V De Internationale toestand rr-v Het Portret J Deze week IN DE AFGELOOPEN WEEK v.' v,:. U.^ VAN DE WEEK DE WERELD IN KAART IN NEDERLAND Oefening van valschermtroepen in de Vereenigde Staten. Het heeft er den schijn van, dat verschillende verhoudingen in Europa zich beginnen te wijzigen. De mede- deelingen, die de Engelsche regee ring daarover in het Lagerhuis heeft gedaan, zijn van ingrijpend belang, al zal de toekomst de werkelijke waarde ervan nog moeten bewijzen. Rusland heeft toenadering tot Engeland gezocht en Engeland heeft gevraagd, dat de Sovjet-Unie positieve voorstellen zou doen omtrent de uitbreiding van den wederzijdschen handel, met dien verstande, dat essentieele oorlogsbehoeften Duitsch- land niet zouden mogen bereiken. De Rus sische dagbladen zijn begonnen met een itrikt neutrale houding aan te nemen tegen over den sti-ijd in het Noorden door de communiqué's der geallieerden op dezelfde wijze als die van het Duitsche legercom- mando naast elkaar af te drukken. Het ligt trouwens voor de hand, dat de oorlog met Noorwegen wij zullen het maar zoo noe men, ook al ontkent Duitschland nog steeds, dat er een oorlogstoestand zou bestaan Rusland sterk interesseert. Vooral nu de kansen, dat Zweden in den oorlog betrok ken zal worden, steeds grooter worden, nadert het strijdtooneel bedenkelijk Fin land en daarmee het Russische invloeds ten ein. Duitschland ziet niet zonder zorg, dat de verhouding van de Sovjet-Republiek tot Engeland schijnt te verbeteren. De Rus sische gezant te Londen Maisky is twee maal bij Lord Halifax en eens bij den Onderstaatssecretaris van Buitenlandsche Zaken, Butler, geweest. Zorgen voor Duitschland. De Noorsche expeditie is ongetwijfeld anders geloopen dan men te Berlijn had verwacht. Zij vergt een geweldige krachts inspanning en er zijn nog steeds geen teekenen, die erop wijzen, dat de strijd aan dit onverwachte front spoedig zal zijn beslist. Door beide partijen worden afwis selend successen vermeld, maar wanneer men verwacht had, dat het in Noorwegen evenzoo zou gaan als in Denemarken, of mogelijk zooals in Polen of Tsjecho-Slo- wakije, dan ls men wel zeer bedrogen uit gekomen. Daarbij komt dan nog, zooals reeds werd gezegd, dat de houding van Rusland uiterst twijfelachtig begint te worden. Opgevallen is bijvoorbeeld, dat Stalin Hitier niet heeft gelukgewenscht met zijn verjaardag, hoewel omgekeerd Hitier Stalin wel een zeer hartelijk gesteld tele gram heeft gezonden op diens zestigsten verjaardag. Ook de uitvoering van het Duitsch-Russische handelsverdrag schijnt nog altijd op moeilijkheden te stuiten. En ten slotte is er nog de Balkan, waar de be langen van beide mogendheden niet paral lel loopen en waar de as-partner Italië, on danks de dreigende uitlatingen van den laatsten tijd toch liever den vrede en den status quo zal zien gehandhaafd. Zoo is de toekomst nog vol onzekere factoren. Kabinetscrisis in België. Het kabinet-Pierlot heeft zijn ontslag aangeboden aan den koning der Belgen. Het was een wonderlijke kabinetscrisis, want de begrooting van Onderwijs, die er de aanleiding toe werd, werd met een meerderheid van 120 tegen 45 stemmen en 14 onthoudingen, aangenomenMen zou zoo zeggen alle aanleiding voor een re geering, om tevreden te zijn. Maar vrij wel de geheele liberale kamerfractie stemde tegen en dit is een groep, waarop het ministerie steunde. De heer Pierlot meende onder deze omstandigheden niet sterk genoeg meer te staan, om de verant woordelijkheid te dragen en verzocht ont slag. De reden van het tegenstemmen der liberalen was gelegen in de taalkwestie, die in België al zoo