Achter de coulissen van de film
Schijn cn
werkelijkheid
Waar het zwaard van Sieg-
fried thans bewaard wordt
Galakoetsen en maanraketten
Requisiteurs vertellen
Zomer in de bergen
voor ons beroep noodig hebben is een vlug
begrip en zooveel kalmte, dat wij altijd
met sneltreinvaart gereed komen. Wij ha
len zelfs de maan van den hemel als het
van ons verlangd wordt.
Kort geleden dekte ik op verzoek van
den spelleider een bruiloftstafel. Wit
porcelein met gouden rand. Trotsch be
keek ik daarna mijn werk. De opnamen
zouden beginnen. De regisseur zegt:
„Blauw porcelein! Opnieuw dekken!" Bin
nen een kwartier was de tafel blauw. Eens
hadden wij voor een blijspel twee ramen
in de studio aangebracht. Beiden van het
zelfde glas. Ze waren prachtig helder ge
lapt, maar dat werd mij bijna noodlottig.
Ik zag geen raam en liep dwars door een
van beide heen. Niet met mijn hoofd! Neen,
eigenlijk slechts heel zacht met een vol
blad, dat ik in mijn hand hield.
Het raam lag in scherven! Scherven is
geluk! Zou het een goed voorteeken voor
onze film zijn? Na mijn „onvrijwillige scè
ne" komt de voorbereidende speelscène.
Een tooneelspeler moet als zwaar gepant
serde reus in groote woede tegen het an
dere, onbeschadigde raam aanbotsen, zoo
dat het glas breekt. Hij rent. Maar het
glas denkt er niet aan te breken. Hij pro
beert het steeds weer opnieuw. Het glas
blijft heel! Niets aan te doen! Wij roepen
den glazenmaker; deze krast een paar
maal met een diamant over de ruit. Nu
gaat het."
„Ach ja, met scherven kan men in ons
beroep rare dingen beleven", vertelt een
ander ons. „Ook mij is eens iets eigenaa-
digs overkomen. Op een keer had de spel
leider onmiddellijk de eenige Chineesche
vaas noodig, die toentertijd ons eigendom
was. Maar door de haast, waarmede ik hem
brengen wilde, gleed ik uit de vloer
was juist geboend en de Chineesche
vaas was geen vaas meer. Ik voelde me
niet erg om mijn gemak. Desondanks ge
lukte het mij de stukken van het ongeluks
ding zóó goed samen te lijmen, dat nie
mand er iets van merkte. Ik droeg het
naar het filmdécor, waarvoor juist een
aandoenlijke liefdesscène moest worden ge
draaid. De scène begon. Het paar fluister
de een schitterende dialoog. Opeens wat
zien mijn oogen en die van den ontstel
den regisseur? De vaas valt letterlijk uit
elkaar. Ze lost zich met een zeker welge
vallen op. Dus: „Nieuwe opname!"
les met haar stralen koestert, het meer
de donkere dennenbosschen, de bloeiende
weiden, het schitterende gesteente. De om
ringende bergen beschutten het dal tegen
den steshen wind en op deze hoogte komt
in dit beschutte dal de kracht van de zon
tot haar volle recht. Haar stralen bereiken
ons hier zuiverder dan in het laagland,
waar zij gezeefd en verzwakt zijn dooi
een duizend meter dikke laag van mist,
rook, stof en nevel, zich in een diffuus licht
verliezen.
Kunstig aangelegde bergpassen geven
verbinding met het Engadin, eens roman
tische slingerwegen, waar de drijvers in
dienst van den wijnhandel met hun last
dieren langs trokken, thans autowegen met
een druk verkeer, die in enkele uren het
landschap van de eeuwige sneeuw met het
lachende, lokkende Zuiden verbinden Zoo
ligt Davos juist op een grenslijn in de Al
pen: te hoog, om het afmattende klimaat
van het Zuiden te hebben, en tevens ten
Noorden van de Alpen, nog omwaaid door
den verfrisschenden wind van de eeuw ge
sneeuwtoppen. En op deze zeldzaam gun
stige ligging: naar het Zuiden open voor
de zon, naai het Noorden tegen den wind
beschut, berust dan ook het heilzame kli
maat van het dal van Davos, ofscnoon ook
nog andere factoren hiertoe bijdragen, die
de wetenschap als bijzondere kenmerken
van dit klimaat in den loop der jaren heeft
ontdekt.
