Zuid-West-Afrika vroeger en thans De schapen redden het land Brief van een Ski-leeraac Nu fa U weder in Uw woning in de groo- te stad teruggekeerd. U staat aan het ven ster en kijkt, hoe de sneeuwvlokken naai omlaag dwarrelen en door elkaar jagen. En nu verlangt U weder naar den heerlij ken Winter in de Alpen van Kitzbühel. U droomt van onze besneeuwde dennen, dis U zoo plagerig poeder op haar en handen gehoord van de Duitsche koloniale eischen. Er zijn andere problemen, die dit vraagstuk naar den. achtergrond heb ben verdrongen, maar men kan niet aannemen, dat dit beteekent dat de Duitsche koloniale eischen voorgoed van de baan zijn. Destijds zijn de eischen te scherp ge formuleerd, dat men er nu zonder meer van af zou zien. Vroeg of laat zal dit probleem weer aan de orde komen. Het mag als bekend verondersteld worden, dat de Duit sche regeering haar oog had laten vallen op de vroegere koloniën. Het wenschte niet meer en niet minder. De te genwoordig onder mandaat van Engeland en Frankrijk staande vroegere Duitsche overzeesche bezittingen zouden moeten worden teruggegeven; het belangrijkste is echter het protectoraat Zuidwest-Afrika, dat thans onder toe zicht staat van de Unie van Zuid-Afrika. De aanwezigheid van water is voor den farmer beslissend over zijn bestaan. Hier verzorgt een windmotor de omgeving rijkelijk met het kostelijke nat. Men heeft sinds eenige maanden al weer niet meer Moet Zuid Afrika mandaat afzien? van het Er zijn, ook in Zuid-Afrika, dat het man- daatsbestuur uitoefent, meerdere malen stemmen opgegaan om van Zuidwest Afri ka af te zien, omdat men het economisch gesproken niet noodig zou hebben. Men kan hier denken aan de uitspraak van den Zuid-Afrikaansehen minister: de schatten, die wij bezitten aan goud, diamanten, en platina zijn voorzichtig geschat tenminste het dubbele van hetgeen in de afgeloopen zestig jaar gewonnen is. Zuid-Afrika is der halve rijk, hetgeen niet wegneemt, dat men geruimen tijd heeft getracht de Boeren- emigratie naar deze streken te begunsti gen, hetgeen intusschen een fiasco is ge bleken. Toch wonen in Zuidwest Afrika nog steeds farmers van Duitsche originaliteit. Juist de laatste jaren is het economisch le ven in Zuidwest Afrika zeer vooruitgegaan. Dat is toe te schrijven aan den meerderen regenval, waardoor de veestapel nagenoeg verdubbeld is. De prijs der huiden is thans reeds gestegen boven de aanschafprijs voor schapen. Men kan in den waren zin zeg gen, dat de schapen het land hebben ge red. De invoering van het Karakoelschaap dateert van eenige tientallen jaren terug. Dc toenmalige Duitsche bewindvoerders hielden een kudde van deze schapen in Otjitoessa en leverden aan de farmers goed fokmateriaal! Na den oorlog werd een aanzienlijk ge deelte van deze stamkudde overgebracht naar Zuid Afrika, maar de farmers protes teerden en de waardevolle dieren kwamen terug. Nog altijd is deze kudde geconcen treerd op de farm Neudamm, waar deskun digen het fokken leiden en waar van tijd tot tijd de farmers naar toe komen, om op de verkoopingen zich eenig gegarandeerd fokvee aan te schaffen. Het voordeel van deze lammerenteelt ligt niet alleen daarin, dat de huid tegenwoordig een goede prijs opbrengt, maar ook heeft dit soort schaap geen malsche weide noodig. Het prepareeren van de Persianer bont- huiden, die zooals men weet afkomstig zijn van lammeren; die eenige dagen na de ge boorte geslacht worden, is voor den farmer en zijn vrouw zeker geen lichte arbeid. In den tijd dat de lammeren geboren worden, moeten zij de handen geducht uit de mou wen steken. Na het slachten wordt het vel letje, dat zacht is als zijde, zorgvuldig ge reinigd van vetdeeltjes en bloedadertjes, gewasschen en geprepareerd. Eerst dan spant men de natte vellen over een met jute bespannen raam, om de huiden op de ze wijze aan de lucht te laten drogen. Zijn ze door en door gedroogd, dan worden de velletjes verpakt in insecten vrije kisten en blijven daarin totdat de opkooper ze af neemt. Er dient evenwel met klem op gewezen te worden dat niet alle farmers van de ka- rakoeteelt leven kunnen, zij moeten ten koste van groote offers en bovenmensche- lijke inspanning hun bedrijf in stand hou den, zonder eigenlijk ooit eenig uitzicht te hebben op een meer zorgenloozen tijd. En toch houden zij van dit ruwe, maar wonder- schoone land, waar feitelijk alles nog in een zoo natuurlijken staat verkeert. Met het mijnwezen is het intusschen heel an ders