dikwijls de gemoederen heeft verhit. De wijze, waarop minister Soudan den strijd tusschen Fransch en Vlaamsch aan zijn departement wilde op lossen, kon de goedkeuring der liberalen niet wegdragen en daarom stemden ze tegen. Zoo leek het een oogenblik, alsof België 'om een futiele kwestie van binnen- landschen aard in dezen gevaarvollen tijd op buitenlandsch gebied alle bezwaren te doorstaan zou krijgen van een regeerings- wisseling. De Koning heeft echter getoond, verstandiger te zijn, dan de kortzichtige politici en hun een gevoelig lesje gegeven, door het ontslag eenvoudig niet te aan vaarden. Nieuwe onthullingen uit de Wiïhelm- strasse. De Duitsche taal heeft een uitdrukking, die wij niet behoeven te vertalen, omdat zij teekenend is voor een bepaald optreden in het dagelijksch leven. Wij bedoelen de uitdrukikng „Theater machen". Men moge van de Duitsche regeering zeggen, wat men wil, maar deze kunst verstaat zij tot in de puntjes. Er is Zaterdag een bijeenkomst belegd in de Wilhelmstrasse te Berlijn, waartoe alle Duitsche en buitenlandsche persvertegenwoordigers, de gezanten der vreemde landen en de militaire attaché's waren uitgenoodigd. Groot tenue voor bur gers en militairen was voorgeschreven. 'Minister von Ribbentrop zou een sensa- tioneele verklaring afleggen. Men sprak van een keerpunt in de geschiedenis van dezen oorlog, van mededeelingen van be- slissenden aard en wat dies meer zij. De rede van Von Ribbentrop werd per radio uitgezonden over alle Duitsche zenders en half Europa heeft ongetwijfeld aan den luidspreker gezeten, om te hooren, wat ops nu weer boven het hoofd zou hangen. Ten slotte kwam het neer op de publicatie van een nieuw Witboek, waaruit volgens Von Ribbentrop duidelijk blijkt, dat de gealli eerden met goedvinden van Noorwegen een aanvalsplan op dit land hadden beraamd. Door Engeland, Frankrijk en Noorwegen wordt de juistheid althans van de conclu sies uit de documenten, stellig betwist en de reactie in Europa is er een van „Is 't anders niet en „Daar zullen we ons na den vrede meer voor interesseeren dan nu." Zwedens positie wordt daar te lande, na de uitdrukkelijke verklaring van Von Ribbentrop, dat Zwe den in tegenstelling met Noorwegen, zich strikt neutraal heeft gehouden, als iets minder gevaarlijk beschouwd. Het klinkt eenigszins eigenaardig na de felle pers campagne in de Duitsche kranten, die de Zweedsche pers van het tegendeel beschul digden. Er wordt eenvoudig beweerd, dat de Zweedsche pers van den aanvang van den oorlog af in dienst der Westersche mogendheden zou hebben gestaan. Zweden blijft staan op zijn recht, om, zij het in gematigde termen, zijn meening te zeggen, ook over de gebeurtenissen in Noorwegen. Deze houding is den Duitschers, speciaal de „Volkische Beobachter", een doorn in het oog. Men vraagt zich af, waarom Von Ribbentrop deze krant zoo openlijk heeft gedésavoueerd. Het schijnt, dat de gealli eerde Oorlogsraad, die wederom te Lon den bijeen is geweest, zich dan ook meer met de houding van Italië en den toestand op den Balkan heeft beziggehouden dan met dien van Zweden. Italië's machtheb bers blijven dreigende woorden uitspreken, zonder dat ze nadrukkelijk zeggen, wat ze nu eigenlijk willen en in de naaste toe komst van plan zijn. HEMELVAARTSDAG. Hemelvaartsdag is voor de groote, niet- kerkelijke geloovige massa der menschen altijd een van de minst begrepen feest dagen geweest van alle. Kerstfeest de geboorte van den Hei land der wereld, dagen vol poëzie, die men kan vjeren als de herinnering aan het Licht, dat ondanks alle duisternis blijft schijnen in deze wereld, of, maar