HHhïë D 1 w De Internationale toestand Het Portret IN DE AFGELOOPEN WEEK W n! lëallll :W i 1 VAN DE WEEK Deze week IN NEDERLAND L DE WERELD IN KAART De laatste acte van de groote worsteling op het vasteland is geëindigd op 22 Juni, des morgens om 1 uur 35, toen de wapen stilstand, gesloten tusschen Frankrijk eenerzij ds en Duitschland en Italië ander zijds, van kracht werd. Niemand, noch in Frankrijk, noch daarbuiten, maakt 2ich illusies over het gewicht van dezen stap; het is geen wapenstilstand, doch volledige capitulatie. Van tegenstand van Fransche zijde kan geen sprake meer zijn; de legers zijn verslagen, het land is bijna geheel in de macht van de Duitschers, alle weer standskracht is gebroken. Onder die omstandigheden kon slechts een wapenstilstand uitkomst brengen; en door het tot stand komen daarvan is de actieve strijd voor Frankrijk afgeloopen. Een der laatste wapenfeiten in dezen gigantischen strijd bestond hierin, dat de Duitsche troepen er in slaagden de in Elzas-Lotharingen ingesloten Fransche legers te overweldigen. Ongeveer een half millioen Franschen gaven zich hier over. Er waren nog slechts enkele afzonderlijke deelen van de Maginot-linie, waar nog verzet wei'd geboden; doch ook dit is nu afgeloopen. Ook in de Vogezen duurde de strijd nog voort; hier bevonden de Duit schers zich tegenover Fransche bergtroe pen, die dapper streden, terwijl de actie der Duitsche luchtmacht en van de tanks door de weersomstandigheden en de ter reinmoeilijkheden sterk werd belemmerd. De wapenstilstand deed echter ook in dezen sector weldra het vuur zwijgen. Thans zijn er nog slechts enkele afzonder lijke deelen van de Maginot-linie, waar nog verzet wordt geboden; doch ook dit zal weldra zijn afgeloopen. Ook in de Voge zen duurt de strijd nog voort; hier bevin den de Duitschers zich tegenover Fransche bergtroepen, die dapper strijden, terwijl de actie der Duitsche luchtmacht en van de tanks door de weersomstandigheden en de terreinmoeilijkheden sterk wordt belem merd. In elk geval zal echten de wapen stilstand ook in dezen sector weldra het vuur doen zwijgen. In Engeland heerscht groote ontsteltenis en zelfs wrok over het besluit van de Fransche regeering, om den strijd te sta ken en afzonderlijk met Duitschland te onderhandelen. Men had daar gaarne ge zien, dat de Franschen den ongeliiken kamp hadden voortgezet, ten einde de Duitsche aandacht van Engeland af te lei den. Churchill heeft een radio-rede ge houden, waarin hij zijn spijt uitdrukte over de „afvalligheid" van den bondgenoot en scherpe woorden uitte over het beleid van de Fransche regeering. De regoering te Bordeaux wordt overi gens na het gebeurde niet meer door de Engelsche regeering erkend. Te Londen is een z.g. „Fransch Nationaal Comité" ge vormd, dat nieuwe samenwerking met Engeland beoogt en een politiek zal voeren, welke de voortzetting van den oorlog mogelijk maakt. In verband hiermede heeft de Fransche regeering Generaal De Gaulle, die zich aan het hoofd van bedoeld comité heelt geplaatst, afgezet. Maarschalk Pétain heeft in een radio-rede Churchill van re pliek gediend op de verwijten, welke deze Frankrijk naar het hoofd heeft geslingerd. Het voornaamste terrein van den strijd wordt thans gevormd door de Middelland- sche Zee en de omliggende landen, waar de Italianen en Engelschen vijand' fel be- Arbeiders bij het vullen van zandzakken, die ter bescherming tegen luchtaanvallen rondom de Piazza Esedra bij het Centraal Station te Rome worden aangebracht. stoken. Alexandrië werd met goed gevolg door de Italiaansche luchtmacht gebom bardeerd. Het gevolg was, dat de anti- Engelsche stemming hierdoor nog in kracht is toegenomen. Het volk is afkeerig van den oorlog; en deze afkeerigheid uit zich in anti-Engelsche betoogingen in ver schillende Egyptische steden. Ook in Zuid-Afrika gaan sterke stem men op om de vijandelijkheden