T De Internationale tuvsiand IN DE AFGELOOPEN WEEK Deze week IN NEDERLAND De Wereld IN KAART Het Portret VAN DE WEEK VJ DE OORLOF in. SCANDINAVIË Al kon men den laatsten tijd niet bepaald spreken van een helderen politieken hemel, toch kwam het op treden der Duitsche troepen tegen Penemarken en Noorwegen als een bliksemstraal de lucht doorklieven. Dat is het voordeel voor de onder nemers van een dergelijke actie en het even groote nadeel voor de ge troffenen, van het eenhoofdig auto ritair bewind. Binnen nog geen 48 uren is het karakter van den oorlog totaal gewijzigd. Maandag morgen zeer vroeg werd aan de Noorsche regeering door de gezanten van Engeland en Frankrijk medegedeeld, dat de gealli eerden zich genoodzaakt hadden gevoeld, de verscheping van ertsen uit Narvik door Duitsche schepen via de territoriale Noor sche wateren onmogelijk te maken door op een drietal plaatsen ten Zuiden van deze haven in de genoemde territoriale wateren mijnenvelden te leggen. Er was zorgvuldig gezorgd, dat de toegangen tot de Noorsche havens vrij bleven. De bedoeling was al leen, de Duitsche schepen te noodzaken, open zee te kiezen, waar ze natuurlijk door de geallieerde schepen zouden worden op gewacht. Geallieerde oorlogsschepen hiel den de wacht bij de mijnenvelden, om ertegen te waken, dat Noorwegen ze zou trachten te vegen. Noorwegen protesteerde zoo fel mogelijk tegen deze flagrante en ook door de Engelschen en Franschen niet ontkende of verdoezelde inbreuk op de Noorsche neutraliteit, maar het besloot, zich bij het feit neer te leggen en zich Verloven ingetrokken. De ontstellende gebeurtenissen in de Scandinavische landen hebben ook hun Weerslag in ons land gehad. Opnieuw kre gen wij daarmede een gevoelige waarschu wing, hoe snel een vreedzaam levend neu traal volk zijn onafhankelijkheid kan kwijtraken, wanneer zijn verdedigings- flpparaat te zwak is om eventueele aan vallers af te schrikken. Het onmiddellijk gevolg van de bezetting van Denemarken en Noorwegen was dan ook een extra ver sterking van onze eigen militaire paraat heid in den vorm van intrekking der ver loven. Deze intrekking gold voor alle perio dieke verloven, de vacantieverloven en de buitengewone verloven, met uitzondering van die, welke verleend waren wegens ernstige ziekte of overlijden van gezins leden. Ook al hét personeel, behoorende tot de luchtstrijdkrachten, de luchtdoel artillerie, de luchtdoelmitrailleurjj en de zoeklichten moest onmiddellijk naar zijn standplaats terugkeeren, zelfs zij, die zaken- of studieverlof hadden. Tot deze laatste groep behooren echter niet dege nen, die uitstel van eerste oefening hebben of uitstel van een nog te vervullen ge deelte van hun eerste oefening. De communicaties met Scandinavië verbroken. De telefoon- en telegraafverbindingen met Denemarken waren als gevolg van den nieuwen toestand aanvankelijk verbroken, evenals het telefoonverkeer met Noor- Wegen. Het telegrafische verkeer met laatstgenoemd land kon nog gehandhaafd blijven, terwijl met Zweden zoowel tele- 1 den Zweedschen Rijksdag wordt de srklaring voorgelezen van Zwedens hou ding in den Finsch-Russischen oorlog. verdere maatregelen voor te behouden. Minister Koht wilde niets doen zonder het Storting te hebben geraadpleegd. De Duitsche vloot stoomt op. Noorwegen had nauwelijks den tijd, zich te bezinnen op wat het te doen stond. Want reeds worden in het Kattegat sterke vlooteenheden door Duitschers gesigna leerd, die naar het Noorden voeren. Toen een dezer schepen door een Engelsche tor pedoboot werd vernietigd, bleek, dat zich aan boord landingstroepen bevonden. Dins