De Internationale toestand
Deze week
De Wereld
liet Portret
IN DE AFGELOOPEN WEEK
IN NEDERLAND
IN KAART
VAN DE WEEK
v -s
vreeselijk is de uitwerking van den oorlog in Vlaanderen. Duitsche cavalerie trekt
iU&Kkvhip'.
ZWAH7E zee
-...ij
t^GibraHar
"mautaQ
y v'
KWAaL
Met de ijzeren onverbiddelijkheid van
feet noodlot gaat de stormmarsch van de
buitsche troepen in het Noorden en Wes
ten van Frankrijk voort, den vijand voor
tich uitdrijvend. Het lot der ingesloten
fransche en Engelsche legers is bezegeld.
Wel is waar heeft* minister Eden, over den
plag in Vlaanderen sprekend, dezen voor
gesteld als een succes, doch dit is toch wel
wat al te veel gevergd van de goedgeloo-
vigheid van zijn toehoorders. De werke
lijkheid is, dat de catastrophe zich in ver
sneld tempo voortzet. Elke gelegenheid om
zich te onttrekken aan dood of gevangen
schap is den ingesloten Engelschen en
Franschen legers aan alle zijden afgesne
den. De uitweg langs het Kanaal wordt
streng bewaakt door de Duitsche marine,
welke met succes een ware vloot van
Engelsche oorlogs- en transportschepen in
den grond heeft geboord. Het gevolg is dan
ook, dat zich voor de Fransche kust geen
enkel van deze schepen meer durft ver-
toonen. De ingesloten troepen zijn geheel
aan hun lot overgelaten op een strook ter
rein, welke hoe langer hoe nauwer wordt.
Ondanks het taaie verzet van de Engel
schen hebben de Duitsche troepen, krach
tig geholpen door de luchtmacht, de kust
strook aan weerszijden van Duinkerken uit
het Oosten verder ingedrukt.
Een blik op de kaart toont duidelijk het
hopelooze van den toestand aan. Namen
van ingenomen plaatsen als Nieuwpoort,
Adinkerke, Ghyveide en andere bewijzen,
dat de uiteinden van de Duitsche tang zich
steeds nauwer sluiten om Duinkerken,
waarvan de Duitschers nog slechts 10 kilo
meter verwijderd zijn op het oogenblik
dat wij dit schrijven, zoodat de val van
deze belangrijke Fransche haven elk
oogenblik kan worden tegemoet gezien.
Doch niet alleen tot het Noorden en het
Westen van Frankrijk bepaalt zich de
Duitsche actie. Voor het eerst in de ge
schiedenis heeft de Duitsche luchtmacht
haar aanvallen ook uitgestrekt tot het Zui
den van de Fransche republiek, waar men
zich veilig achtte. Zij is boven de haven
van Marseile verschenen, waar zij twee
groote koopvaardijschepen met brandbom
men tot den ondergang heeft gedoemd. Ook
de spoorlijn, die het Zuiden met Parijs
verbindt, de Parijs-Lyon-Méditerrannée,
is op verschillende plaatsen met bommen
bestookt en vernield.
Het aantal aan het front gemaakte krijgs
gevangenen en oorlogsbuit stijgt tot een
fantastische hoogte. De stroom van gevan
gengenomen Engelsche en Fransche troe
pen wordt onophoudelijk achter de Duit
sche linies gevoerd, zoodat het nog niet
mogelijk is, hun aantal ook slechts bij be
nadering te schatten.
De benarde toestand der Geallieerden
wordt nog verergerd door de maatregelen
welke Italië treft met niet te miskennen
bedoelingen. De militaire voorbereidingen,
welke dit land in den loop van de laatste
weken heeft genomen, nemen reusachtige
afmetingen aan. Parijs en Londen slaan
den toestand, zooals deze zich in Italië ont
wikkelt, met de grootste bezorgdheid gade.