tegen Duitschland en Italië ten spoedigste te staken. Generaal Hertzog, wiens aanhang steeds groeit, heeft een vlammend protest gericht tot Generaal Smuts, hoofd van de regeering, om er tegen te protesteeren, dat Zuid-Afrikaansche belangen nog langer worden opgeofferd aan die van Engeland. Hij protesteerde tegen de meedoogenlooze vernietiging van de vrijheid en de zinne- looze opoffering van de Afrikaansche jeugd in dezen nutteloozen strijd. Op den Balkan, waar men zich gelukkig acht, door de deelneming van Italië aan den oorlog niet bij den strijd betrokken te zijn geraakt, heerscht over het algemeen een rustige toestand. In Roemenië is offi cieel een nieuwe staatspartij opgericht, de „Partij der Natie", aan het hoofd waarvan zich Koning Carol heeft geplaatst, die een oproep heeft gericht tot het volle en in het bijzonder tot de jeugd, om geestdriftige soldaten van deze partij te worden en op deze wijze mede te werken aan de natio nale vereeniging. Rusland heeft op de stelligste wijze de geruchten tegengesproken, volgens welke sterke Russische troepenmachten waren geconcentreerd aan de Duitsch-Litausche grens. Klaarblijkelijk werden deze geruch ten verspreid, om in Duitschland wantrou wen op te wekken ten aanzien van de nou- ding van Rusland. De waarheid is evenwel, dat zich over de Baltische staten verspreid niet meer dan 18 tot 20 divisies bevinden, zoodat van een troepenconcentratie aan de Duitsche grens geen sprake is. De be trekkingen tusschen de Sowjet-Unie en Duitschland zijn nog nooit zoo hecht en zoo hartelijk geweest, als juist nu. In Amerika duurt de algemeene op schudding over de oenoeming van Knox en Stimson tot leden van de regeering nog steeds voort. Met algemeene stemmen heeft de Italianen den Engelschen vijand fel be sloten een onderzoek in te stellen naar de reden, waarom Stimson de plaats heeft in genomen van Woodring. Dewey, de can- didaat voor het Presidentschap van de V.S., heeft President Roosevelt opnieuw verweten, dat hij Amerika tegen den wil van het Amerikaansche volk in den oorlog wenscht te betrekken. Ook de voorzitter van den Bond van Oudstrijders heeft voor de voormalige frontsoldaten verklaard, dat Amerika buiten den Europeeschen oorlog moet blijven. TANGER DOOR SPANJE BEZET. Het verloop van den oorlog in Europa deed Spanje vreezen voor een verrassing van de zijde der Franschen en Engelschen, die men tijdig heeft voorkomen, door de stad Tanger te laten bezetten door een contingent Spaansche troepen. Tanger be hoort tot de steden, die voor een groot deel haar oorspronkelijk Oostersch karak ter hebben bewaard. Aan Europa herinne ren alleen de benedenstad en de belang rijke haven met haar tolkantoren, goede renloodsen en silo's. DE PERS ALS GIDS OP DEN NIEUWEN WEG. De pers vervult in de beschaafde ge meenschap een groote taak, grooter dan de dagelijksche lezer van het nieuwsblad wel beseft. Zij is allereerst brengster van nieuws, verruimt daardoor het veld van het gebeuren om ons heen dat wij kunnen overzien en tegelijkertijd bevordert zij de gemeenschap der menschen. Zij doet echter meer dan dat; de door- snee-mensch kent slechts de wereld om hem heen en ziet zijn eigen onmiddellijke belangen. Maar de pers, waar alle draden van het wereldgebeuren samenkomen, is ook in staat de groote lijnen der ontwikke ling te zien. Haar taak is het daarom, den lezer zoo duidelijk mogelijk die ontwikke ling voor oogen te stellen en de conse quenties daarvan te leeren zien. In deze dagen verzinkt een wereld voor onze oogen en wel in een zoo „adem benemend tempo", dat velen van ons niet in staat zijn het geestelijke proces dat zich nu voltrekt, bij te houden. Wat heeft het huidig geslacht, dat thans van middelbaren leeftijd is, niet reeds meegemaakt. In 25 jaar »sinds 1914 zijn staatkundige, sociale en economische veranderingen om vergeworpen, waarin geslacht na geslacht