dagmorgen kwamen eerst onbevestigde, maar steeds nauwkeuriger berichten om trent wat in den afgeloopen nacht was ge beurd. Duitsche troepen waren Denemar ken over de grens van Jutland binnen gerukt en hadden Kopenhagen bezet. Aan minister Koht was medegedeeld, dat Duitschland zich verplicht zag, ook Noor wegen „in bescherming te nemen" tegen een onvoorzienen aanval van geallieerde zijde. Hem was gevraagd, of de Noorsche regeering bereid was, zich onder Duitsch militair bewind te stellen. Minister Koht weigerde dit, omdat dit het einde van Noorwegens souvereiniteit zou beteekenen. Bezetting van verschillende steden. Over wat er toen verder gebeurd is, be schikken wij voorloopig nog slechts over berichten uit Duitsche bron, waarvan door de Engelschen de absolute juistheid niet wordt erkend. Zoo bijvoorbeeld over de bezetting van een aantal steden langs de kust, waarvan genoemd worden Bergen, Drontheim, Stavanger, Egersund en Nar vik. In verschillende gevallen is door de Noren tegenstand geboden, het Noorsche foon- als telegraafverkeer geheel normaal functionneerde. Slechts was aan de ver traging in de totstandkoming der gesprek ken te merken, dat er wat bijzonders aan de hand was. Binnensland had het plotseling terug roepen der met verlof zijnde militairen een tijdelijke overbelasting van het spoorweg net ten gevolge, die de gewone dienstrege ling danig in de war stuurde. Er liep ten behoeve van het gewone reizigersverkeer een beperkt aantal treinen, dat zooveel mogelijk werd aangevuld met autobussen. Voor het vervoer van forensen van het Gooi naar Amsterdam werd een aantal diesel-electrische treinen ingelegd, terwijl tusschen Amsterdam en Rotterdam 'een twee-uursdienst werd onderhouden. Ook het luchtverkeer gestremd. Het luchtverkeer, toch al zoozeer beperkt ten gevolge van den oorlogstoestand, onder vond thans opnieuw moeilijkheden. De nog niet zoo lang geleden weer heropende dienst op Scandinavië moest nu natuurlijk worden gestaakt. Naar Kopenhagen, Malmö, Stockholm en Oslo vertrokken geen K.L.M.-machines. Op den dag der bezet ting van Denemarken en Noorwegen be vonden zich drie Nederlandsche vliegtui gen in Scandinavië, n.1. een te Oslo en twee te Malmö, welke toestellen daar voor loopig zullen blijven. Ook het luchtverkeer met Engeland moest tijdelijk worden stopgezet. De nieuwe heffingen er door. Met 75 tegen 5 stemmen heeft de Tweede Kamer het wetsontwerp in zake de hef fingen ten behoeve van het Leeningfonds 1940, aangenomen. Zooals men zich her inneren zal, beteekent dit, dat de invoer rechten op benzine en benzol worden ver hoogd, dat er 15 opcenten op de successie belasting komen, een heffing op koffie, die tot dusverre vrij was van rechten en dat de suikeraccijns wordt verhoogd. Een amendement van den heer Van Gelderen om de heffing op koffie te doen gelden tot 30 April 1941, werd verworpen met 54 tegen 24 stemmen. Een soortgelijk amende ment ten aanzien van de suiker werd door den minister overgenomen. Bij nota van wijziging stelde de minister ten slotte yoor, de overige heffingen, uitgezonderd de ver hooging van de successiebelasting, te doen gelden tot 1 Mei 1943. Een jager verongelukt. Op het vliegveld Waalhaven vond een droevig ongeluk met een jachtvliegtuig plaats. Bij de landing sloeg een militair toestel van het type Fokker G 1, bestuurd door den reserve le luitenant-vlieger H. C. A. van Montfoort, over den kop, vermoe delijk doordat de remmen den clienst wei gerden. Het voorstuk van de machine, dat diep in den grond drong, werd totaal ver nield, waarbij de bestuurder om het leven kwam en de tweede inzittende, een