De Internationale toestand Deze week De Wereld liet Portret IN DE AFGELOOPEN WEEK IN NEDERLAND IN KAART VAN DE WEEK v -s vreeselijk is de uitwerking van den oorlog in Vlaanderen. Duitsche cavalerie trekt iU&Kkvhip'. ZWAH7E zee -...ij t^GibraHar "mautaQ y v' KWAaL Met de ijzeren onverbiddelijkheid van feet noodlot gaat de stormmarsch van de buitsche troepen in het Noorden en Wes ten van Frankrijk voort, den vijand voor tich uitdrijvend. Het lot der ingesloten fransche en Engelsche legers is bezegeld. Wel is waar heeft* minister Eden, over den plag in Vlaanderen sprekend, dezen voor gesteld als een succes, doch dit is toch wel wat al te veel gevergd van de goedgeloo- vigheid van zijn toehoorders. De werke lijkheid is, dat de catastrophe zich in ver sneld tempo voortzet. Elke gelegenheid om zich te onttrekken aan dood of gevangen schap is den ingesloten Engelschen en Franschen legers aan alle zijden afgesne den. De uitweg langs het Kanaal wordt streng bewaakt door de Duitsche marine, welke met succes een ware vloot van Engelsche oorlogs- en transportschepen in den grond heeft geboord. Het gevolg is dan ook, dat zich voor de Fransche kust geen enkel van deze schepen meer durft ver- toonen. De ingesloten troepen zijn geheel aan hun lot overgelaten op een strook ter rein, welke hoe langer hoe nauwer wordt. Ondanks het taaie verzet van de Engel schen hebben de Duitsche troepen, krach tig geholpen door de luchtmacht, de kust strook aan weerszijden van Duinkerken uit het Oosten verder ingedrukt. Een blik op de kaart toont duidelijk het hopelooze van den toestand aan. Namen van ingenomen plaatsen als Nieuwpoort, Adinkerke, Ghyveide en andere bewijzen, dat de uiteinden van de Duitsche tang zich steeds nauwer sluiten om Duinkerken, waarvan de Duitschers nog slechts 10 kilo meter verwijderd zijn op het oogenblik dat wij dit schrijven, zoodat de val van deze belangrijke Fransche haven elk oogenblik kan worden tegemoet gezien. Doch niet alleen tot het Noorden en het Westen van Frankrijk bepaalt zich de Duitsche actie. Voor het eerst in de ge schiedenis heeft de Duitsche luchtmacht haar aanvallen ook uitgestrekt tot het Zui den van de Fransche republiek, waar men zich veilig achtte. Zij is boven de haven van Marseile verschenen, waar zij twee groote koopvaardijschepen met brandbom men tot den ondergang heeft gedoemd. Ook de spoorlijn, die het Zuiden met Parijs verbindt, de Parijs-Lyon-Méditerrannée, is op verschillende plaatsen met bommen bestookt en vernield. Het aantal aan het front gemaakte krijgs gevangenen en oorlogsbuit stijgt tot een fantastische hoogte. De stroom van gevan gengenomen Engelsche en Fransche troe pen wordt onophoudelijk achter de Duit sche linies gevoerd, zoodat het nog niet mogelijk is, hun aantal ook slechts bij be nadering te schatten. De benarde toestand der Geallieerden wordt nog verergerd door de maatregelen welke Italië treft met niet te miskennen bedoelingen. De militaire voorbereidingen, welke dit land in den loop van de laatste weken heeft genomen, nemen reusachtige afmetingen aan. Parijs en Londen slaan den toestand, zooals deze zich in Italië ont wikkelt, met de grootste bezorgdheid gade. Men verheelt zich niet, dat het voorspel van de Italiaansche interventie in den oor log is begonnen. De stille vrees, die Parijs reeds lang vervulde met betrekking tot Italië, treedt thans met kracht in de open baarheid. Zoowel Frankrijk als Engeland hebben van de zijde van Italië het ergste te vreezen, want het geeft openlijk te ken nen, dat zijn oorlogsdoeleinden zijn Cor sica, Tunis, Gibraltar en Suez. In een radiotoespraak verklaarde Ansaldo, de De toestand voor de militairen. Deze week kwam er flink schot in de zaak der militairen. Groote contingenten keerden met groot verlof naar huis terug. Zelfs werd er te veel gebruik gemaakt van de gelegenheid om af te zwaaien,want