was opgegroeid. Staten zijn in het leven geroepen en weer vergaan, economische crises volgden op jaren van meest on- natuurlijken, economischen bloei en dat alles was nog slechts een uiterlijke aan wijzing, dat ook in de geesten der men schen zich een verandering voltrok. Wij hebben veel verloren, van wat wij vast meenden te bezitten onzen staat, de vrije beschikking over onze koloniën, onze welvaart, cok onze levensbeschouwing voor zoover deze niet confessioneel maar poli tiek georiënteerd was. Het blijkt nu wel dat bij alle nadeelen die een zoo smartelijk verlies meebrengt ook een voordeel te onderkennen valt en wel dit, dat wij nu wel genoodzaakt zijn, ons te bezinnen op wat ons overbleef. Dat wat ons gebleven is, is onze eigen aard, onze eigen taal en cultuur, de ge- heele geestelijke rijkdom van ons verleden. Wat ons bleef is onze volkskracht wat wij verloren, was slechts de politieke bovenbouw, die op die volkskracht gegrond was. Maar zóoals ons eigen Nederlandsche wezen vroeger zijn uitdrukking vond in de vormen van een anderen tijd, zoo zullen wij ons nu moeten bezinnen op een nieu wen uitdrukkingsvorm van wat voor altijd blijvend is. De oude vormen stierven af, of zijn bezig te verdwijnen en wie zich afsluit voor het nieuwe en zich vastklampt aan die oude vormen, verwerpt daarmede tevens de mogelijkheid den Nederlandschen aard nog verder tot gelding te brengen. Het zal alweer de taak van de pers zijn, voor te gaan in het vinden van de nieuwe wegen waarop het oude volk der Neder landen zal kunnen gaan, op economisch, sociaal en geestelijk gebied. Tot die oude vormen behoorde ook de politieke verdeeldheid van ons volk, die zich uitte in voortdurende onderlinge cri- tiek en bestrijding. Ook daarvoor is thans geen plaats. Voor den nood van dezen tijd zijn wij allen slechts zonen van één volk en niet in de eerste plaats behoorend tot een bepaalde politieke groep. In plaats van op een veelvoudigen grond- PIETRO BADOGLIO. De chef van den Italiaanschen Generalen Staf, Maarschalk Badoplio, is 28 September 1871 te Grazzano in Piemont geboren en werd op 19- jarigen leeftijd aangesteld tot offi cier der artillerie. Hij nam deel aan verschillende veldtochten en ook aan den wereldoorlog, waarin hij zich onderscheidde, o.a. door de inneming van Goerz. Op grond van zijn verdiensten werd Badoglio op 45-jarigen leeftijd be noemd tot generaal-majoor en na het Augustus-offensief van 1917 tot commandeerend peneraal van het 27ste legercorps. Na de nederlaag bij Caporetto wist hij zijn legercorps, dat door de Duitschers en Oostenrijkers wgrd achtervolgd, op ordelijke wijze over de Tagliamento en de Piave terug te trekken. Hij was een der Italiaansche gedelegeerden bij den in de Villa Giusti gesloten wapen stilstand. In 1921 zien wij hem als buiten gewoon gezant in Roemenië, in 1924 als gezant in Brazilië. 22 Febr. 1919 werd hij tot Senator benoemd. In April 1925 teruggeroepen naar Rome, hervatte hij zijn werkzaam heden als chef van den Grooten Generalen Staf 25 Juni 1925 werd hij benoemd tot Veldmaarschalk. Van 1928 tot 1933 was hij Gouver neur van Libye. In laatstgenoemd jaar werd hij als zoodanig opgevolgd door l,uchtmaarschalk Balbo en her vatte hij zijn ambt van chef van den Grooten Generalen Staf. In 1928 kreeg Badoglio den titel van Markies van Sabotino. slag berust onze samenleving thans slechts op dien éénen, den grondslag van onze volkseenheid. En in het dagelij ksch leven zullen wij weer opnieuw moeten leeren hoe beschamend is dit feitelijkdat bij het nemen van beslissingen, slechts één motief den doorslag mag geven het be lang van het geheele Nederlandsche volk. Het Herstelfonds 1940. Nadat Rijkscommissaris Seyss-Inquart ij gelegenheid van zijn bezoek aan Rotter dam de vorige week reeds de stichting van een fonds voor den wederopbouw had aangekondigd, is thans dit fonds, genaamd Herstelfonds 