dat is tegenwoordig ook al niet zoo gemakkelijk, als het feest van Vrede op aarde. Paschen, dat de herinnering draagt aan de opstanding van Jezus uit den doode, is tegelijk voor velen het lentefeest. In de natuur staat immers alles op uit den schijndood van den winter en het is niet moeilijk het Paaschfeest te vieren. Pinksteren, toen de Heilige Geest werd uitgestort, dat wordt wel wat minder grijpbaar, maar tegenover den onheiligen geest, die over de wereld vaart, willen wij toch gaarne symbolisch opvatten en her denken wat tijdens een bijeenkomst van de eerste Christengemeente moet zijn ge beurd. Maar nu is het Hemelvaartsdag. De dag, waarop volgens het Nieuwe Testament Jezus, veertig dagen na zijn opstanding uit den doode, zichtbaar is opgenomen in den hemel. Alsof er geen zwaartekracht meer bestond, die Hem aan de aarde vasthoudt, zweeft Hij naar boven, tot een wolk Hem wegneemt uit het gezicht van zijn disci pelen. Zou het eigenlijk niet onjuist zijn, dat wij dezen dag beschouwen als een féést- dag Zou het geen rouwdag moeten zijn, zooals de Goede Vrijdag, toen de Heiland is gestorven Spijt het ons niet, dat de discipelen Hem niet met beide handen en met alle kracht hebben vastgehouden Was het niet beter geweest, wanneer Hij altijd op de aarde was gebleven Hebben wij niet vooral in dezen tijd meer dan ooit te voren Zijn rustige eeuwigheidswoorden noodig Zou het met de wereld wel ooit zoo ver gekomen zijn, als Hij op aarde was gebleven Is Hemelvaartsdag niet veel meer een rouw- dan een feestdag Of zullen wij er maar overheen loo pen Zullen we maar doen zooals zoo velen uit alle tijden hebben gedaan en nog doen: er een feest van vreugde-in-de-natuur van maken, van vroeg opstaan en „dauwtrap- pen", met zooals wij in een almanak van 1836 lezen „de jenever- en brandewijn- flesschen in den zak", om „na ons onder de boomen en prieelen verlustigd te heb ben, voordemiddags, somtijds vroeg ge noeg om naar de kerk te gaan", weer thuis te komen „Ook de meisjes zijn bij dit dauwtrêen. Dit laat zich begrijpen; zij blijven niet graag thuis en de knapen wil len haar wel bij zich hebben." Dat noemde men „dauwtrappen" of „hemelvaren". Neen, in dit alles is het niet. Maar Zijn taak was volbracht. Het leven van Jezus was een sluitend geheel. Hij was vervolgd en gekruisigd, omdat Hij goed was, meer dan eenig mensch. Hij is opgestaan, omdat de dood het op den duur toch tegen Hem moest afleggen. En toen dat bewezen was, voer Hij ten hemel. Lichamelijk is Jezus niet meer in ons JEAN MONNET. Minister van Economische Zaken voor West-Europa, aldus zouden wij den heer Monnet kunnen noemen, die aan het hoofd staat van het ge combineerde Fransch-Engelsche Mi nisterie voor de Coördinatie. Hij be- heerscht derhalve feitelijk het eco nomisch leven van twee wereld rijken, die samen 600 millioen in woners tellen. Monnet is tot nog toe weinig bekend geweest in het Euro- peesche leven, maar reeds in den vorigen wereldoorlog was hij, nau welijks 30 jaar oud, in eenige econo mische organisaties van de gealli eerden werkzaam. Hij bezit een meer dan middelmatige kennis van het internationale economische leven en een geweldig organisatietalent. Zoo als men weet, werd zijn naam in de afgeloopen dagen ook in ons land genoemd, omdat hij de vrees uit sprak, dat de nieuwe luchtdienst van de K.L.M. op Lissabon een weg zou zijn, waarlangs Duitschland contra bande toegevoerd kan krijgen. midden. Wij moeten nu op eigen beenen staan en hebben Zijn woorden en Zijn voor beeld gehouden. Zijn discipelen moesten nu zelf aan het werk. En dat moeten wij ook. Daarmee bewees Hij een