Onder de mannen van een Westwallbunker Wat is de draagwijdte van het artilleriegeschut? Een bijzondere medewerker bracht een bezoek aan een der vele bunkers, waaruit de Duitsche Westwall is samengesteld en verkeerde eenigen tijd onder de manschap pen. In onderstaand artikel heeft hij zijn indrukken vastgelegd. Later wisselde hij nog van gedachten met een luitenant, die reeds in den Wereldoorlog zijn sporen had verdiend, over het effect van het artillerie- geschut. Op wacht aan het front langs den Boven-Rijn. Wie de grens tusschen Frankrijk en Duitschland langs gaat, zal betrekkelijk weinig zien van de versterkingen, omdat iie dieper in den grond steken dan er bo venuit. Betrekkelijk kort na den oorlog is men in Frankrijk begonnen de Maginotlinie aan te leggen, genoemd naar den grondleg ger, generaal Maginot. Vele jaren is er aan dit gigantisch werk gearbeid en eigenlijk is men er nooit mede gereed gekomen, want nu nog steeds hoort men berichten, die er op wijzen dat de linie van den Noord Oost hoek wordt doorgetrokken langs Frankrijks Noordgrens. Daartegenover ligt de Duit sche Westwall, die in slechts enkele jaren tijds werd gemaakt. Een respectabel staal tje van ingenieurskunde. Want hier werd wel in den kortst mogelijken tijd een linie ontworpen en geheel gereed gemaakt, die volgens de officieele gegevens en de mee ningen van deskundigen zeker equivalent is met den stalen gordel aan de andere zij de van het er tusschen liggende niemands land. Want ook de Westwall bestaat uit dui zenden en duizenden afzonderlijke fortifi caties, welke weer onderling verbonden zijn door onderaardsche gangen en welke te allen tijde telefonisch met elkaar in con tact kunnen treden. Daar de mogelijkheid altijd aanwezig is, dat bij een vijandelijken aanval deze communicatiemiddelen in het angereede geraken, heeft men er bij den aanleg voor gezorgd, dat elke fortificatie door telefoondraden, welke langs verschil lende wegen zijn gelegd, in contact kan blijven met de volgende fortificatie. In Duitschland spreekt men van bun kers; ze zijn te herkennen aan kleine, half ronde koepeltjes, die slechts enkele meters boven het aardoppervlak uitsteken, geheel met aarde zijn bedekt, waarop het gras groeit en zoodoende moeilijk herkenbaar zijn. Wanneer men zooals de wachter, bo ven op de bunker gaat staan, heeft men een weidsch vergezicht, want alle boomen en huizen zijn tegen de vlakte gehaald, zoo dat men alle verrichtingen van den vijand goed kan gadeslaan. Ver reiken hierdoor de machinegeweren en lichte kanonnen, welker loopen uit den pantserkoepel ste ken, nauwelijks zichtbaar, maar te kwaad aardiger. Laag trekken de grijze wolken over het land; een troostelooze dag, een van de eindeloos vele, dat hier gewacht wordt op iets dat nog steeds niet gebeurt. De bunker,'waar wij een kijkje konden ne men, was sedert het begin van den oorlog nog niet in contact geweest met den vij and. Wanneer men als burger hier binnen komt, dan kan men niet anders zeggen dan dat het alles nauw en eng is, ook al heeft de sergeant ons zoo juist hartelijk welkom geheeten in zijn „villa". Alle ruimte is zoo goed mogelijk benut; in het vertrek, dat onder het aardoppervlak is gelegen, zijn vier en twintig bedden ondergebracht; ze hangen in drie verdiepingen boven elkaar. Verder ontdekken wij nog evenveel klap- stoelen en vier tafels in het vertrek; een kachel staat in het midden. Nog meer meu bilair zou gaan ten koste van de bewe gingsvrijheid van de manschappen. Alles maakt een buitengewoon practischen in druk. Ook van de kachel wordt aan alle kanten profijt getrokken. Want overal