gesteld. Zoo hebben de Tsoemeber ko permijnen, die jarenlang gesloten waren, hun poorten weer geopend. Ook op de dia mantvelden is het leven weer ontwaakt, niettegenstaande het feit, dat deze gebie den eertijds voor een appel en een ei ver kocht werden aan een Zuid-Afrikaansche diamanttrust. Meer en meer begint dit mandaatgebied een belangrijke plaats in te nemen en het zal in de naaste toekomst ongetwijfeld nog van zich doen spreken. strooiden. U maakt een paar ski-passen op het parket en in den spiegel bestudeert U Uw Kristiania-houding Zoo stel ik mij de eerste dagen na Uw thuiskomst voor, terwijl ik zelf op mijn ski's door de bosschen flits. De „bindung'' kraakt, want het is koud geworden. Op den weg klinken de klokjes der sleeën. Da auto's rijden hijgend naar het station: De cursus is afgeloopen. De menschen keeren huiswaarts Hoe is nu Uw oordeel over onze ski school? Heeft zij haar cursus niet uitste kend ingericht? Geheel onverwachts was het begonnen te sneeuwen. De skiwegen werden beter en beter en de stemming van onze school steeg met eiken graad, dien het kwikzilver van den thermometer daalde. Wanneer de zon stralend over de bergen scheen, dan kende de ijver der leerlingen geen grenzen. Het was immers alleen nieuwsgierigheid, niet waar, welke U be woog ook eens op die plankjes te gaan loo- pen. Maar toen U was begonnen, kreeg de wintersportkoorts U te pakken en hiertegen is geen kruid gewassen. Eerst was U na tuurlijk nog wat schuchter, omdat U vaak viel en uitgelachen werd. Maar toen zege vierden ijver en geestdrift. U volgde het voorbeeld der anderen. Zelf meelachend werd die schuchterheid overwonnen en U deed zoo dapper, zoo blij gezind en zoo on bekommerd mee, als gold het nog in dezen winter een prijs te veroveren. Zoo is het toch immers met Uw ski-leeren gegaan, niet waar? Zooeven ben ik van een klein tochtje naar den Hahnenkamm teruggekeerd. Ik volgde dezelfde sporen, welke wij op ons laatste uitstapje hadden gemaakt. Heel fijne poeder-sneeuw was er intusschen ge vallen. Toch kon ik de plekken herkennen, waar U was gevallen en ik heel wat moeite of laten we liever zeggen heel veel ge noegen had om U weder op de been te brengen.. Als een besneeuwd denneboompje stond U daar. Zoo vele van onze kamera den, zoowel dames als heeren, hebben er zich in de bosschen en op de hellingen over beklaagd, dat zij „afgebeuld" werden en toch zijn zij heerlijk opgeknapt naar huis terug gekeerd. Immers, zouden zij anders nog 's avonds zoo vlot hebben kunnen dan sen en de gebeurtenissen van den dag zoo luchtig hebben kunnen bespreken? Ik zou er, ongezien, bij willen zijn, wan neer gij aan Uw vriendinnen vertelt van de heerlijke uren, doorgebracht in den zonne schijn op de oefenhelling, van Uw moeilijk, maar zoo schitterend af gelegd „ski-exa men" en van den gezelligen cabaret-avond, welken wij, in aansluiting geheel zonder ar- tisten hebben georganiseerd. Een goede vriend vraagt natuurlijk, waar de stralende elans uwer oogen, het diepe, prachtige bruin uwer wangen vandaan ko men en dan begint gij met geestdrift te ver tellen van sneeuw en skiloopen, van onze sleetochten en onze wandelingen onder be sneeuwde dennen, van gejuich, buitelingen en gedans en vooral van de zon, onze stralende, sterkende winterzon in het gebergte. En zij, die dit hooren, worden al even geestdriftig en willen ook zoo bruin worden, ook leeren ski loopen.... Zoo nu doe ik mijn ski's a^i, om dezen brief nog naar de post te bren gen. „Ski Heil" roopt de brievenbesteller, v/anneer hy hem op vlugge ski's naai- bet station brengt en „Ski heil" roept hij ook U toe als een lokkende groet uit onze bergen, als een groet van Uw eki-leeraar Een vredig beeld aft Een karaJcoelscliaapskudde. De teelt van dit soort schapen is niet zonder risico's, want het karakoelschaap wordt door vele Blekten bedreigd. En het zijn in de eerste plaats kwaadaardige wenavn, die met het voedsel opgenomen worden. De dieren weiden Makaiin ingeënt. Slachtfeest op de farm. Wanneer men een groote antilope heeft gevangen, wordt het vleesch gedroogd. Op deze wijze kan het langer bewaard worden en de zwartjes pro- fiteeren er soms maandenlang van. Het leven in Zuid-West Afrika is 'nooit i ij zonder licht geweest en ook tegenwoor dig heeft men er nog met vele moeilijkhe den en problemen te kampen. Welke on beschrijfelijke oneenigheden en twisten kunnen niet voortvloeien alleen al uit de behandeling der inboorlingen. Dit