Het zijn vooral de droogte van de lucht,
de duur en de intensiteit van den zonne
schijn en de voor de vorming van de roode
bloedlichaampjes zoo buitengewoon be-
Laten wij ons eens voorstellen, dat wij,
uit zee opstijgend, de aarde in groote trek
ken zouden kunnen overzien. Van het
blonde zand zwerven onze blikken over de
rijke vegetatie der kusten, over de groene
weiden van een vruchtbaar achterland,
waardoor zich als zilveren linten de rivie
ren slingeren en waarin meren als vloei
bare spiegels de oogen der aarde op
blinken. Stijgen wij hooger, dan gaat het
lichte groen der loofbosschen over in het
donker der dennenwouden, de aarde wordt
kaler, rossig en grauw en stijgt omhoog tot
de eenzaamheid van rotskammen en berg-
massieven. En tusschen deze hoogalpine
wereld «iet haar schaarsche vegetatie en
het middenland, dus op ongeveer 1600 me
ter boven den zeespiegel, spant de aarde
nog eenmaal al haar krachten in, om een
overdaad van bloeiend leven voort te bren
gen. Het landschap straalt in lichteren
glans, want het ligt reeds boven de onder
ste wolkenlaag en steekt als een eiland in
de nevelzee uit boven het waas van het la
ger gelegen middenland. De lucht voert
nog den ademtocht der gletschers in de
zomersche warmte en wat het klimaat be
treft, paart zich hier de._milde warmte van
het Zuiden aan de koelte van het hoogge
bergte. Zulk een eiland is het hooggelegen
dal van Davos. Het zou zich, als wij de
aarde zoo in vogelvlucht konden beschou
wen, aan onzen bJik vertoonen als een
door bergen en Alpenweiden omsloten
bekken, badend in de zonneschijn, die al-
langrijke ultra-violette stralen, die in ver-
eeniging met de zuivere, dunne berglucht
voor kinderen die aan bloedarmoede lij
den, van zoo onschatbare waarde zijn.
Daar dit Kurort sinds meer dan een halve
eeuw beroemd is om zijn buitengewone re
sultaten bij verschillende ziekten der adem
halingsorganen, vergeet men wel eens, dat
Davos niet alleen een plaats voor zieken
en herstellenden is, doch dat het een van
de allergrootste sportcentra der aarde is,
en wel 's zomers evenzeer als 's winters.
Ontelbaar zijn de wedstrijden en sporteve
nementen, die elkaar hier in snel tempo
opvolgen. Voor den tennisspeler is even
zeer gezorgd als voor den bezoeker van de
golflinks. Wie in zijn vacantie wil zwem
men en den heelen dag aan het strand in
de zon liggen, kan dat hier o.p 1600 meter
hoogte even goed doen als aan onze Hol-
landsche kust.
En natuurlijk worden hier ook alle soor
ten van gymnastiek beoefend. Aan hotels
en restaurants, dancings en bars, dansge
legenheden en lunchrooms is natuurlijk
geen gebrek en de groote hoofd- en win
kelstraat met haar tallooze aantrekkelijke
etalages is hier in het hooggebergte precies
even verleidelijk als in alle groote steden
De wandelaar vindt hier een wegennet
van meer dan honderd kilometer lengt#
met onnoemelijk veel variatie. Van de heer*
lijke, lange „hooge"' promenade, waarin
geen centimeter stijging is, tot de gewaagd
ste gletschertochten, waarbij men met tou
wen aan elkaar gebonden slechts onder
leiding van een gids de eeuwige-sneeuw-
toppen kan bereiken, staan den onderne-
menden toerist de meest verscheiden mo
gelijkheden open.
een sprookje als uit de „Duizend en
één nacht."
Heel precies, alleen vele malen vergroot
zijn de onderdeelen later nagemaakt ge
worden. En nu o wonder! krijgen wij
het model van de utopische raket te zien,
waarmee Willy Fritsch en Gerda Maurus
naar de maan reisden. Hij is een meter
Wat werkelijkheid lijkt is slechts
schijn; huizen, hoven, portalen en
parken zijn slechts opgesteld, zoo
ver het oog van de camera reikt,
om na gebruik weer te verdwijnen.
Veel ervan gaat dan naar de re-
quisietenkamer en wacht op her
nieuwd gebruik.
Als een opmerkzaam bioscoopbezoeker
voor het geliefde witte doek zit, dan ge
beurt het niet zelden, dat zijn scherpe
oogen daar dingen ontdekken, die hem
hinderen. Bijvoorbeeld hangt daar in een
kamer, waar hij heelemaal niet thuishoort
een waardevolle kopergravure.
Of voor een Friesche boerderij is een
moderne tuinbank neergezet. Een vreemd
vo- i werp en stijlloos.
Maar over het algemeen bekommert het
publiek zich heel weinig om zulke „klei
nigheden". Dat is cte zaak van den vak
man, van den requisiteur. En als hij de
voorwerpen zelf niet heeft, dan leent hij
ze hier of daar of huurt ze. Doch vaker
moet een groot meubelstuk, een requisiet
gekocht worden. Dus gaat de man, in op
dracht van zijn filmmaatschappij en na
besprekingen met den spelleider en archi
tect" naar de magazijnen en koopt wat hij
noodig heeft. Daar men echter nuttige, du
re voorwerpen niet wegdoet, krijgt men in
den loop van den tijd een groot aantal
voorwerpen.
Wij willen eens een bezoek brengen aan
de filmstad Neubabelsberg en een
nemen in de schatkamers en magazijnen.