ser- geant-mitrailleurschutter, werd gewond. DE ZWEEDSCHE ERTSEN. De nabijheid van de rijke ertsgebieden bij Kiruna en Gellivara is den Noren nood lottig geworden. Erts is voor de oorlogvoe rende partijen een grondstof van het groot ste belang. De ertsen uit beide genoemde gebieden worden verscheept uit de havens van Narvik en Lulea, die door een spoor weg zijn verbonden. Lulea is echter alleen in den zomer bruikbaar, omdat de haven verder door ijs is versperd. Narvik daaren- leger is gemobiliseerd, maar is nimmer sterk geweest en zal ook nu tegen de over macht weinig kunnen bereiken. Noor wegen is aangevallen en de oorlog is op zijn grondgebied overgebracht. Duitschland verdedigt zijn optreden met de verwijzing naar de herhaalde neutrali- teitsschendingen door de geallieerden, in het bijzonder het leggen van mijnen in de territoriale wateren van Noorwegen. Het beweert over de bewijzen te beschikken, dat Engeland en Frankrijk van plan waren, een inval in Noorwegen en Denemarken te doen en dit hebben willen voorkomen. De geallieerden ontkennen dit ten stellig ste. Zij wijzen erop, dat de inval in beide landen, reeds lang te voren moet zijn voor bereid, omdat- Hitier anders nimmer zoo snel had kunnen optreden. Waarop de neu trale buitenstaander zich dan weer af vraagt, of Engeland daarvan dan geen enkel vermoeden heeft gehad. De Noorsche regeering is overgeplaatst naar het ten Noordoosten van Oslo gelegen Hamar, waar zich ook de koninklijke familie bevindt. En zooals in Finland een regeering-Kuusinen werd gevormd, is de verwarring natuurlijk ook nu weer vergroot door de instelling van een neven-regeering onder leiding van Vidkun Quisling, den leider der Noorsche nationaal-socialisten. Denemarken heeft het hoofd maar dadelijk in den schoot ge legd. Het kon met zijn klein legertje wei nig beginnen "en slechts enkele dappere soldaten hebben getoond, dat zij liever dood dan overwonnen waren en hebben zich verweerd. Nog slechts enkele dagen geleden verklaarden de Denen zich niet bezorgd te maken over de ontwikkeling der gebeurtenissen in het Noorden, omdat zij steunden op het een jaar geleden met Duitcshland gesloten verdrag. Zweden blijft neutraal. Hoewel bij al deze gebeurtenissen Zwe den natuurlijk ten nauwste betrokken is, omdat de diepe oorzaak van den strijd ligt in de op zijn grondgebied gelegen erts- mijnen en hoewel Zweden en Noorwegen herhaaldelijk hebben bezworen elkaar te zullen helpen, heeft Zweden op den eisch van Duitschland, neutraal te blijven, dade lijk de knie gebogen en dit toegezegd. Zweden is nog de sterkste der drie be trokken landen en heeft zijn defensie nim mer zoo volkomen verwaarloosd als Noor wegen. Maar het ontkent nu zelfs met veel nadruk, dat het zou hebben gemobiliseerd. Het geeft er dus de voorkeur aan, zijn beurt af te wachten, om beschermd te wor den, tenzij de geallieerden iets bereiken. Engeland en Frankrijk beloven hulp. De Opperste Oorlogsraad der geallieer den is te Londen bijeengekomen, om te beraadslagen, wat hem te doen staat in deze nieuwe fase van den Europeeschen oorlog. Chamberlain heeft in het Lagerhuis meegedeeld, dat Noorwegen op alle denk bare hulp kan rekenen en Lord Halifax heeft den Noren een boodschap gestuurd via de radio. De Engelsche radio zal zelfs het Noorsche volkslied voortaan uitzenden na afloop van het programma. Het deelt deze eer met het Poolsche volkslied. Volgens de laatste berichten valt de En gelsche vloot op verschillende punten aan. De „Hunter", een Engelsche slagkruiser en de Duitsche „Gneisenau" met 1500 man zouden zijn gezonken. tegen is gedurende het geheele jaar