Men verheelt zich niet, dat het voorspel
van de Italiaansche interventie in den oor
log is begonnen. De stille vrees, die Parijs
reeds lang vervulde met betrekking tot
Italië, treedt thans met kracht in de open
baarheid. Zoowel Frankrijk als Engeland
hebben van de zijde van Italië het ergste
te vreezen, want het geeft openlijk te ken
nen, dat zijn oorlogsdoeleinden zijn Cor
sica, Tunis, Gibraltar en Suez. In een
radiotoespraak verklaarde Ansaldo, de
De toestand voor de militairen.
Deze week kwam er flink schot in de
zaak der militairen. Groote contingenten
keerden met groot verlof naar huis terug.
Zelfs werd er te veel gebruik gemaakt van
de gelegenheid om af te zwaaien,want al
spoedig bleek, dat niet alle grootverlofgan-
gers inderdaad werk hadden, zooals voor
waarde was. Dezen moesten met hangende
pootjes naar hun garnizoenen terugkeeren,
daar zij geen steun krijgen. Voor hen was
de vreugde dus van korten duur. In ver
band hiermede is thans bepaald, dat bij de
verdere demobilisatie een militair alleen
voor groot verlof in aanmerking kan
komen, wanneer hij aan den commandant
van zijn legeronderdeel een verklaring
overlegt, dat hij op welke wijze dan ook
in zijn onderhoud kan voorzien, althans
niet ten laste van de gemeenschap komt.
Echter kwam er ook voor degenen, die
voorloopig nog in dienst moeten blijven,
goed nieuws. Sinds 1 Juni worden weer
periodieke verloven verleend en wel twee
etmalen verlof per 14 dagen. Voor de ver
lofgangers zijn geen extra militaire treinen
beschikbaar, daarom moet het vervoer zoo
veel mogelijk over de gewone treinen wor
den verdeeld. Zij, die gehuwd zijn, komen
het eerst in aanmerking voor periodiek
verlof. Naar plaatsen buiten ons land wordt
geen verlof gegeven. Nieuwe lichtingen
worden voorloopig niet meer opgeroepen;
de keuring van de buitengewone dienst
plichtigen van de lichtingen '36 en '37 en
de herkeuring van de lichting 1941 zijn
stop gezet, terwijl ten slotte ook de veld
post werd opgeheven. Correspondentie
voor militairen moet thans weer voorzien
zijn van den plaatsnaam en niet van het
veldpostadres.
politieke hoofdredacteur van de „Tele-
grafo", welk blad geldt als de spreekbuis
van het Italiaansche departement van Bui-
tenlandsche Zaken„Gibraltar is een ves
ting in handen van de Engelschen. Suez
vormt een nauwe doorgang, welke twee
zeeën verbindt, voor het gebruik maken
waarvan buitensporige bedragen moeten
worden betaald. Corsica, Tunis, Gibraltar
en Suèz zijn contrólesteunpunten, gericht
tegen de Italiaansche onafhankelijkheid.
Zij moeten verdwijnen, wil Italië zijn recht
en vrijheid in de Middellandsche Zee ver
overen."
Italië geeft hiermede dus onomwonden
te kennen, dat het zich in de eerste plaats
tegen deze punten zal richten met zijn ge-
heele oorlogsmachine. De mobilisatie is in
vollen gang en het aantal der onder de
wapenen geroepen troepen stijgt voort
durend.
De terugslag van deze maatregelen spie
gelt zich o.a. af in de berichten uit Gibral
tar. Tallooze inwoners haasten zich, de be
dreigde vesting te verlaten, wat op zichzelf
reeds als een veeg teeken moet worden
beschouwd. Immers, wanneer Gibraltar in
derdaad de onneembare vesting was, waar
voor zij in Engelsche oogen doorgaat, zou
er geen aanleiding bestaan voor dezen uit
tocht. De autoriteiten hebben bepalingen
gepubliceerd, volgens welke streng zal
worden opgetreden tegen het verspreiden
van alarmeerende berichten. Voegen wij
hieraan ten slotte nog toe, dat de lichte
artillerie, in afwachting van de dingen die
zullen komen, schietoefeningen houdt.