1940, officieel ingesteld. De middelen voor het fonds zullen op drie wijzen worden verkregen en wel uit be dragen op de begrooting, die niet meer voor hun oorspfonkelijke bestemming ge bruikt kunnen worden; verder uit het batig slot van het Egalisatiefonds en ten slotte uit de vlottende schuld of door middel van geldleeningen. Regelen voor het doen van uitkeeringen uit het fonds zullen bij ver ordening nader worden vastgesteld. Bevoegdheden der secretarissen-generaal. In een verordening van den Rijkscom missaris zijn de bevoegdheden geregeld van de secretarissen-generaal der Nederland sche departementen, hoofdzakelijk verband houdende met de handhaving der openbare orde. Krachtens deze verordening zijn de secretarissen-generaal thans gemachtigd, binnen de grenzen van hun bevoegdheid de maatregelen te nemen, noodig voor de handhaving der openbare orde en voor de veiligheid van het openbare leven. In het bijzonder mogen zij rechtsvoorschriften uitvaardigen en autoriteiten, colleges, dien sten en de daarbij betrokken personen aanwijzingen geven. De uitgevaardigde voorschriften mogen strafbedreigingen be vatten. In afzonderlijke gevallen kan de Rijkscommissaris evenwel de bevoegd heden intrekken of beperken. Op grond van deze verordening hebben de secretaris sen-generaal van de departementen van Justitie en van Binnenlandsche Zaken be- L?;- Een bewaakte barricade van automobielen over den Great Road bij Londen. Iedere passeerende automobilist moet zich legitimccren. paald, dat van het voornemen om een ver eeniging of stichting op te richten kennis moet worden gegeven aan den bevoegden procureur-generaal, die tevens het recht heeft, bestaande vereenigingen en stichtin gen te ontbinden of haar werkzaamheid te schorsen. Ook het voornemen om vergade ringen of optochten te houden moet ter kennis van den bevoegden procureur- generaal worden gebracht en wel uiterlijk 7 dagen voor den dag der vergadering. Deelnemers aan vergaderingen, uitgaande van staatkundige vereenigingen of van plaatselijke afdeelingen daarvan, of waar staatkundige onderwerpen worden be sproken, moeten schriftelijk worden uit- genoodigd, waarbij de uitnoodigingen op naam gesteld moeten zijn. Op verzoek kan van deze beperkingen dispensatie worden verleend. Een en ander geldt niet voor ver gaderingen met een zuiver godsdienstig of artistiek karakter, noch voor besloten ge zelschappen of voor vergaderingen waar aan niet meer dan 20 personen deelnemen. Opheffing uniformverbod. In de. toepassing van het uniformverbod is eveneens verandering gebracht. De be paling van artikel 435a van het Wetboek van Strafrecht (het bekende uniformver bod) is slechts van toepassing, indien de bevoegde procureur-generaal, fungeerend directeur van politie, een verbod in den geest van dat artikel uitvaardigt. Het dra gen van uniformen is dus thans niet meer wettelijk verboden, zoolang niet een nieuw verbod in den geest van het oude uniform verbod wordt uitgevaardigd. Uitbreiding van departementen. De werkzaamheden van de beide depar tementen van Sociale en van Economische Zaken, die samen waren ondergebracht in het ministerie aan het Bezuidenhout te 's-Gravenhage, hebben zich in den laatsten tijd zoozeer uitgebreid, dat de behuizing daar ter plaatse te klein is geworden. Het Departement van Sociale Zaken zal daarom binnenkort verhuizen naar het leegstaande nieuwe kantoorgebouw van de K.L.M., dat onder de huidige omstandigheden toch niet in gebruik genomen kan worden. Door dit vertrek zal er op het Bezuidenhout meer ruimte voor Economische Zaken beschik baar komen, zoodat men een groot aantal Duitsche autoriteiten beter zal kunnen huisvesten dan thans het geval is. De Kamers nog op reces. Rijkscommissaris dr. Seyss-Inquart heeft bij verordening bepaald, dat de werkzaam heden der beide Kamers der Staten-Gene- raal tot nader order blijven rusten, even als