge bieden, terwijl de wegen buitengewoon slecht zijn. De laatste gemeente, die ressorteert onder het dis trict Sanok, is 130 kilome ter van de hoofdstad ver wijderd en met moderne vervoermiddelen über haupt onbereikbaar. Na de gebruikelijke, formeele begroe ting, wanneer we beiden een schrede ver wijderd staan van de grens, komen de groepen nader tot elkaar en volgt het on derhoud, dat korten tijd later, toen men het eens was over de te bespreken kwes ties, afgeloopen was. Men nam afscheid op dezelfde formeele wijze. Daarna reden wij ongeveer twintig kilometer verder naar Baligrod, waar men een Russische commis sie verwachtte. Gedurende onzen tocht, die gedeeltelijk voerde langs de oevers van den Sau zagen wij aan de overzijde Russische dubbelposten patrouilleeren. Dan kan men nog ongeveer veertig kilo meter verder naar het Zuid Oosten rijden, maar hier houdt elke normale weg op. Maar verderop in dezen uithoek gelegen, tusschen Rusland en Slowakije liggen nog andere nederzettingen. Zooals het vaststel len van een nieuwe grens altijd moeilijk heden met zich meebrengt, is het ook hier. Er zijn steden, die gedeeltelijk op Russisch gedeeltelijk op Duitsch gebied liggen. Of wel dorpen aan de eene zijde van de grens* hebben hun landerijen aan de andere zijde Dergelijke kwesties zijn voor de betreffen de menschen natuurlijk van het grootste belang, maar door ruil zal men trachten hier een gulden middenweg te vinden. Moeilijk is het ook met wegen, die de verbinding vormen tusschen twee Oekrain sche plaatsen, maar hier en daar slingerin gen maken, die over de tegenwoordige grens liggen. In dezen kleinen driehoek Zuid Oostelijk van Baligrod zijn groote houtvoorraden op geslagen men spreekt zelfs van een op pervlakte van 40.000 vierkante meter welke door het gebrek aan transportmidde len momenteel niet kunnen worden ver voerd. Wij hooren van een berekening, vol gens welke het hout, dat hier voorhanden is, verwerkt tot cellulose, een waarde van ongeveer 200 millioen zou vertegenwoordi- digen. Er zijn ook petroleumvelden, die thans niet minder dan 80 kilometer verwij derd zijn van den weg. Inderdaad, wanneer men met horten en stooten een reis maakt door dit gebied, krijgt men eerst recht een indruk van de vele problemen, waarvoor de plaatselijke zoowel als de hoogere auto riteiten zich gesteld zien. Ongetwijfeld zal er dan ook nog veel veranderen in dit Oos telijk gebied, dat thans het uiterlijk heeft van een chaos, waarin langzamerhand een bescheiden regelmaat, een zekere harmonie zichtbaar wordt. BH Duitschers 1 I m Wit-Russen Litauers, Letten $888§. Oekrainers ■II Slowaken Poleni

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1940 | | pagina 5