open en vandaar wordt het erts verscheept naar Engeland en Duitschland. De drie mijnen velden zijn in de Noorsche territoriale wateren gelegd ten Zuiden van Narvik. Hierdoor zouden de Duitsche schepen, die het erts kwamen halen, gedwongen wor den, de open zee te kiezen, waar de schepen der geallieerden ze konden aanvallen. NOORWEGEN. het Westelijk deel van het Scandinavisch schiereiland, het land der hemelhooge ber gen met machtige watervallen, met uitge strekte wouden en akkers en weiden tegen de berghellingen, het land met de einde- looze kustlijn en ontelbare fjorden, waar de visscherij bloeit. Een bevolking van slechts 3 millioen zielen. In het Zuidoosten ligt aan de Oslo-fjord de hoofdstad Oslo. NEUTRALEN ONDER DRUK. Wij mogen zoo blijmoedig zijn aange legd als wij willen toch valt ook voor den blijmoedigst aangelegden onder ons niet te ontkennen, dat de toestand in het algemeen en voor de neutralen in het bijzonder er niet beter op wordt. In tegendeel de op hen uitgeoefende druk wordt met dan dag sterker. Hoe lang zij daaraan weerstand zullen kunnen bieden is de groote vraag. Tot dusverre heeft men daarvan in Nederland slechts in indirecten zin iets kunnen bemerken. Ons zakenleven heeft er den noodigen hinder van ondervonden, dat de inkomende en uitgaande post in tal van gevallen werd aangehouden en eerst met groote vertraging doorgezon den; en iedereen weet van den overlast, die de neutrale scheepvaart wordt ver oorzaakt door de controle in de Duins, waar zich de schepen van de neutrale landen ophoopen. Wat dit laatste betreftook Nederland krijgt daarvan zijn deel te dragen. En wanneer men de desbetreffende geruch ten mag gelooven, liggen er ginds veel meer Nederlandsche schepen te wachten, tot zij aan de beurt zijn voor het onder zoek, dan ons volk vermoedt. Wat er echter tot dusverre is geschied, is nog maar een kleinigheid in verge lijking met datgene, wat den neutralen dus ook Nederland in de naaste toe komst te wachten staat. Men heeft er ons op voorbereid, door de aankondiging van de verscherpte maatregelen, welke tegen de neutralen zullen worden genomen; en het begin, dat daarmede is gemaakt, heb ben wij kunnen constateeren aan Noor wegen. De grenzen van het recht zijn geheel uitgewischt, om plaats te maken voor die van de macht. De kleine neutralen zijn overgeleverd aan het recht van den sterk ste onverschillig wie die sterkste zal blijken te zijn. Er zijn tal' van dingen in dezen oorlog, waartegen zij zich niet anders kunnen verdedigen dan door mid del van protesten, welke met een gebaar van geringschatting terzijde worden ge legd. En daarom is het beter het op deze plaats uit te spreken, dat wij ons moeten voorbereiden op een verslechtering van den toestand. Dit zeggen wij natuurlijk geenszins, om een ongegronde vrees in de hand te werken; maar het is beter, de dingen te zien, zooals zij zijn en ons voor te bereiden op hetgeen wij voor den boeg hebben. Wanneer men om zich heen ziet, krijgt men dikwijls den indruk, dat de meesten onzer landgenooten zich niet voldoende rekenschap geven van den waren toestand. Zij houden er een soort van struisvogelpolitiek op na. Doch wij komen er geen stap verder mee, wanneer wij trachten onszelf wijs te maken, dat het „zoo'n vaart wel niet zal loopen". De voorteekenen'wijzen er op, dat wij een periode van druk van buitenaf tege moet gaan, met al de onaangename ge volgen, die daaraan onvermijdelijk zijn verbonden. Er kan natuurlijk geen twijfel aan bestaan, of wij zullen ons met alle mogelijke middelen verzetten tegen dien druk, voorzooverre deze in strijd is met ons goed recht; doch