HHhïë
D
1
w
De Internationale toestand
Het Portret
IN DE AFGELOOPEN WEEK
W n!
lëallll
:W i
1
VAN DE WEEK
Deze week
IN NEDERLAND
L
DE WERELD IN KAART
De laatste acte van de groote worsteling
op het vasteland is geëindigd op 22 Juni,
des morgens om 1 uur 35, toen de wapen
stilstand, gesloten tusschen Frankrijk
eenerzij ds en Duitschland en Italië ander
zijds, van kracht werd. Niemand, noch in
Frankrijk, noch daarbuiten, maakt 2ich
illusies over het gewicht van dezen stap;
het is geen wapenstilstand, doch volledige
capitulatie. Van tegenstand van Fransche
zijde kan geen sprake meer zijn; de legers
zijn verslagen, het land is bijna geheel in
de macht van de Duitschers, alle weer
standskracht is gebroken.
Onder die omstandigheden kon slechts
een wapenstilstand uitkomst brengen; en
door het tot stand komen daarvan is de
actieve strijd voor Frankrijk afgeloopen.
Een der laatste wapenfeiten in dezen
gigantischen strijd bestond hierin, dat de
Duitsche troepen er in slaagden de in
Elzas-Lotharingen ingesloten Fransche
legers te overweldigen. Ongeveer een half
millioen Franschen gaven zich hier over.
Er waren nog slechts enkele afzonderlijke
deelen van de Maginot-linie, waar nog
verzet wei'd geboden; doch ook dit is nu
afgeloopen. Ook in de Vogezen duurde de
strijd nog voort; hier bevonden de Duit
schers zich tegenover Fransche bergtroe
pen, die dapper streden, terwijl de actie
der Duitsche luchtmacht en van de tanks
door de weersomstandigheden en de ter
reinmoeilijkheden sterk werd belemmerd.
De wapenstilstand deed echter ook in dezen
sector weldra het vuur zwijgen.
Thans zijn er nog slechts enkele afzonder
lijke deelen van de Maginot-linie, waar
nog verzet wordt geboden; doch ook dit
zal weldra zijn afgeloopen. Ook in de Voge
zen duurt de strijd nog voort; hier bevin
den de Duitschers zich tegenover Fransche
bergtroepen, die dapper strijden, terwijl de
actie der Duitsche luchtmacht en van de
tanks door de weersomstandigheden en de
terreinmoeilijkheden sterk wordt belem
merd. In elk geval zal echten de wapen
stilstand ook in dezen sector weldra het
vuur doen zwijgen.
In Engeland heerscht groote ontsteltenis
en zelfs wrok over het besluit van de
Fransche regeering, om den strijd te sta
ken en afzonderlijk met Duitschland te
onderhandelen. Men had daar gaarne ge
zien, dat de Franschen den ongeliiken
kamp hadden voortgezet, ten einde de
Duitsche aandacht van Engeland af te lei
den. Churchill heeft een radio-rede ge
houden, waarin hij zijn spijt uitdrukte over
de „afvalligheid" van den bondgenoot en
scherpe woorden uitte over het beleid van
de Fransche regeering.
De regoering te Bordeaux wordt overi
gens na het gebeurde niet meer door de
Engelsche regeering erkend. Te Londen is
een z.g. „Fransch Nationaal Comité" ge
vormd, dat nieuwe samenwerking met
Engeland beoogt en een politiek zal voeren,
welke de voortzetting van den oorlog
mogelijk maakt. In verband hiermede heeft
de Fransche regeering Generaal De Gaulle,
die zich aan het hoofd van bedoeld comité
heelt geplaatst, afgezet. Maarschalk Pétain
heeft in een radio-rede Churchill van re
pliek gediend op de verwijten, welke deze
Frankrijk naar het hoofd heeft geslingerd.
