De pionierstroepen van een moderne legermacht Gevaarlijke arbeid Verantwoordelijke taak Van den klassieken strijdwagen tot de moderne tank In onderstaand artikel brengen wij een aantal bijzonderheden over het wapen der pioniersoldaten, die in dezen oorlog voor een ongemeen zware taak staan, terwijl in vervolg daarop een uiteenzetting is gege ven van de ontwikkeling van de „tank" en tevens de vraag wordt aangestipt in hoe verre de tegenwoordige gevechtswagens voldoen aan de gestelde verwachtingen.- Zorgvuldig wordt een veroverd© wijk onder zocht. In de verwoeste hulzen heeft de vijand overal mijnen gelegd. Do eerste gelederen, die hier doordringen zijn op hun quivive. Midden in den Wereldoorlog, namelijk in 1916 slaagden de Engelschen er in om tank wagens te construeeren, die inderdaad den weg wezen naar een veel grootere vervol making. Zij maakten namelijk voor het eerst gebruik van den zoogenaamden terpillar", hetgeen bij ons algemeen bekend, is als rupsband. De Duitschers daarentegen hadden het gezocht in een wagen met vele wielen, maar hiermede blèek het onmoge lijk slooten van respectabele breedte over te komen; ook trechtervelden en draadver sperringen vormden voor het Duitsche ty pe onoverkomelijke hindernissen. De ge dachte van de Engelschen bleek voor ver wezenlijking vatbaar en nog datzelfde jaar werden de eerste pantserwagens met het rupsbandsysteem ingezet aan het Westelijk front. Doordat men alles zorgvuldig ge- In moerassige gebieden slaan de pionien terstond bruggen om het contact te onder houden. Aan de eene zijde ziet men de rie ten matten, die den vijandelijken waarne mer beletten te zien, welke transporten hier achter plaats hebben. Wederom waren het Franschen en Engel schen, die voor het eerst beproefden den reuzenwagen, waarmede niet viel te ma- noevreeren, te vervangen door kleine en snelle „tanks". De Franschen schiepen de „Renault Ba by" en de Engelschen hun „Wippet". Bei den waren naar verhouding snel de Re- naultwagen bereikte een snelheid van meer dan vijtien kilometer; de kleinere omvang was er een waarborg voor dat zij in het terrein veel gemakkelijker dekking von den. Deze „Baby-tanks" in massa ingezel hebben dan ook in het einde van den oor log diepe gaten geslagen in het Duitsche front. Aan Duitsche zijde bewandelde me.» in den beginne den verkeerden weg, door dat men den reuzenwagen inplaats van hem kleiner te maken steeds meer ver grootte, ofschoon verscheidene deskundigen niet ophielden te waarschuwen, dat men zoo zijn doel voorbijstreefde. De tijd heeft hen in het gelijk gesteld. Toen men begon aan den bouw van een kleine tank, was het pleit reeds beslecht: de oorlog was ten einde. Ook in dezen oorlog heeft de tank reeds weer een belangrijk woord meegesproken. Denken wij even aan Polen. In het alge meen maakt een oprukkende tank gebrui.c van donkere wegen door bosschen om zoo lang mogelijk zich te onttrekken aan hei oog van de vijandelijke waarnemers. De bevelen zijn in grooie trekken gegeven voor het vertrek. Dan worden de luiken gesloten. Radioverkeer zou den aanval te spoedig verraden; daaróm maakt men lie ver gebruik van de zoogenaamde opusc. e signalen. De gevaarlijkste tegenstander is de zoogenaamde Pak, dat is het afweerka- non voor tanks. Maar wil de Pak succes hebben bij den aanval, dan moet zij be schikken over een ruim schutsveid om de tanks geruimen tijd onder vuur te kun nen houden. Maar juist hierin ligt ook de zwakte van de Pak. Geen vlakte is zoo vlak of er is hier en daar wel een oneffen heid en in een dergelijke holte kan een kleine strijdwagen al spoedig dekking vin den. Strategisch staat het vast dat de tanks in formatie moeten aanvallen, niet te dicht naast elkaar, maar op eenigen afstand, zoo dat de vijand