al spoedig bleek, dat niet alle grootverlofgan- gers inderdaad werk hadden, zooals voor waarde was. Dezen moesten met hangende pootjes naar hun garnizoenen terugkeeren, daar zij geen steun krijgen. Voor hen was de vreugde dus van korten duur. In ver band hiermede is thans bepaald, dat bij de verdere demobilisatie een militair alleen voor groot verlof in aanmerking kan komen, wanneer hij aan den commandant van zijn legeronderdeel een verklaring overlegt, dat hij op welke wijze dan ook in zijn onderhoud kan voorzien, althans niet ten laste van de gemeenschap komt. Echter kwam er ook voor degenen, die voorloopig nog in dienst moeten blijven, goed nieuws. Sinds 1 Juni worden weer periodieke verloven verleend en wel twee etmalen verlof per 14 dagen. Voor de ver lofgangers zijn geen extra militaire treinen beschikbaar, daarom moet het vervoer zoo veel mogelijk over de gewone treinen wor den verdeeld. Zij, die gehuwd zijn, komen het eerst in aanmerking voor periodiek verlof. Naar plaatsen buiten ons land wordt geen verlof gegeven. Nieuwe lichtingen worden voorloopig niet meer opgeroepen; de keuring van de buitengewone dienst plichtigen van de lichtingen '36 en '37 en de herkeuring van de lichting 1941 zijn stop gezet, terwijl ten slotte ook de veld post werd opgeheven. Correspondentie voor militairen moet thans weer voorzien zijn van den plaatsnaam en niet van het veldpostadres. politieke hoofdredacteur van de „Tele- grafo", welk blad geldt als de spreekbuis van het Italiaansche departement van Bui- tenlandsche Zaken„Gibraltar is een ves ting in handen van de Engelschen. Suez vormt een nauwe doorgang, welke twee zeeën verbindt, voor het gebruik maken waarvan buitensporige bedragen moeten worden betaald. Corsica, Tunis, Gibraltar en Suèz zijn contrólesteunpunten, gericht tegen de Italiaansche onafhankelijkheid. Zij moeten verdwijnen, wil Italië zijn recht en vrijheid in de Middellandsche Zee ver overen." Italië geeft hiermede dus onomwonden te kennen, dat het zich in de eerste plaats tegen deze punten zal richten met zijn ge- heele oorlogsmachine. De mobilisatie is in vollen gang en het aantal der onder de wapenen geroepen troepen stijgt voort durend. De terugslag van deze maatregelen spie gelt zich o.a. af in de berichten uit Gibral tar. Tallooze inwoners haasten zich, de be dreigde vesting te verlaten, wat op zichzelf reeds als een veeg teeken moet worden beschouwd. Immers, wanneer Gibraltar in derdaad de onneembare vesting was, waar voor zij in Engelsche oogen doorgaat, zou er geen aanleiding bestaan voor dezen uit tocht. De autoriteiten hebben bepalingen gepubliceerd, volgens welke streng zal worden opgetreden tegen het verspreiden van alarmeerende berichten. Voegen wij hieraan ten slotte nog toe, dat de lichte artillerie, in afwachting van de dingen die zullen komen, schietoefeningen houdt. Met het oog op den buitengewoon drei genden toestand aan de overzijde van het Kanaal zet men de evacuatie in Engeland met grooten spoed voort Speciaal Londen treft uitgebreide voorzorgsmaatregelen. Trouwens, deze blijven niet beperkt tot de hoofdstad, doch strekken zich uit tot de geheele Oostkust. Alles wijst op een krachtige voortzetting van den oorlog. Een oogenblik werd een flauwe hoop gewekt, dat een nieuwe stap, ondernomen door de Amerikaansche re geering bij Italië, de zaak van den vrede zou kunnen bevorderen; doch dit gerucht is van bevoegde zijde tegengesproken, zoo dat Mars onbeperkt meester van het ter rein blijft. SPANNING OP MALTA. Malta, sinds lange jaren de twistappel tusschen Italië en Engéland, moest natuur lijkerwijze den terugslag ondervinden van den op het vasteland woedenden oorlog. De bijna uitsluitend uit Italianen bestaande bevolking staat voortdurend bloot aan de scherpste maatregelen van de Engelsche regeering, die zich in haar bestaan be dreigd gevoelt. Er is