Met het oog op den buitengewoon drei
genden toestand aan de overzijde van het
Kanaal zet men de evacuatie in Engeland
met grooten spoed voort Speciaal Londen
treft uitgebreide voorzorgsmaatregelen.
Trouwens, deze blijven niet beperkt tot de
hoofdstad, doch strekken zich uit tot de
geheele Oostkust.
Alles wijst op een krachtige voortzetting
van den oorlog. Een oogenblik werd een
flauwe hoop gewekt, dat een nieuwe stap,
ondernomen door de Amerikaansche re
geering bij Italië, de zaak van den vrede
zou kunnen bevorderen; doch dit gerucht
is van bevoegde zijde tegengesproken, zoo
dat Mars onbeperkt meester van het ter
rein blijft.
SPANNING OP MALTA.
Malta, sinds lange jaren de twistappel
tusschen Italië en Engéland, moest natuur
lijkerwijze den terugslag ondervinden van
den op het vasteland woedenden oorlog. De
bijna uitsluitend uit Italianen bestaande
bevolking staat voortdurend bloot aan de
scherpste maatregelen van de Engelsche
regeering, die zich in haar bestaan be
dreigd gevoelt. Er is bijna geen enkel ander
stuk van het Engelsche gebied aan te
wijzen, waar men zoo zonderling geëxperi
menteerd heeft met den bestuursvorm. Men
heeft, op dit eiland, ondanks het feit, dat
het reeds honderd jaar onder Engelsche
heerschappij staat, "nog niet die mate van
zelfbestuur ingevoerd, waarin andere, veel
minder ontwikkelde gebieden van het Brit-
sche Empire zich reeds lang verheugen.
Het voormalige bolwerk van Europa tegen
het Oosten is ten slotte gezonken tot
Kroonkolonie, een van de onderste treden
van de Engelsche koloniale ladder, zoo dat
er nagenoeg geen verschil bestaat tusschen
het bestuur van Malta en dat van Britsch
Guyana.
grafische vakken en diamantbewerkers.
Voor deze vakken worden zoowel geschool
de als ongeschoolde krachten gevraagd,
Gegadigden kunnen zich bij de gemeente
lijke arbeidsbeurzen of bij de agenten voor
arbeidsbemiddeling aanmelden. Verder
schept het vervoer van door de Duitsche
militaire autoriteiten opgevorderde vracht
auto's nog eenige nieuwe werkgelegenheid.
De auto's worden tegen een door Neder-
landsche schatters vast te stellen bedrag
gekocht met de verplichting voor de hou
ders om hun vrachtauto's terug te koopen
tegen een door dezelfde schatters te be
palen waarde. Deze wagens kunnen door
Nederlandsche chauffeurs, die doorvoor
een vergoeding van 12 Rijksmark per dag
krijgen, naar België worden gebracht.
Doch bij deze directe werkgelegenheid
zal het niet blijven, want reeds werden
officieel van Duitsche zijde grootscheep-
sche maatregelen aangekondigd tot ophef
fing van de werkloosheid, den wederop
bouw van ons land en verhooging van het
levenspeil der bevolking, in het bijzonder
van dat der arbeiders.
De kostwinnersvergoeding.
Er is een aanvullende regeling getroffen
voor de uitkeering van de kostwinnersver
goeding. Deze wordt aan gezinnen van
militairen, die in den oorlog zijn gesneuveld
of op andere wijze overleden, zes weken
na het'overlijden van den kostwinner door
betaald. Bij vermissing van een kostwinner
wordt de vergoeding eveneens nog 6 weken
uitgekeerd en wel gerekend van 18 Mei af.