Het voornaamste terrein van den strijd
wordt thans gevormd door de Middelland-
sche Zee en de omliggende landen, waar
de Italianen en Engelschen vijand' fel be-
Arbeiders bij het vullen van zandzakken, die ter bescherming tegen luchtaanvallen
rondom de Piazza Esedra bij het Centraal Station te Rome worden aangebracht.
stoken. Alexandrië werd met goed gevolg
door de Italiaansche luchtmacht gebom
bardeerd. Het gevolg was, dat de anti-
Engelsche stemming hierdoor nog in
kracht is toegenomen. Het volk is afkeerig
van den oorlog; en deze afkeerigheid uit
zich in anti-Engelsche betoogingen in ver
schillende Egyptische steden.
Ook in Zuid-Afrika gaan sterke stem
men op om de vijandelijkheden tegen
Duitschland en Italië ten spoedigste te
staken. Generaal Hertzog, wiens aanhang
steeds groeit, heeft een vlammend protest
gericht tot Generaal Smuts, hoofd van de
regeering, om er tegen te protesteeren, dat
Zuid-Afrikaansche belangen nog langer
worden opgeofferd aan die van Engeland.
Hij protesteerde tegen de meedoogenlooze
vernietiging van de vrijheid en de zinne-
looze opoffering van de Afrikaansche jeugd
in dezen nutteloozen strijd.
Op den Balkan, waar men zich gelukkig
acht, door de deelneming van Italië aan
den oorlog niet bij den strijd betrokken te
zijn geraakt, heerscht over het algemeen
een rustige toestand. In Roemenië is offi
cieel een nieuwe staatspartij opgericht, de
„Partij der Natie", aan het hoofd waarvan
zich Koning Carol heeft geplaatst, die een
oproep heeft gericht tot het volle en in het
bijzonder tot de jeugd, om geestdriftige
soldaten van deze partij te worden en op
deze wijze mede te werken aan de natio
nale vereeniging.
Rusland heeft op de stelligste wijze de
geruchten tegengesproken, volgens welke
sterke Russische troepenmachten waren
geconcentreerd aan de Duitsch-Litausche
grens. Klaarblijkelijk werden deze geruch
ten verspreid, om in Duitschland wantrou
wen op te wekken ten aanzien van de nou-
ding van Rusland. De waarheid is evenwel,
dat zich over de Baltische staten verspreid
niet meer dan 18 tot 20 divisies bevinden,
zoodat van een troepenconcentratie aan de
Duitsche grens geen sprake is. De be
trekkingen tusschen de Sowjet-Unie en
Duitschland zijn nog nooit zoo hecht en
zoo hartelijk geweest, als juist nu.
In Amerika duurt de algemeene op
schudding over de oenoeming van Knox
en Stimson tot leden van de regeering nog
steeds voort. Met algemeene stemmen heeft
de Italianen den Engelschen vijand fel be
sloten een onderzoek in te stellen naar de
reden, waarom Stimson de plaats heeft in
genomen van Woodring. Dewey, de can-
didaat voor het Presidentschap van de
V.S., heeft President Roosevelt opnieuw
verweten, dat hij Amerika tegen den wil
van het Amerikaansche volk in den oorlog
wenscht te betrekken. Ook de voorzitter
van den Bond van Oudstrijders heeft voor
de voormalige frontsoldaten verklaard, dat
Amerika buiten den Europeeschen oorlog
moet blijven.
TANGER DOOR SPANJE BEZET.
Het verloop van den oorlog in Europa
deed Spanje vreezen voor een verrassing
van de zijde der Franschen en Engelschen,
die men tijdig heeft voorkomen, door de
stad Tanger te laten bezetten door een
contingent Spaansche troepen. Tanger be
hoort tot de steden, die voor een groot
deel haar oorspronkelijk Oostersch karak
ter hebben bewaard. Aan Europa herinne
ren alleen de benedenstad en de belang
rijke haven met haar tolkantoren, goede
renloodsen en silo's.