is een punt waarover slechts hij kan oordeelen, die jarenlang in dit gebied heeft gewoond. Vroeger was men gewend dat de zwartjes tegenover de blanken eerbied en ontzag toonden. Tegenwoordig kan men daarvan moeilijk nog spreken. Een meineed kost slechts „two and six." Hut is begrijpelijk, dat de blanke man eerst het respect afdwong van den zwarte, maar de laatste heeft van hem in de afge loopen eeuw zooveel geleerd, is ten goede zoowel als ten kwade zoozeer onder diens leiding en door diens voorbeeld ontwik keld, cultureel en materieel, dat problemen als de tegenwoordige, nu blank en zwart met elkaar in botsing komen, onvermijde lijk zijn. Onder het tegenwoordige man- daatsbestuur is het den inboorling veroor- loold bij ernstige geschillen, die voor den rechter gebracht worden, zijn eigen mee ning te stellen tegenover die van den blan ken man. Hij kan tegen hem procedeeren, hetgeen vroeger tot de onmogelijkheden be hoord zou hebben. De zwarten van hun kant redeneeren betrekkelijk amoreel: een meineed kost ons toch niet meer dan „two andsix", hetgeen ongeveer gelijk staat met ruim één Nederlandsche gulden. Voor den wereldoorlog trof men in Zuid- W; st Afrika verscheidene wildreservaten aan. Die zal de tegenwoordige bezoeker er nog vinden, maar wat vroeger door de lutoriteiten gedaan werd voor de flora en fauna van Afrika, heeft men thans ook toe gepast ter bescherming van de zwarte in boorlingen zelf. Naast de natuurreservaten bestaan thans parken, waarin de inboor lingen kunnen blijven leven en werken, zooals zij dat eeuwen lang hebben gedaan. Geen blanke heeft het recht zonder een uitdrukkelijke vergunning deze gebieden te betreden. Hier is de zwarte heer en mees ter. Tot op zekere hoogte is het bestaan van deze afgesloten gebieden zeer toe te juichen, maar zooals in vele gevallen, de medaille heeft ook hier een keerzijde. Een enkel voorbeeld. De zwartjes stelen een kudde vee van de blanken en drijven deze in een onbewaakt oogenblik het reservaat binnen. Geen mensch, die in staat is hem iets te doen. Slechts met list en grootste omzichtigheid zal de eigenaar er in slagen zijn schapen terug te krijgen. Hier in de reservaten trekt de inboorling profijt van hetgeen de blanke hem geleerd heeft. Het is derhalve geen wonder dat de farmers er meer en meer over gaan klagen, dat zij gebrek hebben aan inlandsche arbeids- krachten. Zoowel landbouw als veeteelt gaan daaronder ernstig gebukt. De keer op keer geformuleerde protesten van de ver- eenigde farmers hebben de mandaatsregee- ring er toe bewogen vreemde arbeidskrach ten uit het naburige Ovamboland te impor- teeren. Ook dat brengt zijn moeilijkheden met zich mede; de zwartjes dienen eerst nog onderricht te worden over het werk, dat zij moeten doen, zich verstaanbaar lee ren maken. In tegenstelling met de Kaf fers en Herero's verstaan deze menschen uit Ovambos geen woord van een der mo derne talen. En ofschoon zij daarvoor maanden lang noodig hebben, verlangt de regeering, die het toezicht heeft over dit mandaatsgebied, van de farmers, dat deze geimporteerde ar beiders na achttien maanden, d.w.z. ander half jaar, weer afgedankt worden om te rug te gaan naar hun geboortestreek. De kosten van de lange treinreis komen na tuurlijk ook voor rekening van de farmers. Onder het Duitsche regiem voor den we reldoorlog en zelfs onder de heerschappij van hoofdmannen als Maharero, werd ge zorgd, dat de farms der blanken van vol doende zwarte arbeiders werden voorzien. Wanneer een van de herders vroeger een stuk vee kwijt raakte, werd hij daarvoor op gevoelige wijze, overeenkomstig de tra dities van het land, aai; den lijve gestraft. Het gevolg was meestal dat de kuddehoe ders hun oogen terdege openhielden en geen stuk vee meer verloren lieten gaan. Maar thans is het geen uitzondering,wan neer de zwarte herders met een tekort van tien, twintig schapen terug komen, zonder dat men hen hiervoor bestraft. Toen ik me eens bij de politie beklaagde over de on achtzaamheid van een schaapherder en den Kaffer in het vooruitzicht stelde van een flinke straf, waarschuwde de politie mij met de woorden: „Vergeet U alstublieft niet dat de zwarten onder toezicht en be scherming van den Volkenbond staan!" Boven: Water in overvloed, maar ook alleen in den regentijd. Rechts: Een farm in het Oosten van het mandaat gebied. Het werd opgebouwd uit groote vierkante steenen.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1940 | | pagina 8