ziet men haken en platen er aan bevestigd, die dienst doen voor de verwarming van kroe zen water. In vijftien minuten vertelt men ons is er voor alle manschappen een heer lijke groc klaar. De bedden zijn rechthoe- gen; ook wanneer op het terrein er boven de strijd in vollen gang is. Aller wegen ziet men vrouwenportret ten aan den wand geprikt. Dat is thema 1, zegt de sergeant, die met ons de ronide doet. Maar er zijn ook nog andere belangrijke thema's in het soldatenleven. Bijvoorbeeld, wanneer men verlof krijgt, voor hoelang en überhaupt of men het krijgt. Een an der gewichtig moment in het vrij toonlooze leven van alledag is de postverdeeling. Er zijn soldaten, die dagelijks worden opgeroe- Tot de belangrijkste dagelijksche plichten van een soldaat behoort zeker het onder houden van zijn wapens. kig, ongeveer ter grootte van normale ma trassen, waartusschen handig uitgedachte kettingen zoo bevestigd zijn, dat men de hangende matras tot een soort van stabiele hangmatten heeft gepromoveerd. Men be gint met een deken onder zich te leggen, om te voorkomen dat men den volgenden morgen door het gevlochten staal over den geheelen rug is gebrandmerkt; daarover dan nog een of twee dekens en onder het hoofd geen kussen, maar de opgerolde over jas. Overal aan den wand zijn planken en haken aangebracht, waarop en waaraan de soldaat zijn kleeding kwijt kan, wanneer hij ter ruste gaat; de grootere stukken vin den hun plaats aan groote vleeschhaken, die bevestigd zijn aan de kettingen, waar aan het bed zelf is opgehangen. Een zeer belangrijk apparaat staat in den hoek van het vertrek. Af en toe wordt het aangezet en veroorzaakt dan geruisch dat doet den ken aan een centrifuge. Dat is het apparaat voor de luchtverversching. Het moet te al len tijde voor frissche lucht kunnen zor- Mannen, die op dat oogenblik vrij zijn van dienst doen een middagslaapje. pen, zij krijgen bergen post; er zijn ook an deren, wier naam zelfden of nooit wordt afgeroepen. Wie het meeste schrijft, het meeste ontvangt. Wanneer er pakjes wor den uitgedeeld gaat er een hoeratje op. Er heerscht een gezonde collegialiteit en me nig pakje sigaretten werd onmiddellijk rondgedeeld onder de gezellen van den zelfden groep. Op die wijze verzacht men het voor de jongens, die nooit iets krijgen. Gewone dingen, waaraan wij in het dage lijksche leven achteloos voorbij gaan, zijn voor deze kerels versnaperingen en kost bare bezittingen. Men moet het zelf gezien hebben hoe een onnoozel rolletje pepermunt wordt ontvangen met een hoeratje of hoe een paar warme wollen sokken van huis dankbaar worden ontvangen. Hoewel we nimmer aan boord van een onderzeëer zijn geweest, maakte de eens gezinde geest, bereid om eikaars lasten te dragen en om steeds voor elkaar klaar te staan, op ons den indruk dat men hier evenzeer op elkaar is ingesteld, gelijk dat aan boord van een torpedoboot gebiedende eisch is. Hier is geen plaats voor een bui tenbeentje, evenmin voor een dwarskijker, of voor iemand, die steeds het beste wil hebben. Hier moet iedereen zich beperkin gen opleggen en zich instellen op zijn naas te en niet in de eerste plaats op zichzelf. Dat is tenminste nog een verblijdend ding bij al deze narigheid, die menschen uit de samenleving wegrukte. Die eensgezindheid komt ook tot uitdrukking, wanneer gevaar lijke patrouilles moeten worden onderno men. Ook dan blijkt die saamhoorigheid. Een bunker is geen luxe hotel. Het is een leven van discipline en voortdurende waakzaamheid, want elk oogenblik kan de uitbarsting komen, waarop men reeds maanden ligt te wachten. De draagwijdte van de artillerie. Toen