Leider te zijn in den waren zin van het woord. Geen Leider, zooals de wereld ze kent, die voor ons denken en handelen, zoodat er voor hun onderdanen geen verantwoordelijk heid meer blijft, maar iemand, die zü' kinderen opvoedt tot zelfstandigheid werk. Onze verantwoordelijkheid wordt d door des te grooter. Dat de wereld er tot aog toe weinig van terecht heeft gebracht, vergroot slechts onze taak, haar te verbeteren. En dat zal ons gelukken, als wij bQ onszelf beginnen. SCANDINAVIË ALS PRODUCTIEGEBIED. qoLFSTKoon N'OORdQRFMS V O rLAND&OUW VOORNAAM.re ERTSO)£BH-D£N 3 U2ER. KOPER. A NIKKEL G 0)0UO 1 MILL Het kaartje, dat wij hierbij brengen, geeft een duidelijken indruk van de Scandinavische rijken wat betreft nun industrie, ligging oer verschillende ertsge- bieden, bebossching, dichtheid der bevolking enz. Wat dit laatste aangaat, valt wel zeer duidelijk op te merken, dat althans in Zwe den en Noorweger het grootste deel van het inwonertal het Zui den dezer landen be volkt; dit geldt zoowel voor de steden als voor het platteland. Het Noorden speelt in dat opzicht bijna geen rol. In net centrum en het Noorden echter is het land op verschil lende plaatsen dicht bedekt met bosschen, die een der grootste rijkdommen van Scan dinavië vormen. Zij maken den levendigen uitvoer mogelijk van gezaagd hout. houtpulp voor papierfabricage en papier. Verder zal men op merken, dat de ertsge- bieden sterk verspreid liggen. Ongetwijfeld nemen de ijzermijnen van Kiruna en Gelli- vara de voornaamste plaats in. doch ook de kopermijnen m Noor wegen en Zweden zijn met zonder beteekenis. Dat de landbouw in deze landen geen bij zonder groote rol speelt blijkt uit de door een stippellijn aangegeven grens: ten Noorden van deze grens zijn zoowel de bodem als het Klimaat daarvoor minder geschikt. L,angs de Noorsche kust ziet men met pijltjes de richting aangeduid, waarin de Golfstroom naar het Noorden loopt. Zonder den weldadigen invloed van de hoogere temperatuur van dit water zou Noorwegen - en ook een groot deel van Europa iTEDEl PLATTFL ERT6SPOOR T60MOHEIMJ MrisiMG een dorre, onbewoonbare woestenij zijn. Ten slotte vestigen wij de aandacht op de spoorlijn, welke het Zweedsche ijzer- ertsgebied aan de eene zijde verbindt met de Noorsche haven Narvik, aan de andere zijde met de Zweedsche haven Lulea, via welke laatste Duitschland het noodige erts hoopt te ontvangen, zoodra de Botnische Golf ijsvrij is, d.w.z. omstreeks half Mei. IJSLAND. Veel weet de buitenwereld niet van dit afgelegen eiland af. Men heeft meestal slechts v&ge begrippen over het eiland der sagen, de bakermat van de Edda. Men weet, dat de.vogelwereld er sterk vertegenwoor digd is, dat de wateren rond IJsland '•bui tengewoon vischrijk zijn, dat er tal van warme bronnen zijn, geisers genaamd. Deze geisers, waarmede de natuur IJsland in ■te omgeving w.i- de hoofdstad, Reykjavik, heeft gezegend, zijn het, die de IJslanders in staat stellen, op hun dorren, rotsachtigen' bodem een weinig landbouw en veeteelt uit te oefenen, in weerwil van ijzige stor men en geweldige springvloeden. Men oogst er jaarlijks 3(1.000 ton aardappelen en 150.000 ton hooi. Verder telt men er een half millioen schapen. Dit alles heeft het eiland te danken aan zijn heete bronnen. Na de schapen zijn de vogels het talrijkst. Het aantal meeuwen, wilde eenden, pool- vogels, pelikanen en ijsvogels, dat de klip pen en heidevelden bevolkt, wordt op 400.000 geschat. De hoofdbron van verdien sten is de vischvangst. Het eenige, wat het eiland uitvoert, is 300.000 hectoliter harin gen en 700.000 zalmen. Dit alles is ruim schoots