zyn aandacht moet verdeelen. Het leger pionier-park. Hier kunnen de ma nschappen alle voor haar w*rkssamhedee noodige onderdeelen krijgen. De afdeeling timmerlieden dicht onder het Fransch-Dnitsche front vervaardigen hou ten rekken, welke in de voorste loopgraven worden gelegd. gevreesde sikkelwagens van de Perzen be kend en later natuurlijk de strijdwagens van Grieken en Romeinen. Om zoo diep mogelijk te kunnen doordringen in de vij andelijke gelederen, was deze wagen be trekkelijk hoog gebouwd. Hun „Achilles pees" bestond in hun aandrijving; zij ge bruikten natuurlijk als aandrijvende kracht de paarden, die ondanks alle pogingen om ook die dieren te beschermen, steeds zeer kwetsbaar bleven en wanneer zij neer stortten, daarmede den geheelen wagen met bemanning buiten gevecht stelden. Het was daarom te begrijpen dat men op het oude idee van de strijdwagens terugkwam, nadat de menschelijke geest er in was ge slaagd om een mechanische aandrijving, namelijk de motor te construeeren. Kort nadat de eerste kinderziekten waren over wonnen, verschenen dan de eerste pantser wagens ten tooneele. Maar technisch ble ven ze vele tientallen jaren zoo onvol maakt, dat men er langen tijd aan heeft getwijfeld of ze ooit bruikbaar zouden blijken; de oorlog van Rusland tegen Fin land bewijst ons eiken dag weer opnieuw hoe kwetsbaar deze strijdwagens van de twintigste eeuw nog zijn. Een kleinigheid behoeft slechts te gebeuren en het ingewik kelde raderwerk staat stil en de tank is ten ondergang gedoemd. De verrassing van September 1916. Monstrum tegen Baby. De Duitsche tank, of wel „A-7-V-wagen' genoemd, was in vergelijking met de tegen woordige constructies een monstrum. Zij bezat behalve talrijke lichte machinegewe ren, karabijnen en vlammenwerpers, alleen reeds vier zware mitrailleurs en een 5.7 cm. snelvuurkanon. Dienovereenkomstig was ook de bezetting: gedurende den strijd bedroeg het aantal manschappen niet min der dan achttien. De topsnelheid, waarmede de tank zich kon verplaatsen, was twaalf kilometer, een snelheid, die voor onze he- dendaagsche begrippen min of meer be lachelijk is. Maar men dient om rechtvaar dig te zijn alles te beschouwen in het kader van zijn tijd. Zoo ook hier. Deze Duitsche tank toch, die aan het einde van den We reldoorlog werd ingezet, was verre de meerdere van de even groote strijdwagens aan EngelschFransche zijde. De Engelsche „Mark-IV-Tank" bereikte slechts een snel- 'heid van zes kilometer, en de Fransche zware „St. Chaumont-Tank" kon hoogstens zeven kilometer per uur afleggen. Niettegenstaande de Duitsche tank snel ler was dan de tegenstander, was zij toch nagenoeg onbeschermd en weerloos tegen de zware vijandelijke artillerie. De bepant sering, die bijna twee maal zoo zwaar was als die van de Fransche, kon geen voldoen de afweer bieden voor de zware projectie len. Van ditzelfde had de tegenpartij na tuurlijk ook te lijden, de mindere snelheid stelde hen langer bloot aan infanterievuur, dat dikwijls alleen reeds in staat was de tanks buiten gevecht te stellen. Zoo wer den in den beroemden tankslag by Cam- brai in 1917 alleen reeds 117 van de 300 door de Franschen in het vuur gebrachte tanks onschadelijk gemaakt. Bij een pontonoefening in het gebied van den strijd. MEN heeft de pioniers onder de sol daten dikwijls genoeg betiteld als „meisje voor alles" en die kwalifi catie mag dan op de lachspieren werken vanwege de bizarre vergelijking, maar in den grond van de zaak is zij zeer juist. Zij zijn het, weliswaar niet het meisje, maar met eenige variatie op dit thema „mannen voor alles". Geen enkel onderdeel van het leger, geen enkel wapen, uitgezonderd dan de infanterie heeft dergelijke uiteenloopen- de taken te verrichten. Bij elke gelegenheid