Met is een „museum" van practische waar
de. „Het is geen dood kapitaal voor ons,
maar alles wordt steeds weer gebruikt",
vertelt ons de beheerder van de requisie-
ten en meubelvoorraden. „Telkens weer
worden de voorwerpen te voorschijn ge
haald, om in een nieuwe film dienst te
doen.'
Wij gaan een groote loods binnen. Daar
staan in een hoek de Pruisische vlaggen,
waarmede een hoofdman en zijn laatste
compagnie tegen de Franschen optrokken.
Vlak daarbij, zwaar en dreigend een mijn
werkershamer uit de fantasiestad „Metro
polis". Verder links uit de Siegfried-film
de wapens der Hunnen: lansen, schilden
en vervaarlijke knotsen. Kijk, de heele Ni-
belungen-uitrusting bevindt zich hier!
Wij vinden Kriemhilde's geweldige vrou
wentafel, Volkens bezielde luit, harnassen
met gesmeed ijzeren beslagen, de prachti
ge gebeeldhouwde wieg, waarin het kind
van koning Etzel sliep. En werkelijk
ook het zwaard van Siegfried, hoewel een
beetje verroest, is nog aanwezig.
,Maar waar is wel dat geweldige, tech
nische monster, de vuurspuwende draak?"
Mijn vriendelijke leidsman lacht: „Die
neeft ons helaas verlaten, hij heeft eenige
reizen voor gastvoorstellingen ondernomen
en nu renteniert hij in Frankfort a. d.
Main. En hij is lang niet meer zoo kwaad
aardig en gevaarlijk, maar een beetje af-
tandsch heerschap, dat er tamelijk geha
vend uitziet."
Een wonderlijke, breede schrijftafel
neemt veel plaats in in de loods. Hij komt
ons merkwaardig bekend voor. Dat klopt,
want het is de tafel, waaraan Vorst Metter-
nich zat, toen hij 2ijn politiek voor het
Weensche Congres" overdacht.
In een andere ruimte staat als gereed
om weg te rijden, de prachtige galakoets
van den jongen Czaar, naast de even mooie
koets van Koning Maximiliaan II van Beie-
lang, massief en doet, wat zijn vorm be
treft, aan een granaat denken.
Vooral voor de vrouwen gaat er een bij
zondere bekoring uit van de costuumafdee-
ling. Een groote hoeveelheid kleeren uit
de meest uiteenloopende tijdperken tot
den tegenwoordigen tijd toe, trekken onze
aandacht; balletrokjes, reiskleeding, een
Carmencostuum enz. Vanzelfsprekend heb
ben ook de mannen hun „Garderobe-park"
In een kast ziet men de gevlekte en ge
scheurde lompen van de heeren „bede
laars"! „Ieder kleedingstuk van de voor
raad", vertelt ons de beheerder van deze
afdeeling, „wordt na het gebruik gewas-
schen of chemisch gereinigd en met de
grootste zorg behandeld.
Voor iedere nieuvve film komen er steeds
weer nieuwe, speciaal voor het stuk ge
maakte kleedingstukken bij. Op het oog en-
blik hebben wij meer dan 40.000 stuks."
Nu naar de „requisieten-barak". Daar
bevindt zich een voorraad servies en keu
kengerei, waarmede men gemakkelijk een
café kan inrichten. Oude Grieksche bad-
borstels en de modernste parfumsproeiers,
schilderijen, glaswerk, tapijten! Een groote
en bonte verzameling! Maar alles is zorg
vuldig volgens nummer opgeborgen.
Hier is het niet stil, zooals bij de ,Nibe-
lungen-schat". Hier zoeken de requisiteurs
datgene uit, wat gebruikt zal worden. Vaak
is, ondanks de reusachtige voorraad juist
hetgeen noodig is, niet voorhanden. „Wij
requisiteurs zijn „Manusjes van Alles", ver
telt een van hen glimlachend. „Wat wij
ren. En daar is ook nog een eeuwenoude
postkoets met de mooie varkensleeren be
kleeding, die het tegen de snelheid van den
trein heeft moeten afleggen. Nog vele an
dere vehikels wachten op hun wederont
dekking.
Daarnaast in de afdeeling modellen staat
een stuk van China in miniatuur op
een tafel. Ja, dat is het model van de brug,
waarover Kathe von Nagy als zielig Chi-
neesch prinsesje met sierlijke voetjes trip
pelde en de schemerige tuin en het paleis
Links boven:
Een gedeelte van den schil-
derijenvoorraad van 'n film
bedrijf. Alle tijdperken en
alle stijlen zijn vertegen
woordigd.
Midden boven:
Een portaal met entree en
deel van een trappenhuis uit
planken, stuc en linnen ver
vaardigd.
Hier boven:
De historische costuums, die
bij massa-regie dikwijls in
grooten getale noodig zijn,
komen, evenals uniformen,
gezelschaps- en sportkleeding
uit de goed voorziene klee-
dingmagazijnen.
Rechts:
De „make-up" en de pruiken
worden eerst op poppen ge
probeerd.