Middag- Vlotte KNIPPATRONEN Zomerjurkjes voor meisjes van zes jaar SD-e uA&uqde. u-ati den aA&eid Gebreid broekje voor kleintjes ™v2 jaar Figuurlijke ▼oorsUUïngc-n die g*kc£«£ worden bij h«t vervaardigen vtoj h^if* houdeljjke gebruiksvoorwerpen moetug met eenige omziohtigheid gekosen wordox Wie zal gaarne een pot bier drinken uit tan steenen doodskop of wel een ifltell* altfi clruppelvanger voor zijn theepot gebrui ken! Een uitzondering maakt evenwel d| afgebeelde kandelaar, die een engel weer? geeft, welke zijn licht-Iasfc blijmoedig weet te dragen. Krachtig omspannen de han den de kaarshouder en de gedachte, licht drager te zijn in deze donkere tijden is goed uitgebeeld! Succespatroon A 172. Prijs 40 cent. Gekleed middagjaponnetje van dunne wollen stof of zijde met garneering van kant aan hals en mouwen. Opgeknipte voor baan met eenige ruimte aan zij- en boven kant. Achterbaan met ruim tusschenge- deelte. Ben. stof pl.m. 3 M. van 1.30 M. of 4 3/4 M. van 96 c.M. Patronen 40, 42, 44. KNIPPATRONEN yAN DEZE MODi.LLEH zijn verkrijgbaar bij Het Practisch Mode blad, Postbus 36, Den Haag. Giro 203203. De prijs bedraagt per patroon t 0J0 plua steeds vooruit in postzegels, per post wis- •el of giro. „Wel begonnen, is reeds halt gewonnen" G. C. Meijer Schwencke. Misschien wordt geen enkel woord zoo veel door de menschheid gebruikt als het woord „arbeid". Men schrijft en spreekt er over, bezingt hem in gedichten en door den arbeid wordt menigmaal een nieuw leven begonnen en een oud ten grave ge dragen. In ieder menschen-leven heeft de arbeid groote beteekenis, omdat hij zegen •n geluk brengt Arbeid heft de ziel op uit donkere diepten, maakt lichaam en geest gezond en is het beste geneesmiddel voor verdriet en zorg. Kan het dan mogelijk zijn, zoo vragen WU ona af, dat men nog menschen ontmoet, die zich er over beklagen steeds te moeten werken, terwijl er onnoemelijk velen zijn, voor wie werken in velerlei opzicht een redding zou beteekenen? We weten allen veel te goed hoe moeilijk en zwaar het le ven is, indien men niet kan arbeiden en hoe groot de zorgen zijn, die hieruit voort vloeien! Eerst als men onmachtig is te ar beiden, wordt de groote waarde van den arbeid door velen begrepen. Arbeid geeft het leven inhoud, zelfs al is hetgeen onze hand te doen vindt onbelangrijk. Het wenschelijke van een goede dag indeel ing. Ongetwijfeld zijn er oogenblikken, dat de arbeid zich opstapelt en een drukkende last kan worden. Maar, dit laatste is dan meestal te wijten aan gebrek aan organi satievermogen of verkeerde indeeling der werkzaamheden, wellicht ook omdat we Gebloemd en effen katoen of waschzijde worden voor dit aardige meisjesjurkje verwerkt. Het knip- overzicht geeft in c.M. nauwkeurig het patroon aan, dat eerst op papier goteekend en daarna uitgeknipt wordt. FiL 1 is de voorpas, die dub bel geknipt wordt en fig. II is de rugpas, die langs de vouw gelegd wordt (gebroken lijn). Fig. UI wordt tweemaal geknipt voor de mouwtjes. Het rokje bestaat uit twee stofdeelen van 44 c.M. lang en 78 breed, die niet afgeschuind wor den. Naden aan alle patroondeelen aanknippen. De rugpas en de zij stukken van de voorpas worden van gebloemd materiaal geknipt, terwijl het voorstukje effen gehou den is en dicht langs de vouw op gestikt wordt. Op het rokje worden eveneens gebloemde reepen opge stikt. De mouwtjes worden ingehaald en afgewerkt met een recht bandje, dat 19 x 3 c.M. is. Halsafwerking wordt tegengestikt met schuinen bies, die aan deri binnenkant met onzicht- I met lint, dat door tresselgaatjes gehaald bar© steekjes wordt opgezoomd. Sluiting wordt. geen werk uit de handen weten te geven. Het komt ook voor, dat we ons tot bepaal den arbeid aangetrokken gevoelen en te veel hooi op den vork nemen, zoodat we er ten slotte niet meer uit komen. Al deze klippen moeten we weten te om zeilen, hetgeen bijna altijd mogelijk zal blijken te zijn. Meermalen blijkt het, dat we door een rationeele arbeidsverdeeling veel tijd winnen. Ook op het kleinbedrijf „de huishouding" is dit van toepassing. In gelijkmatig tempo dient de arbeid verricht te worden, waardoor hij beter vlot, dan wanneer men 's morgens reeds met jachten en jagen