De aldus na het overlijden uitgekeerde be
dragen komen niet in mindering van het
pensioen, indien de nabestaanden van de
overledenen daarop aanspraak kunnen
maken. Kostwinnersvergoeding wordt ver
der tot 8 Juni uitbetaald aan hen, die na
demobilisatie tot de ontdekking komen, dat
hun betrekking is ingenomen door een
ander. Gewonde militairen ontvangen de
vergoeding tot zij hersteld zijn.
HET VERKEER TUSSCHEN OOSTZEE
EN ZWARTE ZEE.
Ten gevolge van de grondige wijziging in
de verhoudingen in het Oosten van Europa
is ook het vraagstuk van de verbinding te
water tusschen de Oostzee en de Zwarte
Zee weder op het tapijt gekomen, dat, zoo
lang de Poolsclie staat bestond, geheel op
den achtergrond was geraakt.
De eerste en voornaamste waterweg, die
van de Oostzee naar de Zwarte Zee leidt,
begint aan de monding van de Weichsel
en voert langs de Weichsel tot aan de
monding van de Boeg, bij Modlin. Daarna
volgt hij de Boeg tot Brest-Litofsk. Hier
sluit hij aan op een kanaal van enkele
honderden kilometers lengte, dwars door
het gebied van de Polezische moerassen,
dat ten Oosten van Pinsk de Pripet be
reikt. Hierna gaat de waterweg verder
langs de Pripet stroomafwaarts tot waar
deze rivier zich in de Dnjepr stort, om ten
slotte via Kiew en Dnjepropetrowsk bij
Nicolajef de Zwarte Zee te bereiken. Een
tweede waterweg, welke eveneens reeds
geruimen tijd bestaat, gaat van de Zwarte
Zee ten Oosten van Pinsk door Dnjepr en
Pripet, zet zich voort door het z.g. Ogihski
kanaal en de Schararivier, om ten Zuiden
van Grodno de Njemen te bereiken, die
over Kowno naar het Kurische haff en de
haven van Memel voert.
DE BETEEKENIS VAN NOORD
FRANKRIJK.
Wat het Roergebied is voor Duitschland,
is het Noorden des lands voor Frankrijk.
De bezetting door de Duitsche troepen van
een groot deel van Noord-Frankrijk heeft
dus niet alleen uit militair, doch ook uit
economisch oogpunt een enorme betee-
kenis.
Een enkele blik op de landkaart van
Frankrijk is voldoende om tot de erken
ning te komen, dat door den snellen op-
marsch van de Duitsche troepen aan de
Fransche oorlogsindustrie een gevoelige
slag is toegebracht; immers, in het Noor
den liggen de centra voor de bewerking
van ijzer en staal, de kolenmijnen en de
textiel-industrie. Arras en Douai en de
overige centra in de Pas de Calais en het
Noorder-departement» leveren niet minder
dan 60 van al de kolen, die in Frankrijk
gedolven en verbruikt worden. Hierdoor
wordt het land beroofd van den aanvoer
van 25 a 30 millioen ton steenkolen, waar
bij nog komen de 6 tot 7 millioen ton,
welke uit België en Nederland werden in
gevoerd. Daarenboven wordt de invoer van
Engelsche kolen hoe langer hoe moeilijker.
De brandstof voorziening in Frankrijk loopt
dus hopeloos vast. Frankrijk voerde voor
den oorlog ongeveer 20 millioen ton kolen
uit het buitenland aan; de eigen productie
kon de behoeften slechts voor 40 dek
ken. Daar van deze productie nog slechts
40 overblijft onder de tegenwoordige
omstandigheden, moet dit tot een cata
strophe leiden. Obk de ijzer- en staalindu
strie bevindt zich voor het grootste deel in
het Noorden des lands.
ENGELAND EN DE NEUTRALE
SCHEEPVAART.
In weerwil van de aanvulling van de
Engelsche tonnage door Noorsche, Deensche
en Nederlandsche schepen, kan niet wor
den gespreken van een voldoende dichten
van het gat, dat door de duikbooten en
andere verdelgingsmiddelen in de Engel
sche vloot van handelsschepen is geslagen.