DE PERS ALS GIDS OP DEN
NIEUWEN WEG.
De pers vervult in de beschaafde ge
meenschap een groote taak, grooter dan
de dagelijksche lezer van het nieuwsblad
wel beseft. Zij is allereerst brengster van
nieuws, verruimt daardoor het veld van
het gebeuren om ons heen dat wij kunnen
overzien en tegelijkertijd bevordert zij de
gemeenschap der menschen.
Zij doet echter meer dan dat; de door-
snee-mensch kent slechts de wereld om
hem heen en ziet zijn eigen onmiddellijke
belangen. Maar de pers, waar alle draden
van het wereldgebeuren samenkomen, is
ook in staat de groote lijnen der ontwikke
ling te zien. Haar taak is het daarom, den
lezer zoo duidelijk mogelijk die ontwikke
ling voor oogen te stellen en de conse
quenties daarvan te leeren zien.
In deze dagen verzinkt een wereld voor
onze oogen en wel in een zoo „adem
benemend tempo", dat velen van ons niet
in staat zijn het geestelijke proces dat zich
nu voltrekt, bij te houden. Wat heeft het
huidig geslacht, dat thans van middelbaren
leeftijd is, niet reeds meegemaakt. In 25
jaar »sinds 1914 zijn staatkundige,
sociale en economische veranderingen om
vergeworpen, waarin geslacht na geslacht
was opgegroeid. Staten zijn in het leven
geroepen en weer vergaan, economische
crises volgden op jaren van meest on-
natuurlijken, economischen bloei en dat
alles was nog slechts een uiterlijke aan
wijzing, dat ook in de geesten der men
schen zich een verandering voltrok.
Wij hebben veel verloren, van wat wij
vast meenden te bezitten onzen staat, de
vrije beschikking over onze koloniën, onze
welvaart, cok onze levensbeschouwing voor
zoover deze niet confessioneel maar poli
tiek georiënteerd was. Het blijkt nu wel
dat bij alle nadeelen die een zoo smartelijk
verlies meebrengt ook een voordeel te
onderkennen valt en wel dit, dat wij nu
wel genoodzaakt zijn, ons te bezinnen op
wat ons overbleef.
Dat wat ons gebleven is, is onze eigen
aard, onze eigen taal en cultuur, de ge-
heele geestelijke rijkdom van ons verleden.
Wat ons bleef is onze volkskracht wat
wij verloren, was slechts de politieke
bovenbouw, die op die volkskracht gegrond
was.
Maar zóoals ons eigen Nederlandsche
wezen vroeger zijn uitdrukking vond in de
vormen van een anderen tijd, zoo zullen
wij ons nu moeten bezinnen op een nieu
wen uitdrukkingsvorm van wat voor altijd
blijvend is. De oude vormen stierven af, of
zijn bezig te verdwijnen en wie zich afsluit
voor het nieuwe en zich vastklampt aan
die oude vormen, verwerpt daarmede
tevens de mogelijkheid den Nederlandschen
aard nog verder tot gelding te brengen.
Het zal alweer de taak van de pers zijn,
voor te gaan in het vinden van de nieuwe
wegen waarop het oude volk der Neder
landen zal kunnen gaan, op economisch,
sociaal en geestelijk gebied.
Tot die oude vormen behoorde ook de
politieke verdeeldheid van ons volk, die
zich uitte in voortdurende onderlinge cri-
tiek en bestrijding. Ook daarvoor is thans
geen plaats. Voor den nood van dezen tijd
zijn wij allen slechts zonen van één volk
en niet in de eerste plaats behoorend tot
een bepaalde politieke groep.
In plaats van op een veelvoudigen grond-
PIETRO BADOGLIO.
De chef van den Italiaanschen
Generalen Staf, Maarschalk Badoplio,
is 28 September 1871 te Grazzano in
Piemont geboren en werd op 19-
jarigen leeftijd aangesteld tot offi
cier der artillerie. Hij nam deel aan
verschillende veldtochten en ook aan
den wereldoorlog, waarin hij zich
onderscheidde, o.a. door de inneming
van Goerz.