verscheidene werkzaamheden van den Raad van State. Verkiezingen voor de Kamers vinden tot nader order niet plaats. In hoeverre verkiezingen voor de Provin ciale Staten, de gemeenteraden of ande re publiekrechtelijke vertegenwoordigende lichamen, ofwel benoemingen van leden van Gedeputeerde Staten en wethouders van gemeenten zullen plaats vinden, zal nader worden bepaald. Ten einde te ver hinderen, dat een publiekrechtelijk ver tegenwoordigend lichaam geen besluiten zou kunnen nemen, zullen de noodige maat regelen worden genomen. Regeling personen- en goederenvervoer. Ter regeling van het personen- en goe derenvervoer is een vergunningsstelsel in gevoerd. Voor het gebruik van een motor rijwiel of motorrijtuig, ingericht voor het vervoer van personen anders dan met auto bussen in den zin van de wet autovervoer personen, is met ingang van 1 Juli a.s. een vergunning noodig vanwege den in specteur-generaal van het verkeer. Deze vergunningen kunnen worden aangevraagd bij den Rijksinspecteur van het verkeer in het distx-ict, waartoe men behoort. Ook voor het vervoer van goederen langs den weg met motorrijtuigen (zoowel eigen ver voer als vervoer voor derden) zal voortaan een vergunning vereischt zijn. Voor de regeling van het beroepsgoederenvervoer wordt ten slotte een centrale commissie ingesteld, die in overleg met den secre taris-generaal van het Departement van Waterstaat de werkzaamheden van advi- seerende districtscommissies zal regelen. De buitenlandsche postverbindingen. Zooals wij reeds eerder vermeldden is het postverkeer met Indië en de Vereenigde Staten, alsook met alle overige landen bui ten Europa weer hersteld, met uitzonde ring van West-Indië, den Belgischen Congo en de gebieden, die als Britsch of Fransch kunnen worden aangemerkt (be zittingen, koloniën, protectoraten). De cor respondentie* (voorloopig nog slechts niet- aangeteekende brieven en briefkaarten) voor al deze bestemmingen, dus ook die voor Amerika, wordt via Duitschland en Siberië verzonden en bereikt vervolgens per schip haar bestemming. Briefpost voor Midden- en Zuid-Amerika (met uitzonde ring van de Nederlandsche, Engelsche en Fransche bezittingen aldaar) kan boven dien via de Italiaansche luchtpost verzon den worden. Daarvoor dient de correspon dentie behalve met het gewone internatio nale port (I2V2 cent) met extra luchtpost zegels te worden gefrankeerd. Het lucht recht bedraagt voor briefkaarten en brie ven naar Brazilië 1.05 per 5 gr.; voor alle overige bestemmingen in Midden- en Zuid- Amerika 1.25 per 5 gram. Veldpost opgeheven. Nog steeds blijkt het publiek niet vol doende op de hoogte van het feit, dat cor respondentie aan nog dienstdoende militai ren niet langer van het veldpostadres moet worden voorzien. Thans moet de plaats van legering op het adres worden vermeld. Na de opheffing van den veldpostdienst op 1 Juni j.1., waarvan wij in een vorig over zicht reeds melding maakten, is het hoofd- loopig in stand gehouden om voor de ge vallen dat het publiek nog niet met den expeditiekantoor der veldpost nog voor- nieuwen toestand op de hoogte bleek, tus- schenkomst te verleenen. Het ligt echter in de bedoeling ook het hoofdexpeditiekan- toor der veldpost dezer dagen op te heffen. Men dient zich dus op de hoogte te stellen van de plaats waar de militairen, met wie men correspondeeren willen, gelegerd zijn. Hagespraak der N.S.B. Op den Goudsberg bij Lunteren hield de N.S.B. haar vijfde hagespraak, waar ds. Ekering, de heer Van Geelkerken, de heer Rost van Tonningen en Ir. Mussert het woord voerden. Eerstgenoemde kondigde de stichting van een nationalen omroep aan, die in den eersten tijd nog naast de bestaande omroepvereenigingen zal fun- geeren, doch daarna als eenige omroep in Nederland zal overblijven. DE ONGUNSTIGE ECONOMISCHE TOESTAND IN FRANKRIJK. Het verlies van al de Noordelijke de partementen heeft