begint, hetgeen on- noodige verspilling van krachten betee- kent. Treurig is het, wanneer de lust tot arbei den ontbreekt, niet omdat men den zegen ervan niet erkent, doch meer nog, omdat men om een of andere reden als door een zekere lamheid geslagen is. Soms is gebrek aan werklust te wijten aan een geestelijke depressie, die meestal slechts van tijde- lijken aard is en uit een minder gunstigen physieken toestand voortspruit. Het kan echter ook een gevolg zijn van het feit, dat bepaald werk ons niet ligt, terwijl wij voor anderen arbeid wèl geschikt zouden blijken te zijn. Gemis aan vreugde voor den arbeid kan voortkomen uit de om standigheid, dat we ons werk niet volko men beheerschen, uit algemeene onzeker heid of omdat we niet in staat zijn het vlug genoeg te doen vorderen. Ontelbare redenen zijn er, die ons onzen werklust kunnen doen vergaan, totdat we ons op een gegeven oogenblik bewust worden, dat het. zoo niet langer kan gaan. We zijn zoo gauw geneigd de fout in onzen arbeid te zoeken en niet in ons zelf, in onze zelfzuch tige gedachten of in onze besluiteloosheid. Waar een wil is, is een weg. Wat we noodig hebben is een frissche geest en een krachtige wil, de lust om onze gedachten te ordenen en de hand aan de ploeg te slaan. Met opgewektheid den dag te kunnen beginnen, onverschillig welke arbeid ons toegedacht is in het le ven, zelfs al is deze ons minder welge vallig, zal ons doen slagen. Zij behooren tot de bevoorrechten, die onvermoeid zijn, omdat de arbeid een last is, die hun niet zwaar op de schouders drukt, hen niet doet morren, doch hun ge zichtskring verruimt ,hun oordeel rustig en bezonken doet zijn. De vreugde voor dezen arbeid is de ge heimzinnige kracht die van ons kan over gaan op anderen, en die stimuleerend kan werken, omdat de opgewekte werkers on weerstaanbaar zijn voor hun omgeving. „Wie God werk geeft, geeft Hij ook kracht!". Maar deze wordt niet ge schonken aan onwaardigen, doch slechts aan hen, die de beteekenis van den arbeid verstaan. Zulks geldt niet alleen voor de genen, die een beroep buitenshuis uitoefe nen, doch vooral ook voor huisvrouwen, wier arbeid liefde en toewijding vereischt. Meermalen is haar arbeid oogenschijnlijk eentonig, omdat zooveel zich dagelijks her haalt, .doch is ondanks dit feit wel één dag gelijk aan een voorafgaande? Beteekent dit dan weer geen afwisseling en bedenken huisvrouwen wel, dat er ook een ethische kant aan haar arbeid ver bonden is? De wijze waarop wij allen onzen arbeid verrichten, onverschillig of de plaats, die ons in het leven is toegewezen al dan niet bescheiden is, zal beslissend zijn voor ons slagen. Zoodra wij dit begrijpen hebben wij den sleutel in handen van de poort des levens, waarvan de arbeid een der grootste vreug den uitmaakt. Eenvoudig als deze waarheid is, moeten we haar ons duidelijk en klaar voor oogen weten te stellen, want „Welgemoed begon nen, is reeds half gewonnen". Succespatroon A 173. Prijs 40 cent. toatzijden weefsels, fluweel natuurlijk niet te vergeten. Zwart is veel minder aan mode onder hevig dan gekleurde weefsels en valt min der op als men genoodzaakt is langer met de kleeren te doen. Deze kleur kan tevens tot in het oneindige met allerlei details worden gecombineerd en later is het zelfs nog mogelijk een zwarte japon met kant of andere weefsels te combineeren. Ves ten, ruches, tres, borduursel, stiksels en Ingehaalde ruimte zorgen voor de" noodige afwisseling. De halsafwerking is nog steeds hoog en zeer bescheiden, meestal ontbre ken er kraagjes aan de japonnen, terwijl daarentegen een stijf gesteven ruche zeer modern is. Een paar vlotte namiddag japonnen, die tevens zeer gekleed zijn, vindt men hier nevens weergegeven. Links een „zouave"-silhouette, gemaakt van zwart zijden crêpe met contrasteeren- de middenstuk van roode zijde met goud borduursel. Gedrapeerde mouwen en in gehaalde ruimte aan schouders en boven het aansluitende gedeelte. Bfcchts een cocktail japon, bestaande uit goudkleurige lamê-blouse met ingehaalde ruimte, die aan een geplisseerd rokje ge zet is van zijde in dezelfde kleur. Bij déze japon kleedt een kort bruin bever jasje uitstekend. Wolresten kunnen op verschil