Op grond van zijn verdiensten werd
Badoglio op 45-jarigen leeftijd be
noemd tot generaal-majoor en na
het Augustus-offensief van 1917 tot
commandeerend peneraal van het
27ste legercorps. Na de nederlaag bij
Caporetto wist hij zijn legercorps, dat
door de Duitschers en Oostenrijkers
wgrd achtervolgd, op ordelijke wijze
over de Tagliamento en de Piave
terug te trekken. Hij was een der
Italiaansche gedelegeerden bij den
in de Villa Giusti gesloten wapen
stilstand.
In 1921 zien wij hem als buiten
gewoon gezant in Roemenië, in 1924
als gezant in Brazilië. 22 Febr. 1919
werd hij tot Senator benoemd.
In April 1925 teruggeroepen naar
Rome, hervatte hij zijn werkzaam
heden als chef van den Grooten
Generalen Staf 25 Juni 1925 werd
hij benoemd tot Veldmaarschalk.
Van 1928 tot 1933 was hij Gouver
neur van Libye. In laatstgenoemd
jaar werd hij als zoodanig opgevolgd
door l,uchtmaarschalk Balbo en her
vatte hij zijn ambt van chef van den
Grooten Generalen Staf.
In 1928 kreeg Badoglio den titel
van Markies van Sabotino.
slag berust onze samenleving thans slechts
op dien éénen, den grondslag van onze
volkseenheid. En in het dagelij ksch leven
zullen wij weer opnieuw moeten leeren
hoe beschamend is dit feitelijkdat bij
het nemen van beslissingen, slechts één
motief den doorslag mag geven het be
lang van het geheele Nederlandsche volk.
Het Herstelfonds 1940.
Nadat Rijkscommissaris Seyss-Inquart
ij gelegenheid van zijn bezoek aan Rotter
dam de vorige week reeds de stichting van
een fonds voor den wederopbouw had
aangekondigd, is thans dit fonds, genaamd
Herstelfonds 1940, officieel ingesteld. De
middelen voor het fonds zullen op drie
wijzen worden verkregen en wel uit be
dragen op de begrooting, die niet meer
voor hun oorspfonkelijke bestemming ge
bruikt kunnen worden; verder uit het batig
slot van het Egalisatiefonds en ten slotte
uit de vlottende schuld of door middel van
geldleeningen. Regelen voor het doen van
uitkeeringen uit het fonds zullen bij ver
ordening nader worden vastgesteld.
Bevoegdheden der secretarissen-generaal.
In een verordening van den Rijkscom
missaris zijn de bevoegdheden geregeld van
de secretarissen-generaal der Nederland
sche departementen, hoofdzakelijk verband
houdende met de handhaving der openbare
orde. Krachtens deze verordening zijn de
secretarissen-generaal thans gemachtigd,
binnen de grenzen van hun bevoegdheid de
maatregelen te nemen, noodig voor de
handhaving der openbare orde en voor
de veiligheid van het openbare leven. In
het bijzonder mogen zij rechtsvoorschriften
uitvaardigen en autoriteiten, colleges, dien
sten en de daarbij betrokken personen
aanwijzingen geven. De uitgevaardigde
voorschriften mogen strafbedreigingen be
vatten. In afzonderlijke gevallen kan de
Rijkscommissaris evenwel de bevoegd
heden intrekken of beperken. Op grond
van deze verordening hebben de secretaris
sen-generaal van de departementen van
Justitie en van Binnenlandsche Zaken be-
L?;-
Een bewaakte barricade van automobielen
over den Great Road bij Londen. Iedere
passeerende automobilist moet zich
legitimccren.
paald, dat van het voornemen om een ver
eeniging of stichting op te richten kennis
moet worden gegeven aan den bevoegden
procureur-generaal, die tevens het recht
heeft, bestaande vereenigingen en stichtin
gen te ontbinden of haar werkzaamheid te
schorsen. Ook het voornemen om vergade
ringen of optochten te houden moet ter
kennis van den bevoegden procureur-
generaal worden gebracht en wel uiterlijk
7 dagen voor den dag der vergadering.