bijna geen enkel ander stuk van het Engelsche gebied aan te wijzen, waar men zoo zonderling geëxperi menteerd heeft met den bestuursvorm. Men heeft, op dit eiland, ondanks het feit, dat het reeds honderd jaar onder Engelsche heerschappij staat, "nog niet die mate van zelfbestuur ingevoerd, waarin andere, veel minder ontwikkelde gebieden van het Brit- sche Empire zich reeds lang verheugen. Het voormalige bolwerk van Europa tegen het Oosten is ten slotte gezonken tot Kroonkolonie, een van de onderste treden van de Engelsche koloniale ladder, zoo dat er nagenoeg geen verschil bestaat tusschen het bestuur van Malta en dat van Britsch Guyana. grafische vakken en diamantbewerkers. Voor deze vakken worden zoowel geschool de als ongeschoolde krachten gevraagd, Gegadigden kunnen zich bij de gemeente lijke arbeidsbeurzen of bij de agenten voor arbeidsbemiddeling aanmelden. Verder schept het vervoer van door de Duitsche militaire autoriteiten opgevorderde vracht auto's nog eenige nieuwe werkgelegenheid. De auto's worden tegen een door Neder- landsche schatters vast te stellen bedrag gekocht met de verplichting voor de hou ders om hun vrachtauto's terug te koopen tegen een door dezelfde schatters te be palen waarde. Deze wagens kunnen door Nederlandsche chauffeurs, die doorvoor een vergoeding van 12 Rijksmark per dag krijgen, naar België worden gebracht. Doch bij deze directe werkgelegenheid zal het niet blijven, want reeds werden officieel van Duitsche zijde grootscheep- sche maatregelen aangekondigd tot ophef fing van de werkloosheid, den wederop bouw van ons land en verhooging van het levenspeil der bevolking, in het bijzonder van dat der arbeiders. De kostwinnersvergoeding. Er is een aanvullende regeling getroffen voor de uitkeering van de kostwinnersver goeding. Deze wordt aan gezinnen van militairen, die in den oorlog zijn gesneuveld of op andere wijze overleden, zes weken na het'overlijden van den kostwinner door betaald. Bij vermissing van een kostwinner wordt de vergoeding eveneens nog 6 weken uitgekeerd en wel gerekend van 18 Mei af. De aldus na het overlijden uitgekeerde be dragen komen niet in mindering van het pensioen, indien de nabestaanden van de overledenen daarop aanspraak kunnen maken. Kostwinnersvergoeding wordt ver der tot 8 Juni uitbetaald aan hen, die na demobilisatie tot de ontdekking komen, dat hun betrekking is ingenomen door een ander. Gewonde militairen ontvangen de vergoeding tot zij hersteld zijn. HET VERKEER TUSSCHEN OOSTZEE EN ZWARTE ZEE. Ten gevolge van de grondige wijziging in de verhoudingen in het Oosten van Europa is ook het vraagstuk van de verbinding te water tusschen de Oostzee en de Zwarte Zee weder op het tapijt gekomen, dat, zoo lang de Poolsclie staat bestond, geheel op den achtergrond was geraakt. De eerste en voornaamste waterweg, die van de Oostzee naar de Zwarte Zee leidt, begint aan de monding van de Weichsel en voert langs de Weichsel tot aan de monding van de Boeg, bij Modlin. Daarna volgt hij de Boeg tot Brest-Litofsk. Hier sluit hij aan op een kanaal van enkele honderden kilometers lengte, dwars door het gebied van de Polezische moerassen, dat ten Oosten van Pinsk de Pripet be reikt. Hierna gaat de waterweg verder langs de Pripet stroomafwaarts tot waar deze rivier zich in de Dnjepr stort, om ten slotte via Kiew en Dnjepropetrowsk bij Nicolajef de Zwarte Zee te bereiken. Een tweede waterweg, welke eveneens reeds geruimen tijd bestaat, gaat van de Zwarte Zee ten Oosten van Pinsk door Dnjepr en Pripet, zet zich voort door het z.g. Ogihski kanaal en de Schararivier, om ten Zuiden van Grodno de Njemen te bereiken, die over Kowno naar het Kurische haff en de haven van Memel voert. DE BETEEKENIS VAN NOORD FRANKRIJK. Wat het Roergebied is voor Duitschland, is het Noorden des lands voor Frankrijk. De bezetting door de Duitsche troepen van een