wordt hun hulp ingeroepen. Een leger zon der pioniertroep is vooral tegenwoordig niets meer waard. Daarom is juist in den laatsten oorlog zoowel van de zijde der Ge allieerden als van de DuitschRussische zijde zooveel mogelijk aandacht besteed aan deze troepenafdeeling. En ook daarom moe ten deze troepen sterker zijn, aangezien de lechniek in de afgeloopen kwarteeuw, welke verstreek sinds het begin van den eersten Wereldoorlog, enorme vorderingen heeft ge maakt. Daardoor bedreigen de partijen el kaar met andere nog verstrekkender mid delen dan vroeger 't geval was. Mogen wij 't zoo als buitenstaander kwalificeeren, dan zijn twee soorten oorlog te onderscheiden, namelijk de stellingsoorlog en de bewegings oorlog. In beide gevallen kan men den ar beid van de pioniertroepen niet meer weg denken. Zelfs de leek, die hier even zijn ge dachten over laat gaan, zal weldra inzien, dat het van het grootste belang is, dat men bij het optrekken vernielde bruggen ter stond en in een zoo kort mogelijken tijd kan vervangen door hulpverbindingen van oever tot oever, zoo is er oneindig veel meer. Wij bepaalden onze gedachten nu slechts bij de oprukkende troepen en be lichtten het werk van de pioniers, die het aanstormende leger een begaanbaren weg banen. Maar er zijn ook pioniertroepen, die achter het leger aankomen, soms wel hon derd kilometer daarvan verwijderd zijn, om de in allerijl geslagen bruggen te verbete ren en over het geheel genomen de com municatiemiddelen te consolideeren. Dit ge schiedt met twee oogmerken: zij stellen hel leger in staat, wanneer het in den strijd minder voorspoedig mocht ga^n, snel en zonder hindernissen terug te trekken, ter wijl wanneer het land ook na de overwin ning door den overwinnaar bezet blijft de noodverbindingen gebruikt kunnen worden voor meer vredelievende doeleinden. Dit wat betreft den bewegingsoorlog, maar ook in den stellingsoorlog wordt veel gevergd van den pionier. Al wat vernield is, dient zoo spoedig mogelijk binnen of buiten de eigenlijke stellingen te worden hersteld, terwijl versterkingswallen men heeft het voorbeeld in dezen oorlog reeds kunnen zien, nog voortdurend intensief verder wor den versterkt en verder worden uitgestrekt Het ligt bijvoorbeeld in de bedoeling de Maginotlinie geheel door te trekken langs de Noordelijke grens. Hier, evenals trou wens in den bewegingsoorlog hebben de pioniertroepen een zeer gevaarlijke taak te vervullen, daar de vijand het in de eerste plaats op hun actie heeft begrepen; het geen vanzelf spreekt, omdat hier de ver nietiging van een kleine afdeeling de ver lamming van een groote legermacht kan beteekenen. En dat beduidt dan natuurlijk oponthoud en tijdwinst beteekent in den modernen oorlog winst in alle opzichten, aanvoer van materiaal en manschappen. Wie een indruk wil hebben van de veel zijdigheid van de pionierstaak, moet des morgens maar eens komen luisteren, wan neer de commando's worden afgeroepen. Afdeeling S en F naar aanbouw 9. Afdeeling L uitrukken en de camouflage in het struikgewas voltooien. Afdeeling mijnenzoekers met onderoffi cier P. op dezelfde plaats verder naar mijn zoeken. Belast met dergelijke opdrachten mar cheert in alle vroegte de derde troep van een compagnie der veldpioniers af. Deze mannen vervullen nu reeds weken lang hun plicht in de gevaarlijkste zone, die men zich maar kan denken, tusschen Westwal en Maginotlinie, gedeeltelijk- in het zooge naamde Niemandsland. Bij aanbouw 9 is men in de weer loop graven te maken voor de infanterie. Hier is het hard werken. Met hamer en beitel moet brok voor brok uit den rots worden ge hakt. Ofschoon de aarde nu keihard bevro ren is, beschouwen de ruwe, harde handen van deze mannen dat niet als een bezwaar. Met pikkel