Deelnemers aan vergaderingen, uitgaande
van staatkundige vereenigingen of van
plaatselijke afdeelingen daarvan, of waar
staatkundige onderwerpen worden be
sproken, moeten schriftelijk worden uit-
genoodigd, waarbij de uitnoodigingen op
naam gesteld moeten zijn. Op verzoek kan
van deze beperkingen dispensatie worden
verleend. Een en ander geldt niet voor ver
gaderingen met een zuiver godsdienstig of
artistiek karakter, noch voor besloten ge
zelschappen of voor vergaderingen waar
aan niet meer dan 20 personen deelnemen.
Opheffing uniformverbod.
In de. toepassing van het uniformverbod
is eveneens verandering gebracht. De be
paling van artikel 435a van het Wetboek
van Strafrecht (het bekende uniformver
bod) is slechts van toepassing, indien de
bevoegde procureur-generaal, fungeerend
directeur van politie, een verbod in den
geest van dat artikel uitvaardigt. Het dra
gen van uniformen is dus thans niet
meer wettelijk verboden, zoolang niet een
nieuw verbod in den geest van het oude
uniform verbod wordt uitgevaardigd.
Uitbreiding van departementen.
De werkzaamheden van de beide depar
tementen van Sociale en van Economische
Zaken, die samen waren ondergebracht in
het ministerie aan het Bezuidenhout te
's-Gravenhage, hebben zich in den laatsten
tijd zoozeer uitgebreid, dat de behuizing
daar ter plaatse te klein is geworden. Het
Departement van Sociale Zaken zal daarom
binnenkort verhuizen naar het leegstaande
nieuwe kantoorgebouw van de K.L.M., dat
onder de huidige omstandigheden toch niet
in gebruik genomen kan worden. Door dit
vertrek zal er op het Bezuidenhout meer
ruimte voor Economische Zaken beschik
baar komen, zoodat men een groot aantal
Duitsche autoriteiten beter zal kunnen
huisvesten dan thans het geval is.
De Kamers nog op reces.
Rijkscommissaris dr. Seyss-Inquart heeft
bij verordening bepaald, dat de werkzaam
heden der beide Kamers der Staten-Gene-
raal tot nader order blijven rusten, even
als verscheidene werkzaamheden van den
Raad van State. Verkiezingen voor de
Kamers vinden tot nader order niet plaats.
In hoeverre verkiezingen voor de Provin
ciale Staten, de gemeenteraden of ande
re publiekrechtelijke vertegenwoordigende
lichamen, ofwel benoemingen van leden
van Gedeputeerde Staten en wethouders
van gemeenten zullen plaats vinden, zal
nader worden bepaald. Ten einde te ver
hinderen, dat een publiekrechtelijk ver
tegenwoordigend lichaam geen besluiten
zou kunnen nemen, zullen de noodige maat
regelen worden genomen.
Regeling personen- en goederenvervoer.
Ter regeling van het personen- en goe
derenvervoer is een vergunningsstelsel in
gevoerd. Voor het gebruik van een motor
rijwiel of motorrijtuig, ingericht voor het
vervoer van personen anders dan met auto
bussen in den zin van de wet autovervoer
personen, is met ingang van 1 Juli a.s.
een vergunning noodig vanwege den in
specteur-generaal van het verkeer. Deze
vergunningen kunnen worden aangevraagd
bij den Rijksinspecteur van het verkeer in
het distx-ict, waartoe men behoort. Ook
voor het vervoer van goederen langs den
weg met motorrijtuigen (zoowel eigen ver
voer als vervoer voor derden) zal voortaan
een vergunning vereischt zijn. Voor de
regeling van het beroepsgoederenvervoer
wordt ten slotte een centrale commissie
ingesteld, die in overleg met den secre
taris-generaal van het Departement van
Waterstaat de werkzaamheden van advi-
seerende districtscommissies zal regelen.