voldoende om het tienvoud van de tegenwoordige bevolking in het leven te houden. Weer periodieke verloven. De spanning, die noopte tot bijzondere militaire maatregelen, waaronder de in trekking der periodieke verloven wel de- geen was, die net meest onmiddellijk het gemobiliseerde deel der bevolking raakt, schijnt weer wat geluwd te zijn. Althans bracht de Regeeringspersdienst einde der week net bericht, waarnaar velen al dagen lang hadden uitgezien, dat weer periodieke verloven zouden worden toegekend. Zij worden echter op beperkter schaal ver leend dan tot dusverre het geval was. Vol gens de nieuwe regeling zal voortaan slechts i/jo van de dienstdoende militairen met verlof kunnen gaan, in plaats van i/7 zooals vroeger was toegestaan. Op deze wijze is dus de blijvende paraatheid van de weermacht in niet onbelangrijke mate verhoogd. Willem de Zwijger herdacht. In de Nieuwe Kerk te Delft vond mid den der week een eenvoudige, maar in drukwekkende plechtigheid plaats ter her denking van den geboortedag van Prins Willem van Oranje. Het initiatief tot deze plechtigheid was uitgegaan van een her- denkingscomitê, gevormd op uitnoodiging van het hoofdbestuur van het Algemeen Nederlandsch Verbond en bestaande uit vertegenwoordigers van een groot aantal vereenigingen. Generaal-majoor K. E. Oudendijk sprak een boeiende herden kingsrede uit, waarin hij den bewogen levensloop van Willem den Zwijger schil derde, die ons ook thans nog een voor beeld is van moed, kracht en Godsver trouwen. Twee R.L.M.-vogels thuis. De „Mees" en de „Uil", twee vliegtuigen van de K.L.M., die bij het uitbreken der vijandelijkheden in Noorwegen op het Zweedsche vliegveld Malmö stonden, waar zij gedurende de eerste dagen der Duitsche bezetting van Denemarken en Noorwegen moesten blijven, zijn thans behouden op Schiphol aangekomen. In Wi uur vlogen beide toestellen van Stockholm naar Am sterdam. Boven Zweedsch grondgebied volgden de Nederlandsche machines een door de Zweedsche regeering aangegeven route, terwijl zij verder op raad van de Duitsche regeering zoo hoog mogelijk vlo gen, ten einde geen last van luchtafweer geschut te hebben. Dank zij deze mede werking konden de beide K.L.M.-vliegers Geyssendorffer en Sillevis den tocht zon der moeilijkheden volbrengen. De staking in de Drcntsche venen. In de Drentsche venen brak een staking uit, die zich in de afgelopen week uit- De Duitsche Rijkscommissaris voor het bezette gebied in Noorwegen. Terboven. breidde tot niet minder dan 2000 2500 arbeiders. In de Noordelijke veengebieden kwam het werk practisch stil te liggen. In de Zuidelijke venen werd nog normaal gewerkt, omdat daar de katholieke en christelijke land- en veenarbeidersbonden overwegenden invloed hebben in tegen stelling tot het Noordelijke gebied. Rel letjes kwamen niet voor in het stakings- gebied. Men wacht rustig af, wat de rijks- bemiddelaar zal doen, wiens eerste voor stellen ongeveer evenveel voor- als tegen standers hebben gevonden. De mogelijk heid bestaat, dat een arbiter zal worden aangewezen, wiens uitspraak wellicht een meerderheid zal kunnen verwerven. Van regeeringszijde werden nog geen maat regelen ten aanzien van de werkverschaf fing genomen in verband met de staking. De organisaties, die achter de staking staan, verstrekken hun leden een uitkee- ring. Gevolgen van den staat van beleg. De eerste uitvloeisels van den verleden week afgekondigden staat van beleg voor het geheele land, waren deze week te be speuren. Enkele politieke vergaderingen werden verboden, de opperbevelhebber van land- en zeemacht kondigde bij algemeene bekendmaking in de