over de resultaten DE OORLOG IN SCANDINAVIË. Zooals uit ons kaartje blijkt, heeft Duitschland door de bezetting van Noor wegen den afstand tusschen zijn gebied en Engeland, speciaal de vlootbasis op Scapa Flow, belangrijk verkort. Het heeft boven dien een directen uitgang naar den Atlan- DENEMARKEN, het land der groene velden, met witte boerderijen én beukewouden, met het schiereiland Jutland, in het Westen be- spoeld door de Noordzee en ten Oosten door het Kattegat, met een reeks van grootere en kleinere eilanden, die als een brug leiden naar het Scandinavisch schier eiland. Een bevolking van 3.7 millioen menschen. Hoofdstad Kopenhagen aan de Sont aan de Oostkust van Seeland, het grootste der Deensche eilanden. DE AALANDS-EILANDEN bestaan uit eenige duizenden minieme eilandjes en liggen in het centrum van Scandinavië. Ze hebben in totaal een op pervlakte van 9000 vierkante kilometer en liggen tusschen Zweden en Finland als een afsluiting tusschen de Finscbe Golf en de rest van de Oostzee. Ze zijn Finsch bezit, KONING HAAKON VAN NOORWEGEN. Een van de meest verantwoording- dragende persoonlijkheden is in de laatste dagen ongetwijfeld koning Haakon VII van Noorwegen, die sinds 25 November 1905, na de scheiding van Zweden, regeert. Koning Haakon is een der meest democratische monarchen, die zelfs de radicaalste partijen van zijn land nooit aanleiding heeft gegeven om bezwaren te maken tegen zijn regee ring. Hij is een man van grooten een voud en vroomheid. Men beschouwt hem, wegens de grondige studie, die hij daarvan heeft gemaakt, als den „Staatsburger, die het best op de hoogte is van de sociale vraagstuk ken van Noorwegen". Koning Haakon is zeker een der beste vertegenwoordigers van den monarchalen regeeringsvorm; hij zal ongetwijfeld een invloedrijke stem hebben bij de belangrijke beslissin gen, die in deze dagen zijn regeering zal moeten nemen. daarvan moeten wij ons vooral niet te veel illusies maken. Op het oogenblik bemerkt ons volk, als geheel genomen, niet al te veel van den oorlog; maar het zou kunnen zijn, dat dit binnenkort verandert en dat wij de oogen niet meer kunnen sluiten voor de werkelijkheid van de groote tragedie, welke zich in Europa afspeelt. Het is te hopen, dat de in uitzicht gestelde ver scherping van de maatregelen tegen de neutrale landen geen catastrophale gevol gen voor Nederland zal hebben; doch dat het gevaar voor ongewenschte consequen ties er grooter door wordt, valt niet tegen te spreken. tischen Oceaan gekregen en beheerscht door de bezetting van Denemarken nu ook de uitgangen van de Oostzee door het Kattegat en minder belangrijke wateren* Overigens vindt men op dit kaartje alle belangrijke plaatsen, die thans in den Noorsch-Duitschen oorlog een rol spelen. hoewel de bewoners Zweedsch spreken. Begin 1939 kwamen Zweden en Finland overeen, ze samen te versterken. De Rus- sisch-Finsche oorlog maakte daaraan een einde. Ook nu zullen ze ongetwijfeld in den Scandinavischen oorlog nog een belang rijke rol spelen. DE DROEVE LIJST VAN DEZE WEEK. „Mimihorn" (4007 t., passagierschip, Duitsch) „Nava'rra" (2118 t., vr.sch., Noorsch) „Rio de Janeiro" (9600 t., troepen- transportsGhip, Duitsch) „Oheania" (4843 t., vr.sch., Grieksch) „Kreta" (vrachtschip, Duitsch) „Posidonia" (tankschin, Duitsch) V orwegen is het land der prachtige fjor den. Onze foto geeft een beeld van de Hardang erfjord. (7 Po V> ■- :7t' t fi 'apArandt Chnifiaor Mijnen "APA FLOW OSLO F NOORD >£/c<xria ïfïKATTtGM O n.A-d TrBlhjl/i ,k)Vtrm 'tcholn KhlmAr WHtbingbofg LAND

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1940 | | pagina 3