den economischen toe stand in Frankrijk geheel ontredderd. Het gebrek aan kolen, ijzer en staal wordt nijpend. Dit is zeer begrijpelijk, wanneer men weet dat de beide departementen Pas- de-Calais en Nord te zamen meer kolen produceeren, dan al de andere departe- Dit gebrek aan kolen is een buitenge woon zware handicap voor de ijzer- en staalfabrieken en de oorlogsindustrieën in het algemeen. Deze beginnen overigens ook gebrek te krijgen aan hun voornaamste grondstofijzererts. Dit werd door het land zelf in groote hoeveelheid opgebracht, n.1. in 193833.2 millioen ton, waarvan zelfs ongeveer de helft kon worden uit gevoerd. Meer dan 90 van dit erts kwam uit het Noordoosten van Frankrijk. On* s\msEi f 1/ menten te zamen. In Arras (Pas-de-Calais) bedroeg de productie in 1938 19.12 mil lioen ton, in Douai (Nord) 9.11 millioen ton. De opbrengst van de Fransche kolen mijnen was niet voldoende voor de behoef ten des lands, zoodat bovendien nog be langrijke hoeveelheden uit het buitenland moesten worden ingevoerd, in 1938 b.v. 22.1 millioen ton. Ook deze aanvoer is thans natuurlijk geheel afgesneden, daar deze kolen werden geleverd door Engeland, België, Luxemburg, Nederland, Duitsch land en Polen. kaartje doet zien, dat het gr< etste deel van de mijnen aldaar op de grens van net ge bied der militaire operaties ligt. Een ander deel bevindt zich reeds in Duitsche han den, evenals een aantal ijzer- en staal fabrieken in het Noorden van Frankrijk, die reeds vroeger verloren zijn gegaan. Uit dit een en ander blijkt wel, dat de economische situatie in Frankrijk in dat opzicht buitengewoon ongunstig is gewor den. Naar schatting is de fabricage van ruw ijzer daar te lande met 24 die van vloeistaal met niet minder dan 41 ver minderd. HOE ENGELAND GIBRALTAR VERKREEG. „Verlies nooit uit het oog, wat Gibraltar voor Engeland heeft te beteekenen. Wie Gibraltar bezit, heeft den sleutel tot de Middellandsche Zee in den zak. Er is geen enkele vloot, die ons ongemerkt zou kun-" nen ontsnappen in den Oceaan en omge keerd. Gibraltar beheerscht den handel in de Middellandsche Zee". In deze woorden, welke de hardnekkige verdediger van Gibraltar, generaal Elliott, bij het begin van het groote beleg der vesting, hetwelk van 1779 tot 1783 duurde, tot zijn officieren en minderen richtte, ligt het noodlottige belang opgesloten, voor Engeland verbon den aan de machtige rots, die zich verheft op de Zuidelijke punt van Spanje. Er was Engeland alles aan gelegen, om zich de controle te verzekeren op den handel in de Middellandsche Zee, ten einde zijn eigen handel te begunstigen. Deze typisch Engelsche karaktertrek kwam reeds tot uiting in den Spaanschen Successie-oorlog, die was uitgebroken tusschen Frankrijk en de Habsburgers naar aanleiding van de benoeming van een opvolger van Karei II. Lodewijk XIV wilde beslag leggen op den troon voor zijn neef Philip, terwijl de Habsburgers van hun kant er aanspraak op maakten in hun hoedanigheid van rechtmatige erfgenamen. Dat was in 1704. Wel is waar gelukte het, een Britschen aanval op Cadiz en Barcelona af te slaan, doch in Gibraltar destijds een kleine, onbeduidende haven slaagde Engeland er in om, met de hulp van Duitsche soldaten, onder bevel van den Landgraaf Georg van Hessen, troepen te landen. De landgraaf nam bezit van de plaats en de vesting en heesch de Habs- burgsche vaan op het voor de Habsbur gers veroverde gebied. Nauwelijks echter had hij het bevel overgedragen aan een Engelschen cmomandant, om deze liet de Habsburgsche vaan weder omlaag halen en verklaarde Gibraltar tot Engelsch ge bied. Op deze wijze kreeg Engeland de ge weldige vesting tusschen Atlantischen Oceaan en Middellandsche Zee in zijn be zit. Bij den Vrede van Utrecht wist het den buit te behouden en zich er tot op heden te handhaven.

Historische kranten - Archief Eemland

Soester Courant | 1940 | | pagina 5