in Maart 1918 de granaten uit het merkwaardige geschut, opgesteld in de bosschen van Crepy, in Parijs insloegen, schrok de wereld even, over dit staaltje van wapentechniek, dat gepresenteerd werd midden in den oorlog. Plotseling werd de draagwijdte van het artilleriegeschut, dat tot dat oogenblik gebruikt werd, aan alle kanten overschreden. Maar de schrik was erger dan de gevolgen. Want al spoedig moesten de Duitschers, die deze „dikke Bertha's" in het vuur hadden gebracht, zelf toegeven dat het ondoelmatig geschut was. Zij waren na betrekkelijk weinig schoten geheel uitgesleten en onbruikbaar De dagdienst begint met het morgenappel der bezetting. en wilde men er intensief mede werken, dan eischten deze reuzen-kanonnen, in overeenstemming met hun kaliber, enorme massa's materiaal, maar ook veel men schen voor de bediening en bijzondere voorzieningen wat de stellingen betrof. Ir. ieder geval had men er een oogenblikke- lijk succesje mede bereikt, namelijk, dat het moreel van de Parijsche bevolking even geschokt werd, maar dat was slechts van zeer korten duur en brak geenszins hun lust tot strijden, terwijl de schade aange richt door deze projectielen allerminst in verhouding stond tot de hooge kosten. Nog afgezien daarvan, dat de projectielen door hun gewicht en lading springstof heele- maal niet in staat stelden, om op een be paald punt in de huizenzee van Parijs te schieten, nam ook met het grooter worder van den afstand de afwijking in richting enorm toe. Toch heeft men in alle tijden geroepen om vergrooting van de schotwijdte van het artilleriegeschut, niet altijd ten voordeele van de artilleristen. Groote schotwijdte stelt als voorwaarde een naar verhouding zwaardere lading, en om voor de volle hon derd procent te profiteeren van de kruit- ontploffing, een langen loop. Het gewicht was bovendien zoo enorm, dat de kanon nen nauwelijks te vervoeren waren. Onge twijfeld speelt in den tegenwoordigen tijd nu men over krachtige tractoren en auto's van groot trekvermogen beschikt, het ge wicht van het geschut niet meer zoo be langrijke rol als in den Wereldoorlog, toen men geheel was aangewezen op de trek kracht van paarden. Bovendien beschikt men tegenwoordig ook over veel betere wegen, waardoor het snelle transport aan zienlijk wordt bevorderd. Maar het ge wicht blijft steeds een belangrijke factor. Vooral in den tegenwoordigen oorlog is alles al weer van veel zwaarder kaliber dan voor vijf en twintig jaar; en ook motor- trekkraoht heeft ergens een grens. Hoewel leen met de bedoeling verwarring en ver nietiging te zaaien onder de aanrukkende gelederen van den tegenstander. Maar ook aan het schieten met een bepaald doelwit zijn grenzen gesteld; niet alleen die van het oog, maar ook van de apparaten, waar mede men instelt. Den laatsten tijd heeft men getracht deze mogelijkheden nog uit te breiden door verkenningsvliegtuigen en observatieballons die door middel van de draadlooze in contact bleven met den gronddienst, maar de resultaten zijn niet erg verblijdend omdat de vooruitgeschoven voorposten in de lucht verlokkelijke doelen zijn voor den vijand. Tegenwoordig komt het op het schieten op grooten afstand niet zoozeer aan op de verwoestende uitwerking, als wel op het moreel vernietigende effect van de men schen. De Fransche veldartillerie bijvoor beeld heeft met haar projectielen weinig werkelijke schade achter het Duitsche front aangericht, maar over de uitwerking op de soldaten, kon men tevreden zijn. De Duit sche infanterie kreeg hierdoor namelijk den indruk dat zij in den steek gelaten werd door haar eigen artillerie, die