De Nederlandsche koopvaardijvloot, welke
ongèveer 2 millioen bruto registerton meet.
vormt ongetwijfeld een niet te versmaden
aanwinst voor de Engelschen. Daarbij moet
men evenwel rekening houden met het
feit, dat zich onder de Nederlandsche
schepen betrekkelijk weinige bevinden,
waaraan Engeland het meeste behoefte
heeft, namelijk groote vrachtschepen en
tankbooten. Wel is waar bezit ons land een
flink aantal z.g. „tramps", d.w.z. vracht
schepen, die de ongeregelde vaart uitoefe
nen, alsmede tankschepen, doch niet in
voldoende mate om het tekort aan te vul
len, waarmede de Engelsche scheepvaart
te kampen heeft en dat op 10 millioen
bruto r.t. wordt geraamd.
SNELLE TEGEN ZWARE TORPEDO-
BOOTEN.
De bewapening der snelle torpedobooten,
waarmee volgens het D.N.B. in het Kanaal
zulke opmerkelijke successen zijn bereikt,
bestaat voornamelijk uit twee ingebouwde
torpedobuizen en licht afweergeschut. Het
zijn lüelbooten, die, dank zij haar betere
zeewaardigheid, bij lichten en middelzwa-
ren golfslag zich veel beter houden dan de
z.g. glijbooten. De Italiaansche en ook de
Fransche booten passen zich, voorzoover
zij in de Middellandsche Zee zijn gesta-
tionneerd, aan de plaatselijke omstandig
heden aan, daar de golfslag en het weder
in deze zee sterk velschiller, van die in
Noordelijker streken. Hier vindt men aan
ook hoofdzakelijk glijbooten. De Engel
schen daarentegen moésten rekening hou
den met wind en weder in het Kanaal en
de omgeving daarvan. Dezen hebben lan
gen tijd geaarzeld tusschen het lichte en
het zware type. Tot dusverre heeft de En
gelsche marine nog geen gelegenheid ge
had, ze met succes in den strijd te wer
pen. De Duitsche booten daarentegen heb
ben reeds van de eerste maal af, dat z4|
werden ingezet, bewezen, dat zij volkomen
beantwoorden aan de verv/achtigen, di<
er van koesterde.
een verwoest dorp in Vlaanderen binnen op weg naar Doornik.
Herstelde verbindingen.
Het herstel van spoor- en postverbindin
gen werd ook in de de afgeloopen week
met kracht voortgezet. Voor de vierde maal
konden de Nederlandsche Spoorwegen den
dienst uitbreiden. In het Zuiden zijn Roo
sendaal en Bergen op Zoom thans weer te
bereiken, in het Noorden Groningen. Ook
met de Duitsche grensplaatsen is de spoor
wegverbinding hersteld.
Het postverkeer onderging eveneens uit
breiding. Briefkaarten en brieven kunnen
weer naar Duitschland en Amerika worden
verzonden, echter geen aangeteekende
stukken. En wat voor ons land vooral van
groot belang is, het contact met Indië is
weer hersteld. Ook daarheen kan briefpost
worden gezonden.
De mijnen weer in bedrijf.
Meer en meer keert het bedrijfsleven in
normale banen terug. Uit Limburg kwam
het bericht, dat de mijnen alle intact en in
bedrijf zijn. Het wachten is nog slechts op
herstel der transportgelegenheid, waarna
de aflevering van kolen door het geheele
land weer zal worden hervat, zij het voor
loopig nog slechts op beperkte schaal.
Regeling van het deviezenverkeer.
Voor het deviezenverkeer werd een ge
heel nieuwe regeling ontworpen, waarbij
ernaar gestreefd wordt, aan de uitvoering
van opdrachten tot uitbetaling of over
boeking gegeven door een niet-ingezetene
ten gunste van een ingezetene, dus bijv.
van Nederlanders in het buitenland aan
familie in het vaderland, geen beperkingen
in den weg te leggen.