De buitenlandsche postverbindingen.
Zooals wij reeds eerder vermeldden is
het postverkeer met Indië en de Vereenigde
Staten, alsook met alle overige landen bui
ten Europa weer hersteld, met uitzonde
ring van West-Indië, den Belgischen
Congo en de gebieden, die als Britsch of
Fransch kunnen worden aangemerkt (be
zittingen, koloniën, protectoraten). De cor
respondentie* (voorloopig nog slechts niet-
aangeteekende brieven en briefkaarten)
voor al deze bestemmingen, dus ook die
voor Amerika, wordt via Duitschland en
Siberië verzonden en bereikt vervolgens
per schip haar bestemming. Briefpost voor
Midden- en Zuid-Amerika (met uitzonde
ring van de Nederlandsche, Engelsche en
Fransche bezittingen aldaar) kan boven
dien via de Italiaansche luchtpost verzon
den worden. Daarvoor dient de correspon
dentie behalve met het gewone internatio
nale port (I2V2 cent) met extra luchtpost
zegels te worden gefrankeerd. Het lucht
recht bedraagt voor briefkaarten en brie
ven naar Brazilië 1.05 per 5 gr.; voor alle
overige bestemmingen in Midden- en Zuid-
Amerika 1.25 per 5 gram.
Veldpost opgeheven.
Nog steeds blijkt het publiek niet vol
doende op de hoogte van het feit, dat cor
respondentie aan nog dienstdoende militai
ren niet langer van het veldpostadres moet
worden voorzien. Thans moet de plaats van
legering op het adres worden vermeld. Na
de opheffing van den veldpostdienst op 1
Juni j.1., waarvan wij in een vorig over
zicht reeds melding maakten, is het hoofd-
loopig in stand gehouden om voor de ge
vallen dat het publiek nog niet met den
expeditiekantoor der veldpost nog voor-
nieuwen toestand op de hoogte bleek, tus-
schenkomst te verleenen. Het ligt echter in
de bedoeling ook het hoofdexpeditiekan-
toor der veldpost dezer dagen op te heffen.
Men dient zich dus op de hoogte te stellen
van de plaats waar de militairen, met wie
men correspondeeren willen, gelegerd zijn.
Hagespraak der N.S.B.
Op den Goudsberg bij Lunteren hield
de N.S.B. haar vijfde hagespraak, waar ds.
Ekering, de heer Van Geelkerken, de heer
Rost van Tonningen en Ir. Mussert het
woord voerden. Eerstgenoemde kondigde
de stichting van een nationalen omroep
aan, die in den eersten tijd nog naast de
bestaande omroepvereenigingen zal fun-
geeren, doch daarna als eenige omroep in
Nederland zal overblijven.
DE ONGUNSTIGE ECONOMISCHE
TOESTAND IN FRANKRIJK.
Het verlies van al de Noordelijke de
partementen heeft den economischen toe
stand in Frankrijk geheel ontredderd. Het
gebrek aan kolen, ijzer en staal wordt
nijpend. Dit is zeer begrijpelijk, wanneer
men weet dat de beide departementen Pas-
de-Calais en Nord te zamen meer kolen
produceeren, dan al de andere departe-
Dit gebrek aan kolen is een buitenge
woon zware handicap voor de ijzer- en
staalfabrieken en de oorlogsindustrieën in
het algemeen. Deze beginnen overigens ook
gebrek te krijgen aan hun voornaamste
grondstofijzererts. Dit werd door het
land zelf in groote hoeveelheid opgebracht,
n.1. in 193833.2 millioen ton, waarvan
zelfs ongeveer de helft kon worden uit
gevoerd. Meer dan 90 van dit erts kwam
uit het Noordoosten van Frankrijk. On*
s\msEi
f 1/
menten te zamen. In Arras (Pas-de-Calais)
bedroeg de productie in 1938 19.12 mil
lioen ton, in Douai (Nord) 9.11 millioen
ton.