groot deel van Noord-Frankrijk heeft dus niet alleen uit militair, doch ook uit economisch oogpunt een enorme betee- kenis. Een enkele blik op de landkaart van Frankrijk is voldoende om tot de erken ning te komen, dat door den snellen op- marsch van de Duitsche troepen aan de Fransche oorlogsindustrie een gevoelige slag is toegebracht; immers, in het Noor den liggen de centra voor de bewerking van ijzer en staal, de kolenmijnen en de textiel-industrie. Arras en Douai en de overige centra in de Pas de Calais en het Noorder-departement» leveren niet minder dan 60 van al de kolen, die in Frankrijk gedolven en verbruikt worden. Hierdoor wordt het land beroofd van den aanvoer van 25 a 30 millioen ton steenkolen, waar bij nog komen de 6 tot 7 millioen ton, welke uit België en Nederland werden in gevoerd. Daarenboven wordt de invoer van Engelsche kolen hoe langer hoe moeilijker. De brandstof voorziening in Frankrijk loopt dus hopeloos vast. Frankrijk voerde voor den oorlog ongeveer 20 millioen ton kolen uit het buitenland aan; de eigen productie kon de behoeften slechts voor 40 dek ken. Daar van deze productie nog slechts 40 overblijft onder de tegenwoordige omstandigheden, moet dit tot een cata strophe leiden. Obk de ijzer- en staalindu strie bevindt zich voor het grootste deel in het Noorden des lands. ENGELAND EN DE NEUTRALE SCHEEPVAART. In weerwil van de aanvulling van de Engelsche tonnage door Noorsche, Deensche en Nederlandsche schepen, kan niet wor den gespreken van een voldoende dichten van het gat, dat door de duikbooten en andere verdelgingsmiddelen in de Engel sche vloot van handelsschepen is geslagen. De Nederlandsche koopvaardijvloot, welke ongèveer 2 millioen bruto registerton meet. vormt ongetwijfeld een niet te versmaden aanwinst voor de Engelschen. Daarbij moet men evenwel rekening houden met het feit, dat zich onder de Nederlandsche schepen betrekkelijk weinige bevinden, waaraan Engeland het meeste behoefte heeft, namelijk groote vrachtschepen en tankbooten. Wel is waar bezit ons land een flink aantal z.g. „tramps", d.w.z. vracht schepen, die de ongeregelde vaart uitoefe nen, alsmede tankschepen, doch niet in voldoende mate om het tekort aan te vul len, waarmede de Engelsche scheepvaart te kampen heeft en dat op 10 millioen bruto r.t. wordt geraamd. SNELLE TEGEN ZWARE TORPEDO- BOOTEN. De bewapening der snelle torpedobooten, waarmee volgens het D.N.B. in het Kanaal zulke opmerkelijke successen zijn bereikt, bestaat voornamelijk uit twee ingebouwde torpedobuizen en licht afweergeschut. Het zijn lüelbooten, die, dank zij haar betere zeewaardigheid, bij lichten en middelzwa- ren golfslag zich veel beter houden dan de z.g. glijbooten. De Italiaansche en ook de Fransche booten passen zich, voorzoover zij in de Middellandsche Zee zijn gesta- tionneerd, aan de plaatselijke omstandig heden aan, daar de golfslag en het weder in deze zee sterk velschiller, van die in Noordelijker streken. Hier vindt men aan ook hoofdzakelijk glijbooten. De Engel schen daarentegen moésten rekening hou den met wind en weder in het Kanaal en de omgeving daarvan. Dezen hebben lan gen tijd geaarzeld tusschen het lichte en het zware type. Tot dusverre heeft de En gelsche marine nog geen gelegenheid ge had, ze met succes in den strijd te wer pen. De Duitsche booten daarentegen heb ben reeds van de eerste maal af, dat z4| werden ingezet, bewezen, dat zij volkomen beantwoorden aan de verv/achtigen, di< er van koesterde. een verwoest dorp in Vlaanderen binnen op weg naar Doornik. Herstelde verbindingen. Het herstel van spoor- en postverbindin gen werd ook in de de afgeloopen week met kracht voortgezet. Voor de vierde maal konden de Nederlandsche Spoorwegen den dienst uitbreiden. In het Zuiden zijn Roo sendaal en Bergen op Zoom thans weer te bereiken, in het Noorden Groningen. Ook met de Duitsche grensplaatsen