lende manieren bruikbaar gemaakt worden, vooral voor kleedingstuk- ken, die slechts weinig materiaal vragen. Voor het broekje met draagbanden voor kleintjes van 1 a iy2 jaar zijn pl.m. 100 gr. wol- resten noodig, terwijl naalden no. 2 y2 gebruikt worden. Men kan b.v. de geribde deelen boord, middel en knieën en de draagbanden in een kleur nemen, de rest wordt in strepen gebreid, natuurlijk niet al te bont, zoodat de kleineren soort harlekijnpakje rondloopt! Begonnen wordt met het papie ren patroon te knippen aan de hand van het knipoverzicht, waar van de cijfers het aantal c.M. aan geven. Onder het breien vergelijkt men het werk dan regelmatig met het patroon en meerdert of mindert naar gelang zulks noodig blijkt te zijn. Het patroon geeft slechts het halve broekje weer. Men begint aan de pijpjes met een boordje 2 recht 1 averecht of 1 recht 1 averecht (op fijne naalden) en gaat daarna verder in rechte en overechte toer met de 2% c.M. hooge meerdering, waarna het andere pijpje op dezelfde wijze gebreid wordt, daarna worden de st. van beide pijpjes op de naalden genomen en wordt verder in het rondgebreid (tricot steek). Om het verhoogde achtergedeelte te verkrijgen worden verkorte toeren ge breid, door telkenmale b.v. zes st. ongebreid te laten en het werk om te keeren en de naald terug te breien. Ten slotte wordt een 4 c.M. hoog boord gebreid met gaatjestoer in het midden. Het kruis bestaat uit een 6 c.M. groot kwadraat en wordt met overhand- sche steken ingezet. De draagbanden worden begonnen met 3 st., terwijl men in de voorlaatste steek meerdert, totdat de vereischte breedte ver kregen is. Op 5 c.M. hoogte neemt men de st. op een reservenaald en breit het andere bandje evengroot, vervolgens worden ste ken opgezet voor het verbindingstukje en breit men over een hoogte van 3 c.M. al dus. St. bandje, st. verbinding, st. bandje. Aantal regelt zich naar het knippatroon en wisselt naar gelang dikke of dunne wol ge bruikt wordt, daarna worden beide banden afzonderlijk gebreid. Ten slotte verbindt men de voor- en ach ternaad en hecht de draagbanden met knoopjes op het broekje. Vlotte japon, die zich ook leent voor meer gezette dames. Lange, in de taille aanslui tende banen met binnen waar tsche plooi, die gedeeltelijk opgestikt is. Ben. stof pLm. 2.80 M. van 1.30 M. Patronen in de maten 46, 48 en 50. Voor gekleedere modellen wordt over plegend veel zwart gedragen, zoowel in [Wollen weefsels als van taf zijde, satijn en Zoo heel vaak wordt vergeten, dat vooral bij de keuze der details rekening gehouden dient te worden met den leeftijd. Oudere dames b.v., die zich wagen aan het dra gen van de abnormaal korte rokjes, die hoogstens bij een bakvisch passen, zien er bespotttelijk uit, hetgeen nog voor een reeks andere dingen van toepassing kan zijn. Wanneer overeenstemming gevonden Wordt tusschen kleeding en leeftijd, dan Jtan iedere vrouw, hoe oud zij ook moge '*ijn, er smaakvol uit zien. De vele modesnufjes, die de mode ons telkenmale weer brengt, maken de keus pvenwel niet gemakkelijk en veel is er, Waarvan we ons moeten afvragen: kan ik Bit of dat nog dragen? Een uitzondering maken wellicht de tas- fcchen, waarvan we als het ware onmid dellijk aanvoelen, dat zij bij ons passen. Telkenmale zien we weer nieuwe mo dellen, die op de meest smaakvolle wijze zijn uitgevoerd en aan de eischen van ieder deel van den dag tegemoet komen. Voor de morgenuren leent zich de practi- sche boodschappentasch, waarin we al winkelende zooveel pakjes in onder kun nen brengen. De modellen voor 's middags zijn kleiner en eleganter, terwijl de avond- tasch net groot genoeg is om een zak doekje en enkele onmisbare accessoires in te bergen. Een paar zeer moderne tasschen brengt bijgaande schets. Bovenaan een wit leeren tasch, gecombineerd met rood leer, dat aan bovendeelen doorgestikt is. Rechts ziet men een vroolijk geruite van wit, parel grijs en rood. Onderaan een tasch van rood leer, met aan voor- en achterzijde, bijeengehouden door een dim houten staafje in de kleur van het leer met donkerder gekleurde knopjes. Ook deze tasch heeft geruite voe ring.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1940 | | pagina 2