De opbrengst van de Fransche kolen
mijnen was niet voldoende voor de behoef
ten des lands, zoodat bovendien nog be
langrijke hoeveelheden uit het buitenland
moesten worden ingevoerd, in 1938 b.v.
22.1 millioen ton. Ook deze aanvoer is
thans natuurlijk geheel afgesneden, daar
deze kolen werden geleverd door Engeland,
België, Luxemburg, Nederland, Duitsch
land en Polen.
kaartje doet zien, dat het gr< etste deel van
de mijnen aldaar op de grens van net ge
bied der militaire operaties ligt. Een ander
deel bevindt zich reeds in Duitsche han
den, evenals een aantal ijzer- en staal
fabrieken in het Noorden van Frankrijk,
die reeds vroeger verloren zijn gegaan.
Uit dit een en ander blijkt wel, dat de
economische situatie in Frankrijk in dat
opzicht buitengewoon ongunstig is gewor
den. Naar schatting is de fabricage van
ruw ijzer daar te lande met 24 die van
vloeistaal met niet minder dan 41 ver
minderd.
HOE ENGELAND GIBRALTAR
VERKREEG.
„Verlies nooit uit het oog, wat Gibraltar
voor Engeland heeft te beteekenen. Wie
Gibraltar bezit, heeft den sleutel tot de
Middellandsche Zee in den zak. Er is geen
enkele vloot, die ons ongemerkt zou kun-"
nen ontsnappen in den Oceaan en omge
keerd. Gibraltar beheerscht den handel in
de Middellandsche Zee". In deze woorden,
welke de hardnekkige verdediger van
Gibraltar, generaal Elliott, bij het begin
van het groote beleg der vesting, hetwelk
van 1779 tot 1783 duurde, tot zijn officieren
en minderen richtte, ligt het noodlottige
belang opgesloten, voor Engeland verbon
den aan de machtige rots, die zich verheft
op de Zuidelijke punt van Spanje. Er was
Engeland alles aan gelegen, om zich de
controle te verzekeren op den handel in
de Middellandsche Zee, ten einde zijn
eigen handel te begunstigen. Deze typisch
Engelsche karaktertrek kwam reeds tot
uiting in den Spaanschen Successie-oorlog,
die was uitgebroken tusschen Frankrijk en
de Habsburgers naar aanleiding van de
benoeming van een opvolger van Karei II.
Lodewijk XIV wilde beslag leggen op den
troon voor zijn neef Philip, terwijl de
Habsburgers van hun kant er aanspraak
op maakten in hun hoedanigheid van
rechtmatige erfgenamen.
Dat was in 1704. Wel is waar gelukte
het, een Britschen aanval op Cadiz en
Barcelona af te slaan, doch in Gibraltar
destijds een kleine, onbeduidende haven
slaagde Engeland er in om, met de hulp
van Duitsche soldaten, onder bevel van
den Landgraaf Georg van Hessen, troepen
te landen. De landgraaf nam bezit van de
plaats en de vesting en heesch de Habs-
burgsche vaan op het voor de Habsbur
gers veroverde gebied. Nauwelijks echter
had hij het bevel overgedragen aan een
Engelschen cmomandant, om deze liet de
Habsburgsche vaan weder omlaag halen
en verklaarde Gibraltar tot Engelsch ge
bied. Op deze wijze kreeg Engeland de ge
weldige vesting tusschen Atlantischen
Oceaan en Middellandsche Zee in zijn be
zit. Bij den Vrede van Utrecht wist het
den buit te behouden en zich er tot op
heden te handhaven.