is de spoor wegverbinding hersteld. Het postverkeer onderging eveneens uit breiding. Briefkaarten en brieven kunnen weer naar Duitschland en Amerika worden verzonden, echter geen aangeteekende stukken. En wat voor ons land vooral van groot belang is, het contact met Indië is weer hersteld. Ook daarheen kan briefpost worden gezonden. De mijnen weer in bedrijf. Meer en meer keert het bedrijfsleven in normale banen terug. Uit Limburg kwam het bericht, dat de mijnen alle intact en in bedrijf zijn. Het wachten is nog slechts op herstel der transportgelegenheid, waarna de aflevering van kolen door het geheele land weer zal worden hervat, zij het voor loopig nog slechts op beperkte schaal. Regeling van het deviezenverkeer. Voor het deviezenverkeer werd een ge heel nieuwe regeling ontworpen, waarbij ernaar gestreefd wordt, aan de uitvoering van opdrachten tot uitbetaling of over boeking gegeven door een niet-ingezetene ten gunste van een ingezetene, dus bijv. van Nederlanders in het buitenland aan familie in het vaderland, geen beperkingen in den weg te leggen. Distributieregelingen. De regeling der schoenendistributie, die de vorige week in voorbereiding' was, is thans reeds enkele dagen in werking. Wie een inkomen van meer dan 1200 heeft, wordt geacht in het bezit te zijn van ten minste een paar bruikbare schoenen; hij kan dus, zoolang de regeling van kracht blijft, geen schoenen koopen. Wie beneden deze weistandsgrens valt, kan een bon aanvragen, waarop hij een paar schoenen kan koopen. Ter verkrijging van dezen bon moet echter een schriftelijke verklaring worden afgelegd, dat men niet in het bezit is van een bruikbaar paar schoenen. Het af leggen van valsche verklaringen wordt streng gestraft. Tot geluk van de schoenen winkeliers vallen alle schoenen, die niet van leer zijn vervaardigd en verder ook alle zomerschoenen, zelfs al is daarin leer verwerkt, buiten het verkoopverbod. Als nieuwe distributie-artikelen ver schenen deze week thee en koffie op de lijst. Een half ons thee öf koffie per maand per persoon is ons toegemeten. Ook ge zondheidsthee en caffeïne-vrije koffie val len onder deze nieuwe rantsoeneering. Nieuwe werkgelegenheid. Voor een groot aantal arbeiders bestaat thans gelegenheid in Duitschland werk te vinden. Zij verdienen daar hetzelfde loon als een Duitsche arbeider van hun cate gorie. Er bestaat behoefte aan landbouw- arbeiders, in het bijzonder melk- en paardenknechts en seizoenarbeiders, veen arbeiders, bouwvakarbeiders met uit zondering van schilders, metaalbewer kers, scheepsbouwarbeiders, grondwer kers, steenfabriekarbeiders, lederbewer kers, textielarbeiders, sigarenmakers en tabaksbewerkers, bakkers, slagers en fa brieksarbeiders, met uitzondering van de Va» bet Saarfront. Een Duitoefe splntoeste] •ndertioudt de verbinding met den na» vitriwon sector. ZUINIGHEID MET VLIJT. Door de verdere ontwikkeling van den oorlog heeft een aantal bronnen waaraan de Nederlandsche economie, zij het dan ook in mindere mate dan in vredestijd, zich nog steeds kon laven, opgehouden te vloeien. De invoer is aldus geheel en al stopgezet. En niet alleen uit die landen, welke ons van hun overvloed zonden, doch ook onze koloniën zijn voor het oogenblik geheel en al uitgeschakeld. Met andere woorden Nederland is nu geheel en al op zichzelf aangewezen, aangezien de invoer van schier alle artikelen waaronder de levensmiddelen natuurlijk de voornaamste plaats innemen plotseling is stopgezet. Wil dit nu zeggen, dat wij plotseling zul len verstoken blijven van datgene, dat ons leven in den gezegenden tijd van wel eer veraangenaamde? Allerminst. Maar wat is dan wel de beteekenis daarvan? Wij willen dit in enkele woorden uit leggen. Weinig woorden zullen voldoende zijn om den toestand zoo voor te stellen als die in werkelijkheid is. Wij zouden geneigd zijn te volstaan met dit korte