en houweel en bovendien de stevige knuisten komt men een heel eind. Beide ingangen van deze in den bergwand gehouwen loopgraaf zijn zorgvuldig ge schilderd met het oog op aanvallen van vijandelijke vliegtuigen; trouwens het kie zen van de plaats, waar de loopgraaf moet liggen is reeds van zooveel strategisch be lang. Het vervaardigen van een dergelijke loopgraaf duurt enkele dagen en dan be schikt de infanterie' weer over een voor post meer tegen het gemiddelde en het kleine kaliber. Ook het aanbrengen van misleidende teekens in het terrein is van groot belang. Alles is hier in de onmiddellijke nabijheid van den tegenstander er op gericht hem op een dwaalspoor te brengen. Er zijn bij voorbeeld uitgezochte landingsterreinen in de frontgebieden, maar de vlieger die het zou wagen hier te dalen, zou ongenadig onthaald worden, in de eerste plaats door de mitrailleurnesten, die hier kwistig uitge zaaid zijn, maar evenzeer door den aard van het terrein. Want zeker is het geen malsche grasweide, waarop de kist behen dig neergezet kan worden, maar veeleer een bosch, waarvan de boomen op handige wijze geheel gemaskeerd waren. Wie hier zijn oogen de kost kon geven zou versteld staan over de vindingrijkheid van de men sehen, die dit alles hebben uitgedacht. Dergelijke gedaanteveranderingen van de streek zijn dikwijls ook gewenscht uit transportoogpunt. In deze gevallen is men dan na het uiterlijk van het landschap een metamorfose te hebben laten onder gaan in staat een korteren weg te kiezen, dat beteekent alweer tijdwinst en snelle- rèn aanvoer. Dit maskeeren geschiedt het meeste des nacht, zoodat de vijand niets kan waarnemen. Den volgenden dag ziet hij voltooide werkzaamheden, maar de uitkijk post zal steeds minder van het transport te zien krijgen. Het gevaarlijkste is wel de taak, waarmede de afdeeling mijnenzoe kers is belast; het is hun taak de mijnenvel den, welke hetzij door den tegenstander, het zij door de eigen leger macht is gelegd, van mijnen te zuiveren. Een dal, waardoor men vreesde, dat de vijand aanvallen met tanks zou ondernemen, was ver sperd door duizenden mijnen. Inmiddels is de situatie, vergeleken met enkele weken geleden dusdanig ver anderd, dat men niet langer bevreesd be hoeft te zijn dat dit gebied onmiddellijk in den strijd zal komen en dus worden de mijnen weer opgezocht om de eigen solda ten zoo weinig mogelijk gevaar te laten loo- pen het slachtoffer te worden van hun eigen projectielen, terwijl men tevens meer „armslag" krijgt door de beschikking over een vrij veld; dat weer bezet kan worden. Het leven van de pioniersoldaten is zeer hard; het is ook gevaarlijk, maar zij doen hun werk met toewijding, omdat zij be seffen dat wanneer zij goeden arbeid leve ren, daarvan dikwijls het leven van dui zenden soldaten kan afhangen. Het voor en tegen van tankwagens. De gedachte om voertuigen bij den di- recten aanval te gebruiken, is reeds zeer oud. Reeds uit de grijze oudheid zijn ons de heim had weten te houden en men als be naming het misleidende „tank" had geko zen, werden de Duitsche spionnen volko men om den tuin geleid en was de verras sing bij de Duitsche troepen enorm. In ieder geval hebben de Geallieerden toen in den slag tusschen Pozierés en Lenzwald moreel een enorm succes kunnen boeken. Tot dat tijdstip was het rupsbandsysteem in Duitschland volkomen onbekend. Oos tenrijk kende toen weliswaar reeds zijn trekmotoren met rupsbanden, maar men was nimmer op de gedachte gekomen om deze ook toe te passen op de gevechtswa- Het gevolg was dat Duitschland eerst het einde van den Wereldoorlog in strijdperk trad met soortgelijke ge- die in hun soort onmiddel- e specimina waren.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1940 | | pagina 5