Distributieregelingen.
De regeling der schoenendistributie, die
de vorige week in voorbereiding' was, is
thans reeds enkele dagen in werking. Wie
een inkomen van meer dan 1200 heeft,
wordt geacht in het bezit te zijn van ten
minste een paar bruikbare schoenen; hij
kan dus, zoolang de regeling van kracht
blijft, geen schoenen koopen. Wie beneden
deze weistandsgrens valt, kan een bon
aanvragen, waarop hij een paar schoenen
kan koopen. Ter verkrijging van dezen bon
moet echter een schriftelijke verklaring
worden afgelegd, dat men niet in het bezit
is van een bruikbaar paar schoenen. Het af
leggen van valsche verklaringen wordt
streng gestraft. Tot geluk van de schoenen
winkeliers vallen alle schoenen, die niet
van leer zijn vervaardigd en verder ook
alle zomerschoenen, zelfs al is daarin leer
verwerkt, buiten het verkoopverbod.
Als nieuwe distributie-artikelen ver
schenen deze week thee en koffie op de
lijst. Een half ons thee öf koffie per maand
per persoon is ons toegemeten. Ook ge
zondheidsthee en caffeïne-vrije koffie val
len onder deze nieuwe rantsoeneering.
Nieuwe werkgelegenheid.
Voor een groot aantal arbeiders bestaat
thans gelegenheid in Duitschland werk te
vinden. Zij verdienen daar hetzelfde loon
als een Duitsche arbeider van hun cate
gorie. Er bestaat behoefte aan landbouw-
arbeiders, in het bijzonder melk- en
paardenknechts en seizoenarbeiders, veen
arbeiders, bouwvakarbeiders met uit
zondering van schilders, metaalbewer
kers, scheepsbouwarbeiders, grondwer
kers, steenfabriekarbeiders, lederbewer
kers, textielarbeiders, sigarenmakers en
tabaksbewerkers, bakkers, slagers en fa
brieksarbeiders, met uitzondering van de
Va» bet Saarfront. Een Duitoefe splntoeste]
•ndertioudt de verbinding met den na»
vitriwon sector.
ZUINIGHEID MET VLIJT.
Door de verdere ontwikkeling van den
oorlog heeft een aantal bronnen waaraan
de Nederlandsche economie, zij het dan
ook in mindere mate dan in vredestijd,
zich nog steeds kon laven, opgehouden te
vloeien. De invoer is aldus geheel en al
stopgezet. En niet alleen uit die landen,
welke ons van hun overvloed zonden, doch
ook onze koloniën zijn voor het oogenblik
geheel en al uitgeschakeld. Met andere
woorden Nederland is nu geheel en al op
zichzelf aangewezen, aangezien de invoer
van schier alle artikelen waaronder de
levensmiddelen natuurlijk de voornaamste
plaats innemen plotseling is stopgezet.
Wil dit nu zeggen, dat wij plotseling zul
len verstoken blijven van datgene, dat
ons leven in den gezegenden tijd van wel
eer veraangenaamde? Allerminst. Maar
wat is dan wel de beteekenis daarvan?
Wij willen dit in enkele woorden uit
leggen.
Weinig woorden zullen voldoende zijn
om den toestand zoo voor te stellen als die
in werkelijkheid is. Wij zouden geneigd
zijn te volstaan met dit korte zinnetje
Men weet, dat alles in voldoende mate aan
wezig is, doch dat slechts zuinigheid in het
verbruik de voorraden zoo lang mogelijk
kan doen duren.
De Nederlander nu is niet altijd zuinig
geweest. Men begrijpe wat wij bedoelen.
Ver van ons de gedachte, dat onze landge-
nooten verkwisters zijn. Dit is allerminst
waarde Nederlander is „van huis uit"
spaarzaam. Hij houdt er van zich, zooals
hij dit noemt, „op te werken". Ten einde
de maatschappelijke ladder steeds hooger
te beklimmen, is hem geen moeite te groot.