zich op groo ten afstand van hen bevond. Hoe sterk men ook in den Wereldoorlog heeft gewerkt op het vernietigen van het moreel van den tegenstander, blijkt wel uit het volgende wapenfeit uit het begin van den oorlog. De Duitsche artilleristen hebben toen door het schieten over een grooten afstand een belangrijk succes ge boekt, hoewel de schade daardoor aange richt niet noemenswaardig was. Men bouw de een veldartilleriebrigade, voorzien van een ingebouwd vijftien cm. kanon. Daar mede werd op den grootsten schotsafstand het fort Bethune beschoten, waar het kwar tier van den Engelschen staf was geves tigd. Den volgenden dag reeds schreef de „Times" dat dit een eerste teeken was van het te verwachten groote offensief van Duitsche zijde. Het doel, dat men zich ge- Des Zondags krijgen de mannen in de bunkers, bij wijze van ex- tratje bij hun koffie een sne de koek. men tegenwoordig op vele stukken geschut mechanische laadinrichtingen heeft aange bracht, blijft het een bezwaar dat bij het door de manschappen aanvoeren van de projectielen, steeds zwaardere hoeveelhe den moeten worden versleept, gesteld dat men regelmatig voortging om het kaliber van het kanon te vergrooten. Vooral in het heetst van het gevecht kan dit ernstige ge volgen hebben. Hier blijkt inderdaad een grens te zijn, waarboven men moeilqk kan uitgaan. De afmeting wordt dientengevol ge bepaald door twee factoren: een zoo groot- mogelijke verwoestende kracht, ten tweede een omvang, die nog toelaat, dat de projectielen gemakkelijk zijn aan le voeren. Dikwijls is het voordeel van enkele kilo meters meer schotwijdte slechts een oogen- schijnlijk voordeel en staan daartegenover veel grootere nadeelen. En vooral in een bewegingsoorlog, zooals wij dien in Polen hebben meegemaakt, zou dit zware geschut bitter weinig meer voor hebben. Dan is liet beter over zeer licht, maar dan ook zeer hanteerbaar geschut te beschikken. Vergrooting van de sohotwijdte beteekent nog niet zonder voorbehoud vergrooting van de werkingssfeer. Ongetwijfeld heeft men bij de tegenwoordige diepe opstelling in marsch en gevechtsformaties een lan gen arm noodig om den tegenstander goed te treffen. Wij doelen hier in het bijzonder op het in het wildeweg vooruit schieten, al- steld had, was bereikt. De Engelsche troe pen werden verre van Vlaanderen gehou den en moesten werkeloos liggen aan het La Basséekanaal. Bij de vervolging van de Russen door de Duitschers, na de glorieuze doorbraak bij Zborow in Juli 1917, liet de commandant, daar speciale doelen ontbraken, enkele sal vo's lossen op grootst mogelijken afstand, in de richting van de terugtrekkende troe pen. Hij had succes. Naar de inwoners van een dorpje hem den volgenden dag vertel den, waren de granaten daar ingeslagen, kort nadat de Russen er hun intrek hadden genomen voor den nacht. Een paniek was het gevolg. De Russen, die zich op betrek kelijk grooten afstand van het Duitsche le ger bevonden, waanden zich volkomen vei lig. Deze enkele voltreffers waren voldoen de om hen weer in het duister den weg op te jagen om den afstand tusschen hen en hun achtervolgers zoo veel mogelijk te ver grooten. Maar kanonnen met een dergelijke schot wijdte, als wij hierboven schetsten, zijn nog nauwelijks in gebruik. In Frankrijk heeft men thans een type op de lijst staan, dat een draagwijdte heeft van 120 k.m. Zelfs een schotwijdte tusschen de 25 en 36 km. is vrij zeldzaam. De meeste typen van het zwaarste geschut daarentegen varieerca tusschen schot wijdten van vijftien en vijf en twintig kilometer.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1940 | | pagina 5