Staatscourant een verordening in de pers af, de territoriale bevelhebber van de drie Noordelijke pro vinciën machtigde de burgemeesters om namens hem vergunning te verleenen voor het houden van openbare vergaderingen van bijzondere personen, voor openbare bijeenkomsten en optochten. Ook van het recht tot het doen van huiszoeking werd reeds gebruik gemaakt. Defensie weer benadeeld. Opnieuw kwamen diefstallen ten nadeele van het leger voor. De Haagsche politie hield in samenwerking met de militaire politie een militairen kok aan, die zich ten koste van het Rijk met levensmiddelen', zooals vleesch, boter, vet en aardappelen, alsmede met dekens had verrijkt. De ge stolen goederen werden geregeld naar een café gebracht, zoodat ook de houder van deze gelegenheid, als verdacht van heling, door de politie in bewaring werd ge nomen. Valkenburg wordt grooter. Bij de Tweede Kamer werd een wets ontwerp ingediend tot toevoeging van de gemeenten Oud-Valkenbure, Soh:*i -1 en Houthem aan het grondgebied van de gemeente Valkenburg. Deze grenswijziging zal, indien het wetsontwerp wordt aange nomen, op 1 Januari 1941 ingaan. In de memorie van toelichting zegt de minister, dat Valkenburg zich in den loop der jaren ver buiten zijn gemeentegrenzen heeft uit gebreid. Een groot aantal hotels en pen sions, in naam te Valkenburg gevestigd, liggen in andere gemeenten, hetgeen ook het geval is met tal van bekende beziens waardigheden. Het complex Valkenburg, dat schijnbaar een samenhoorend geheel vormt, wordt bestuurd door de diverse instanties van niet mindêr dan zes gemeen ten, wier belangen uiteraard niet altijd samenvallen. De toestand heeft zien zoo danig ontwikkeld, dat het treffen van in tercommunale regelingen geen oplossin? meer kan brengen; hier kan nog slecht een grondige wijziging der gemeentegren zen, waardoor het gebied, dat voor het vreemdelingenverkeer van belang is, onder één bestuur wordt gebracht, bevrediging schenken. SOLIDAIR met burgerlijke en militaire overheid Het strenge, ook door ons toege juichte, optreden tegen al'er, d**e ih deze ernstige dagen op eenrgcerlei wijze tegen het landsbelang hande len, sluit één gevaar in zich pi wel. dat wü zouden gaan denken, dat wij voldoende onzen plicht als Neder landers doen, wanneer wij buiten de straf van de wet blijven. Onze plicht tegenover de Neder landsche samenleving gaat veel ver der. Wij moeten niet alleen niet tegenwerken, maar alles doen, wat in ons vermogen is, steeds en overal slmen te werken met de overheid. Wü achten daarom een krachtige opwekking noodzakelijk om n'et al leen negatief ons te onthouden van overtredingen, maar ook en vooral positief achter alle maat regelen te gaan staan, die de autori teiten meenen te "moeten nemen. Kritiek daarop past in deze dagen niet. Zonder mopperen moeten wij ons in voorkomende gevallen opo'Tc- ringen getroosten, die in het alge meen belang worden gevraagd. Van militaire maatregelen, troe penverplaatsingen en dergelijke zou niets terecht komen, wanneer elk gewoon soldaat eerst zou mogen be- oordeelen of ze wel practisch cn nut tig zijn. Zoo hebben zich thans ook de burgers loyaal te voegen naar de wenschen van de overheid. Opgewekt doen wij dien plicht. Hoe minder wij kankeren, hoe ge makkelijker dat gaat. Geen ondergrondsch verzet, dat er nog net mee door kan zondier met den strafrechter in aanraking te komen, past ons thans. Als ééri man zij ons volk solidair met burgerlijke en militaire over heid, wier verantwoordelijkheid aoo enorm groot is en die zü voor ons dragen

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1940 | | pagina 7