Hij arbeidt van den vroegen morgen tot
den laten avond maar, zoodra zijn dage-
lijksch werk verricht .is en hij zijn schoe
nen kan verwisselen voor een paar pan
toffels, wordt de Nederlander een geheel
ander mensch, in dier voege, dat hij „het
er dan van nemen wil". Den ganschen dag
heeft hij noest gearbeid en als hij dan thuis
komt, wenscht hij allerminst zich te moe
ten bekrimpen, vooral niet daar, waar het
voedings- of genotmiddelen betreft. Eerst
een lekker kopje thee, liefst zoo sterk
enzoo zoet mogelijk. Dan een krachtig
soepje hoewel niet iederen dag en,
in ieder geval, vleesch en groenten en
aardappelen en, wanneer Moeder de vrouw
een goede bui heeft, nog een „toetje".
Kap dit dagelijks zoo blijven Het cate-
goriek antwoord op deze vraag moet lui
den Neen.
Waarom niet
Men begrijpt toch wel, dat men geen
bokkesprongen kan maken met een half
ons thee of (niet en) een half pond koffie
per persoon en per maand Dus moet men
minder, althans minder sterke, thee drin
ken. Van koffie zal men een waar genot
middel moeten maken. De oogen op de
soep zullen allengs kléiner van omvang
worden en misschien wel eens geheel en
al verdwijnen. Die van de aardappelen
daarentegen zullen ons meer en meer
misschien wel medelijdend aankijken.
Groenten zullen hoe langer hoe geringer
in verscheidenheid worden. Wij. moeten
ons nu eenmaal aan de nieuwe toe
standen aanpassen. Ons „toetje" zal wel
geheel en al verdwijnen. Immers, de toe-
ITALIË'S DOELSTELLINGEN IN DE
MIDDELLANDSCHE ZEE.
Italië heeft er de laatste jaren nooit een I
geheim van gemaakt, dat zijn positie in de
bereiding daarvan eischt het gebruik van
een dikwijls groote dosis suiker; en
met een kilo suiker per maand en per
hoofd, is het zaak zuinig te zijn.
Nederland staat dus nu in het teeken
van de zuinigheid. Nogmaals, er is van
alles genoeg, doch slechts een rationeel ge
bruik zal het mogelijk maken, zij het dan
in mindere mate, zijn gewoonten te blijven
behouden. Men zette de tering naar de
nering. Men deele zijn leven systematisch
in. Het is den Nederlander steeds mogelijk
geweest uit te komen, ook al waren in vele
gezinnen wel eens moeilijke dagen, nadat
de kalender den vijf-en-twintigsten dag
van de maand aanduidde.
Men weet nu, dat men van alles een
zekere hoeveelheid en niets meer krijgt.
Het is dus zaak, dat de Nederlandsche huis
vrouw een groote zuinigheid betracht en
dit nu een ieder weet het is een
van de schoonste eig®aschappen van onze
vrouwen.
Zuinig zijn is dus Net parool
Middellandsche Zee in hooge mate na-
deelig wordt beïnvloed door het feit, dat
het Suezkanaal, Gibraltar, Tunis en Cor
sica zich in handen van Engeland en
Frankrijk bevinden. De algemeene mobi
lisatie in Italië wordt beschouwd als een
voorspel tot de interventie van dit land,
ten einde aan zijn nationale aspiraties te
voldoen. De richting, waarin deze gaan,
wordt aangeduid door de pijltjes.
Ir. W. G. WITTEVEEN,
de directeur van den Gem. Tech-
nischen Dienst te Rotterdam, werkt
aan een belangrijke en omvangrijke
taak. Hem is opgedragen een plan
te ontwerpen voor een nieuwe bin
nenstad, welk plan thans in hoofd
lijnen gereed is en binnenkort ter
nadere en gedetailleerde bespreking
aan B. en W. zal worden voorgelegd.
Ir. Witteveen aan het werk
een plattegrond van de stad.