zinnetje Men weet, dat alles in voldoende mate aan wezig is, doch dat slechts zuinigheid in het verbruik de voorraden zoo lang mogelijk kan doen duren. De Nederlander nu is niet altijd zuinig geweest. Men begrijpe wat wij bedoelen. Ver van ons de gedachte, dat onze landge- nooten verkwisters zijn. Dit is allerminst waarde Nederlander is „van huis uit" spaarzaam. Hij houdt er van zich, zooals hij dit noemt, „op te werken". Ten einde de maatschappelijke ladder steeds hooger te beklimmen, is hem geen moeite te groot. Hij arbeidt van den vroegen morgen tot den laten avond maar, zoodra zijn dage- lijksch werk verricht .is en hij zijn schoe nen kan verwisselen voor een paar pan toffels, wordt de Nederlander een geheel ander mensch, in dier voege, dat hij „het er dan van nemen wil". Den ganschen dag heeft hij noest gearbeid en als hij dan thuis komt, wenscht hij allerminst zich te moe ten bekrimpen, vooral niet daar, waar het voedings- of genotmiddelen betreft. Eerst een lekker kopje thee, liefst zoo sterk enzoo zoet mogelijk. Dan een krachtig soepje hoewel niet iederen dag en, in ieder geval, vleesch en groenten en aardappelen en, wanneer Moeder de vrouw een goede bui heeft, nog een „toetje". Kap dit dagelijks zoo blijven Het cate- goriek antwoord op deze vraag moet lui den Neen. Waarom niet Men begrijpt toch wel, dat men geen bokkesprongen kan maken met een half ons thee of (niet en) een half pond koffie per persoon en per maand Dus moet men minder, althans minder sterke, thee drin ken. Van koffie zal men een waar genot middel moeten maken. De oogen op de soep zullen allengs kléiner van omvang worden en misschien wel eens geheel en al verdwijnen. Die van de aardappelen daarentegen zullen ons meer en meer misschien wel medelijdend aankijken. Groenten zullen hoe langer hoe geringer in verscheidenheid worden. Wij. moeten ons nu eenmaal aan de nieuwe toe standen aanpassen. Ons „toetje" zal wel geheel en al verdwijnen. Immers, de toe- ITALIË'S DOELSTELLINGEN IN DE MIDDELLANDSCHE ZEE. Italië heeft er de laatste jaren nooit een I geheim van gemaakt, dat zijn positie in de bereiding daarvan eischt het gebruik van een dikwijls groote dosis suiker; en met een kilo suiker per maand en per hoofd, is het zaak zuinig te zijn. Nederland staat dus nu in het teeken van de zuinigheid. Nogmaals, er is van alles genoeg, doch slechts een rationeel ge bruik zal het mogelijk maken, zij het dan in mindere mate, zijn gewoonten te blijven behouden. Men zette de tering naar de nering. Men deele zijn leven systematisch in. Het is den Nederlander steeds mogelijk geweest uit te komen, ook al waren in vele gezinnen wel eens moeilijke dagen, nadat de kalender den vijf-en-twintigsten dag van de maand aanduidde. Men weet nu, dat men van alles een zekere hoeveelheid en niets meer krijgt. Het is dus zaak, dat de Nederlandsche huis vrouw een groote zuinigheid betracht en dit nu een ieder weet het is een van de schoonste eig®aschappen van onze vrouwen. Zuinig zijn is dus Net parool Middellandsche Zee in hooge mate na- deelig wordt beïnvloed door het feit, dat het Suezkanaal, Gibraltar, Tunis en Cor sica zich in handen van Engeland en Frankrijk bevinden. De algemeene mobi lisatie in Italië wordt beschouwd als een voorspel tot de interventie van dit land, ten einde aan zijn nationale aspiraties te voldoen. De richting, waarin deze gaan, wordt aangeduid door de pijltjes. Ir. W. G. WITTEVEEN, de directeur van den Gem. Tech- nischen Dienst te Rotterdam, werkt aan een belangrijke en omvangrijke taak. Hem is opgedragen een plan te ontwerpen voor een nieuwe bin nenstad, welk plan thans in hoofd lijnen gereed is en binnenkort ter nadere en gedetailleerde bespreking aan B. en W. zal worden voorgelegd. Ir. Witteveen aan het werk een plattegrond van de stad.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1940 | | pagina 6